• No results found

Zaterdag 10 september 1960- No. 599

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Zaterdag 10 september 1960- No. 599 "

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

en

HET NIEU

Zaterdag 10 september 1960- No. 599

Het echtscheidings- vraagstuk

<Zie pag 8)

Minister Lrtus Soekurno's te{Aenspeler in Ne1;JJ-York

H et is voor de redactie' van een weekblad niet altijd mogelijk, in haar commen- taren volstrekt actueel te zijn. Een weekblad is geen dagblad en in de periode, die ligt tussen het schrijven van commentaar en Q.e verschij- ning, zijn onvermijdelijk enige dagen gelegen.

Ons hoofdartikel van vorige week over Ne- derland, de Verenigde Naties en Nieuw-Guinea heeft echter wel een bijzondere actualiteit ge- kregen.

Op de dag, dat ons blad verscheen- zater- dag 3 september - kwam de weigering van de Japanse regering af om de ,Karel Doorman' fn de haven van Yokohama te ontvangen, op welke weigering minister· Luns op de avond van diezelfde dag voor de televisie fel rea- geerde.

Twee dagen later, op de avond van maandag 5 september, kwam de "sensatie" omtrent de uitlating van minister-president De Quay, zo- als deze door een aantal buitenlandse persver- tegenwoordigers was verspreid ... of moeten we zeggen: geïnterpreteerd?

* * *

W elk een succes het werk van chanta~e-

plegers - door onze tekenaar vonge week in beeld gebracht - kan hebben, heeft het geval Japan op lamentabele wijze aange- toond.

Door Soekarno onder diplomatieke druk ge- zet, hield de Japanse regering nog stand ~n

verklaarde zij, haar eenmaal verleende bewil- liging niet te kunnen intrekken.

Maar toen koos Soekarno de weg van de meest grove chantage: hij stookte dat ~o~rt

"progressieve" elementen in Japan,. dat m ~e­

der land altijd gereed staat om de ergen natro- nale stoep te bevuilen, op, om met demonstra- ties of zonodig zelfs molestatie van d~ beman- ning van de "Karel Doorman" te dre~gen. En daarvoor zwichtte de Japanse regermg.

"Een treurig symptoom van de toes~and ~n

Japan" noemde minister Luns deze caprtula~re

en gezaghebbende Japanse dagbladen getUig- den terecht van hun schaamte over deze gang van zaken.

* * *

E n nu de uitlating van minister-presi~ent

De Quay, dat Nederland de yeremgd.e Naties zal voorstellen, Nederlands Nreuw Gm- nea te "internationaliseren".

Verkeerde interpretatie van de in een zeer informeel samenzijn door minister De Quay gebezigde bewoordingen? Of, zoals hier en

ATTENTI~! ATTENTIE!

Luistert op vriidag, 16 september a.s., over de zender Hilversum 11 { 298 m l,

van 19.30-19.40 uur, naar .. DE STEM VAN DE V.V.D."

Spreker: mr. J. DE WILDE lid van de Eerste Kamerfractie

van de V.V.D.

Onderwerp:

,.DE TOTO IN DE EERSTE KAMER"•

daar is gesuggereerd, een bewuste poging om een persoonlijke voorkeur, die in de Minister- raad onvoldoende steun vond, op deze wijze toch te lanceren?

Dat laatste achten wij zó tegen alle juiste regels, dat wij niet bereid zijn, dit voetstoots te aanvaarden.

Voor het ogenblik kunnen wij hier echter slechts vraagtekens plaatsen, maar hopenlijk zal daarover inmiddels wél voldoende klaarheid zijn gekomen.

De schriftelijke vragen van het lid van de Tweede Kamer, de heer Andriessen, openen daartoe de mogelijkheid.

* * *

O ndertussen heeft minister Luns bij zijn vertrek naar de Algemene V ergade- ring van de Verenigde Naties reeds gezegd, dat men in de verklaring van de minister-pre- sident gemeend heeft iets te beluisteren, dat er niet in school.

Minister De Quay was bij zijn beschouwing over Nieuw-Guinea uitgegaan van beginselen, die hij bij de buitenlandse journalisten in Ne- derland bekend veronderstelde. De uitleg, die men eraan gegeven had, was verder· gegaan dan minister De Quay bedoeld had.

Zo had de minister-president bepaaldelijk niet bedoeld, dat er een nieuwe benadering van de kwestie Nieuw-Guinea aan de Verenigde Naties zou worden voorgesteld.

De eigen activiteit van minister Luns tijdens de komende zitting te New York zou dan ook niet verschillen van die van vorige jaren.

Er is ons schertsend gevraagd of minister Luns ons had voorgelicht bij onze bestrijding van het betoog van "Het Parool" in het vorige nummer. Wij kunnen met de hand op het hart verklaren, dat zulks niet het geval is geweest.

Dat de minister in het persgesprek bij zijn vertrek uit Rotterdam dezelfde tegenargumen- ten aanvoerde als wij in ons artikel naar voren brachten, is waarlijk niet zo verwonderlijk. Zij

"Ik ben er een beetje beduusd van", zei de minis- ter van buitenlandse zaken, mr. J. M. A. H. Luns, (rechts boven in het beeld), toen

h~i t~jdens

een persconferentie aan boord van de Nieuw-Arn;;ter- darn, voor zijn ve1·trek nam· de V.S., zoveel JOUr- nalisten bijeen zag.

waren in· beide gevallen immers ontleend aan in vorige jaren gebleken feiten.

"' * *

O ok minister Luns beriep zich op hetgeen _ in de Handelingen van de Staten-Ge- neraal is vastgelegd. In het bijzonder op de reactie van de toenmalige minister-president dr. Drees, die er in de Eerste Kamer de aan- dacht op had gevestigd, dat Indonesië een

"internationale sanctie'' voor ons bestuur op Nieuw-Guinea nooit zou goedkeuren, omdat dit een internationale sanctie zou betekenen van de opvatting, dat Nederlands Nieuw-Gui- nea niet tot Indonesië behoort.

Om deze reden zou Indonesië ook altijd een regeling waarbij de autochtone bevolking van Nieuw-Guinea zelfbeschikkingsrecht zou krij- gen, van de hand wijzen.

En dit - zo mogen wij daar zelf wel aan toevoegen - betekent, dat dus dat gedeelte van het internationale gezelschap, dat figuren als Soekarno, Loemoemba en Nasser pleegt te steunen, zich daar eveneens tegen zou keren.

Wij herinneren er ook nogmaals aan, dat bij het_ laatste parlementaire debat over Nieuw- Guinea, n.l. bij de behandeling van de begro- ting van 'd.at rijksdeel in de Eerste Kamer, onze geestverwant, mr. Van Riel, heeft be- toogd, dat wij inderdaad internationale steun moeten zoeken, maar dat dit "eerder een zaak is van langzaam groeiende contacten in de tra- ditionele diplomatieke sfeer".

* * *

D atzelfde moet ook minister Luns hebben bedoeld, toen hij aan boord van de

"Nieuw-Amsterdam" verklaarde zich voor te stellen, in New York de "kwestie Nieuw-Gui- nea" "openh.artig en indringend" te bespreken met zijn collega's van "bevriende westelijke mogendheden" en de secretaris-generaal van de Verenigde Naties.

Ondertussen zal Soekarno in hoogst eigen persoon eveneens aanwezig zijn. vVat deze daar zal trachten uit te broeden, moet worden af-

gewacht. . .

Wij hebben alle vertrouwen, dat mmrster

Luns zich een bekwame tegenspeler van deze

geslepen politicus zal tonen. A. W. A.

(2)

VRIJHEID EN DEl\'IOCRATIE 10 SEPTEMBER 1960 - PAG. 2

emigratiepolitiek van de ederlandse regering

,,Het belang van deze kwestie kan moeilijk worden overschat"

De heer S y d n e y J. van d e n B erg h, die a.l enige malen in ons bl.:«l Zijn bezwa- ren tegen handhaving van de emigratiepolitiek heeft uiteenge-.oot, heeft thans ook voor de radio zUn visi" op dit v1-aagstuk gegeven.

moet opdoeken. Laat men een kleine kern laten bestaan om, als de omstandigheden in de wereld onverhoopt eens mochten veranderen, een basis te behouden voor eventueel herstel, maar deze kern moet tot de allerkleinste verhoudingen worden teruggebracht.

ook in het. buitenland zo gewaardeerd worden - zoals ook blijkt uit de goede reputatie, die onze emigranten in de overzeese landen bezitten - kunnen wij ook verder in het nieuwe verenigde Euro- pa en in de nieuwe wereld een belang- rijke rol spelen. 'Maar laten wij onze positie toch vooral niet verzwakken door kunstmatig vele van onze goede krachten naar het buitenland te laten gaan, waar zij juist dOor hun aanpassingsvermogen zo snel voor Nederland verloren gaan.

Wij laten zijn betoog, zoals hij dat op vrijdag 2 september j.L in onze tien-minuten- uitzending heeft gehouden, hier gaarne volgen.

Reeds geruime tijd geleden heb ik er op gewezen, dat ik meende, dat de tijd gekomen was om een einde te maken aan de steun, die van regeringszijde ge- geven wordt ter bevordering van de emi- gratie uit Nederland.

Deze steun wordt door de regering verleend door middel van een aantal or- ganisaties op algemene, katholieke en christelijke grondslag en verder door een aantal regeringsinstanties, die zich met deze zaak bezighouden. Het resultaat is, dat iedere man, vrouw of kind, die uit Nederland vertrekt, al direct 1500 gulden per hoofd aan het Nederlandse volk kost. Ten slotte heeft men nog zeer kort geleden hier leningen gegarandeerd voor het bouwen van woningen voor Neder- landse· emigranten in Australië en Nieuw- Zeeland; dit, terwijl wij zelf nog met een groot woningprobleem zitten.

Ik wil beginnen· met te zeggen, dat ik niemand, die wil emigreren, een stroo- breed in de weg zal leggen. Als iemand denkt, dat hij buiten. Nederland méér kansen voor zichzelf of zijn gezin kan vinden, of als tet avontuur van nieuwe landen of wijdere verten hem lokt en hij ook bereid is de nodige middelen hier- voor te vergaren, laat hij dan gerust gaan.

Maar dit is iets heel anders dan reclame te maken voor emigratie en met ons geld mee te werken aan deze verarming van J;-<ederland. Ik heb twee grote bezwaren tegen deze emigratiebevordering.

In de eerste plaats behoren wij Neder- landers tot een kleine taal- en cultuur- gemeenschap. Indien . Engeland emigran- ten naar Canada, Australië, Nieuw Zee- land, enz. stuurt, blijven deze in het En- gelse taalgebied en blijven zij deelgenoten van de cultuur waartoe zij behoren. Het- zelfde geldt voor Spaanse emigranten in vele landen van Zuid-Amerika en voor Portugezen in Brazilië. Maar onze emi- granten zijn verplicht in hun eigen be- lang zich zo snel mogelijk aan te pas- sen aan taal en gebruiken van de landen, waarheen zij emigreren. Zij gaan in één of twee generaties voor de Nederlandse taalgemeenschap verloren en dat zij in de nieuwe landen nog zouden bijdragen tot een belangrijke ontwikkeling van de Nederlandse handel en industrie is be-

wijsbaar onjuist. '

Vroeger kon men in Nederlands-Indië en zelfs nog in de Belgische Congo deel- nemen aan Nederlandse cultuuruitingen.

Ook deze gebieden zijn voor de Neder- landse cultuur thans verloren.

Maar mijn grootste bezwaar is, dat de regeringspolitiek ten aanzien van emigra- tie niet is aangepast aan de omstandig- heden in de wereld, die sinds de, eerste jaren na de oorlog geheel veranderd zijn.

Toen vreesde men voor een permanente grote werkloosheid in Nederland en klaagde men over overbevolking.

Tekort aan arbeidskrachten

Thans lijden de Nederlandse gemeen- schap en de Nederlandse industrie aan een tekort aan arbeidskrachten, terwijl de Benelux en de E.E.G. nog belangrijke perspectieven openen. Het is thans reeds mogelijk voor Belgen om, evenals Ne- derlanders, in Nederland te gaan wer- ken en duizenden rnaken hiervan reeds gebruik en trekken dagelijks met auto- bUssen van België uit naar de grote fa- brieken in Brabant, Limburg en Zeeland, evenals het nu voor Nederlanders vrij is om in België werk te vinden.

Steeds meer Nederlanders trekken naar West-Duitsland, waar ook eeri geweldig tekort aan arbeidskrachten heerst. De geleidelijke groei van Frankrijk, Duits- land, Italië en de Benelux tot één groot economisch gebied met bijna 200 miljoen inwoners, zal in de komende jaren kun- nen leiden tot grotere welvaart en tot steeds grotere vraag naar goede en beter betaalde arbeid.

Natuurlijk zal deze vraag naar arbeids- krachten zich niet steeds in gelijke mate ontwikkelen. Er zullen perioden komen van tijdelijke inzinking, maar moeten wij daarvoor een duur emigratieapparaat aanhouden, als wij mogen aannemen, dat er in Europa voor steeds meer handen werk zal komen?

Zoals in de Verenigde Staten vele ar- beiders zich gemakkelijk verplaatsen met hun auto's en caravans over duizenden kilometers, als er in een of andere in- dustrie of bedrijfstak door toevallige om- standigheden veel vraag naar arbeid is, zo zal men dit naar mijn mening in de toekomst ook op steeds grotere schaal in Europa gaan zien. Reeds nu zijn honderd- duizenden Italianen werkzaam in Zwit- serland, de Duitse industrie tracht dui- zenden vreemdelingen aan te trekken om zo de open plaatsen in het Duitse be- drijfsleven te vullen. Onze regering heeft reeds een overeenkomst getroffen- om 2000 Italianen aan te trekken uit het . grote reservoir van Italiaanse werklo- zen, dat echter ook geleidelijk in omvang begint te verminderen.

Niet doorgaan op de oude voet

Maar Nederland free-wheeled nog rus- tig door in de richting, waarin men in 1946 is begonnen te fietsen. Het is na- tuurlijk begrij_pelijk, dat ambtenaren die aangesteld zijn om de emigratie te be- vorderen en die daarmee hun boterham verdienen, blijven doorwerken in de- zelfde richting. Het js de plicht van de regering om deze mensen gerust te .stel- len en het hun mogelijk te maken een andere functie, hetzij als ambtenaar, het- zij in het bedrijfsleven, te vinden. Er zijn vele formaliteiten te behandelen bij de tewerkstelling va:n de buitenlandse ar- beidskrachten. Zou het zo'n gek idee zijn om wat ambtenaren van de emigratie- dienst hier naartoe over te schakelen?

Het belang vàn deze kwestie voor ons allen kan moeilijk overschat worden. Ve- le buitenlandse en vooral Amerikaanse firma's zoeken naar een vestiging in Europa. Mij zijn reeds enkele gevallen bekend, waarbij Nederland niet gekozen werd omdat men de benodigde werk- krachten niet kon vinden. Hier gaat dus een gelegenheid verloren om nieuwe, be- langrijke en blijvende bronnen van wel- vaart in Nederland te vormen.

Toch wil ik niet zeggen, dat men het emigratie-apparaat nu maar met één slag

Nederland speelt in de wereld nog steeds een grote rol in verhouding tot onze ruim 11 miljoen inwoners. Onze scheepvaart en onze luchtvaart, onze gro- te maatschappijen zijn daarvan een spre- kend voorbeeld. Dank zij

~de

vele goede eigenschappen die ons volk bezit en die

Daarom, ik herhaal het wederom: Het roer om met onze emigratiepolitiek!

r;oo;~"~"LS:m;~;~;;~";~;i~~

I Ir. R. van Hasselt, te Voorst, schrijft ons:

In het hoofdartikel van "Vrijheid en Democratie" van 20 augustus wordt wederom ernstige kritiek uitgeoefend op het emigratiebeleid. De schrijver vestigt er de aandacht op dat terwijl enerzijds men moeite doet om Italiaanse arbeiders aan te werven, anderzijds kosten worden gemaakt om de emigra- tie van Nederlanders te bevorderen. Nu is dat niet zo gek als het lijkt. De Italianen zijn vrijgezellen, die maar tijdelijk hier zijn en als de conjunktuur omslaat weer naar hun land kunnen terugkeren. Met Nederlanders ligt dat uiteraard anders.

Het argument van de voorstanders van emigratiebevordering, dat men de emigratie op lange termijn moet bezien, wordt niet geaccepteerd omdat er enkele prognosen op lange termijn te constateren zijn, die niet zijn uitgelw- men (betreffende de vraag naar bouwvakarbeiders en onderwijskrachten).

Om uit deze foutieve prognosen conclusies te trekken aangaande de waarde van prognosen in het algemeen is echter zeer gevaarlijk.

Ik moge er nog op wijzen dat over enkele jaren onze arbeidsmarkt zal worden overstroomd met alleen al circa 140.000 jonge mannen t.g.v. de natale explosie van na de oorlog. Of wij tegen die tijd nog steeds in een periode van hoogconjunktuur zullen leven is zeer de vraag. Het tegendeel is waarschijnlijker omdat een aanhoudende hausse nog nimmer vertoond is.

Wanneer wij bovendien bedenken dat het ruimtegebrek en de woningnood

I reeds nu de overheid voor haast onoplosbare planologische problemen plaatst, 1 S die in de komende jaren nog zullen verergeren en zonder twijfel ongunstige

sociaal-economische gevolgen hebben, dan is het duidelijk, dat de overheid een vermindering van de emigratie ongaarne ziet. Of de emigratie op het ogenblik op de meest efficiente wijze wordt bevorderd, laat ik in het midden;

principieel is ze echter volkomen verantwoord.

* * *

(A.W.A.) Ir. van Hasselt en wij zullen het op dit punt wel nooit ge- heel eens worden.

Na de radiorede van de heer S. J. van den Be1·gh, welke wij in dit nummer eveneens hebben afgedrukt, kunnen wij zonde1· bezwaar naa1·

diens betoog verwijzen. Zoals uit ons hoofdartikel van 20 augustus wei is gebleken, gaan onze opvattingen in dezelfde richting.

Ondertussen is het, ook en vooral in een kwestie als deze, altijd goed, tevens van tegen-argumenten kennis te nemen.

••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••a••••••••••••••••••• ...

HBu,

I

De Liberale Internationale hield een eongres in West-Berlijn

spanning

De Liberale Internationale hield in de eerste dagen van september een congres in West-Berlijn onder lei- ding van de Italiaanse afgevaardig- de, de heer Giovanni Malagodi.

ontspanning

~ in de roosl

~ neem een

I I I I

Op dit congres werden aan het slot een drietal resoluties aangenomen over de internationale situatie, over de verantwoordelijkheden van de Verenigde Na ties en over de liberale democratie en de problemen van de landen, die nog ·tot ontwikkeling moeten komen.

Namens onze Partij woonde de al- gemeen secretaris, de heer D. W.

Dettmeijer, dit congres als waarne- mer bij.

H 8 U- bankboekje I

Het Biedt U

3,6% rente I

Ook voor bankboekjes:

deHBU'

I I

HOLLANDSCHE BANK-UNIE N.V. I

AMSTERDAM DEN

HAAG

ROTTERDAM

HERENGRACHT 436 HOFWEG 1 COOLSINGEL 104

POSTBUS 554 POSTBUS 46 POSTBUS 24:..19

ST GIRO 4 2650 POSTGIRO 14632 POSTGIRO 8179

---

.

Wij hopen in een der volgende nummers uitvoerig op dit congres te- rug te komen.

Inlichtingen betreffende het lid-

maatschap der Volkspartij voor

Vrijheid en Democratie zijn te

verkrijgen bij de plaatselijke

afdelingen en bij het Algemeen

Secretariaat: Koninginnegracht

61, 's-Gravenhage (tel. 111 768).

(3)

VRIJHEID EN DEl\:IOCRATIE

10 SEPTEII'ffiER 1960 PAG. 3

V oorstellen Telders Stichting :

PASSENDER WETTELIJKE REGELING VOOR ECHTSCHEIDING

Ernstige ontwrichting huwelijk worde algemene grond voor echtscheiding

Bij Martinus Nijhoff ie 's-Gravenhage is afgelopen week verschenen: "Echtschei- ding", als nieuwe studie in de reeks geschrüien van de Prof. Mr. B. M. Telders Stich.

ting. In het "Voorwoord" merkt het Curatorium, dat, naar men weet, onder voor- zitterschap staat van prof. dr. H. J. Witteveen en verder wordt gevormd door de hoogleraren P. Hennipman, J. Horring, S. Korteweg, C. H. F. Polak en M. Rooy, o.a. op:

Sinds het einde van de tweede wereld- oorlog is herhaaldelijk en in toenemende mate de echtscheiding in de belangstelling komen te staan. Dit verschijnsel heeft zich niet alieen in Nederland maar ook in an- dere Europese landen voorgedaan, het- geen zoal niet uitsluitend dan toch in ieder geval mede kan worden toegeschre- ven aan de in vergelijking met voordien hoge echtscheidingscijfers van de naoor ...

logse jaren.

In ons land 'bleek de toeneming van de belangstelling uit het grote aantal ge- schriften dat na de laatste wereldoorlog het licht heeft gezien alsook uit een zekere regelmaat waarmee het onderwerp "echt- scheiding" in de Staten-Generaal ter sprake is gekomen. Wanneer men kennis neemt van de inhoud dezer &eschriften en van de debatten in ons parlement, krijgt men sterk de indruk dat er een grote drang bestaat naar vernieuwing van het echtscheidingsrecht. De herzienig van het burgerlijk recht waaraan al enkele jaren wordt gewerkt, zou voor zulk een v.ernieuwing een bij uitstek gunstige gele- genheid hebben geboden. De regering heeft echter van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt omdat, zoals in 1953 de toenmalige minister van justitie, mr. L.

A. Donker, aan de Tweede Kamer mede- deelde, de opvattingen van het Neder- landse volk zoals die in de Staten-Gene- raal tot uiting waren gekomen, geen grond opleverden voor het aanbrengen van principiële veranderingen in het ma- teriële echtscheidingsrecht. De bestaande echtscheidingsregeling is dan ook, behou- dens enkele technische wijzigingen, on- veranderd in het eerste boek van het nieuwe Burgerlijk Wetboek overgenomen.

Toen dit eerste boek, dat het personen- en familierecht bevat, bij de Tweede Ka··

mer in behandeling was, heeft een aantal leden van deze Kamer de minister van justitie gevraagd het initiatief te nemen tot· het bijeenbrengen van vertegenwoor- digers van verschillende levensbeschou- welijke richtingen voor een gesprek over de echtscheiding. In de loop van 1957 heeft minister Samkalden gevolg gegeven aan deze suggestie door een aantal personen tot deelneming aan een dergelijk gesprek uit te nodigen. Over de samenstelling van deze gespreksgroep, met welker werk- zaamheden de minister van justitie overi- gens generlei bemoeienis heeft zijn tot dusver geen mededelingen gedaan. Blij- kens een recente uitlating van de tegen- woordige bewindsman kan binnen niet al te lange tijd een rapport van de gespreks- groep worden tegemoet gezien.

In het licht van de hier weergegeven ontwikkeling meende 't Curatorium van de Prof. mr. B. M. Teldersstichting dat het van belang zou zijn een onderzoek te la- ten instellen naar de echtscheiding in ons land. De wetenschappelijke medewerker der Stichting, mr. A. A. Th. Boender, heeft dit onderzoek aangevat en de resul- taten daarvan in deze publikatie neerge- legd. Bij de samenstelling van dit ge- Schrift die onder leiding van het Curato- rium plaats vond, werden van verschillen- de kanten nuttige raadgevingen ontvan- gen. Van veel waarde bleken de talrijke inlichtingen.

. Tot slot deelt het Curatorium nog mede, dat de verantwoordelijkheid voor het -ge- schrift uitsluitend berust bij het Curato- rium van de Stichting. Het spreekt de hoop uit, dat spoedig een eerlijker en voor de hedendaagse samenleving meer pas- sende regeling van de echtscheiding zal tot stand komen.

* * *

Het kloeke geschrift, dat 148 pagina's telt en dat eindigt met een uitvoerige li- teratuurlijst, omvat een Inleiding en een tiental hoofdstukken: Overzicht van het echtscheidingsrecht - De echtscheidings- Praktijk - Statistische gegevens betref- fende echtscheidingen - Achtergronden

;van de echtscheiding - De discussie over de echtscheiding - De houding van de ()Verheid ten opzichte van de echtschei- ding - De beoordeling van de toestand op

het gebied der echtscheiding - Voorstel- len tot herziening van het echtschei- dingsrecht - De onderhoudsplicht na ont- binding van het huwelijk - Pensioen- regeling na echtscheiding.

Onder de bijlagen zijn opgenomen over- zichten van het echtscheidingsrecht en van de wettelijke bepalingen inzake de verplichting tot het verschaffen van le- vensonderhoud na echtscheiding, in Bel- gië, Frankrijk, West-Duitsland, Zwitser- land en Engeland.

Ten slotte bevat het een samenvatting, die wij hieronder laten volgen.

•• *

In de ·laatste halve eeuw, maar vooral na de tweede Wereldoorlog is herhaalde- lijk ernstige kritiek geleverd op de toe- stand, welke op het gebied van de echt- scheiding in ons land bestaat.

Deze kritiek heeft in hoofdzaak betrek- king op het feit, dat in echtscheidihgsza- ken een rechtspraktijk heeft ingang ge- vonden die weliswaar niet in strijd is met de letter van de wet, maar wel met de bedoeling van de wetgever.

De wettelijke bepalingen betreffende de echtscheiding zijn te vinden in ons uit 1838 daterende Burg. Wetboek. Sinds de invoering van dit wetboek is in het echt- scheidingsrecht - een onbetekenende ver- andering buiten beschouwing gelaten - nimmer wijziging gebracht.

Echtscheiding wordt, zo bepaalt de wet, door de rechter a 11 een uitgesproken op grond van 1. overspel; 2. kwaadwillige verlating welke tenminste vijf jaren heeft geduurd; 3. veroordeling wegens misdrijf tot een vrijheidsstraf van vier jaren of langer na het huwelijk uitgesproken, en 4. zware zodanige mishandelingen, door de ene echtgenoot jegens de ander ge- pleegd, waardoor diens leven wordt in ge- vaar gebracht, of waardoor hem gevaar- lijke verwondingen zijn toegebracht.

Echtscheiding kan n i m me r, zo bepaalt de wet voorts, door onderlinge toestem- ming van de echtgenoten plaats hebben.

Ofschoon de wet de echtscheiding bij onderlinge toestemming verbiedt, heeft de rechtspraktijk wegen gevonden om t o c h op deze wijze echtscheiding moge- lijk te maken. Echtgenoten, die ontbinding van hun huwelijk wensen en dit doel langs minnelijke weg willen bereiken, spreken met elkaar af, dat een hunner (meestal de vrouw) een vordering tot echtscheiding tegen de ander (de man) wegens door deze gepleegd overspel zal instellen.

Zowel indien de gedaagde echtgenoot het (}Verspel erkent of zich van tegen- spraak onthoudt, alsook ingeval hij niet verschijnt, wordt de echtscheiding uitge- sproken, zonder dat de rechter een on- derzoek instelt, of het overspel werkelijk heeft plaats gehad. Naar men algemeen aanneemt, heeft deze praktijk ingang ge- vonden sinds een arrest, dat de Hoge Raad op 22 juni 1883 heeft gewezen. Ons hoog- ste rechtscollege besliste toen, dat de wet- telijke regel volgens welke een gerechte- lijke bekentenis volledig bewijs oplevert, geen uitzondering lijdt in echtscheidings:...

procedures. Deze rechterlijke uitspraak heeft een vijfde echtscheidingsgrond, n.l.

de onderlinge overeenstemming van de echtgenoten, in ons recht geïntroduceerd.

Deze mogelijkheid tot echtscheiding is geopend, omdat het wettelijke stelsel te straf werd geoordeeld. Daarom heeft men een uitweg gezocht. Niet alleen in Neder- land, maar ook in enkele andere Europese landen heeft men middelen gevonden om in een of andere vorm echtscheiding bij onderlinge toestemming te bereiken, hoe- wel de wetgevingen deze wijze van echt- scheiding niet toelaten.

Op grond van deze ontwikkeling kwa- men wij tot de conclusie, dat de bestaande echtscheidingswetgeving niet meer past bij de hedendaagse opvattingen van grote groepen van het Nederlandse volk. In de loop van deze eeuw zijn immers de me- ningen over de echtscheiding sterk ge- wijzigd. Dit gaf ons aanleiding de vraag te stellen, waarom !ie :wetgever de toe-

stand op het gebied van de echtscheiding heeft laten voortduren zonder maatrege- lente nemen tot verbetering en voorts, of die toestand moet blijven bestaan.

De discussie, welke zowel in als buiten het parlement is gevoerd over de echtschei- ding, toont aan dat de levensbeschouwe- lijke opvattingen onder het Nederlandse volk, tot voor enkele jaren geleden, zó uiteen liepen, dat de wetgever tot mach- teloosheid was gedoemd met betrekking tot het probleem van de echtscheiding.

Det wetsontwerpen, welke achtereen- volgens in 1910, 1912 en 1938 werden inge- diend en die tot strekking hadden paal en perk te stellen aan de door de rechtsprak- tijk gevolgde methoden van echtscheiding bij onderlinge toestemming, strandden dan ook reeds vóór of tijdens de parle- mentaire behandeling.

Wel kwam in 1955 na uitvoerige debat- ten in de volksvertegenwoordiging, de Wet tot het aangaan van lichtvaardige echtscheidingen tot stand. Deze wet is echter nog steeds niet in werking getre- den· zij zal geen wijzigingen brengen in de ~chtscheidingsgronden, maar alleen in de verzoeningsprocedure, welke aan een echtscheidingsgeding pleegt vooraf te gaan.

Toen bij de vernieuwing van het Bur- gerlijk Wetboek, waaraan nu al verschei- dene jaren wordt gewerkt, de vraag is ge- opperd, of het echtscheidingsrecht zou moeten worden herzien, heeft de regering deze vraag ontkennend beantwoord. Zij voerde daarvoor aan, dat de opvattingen over de echtscheiding, zoals die in de Staten-Generaal waren tot uiting geko- men, geen grond opleverden voor het aan- brengen van principiële veranderingei1 in

·het echtscheidingsrecht: een meerderheid van de volksvertegenwoordiging, zo luid- de het oordeel·van de regering, wenst zo- danige veranderingen niet.

De steeds groeiende ontevredenheid over het bestaande recht en de toepassing van dat recht is er oorzaak van, dat de discussie over de echtschÉüding nog steeds voortduurt. De laatste jaren gaan zelfs in de kringen waa~ de sterkste tegenstand bestaat tegen een herziening van het echt- scheidingsrecht, n.l. in die van de gere- formeerden en van de rooms-katholieken stemmen op, om de mogelijkheid tot echt- scheiding te verruimen. Het ziet er naar

uit, dat de tijd rijp is om een poging te doen een oplossing te vinden voor het echtscheidingsprobleem. Wegens de ver- schillen in de levensbeschouwelijke op- vattingen, zal zulk een oplossing alleen door het aanvaarden van een compromis kunnen worden bereikt.

Bij de beoordeling van de toestand op het gebied van de echtscheiding, kwamen·

wij tot de slotsom dat bestendiging van deze toestand zeer ongewenst is.

De door de 1·echtspraktijk toegepaste methoden stellen echtgenoten, die willen uiteengaan, in staat op zeer eenvoudige manier ontbinding van hun huwelijk te bereiken. Naar ons oordeel moet men, wanneer men de betekenis van het huwe- lijk voor de samenleving hoog aanslaat, elk stelsel van de hand wijzen, waarbij de echtscheiding aan het vrije oordeel der echtgenoten wordt overgelaten.

Bovendien zijn er nog andere argumen- ten welke pleiten tegen de huidige toe- stand. Bij de. bestaande echtscheidings- praktijk zijn de belangen van de minder- jarige kinderen te weinig beschermd, om- dat die belangen in het algemeen bij de beslissing over de echtscheiding geen ge- wicht in de schaal leggen. Vaak vormen de kinderen zelfs een belangrijk onder- handelingsobject bij de regeling van de gevolgen der scheiding. Ook het finan- ciële aspect van zulk een regeling kan een bedenkelijk karakter dragen. Het komt nl.

nog al eens voor, dat de echtgenoot die het meeste belang bij een echtscheiding heeft, de toestemming van zijn wederpar- tij alleen tegen betaling van een som geld kan verkrijgen, m.a.w. deze toestemming moet "kopen".

Wanneer partijen het niet eens kunnen worden over een of meer punten van de regeling, is de mogelijkheid van een "min- nelijke" echtscheiding uitgesloten. Het huwelijk blijft dan in stand.

Wanneer in zulk eet> geval de echtge- noot, die de toestand het meest onhoud- baar vindt, een eis to echtscheiding tegen de ander instelt, zal deze de eis met klem tegenspreken; niet, omdat hij zelf het

huwelijk niet mislukt acht, maar

uitslui~

tend wegens andere, meest financiële motieven.

De vordering tot echtscheiding wordt dan afgewezen; bewijs van de aange- voerde echtscheidingsgrond is er immers niet. Blijven de echtgenoten in dat geval bij elkaar wonen, dan ontstaat meestal een nog ondragelijker toestand, waarvan de kinderen de dupe worden. Verbreken daarentegen de samenwoning en gaat ieder zijns weegs, dan kan dit eveneens leiden tot een ongewenste toestand, n.l.

indien degene der echtgenoten, die een ander huwelijk wil aangaan, maar zich de mogelijkheid hiertoe ziet ontnomen, in concubinaat gaat leven.

Onze bezwaren tegen de huidige wet- geving en rechtspraktijk.· samenvattend, kunnen wij zeggen, rlat in s o m m i g e gevallen echtgenoten te gemakkelijk

uit~

voering kunnen geven aan hun voorne- men om door onderlinge toestemming tot echtscheiding te geraken; de mogelijkheid zij daarentegen de samenwoning en gaat node gemist, indien een echtgenoot echt- scheiding wenst omdat het huwelijk

vol~

komen is mislukt - zonder dat overigens een van de vier wettelijke gronden aan- wezig is - maar de ander zich verzet tegen huwelijksontbinding.

In aansluiting op onze conclusie, dat verandering moet worden gebracht in de huidige toestand op het gebied van de echtscheiding, hebben wij in de vorm van een aantal voorstellen de hoofdlijnen van een herziening van de wetgeving aange- geven, zoals wij die nodig oordelen.

I. Als uitgangspunt voor de herziening moeten worden genomen, zo betoogden wij, de zedelijke normen, die op dit m o m e n t in onze samenleving algemeen worden aanvaard. De omstandigheden, dat de mogelijkheid om echtscheiding bij onderling goedvinden te verkrijgen reeds drie kwart eeuw in ons land bestaat, be- paalt mede de richting van de herziening.

Ons voornaamste voorstel -is om de ernstige ontwrichting van het huwelijk als algemene grond voor echtscheiding in te voeren. Daarnaast bepleitten wij de handhaving van de bestaande vier gron- den als bijzondere gronden en uitbreiding van deze categorie met ,,ernstige ontucht"

en "krankzinnigheid". Bovendien stelden wij voor de term "kwaadwillige verla·

ting" te vervangen door "kwaadwillige weigering tot samenwoning" en de ter.

mijn van vijf jaren bij deze grond te verkorten tot drie jaren.

Het voorstel tot invoering van de hu- welijksontwrichting als algemene grond voor echtscheiding berust op de gedachte da,t, als een huwelijk alle wezenskenmer- ken van een huwelijk heeft verloren, dit op vordering van een echtgenoot, zelfs tegen de wil van de ander, moet kunnen worden ontbonden. Dit voorstel houdt in voldoende mate rekening met de beide aspecten van het huwelijk, nl. 1. dat het huwelijk zo'n belangrijke, maatschappe- lijke instelling is, dat de beslissing over de ontbinding er van niet aan de wille- keur van partijen kan worden overge- laten en 2, dat de mogelijkheid behoort te bestaan om de huwelijksband te sla- ken ook zonder dat een van de thans bestaande vier echtscheidingsronden aan- wezig is, indien, als gevolg van de mis- lukking van het huwelijk, van een echt- genoot of van beide echtgenoten niet kan worden gevergd het huwelijk voort te zetten. Een waarborg voor de belangen.

van de kinderen is gelegen in het feit, - dat de beslissing of een huwelijk on- wricht is, uitsluitend toekomt aan de rechter.

Zoals in onze beschouwing betreffende de discussie over de echtscheiding bleek, is de kans groot, dat het voorstel tot in- voering van de huwelijksontwrichting als grond voor echtscheiding, aanvaardbaar zal zijn voor de meerderheid van ons volk.

Tegelijk met een vernieuwing van het materiële echtscheidingsrecht moet ook het proces- en bewijsrecht in echtschei- dingszaken worden herzien. Wanneer de gronden voor echtscheiding in de door ons aangegeven zin zullen zijn verruimd, zal niet alleen het wettige bewijs an de gestelde echtscheidingsgrond moeten wor- den geleverd, maar bovendien zal de rechter in gemoede overtuigd moeten zijn van het bestaan van die grond. Dit bete-

(Vervolg pag. 51.,

(4)

VRIJHEID EN D'EMOCRATIE

Hoog niveau Laag rendement

Ingezonden Er wordt dezer dagen op hoog niveau hard gewerkt. De Amerikaanse minister van defensie heeft de voornaamste com- mandanten van Amerika's binnen- en

buitenlandse bases bijeengeroepen, om, tezamen met zijn stafchefs, een overzicht te krijgen over de staat van paraatheid der Amerikaanse strijdkrachten, terwijl eveneens van gedachten zal worden ge- wisseld over strategische planning; al- dus een officieel bericht. Blijkbaar zijn de Amerikaanse minister van defensie en zijn stafchefs niet volledig en dage- lijks op de hoogte van de paraatheid der strijdkrachten, terwijl de strategische planning een nadere gedachtenwisseling vereist. Wij. kun:nen slechts hopen dat tijdens deze conferentie spijkers met kop- pen zullen worden geslagen.

In San Jose de Costa Rica (een char- mant vakantie-oord) zijn de ministers van buitenlandse zaken uit de 21 landen die de "Organisatie van Amerikaanse staten" vormen in spoedzitting bijeen gekomen ter bespreking van de commu- nitische activiteit in Latijns-Amer-ika.

De Cubaanse delegatie, die gewapend met revolvers in San Jose arriveerde, zal, zoals vanzelf spreekt gaarne voor het welslagen van deze spoedzitting zorg- dragen. In New York vergaderen, in de wolkenkrabber-bijenkorf der Ver. Naties, 82 leden-staten van de Ontwapenings- commissie ter voortzetting van de einde- loze en nutteloze reeks ontwapenings- conferenties welke gedurende de laatste jaren in Geneve hebben plaats gevonden.

En ten slotte confereren in Venetië (eveneens een aardig oord) onze minis- ter Luns, die daarvoor zijn Oostenrijkse vakantie onderbreekt, met zijn Italiaanse ambtgenoot, vergezeld van hun ambas- sadeurs, omtrent de Europese proble, men.

Er wordt dus op hoog niveau met veel energie gewerkt, ;in Washington: aan de paraatheid en militaire planning, in New York: aan de ontwapening die in wezen niet bestaat en in Venetië: aan Euro- pese problemen, die wel bestaan maar door de heer Luns, met of zonder Itali, aanse collega, nimmer kunnen worden opgelost.

Jrl ere/d-omspannende uitvindingen zowel als de enorme toeneming van het internationale verkeer en van de verkeersmiddelen maken nationale isolering, zoals deze vóór de eerste wereldoorlog nog denkbaar was, eenvoudig onmogelijk.

Daarbij komt de spanning tllssen de ideo- logische blokken in de wereld. De militaire samenwerking van de westerse wereld (geen eenvoudige zaak, welke voortdurend contact absoluut noodzakelijk maakt) is een levens•

noodzaak voor het westen. Of men het pret- tig vindt of niet: ons bestaan hangt af van het welslagen daarvan.

Het praten, ondertussen, over ontwapening of althans beperking van de bewapening (met doeltreffende controle) lijkt onvruchtbaar, maar in de verzuchting: zolang men praat, is er tenminste geen oorlog, ligt toch wel een belangrijk stuk waarheid.

Dat de geachte inzender aan het slot van ziin betoog plotseling overschakelt op "onze liberale - ministers", is ons niet geheel dui- deliik.

Als de heer Henny met zijn aanval op de

"staatkundige en ambtelijke inflatie" natio- naal gezien bedoelt, dat gestreefd moet wor- den naar vermindering

~·an

de staatsbemoeiing waar dat mogelijk is, dan geloven wii, dat het Kabinet-De Quay daarmee reeds is begon- nen toen het de huurblokkering met al zijn administratieve rompslomp afschafte en dat ook het streven naar een vrijere loonpolitiek mede is ingegeven door de behoefte aan min- der straffe regeling van bovena;.

Een recent voorbeeld is, dat volgens de laatste berichten minister Luns, in ·verband met de jongste plannen van generaal De Gaulle, zeer gereserveerd staat tegenover nog meer Europese organisaties.

Op het punt van het tegengaan van wat de heer Henny noemt staatkundige en ambtelij·

ke inflatie, hebben. wij in het Kabinet-De Quay in ieder geval meer vertrouwen dan in de Kabinetten-Vrees, waarin de ·principiële voorstanders van toenemende staatsbemoeiing zulk een belangrijke plaats innamen.

A. Jrl. A.

10 SEPTEMBER 1960 - PAG. 4

VERGADERING VERENINGING VAN STATEN~ EN RAADSLEDEN IN GROTE GEMEENTEN.

Op zaterdag 24 september a.s. zal de jaarlijl>:se bijeenkomst van onze leden, die deel uitmaken van raadsfracties van gemeenten van 50.000 en meer inwoners, te Utrecht (Hotel des Pays Bas) worden gehouden.

Aanvang 11 uur.

REGIONALE VERGADERINGEN.

Evenals in vorige jaren zullen ook thans weer regionale vergaderin- gen van onze raadsleden plaatsvinden, in welke bijeenkomsten ook de aanwezigheid van onze statenleden op hoge prijs wordt gest<eld en vaak zeer gewenst is.

Het rooster luidt als volgt:

DATUM EN AANVANG:

28 september, 19 uur 5 oktober, 19 uur 6 oktober, 19.30 uur 8 olitober, 14 uur 10 oktober, 19 uur 12 oktober, 19 uur 20 olitober, 19 uur 22 oktober, 14.15 ·uur 26 oktober, 14 uur 29 oktober, 14.15 uur

PLAATS~

NAA1\I:

Utrecht Rotterdam Haarlem I.Jeeuwarden Groningen Allimaar FJnschede Arnhem Middelburg Meppel

VERGADERZAAL:

Hotel Terminus (t.o Station N.S.) Hotel Atlanta (Coolsingel) Restaurant Brinkman Oranje-Hotel

(t.o Station N.S.) Restaurant Suisse

(Heerenstraat) Rest. Paviljoen Kinheim

(Stationsplein) Restaurant Royal

(Willemsplein) Nederlands Koffiehuis

(Markt 49) Hotel Ogterop

Op verzoek zal voorts op 26 november te Ede (Hotel De Witte Hinde, t.o. station N.S.) een vergadering worden gehouden voor raadsleden, wonende in Ede en in de aan Ede grenzende gemeenten, in welke bij- eenkomstig uitsluitend streekbelangen aan de orde zullen komen.

Aanvang 2.15 uur.

ZlniNGEN BUREAU VOOR GEMEENTEPOLITIEK.

DATUM:

17 september, 14-17 uur 19 september, 14-17 uur 4 november, 19-22 uur

PLAATS~

NAAM:

Terneuzen Breda

Middelharnis

VERGADERZAAL:

Hotel Centraal (Markt)

Oranje~Hotel (Stationsplein) Hotel Meijer

.Álle vergaderingen worden nog geconvoceerd.

Geeft men zich bovendien rekenschap van het werk, en de conferenties welke in andere steden, via talloze departe- menten, commissies en organen, plaats

vonden met de bedoeling internationale.

harmonie en vrede te organiseren, dan moet helaas geconcludeerd worden, dat het resultaat van deze ·hoog niveau

ar~

beid omgekeerd evenredig is aan de tijd en de miljoenen die daaraan verspild

worden. '

Gezien de milHarden kostende voor- en na-oorlogse stoere en noeste staatkundi- ge activiteit op hoog niveau is het eigen- lijk raadselachtig dat er nog staatkun- dige problemen en spanningen bestaan.

De vraag ligt derhalve voor de hand of de tegenwoordige wereldproblemen en spanningen niet roede veroorzaakt wor- den door de groeiende ijver en. macht van St. Bureaucratius.

_Gunstige INDRUKKEN van de ENGELSE LANDBOUW

Voor ons die aan vrijheid en individu- ele verantwoordelijkheid geloven kan het politieke resultaat van een toenemend staatsrechtelijk paternalisme niet anders zijn dan spanning en disharmonie. De feiten bewijzen deze stelling. Hoewel het mensdom naar harmonie en ontspanning hunkert, wordt de samenleving beheerst door spanning en disharmonie, een ont- stellende paradox. Inderdaad is het poli- tieke rendement van de nationale en in-

teratio~ale

hoog niveau activiteit vrij- wel negatief; men kan slechts hopen dat de publieke opinie deze negativiteit tij- dig zal beseffen, vooralsnog is daarvan echter geen sprake.

Staatkundige en ambtelijke deflatie zijn allereerste vereisten voor harmoni- sche ontspanning; zolang staatkundige en ambtelijke inflatie blijven voortwoe- keren, blijft de samenleving opgescheept met toenemende spanning en disharmo- nie, Het kan moeilijk dwazer, en het is zeer betreurenswaardig dat onze liberale ministers tot dusver nog niet althans n;iet op grote schaal, aan de ~oodzake­

lijke staatkundige deflatie zijn begonnen.

Het is de hoogste tijd.

Den Haag, 18-8-1960. E.Henny.

Redactionele aantekening·:

Wij kunnen de teleurstelling van de geachte inzender over de resultaten van internationale conferenties best begrijpen.

Toch ligt de toeneming mn het intematio·

nale contact en het internationale O!'erleg in de lijn der ontwikkeling.

Nu het parlementaire jaar nog niet is begonnen en vele niet~agrariërs nog nagenieten van hun vakantie, willen we in deze rubriek enkele in~

drukken geven over de landbouw in Engeland.

We hadden namelijk het genoegen om in de vakantie een weeklang tus~

sen de Engelse landbouwjournalisten te vertoeven en vele Engelse land~

bouwinstituten te bezoeken. Dit was ter gelegenheid van een internatio~

naai congres van landbouwjourna~

listen, dat dit jaar in Cambridge werd gehouden, Cambridge, de prachtige universiteitsstad, met Oxford, de trots van de Engelse we~

tenschappelijke wereld, gelegen in het meest vruchtbare deel van Enge~

land. De landstreek die in het mid~

den van de 17e eeuw (1631~1661) door Nederlandse deskundigen werd drooggelegd.

Het platteland

De eerste indruk, die men opdoet als men door het landschap in West~

Engeland rijdt, is er één van rust.

Uitgestrékte landerijen, weinig dor~

pen en nog minder kleine steden. Het land is in cultuur, doch de verzorging lijkt minder-dan in Nederland. Men ziet nauwelijks een mens.

Deze indruk wordt'bevestigd door de gegevens over de bemesting, de dichtheid van de veebezetting, het aantal mensen per km2 e.a. Het be~

drijf wordt. extensiever gevoerd. Er wordt niet zo sterk geëxperimenteerd en geprobeerd om nog steeds hogere opbrengsten uit de grond te halen, dan in ons land.

Ook de kwaliteit van de veestapel wordt niet tot het uiterste opgevoerd.

Het bedrijf wordt minder uitsluitend zakelijk en daardoor ook met minder risico's gevoerd. Ook zijn de bedrij~

ven groter. Gelukkige boeren, die hun beroep minder als vak en meer als liefhebberij kunnen beschouwen dan hun Nederlandse collega's en zich toch volledig geruggesteund we~

ten door de Engelse overheid. Afzet~

problemen kent men niet, want En~

geland is een importerend land en sluit snel de grenzen als het gaat om de bescherming van eigen mensen.

Vriendelijk en gastvrij

De ontvangst op alle bedrijven en instituten was gastvrij. Wij hadden de indruk, dat men minder gewend was aan buitenlandse gasten dan bij ons. De "Overseas visitor's" hadden zelfs op de "Royal Show" gratis toe~

gang, De wetenschappelijke institu~

ten van overheid en bedrijfsleven waren groots opgezet. Hier mani~

festeert zich het grote achterland.

Men produceert en onderzoekt voor het gehele Verenigd Koninkrijk.

Vragen over centralisatie of decen~

tralisatie, die mogelijk daar ook be~

staan, zijn van geheel andere propor~

ties dan bij ons.

Ook hier overviel ons weer de rust en de tijd, naast die van de indruk~

wekkende prestaties op wetenschap~

pelijk gebied. De onderzoekers gaven de indruk dichtbij de praktijk te staan en veel contact met de praktijk te on-

der houden. De afstand tussen ( gro~

te) boer en onderzoekers scheen niet ver.

Royale show

De Royal Show is de jaarlijkse na~

tionale landbouwtentoonstelling, ge~

organiseerd en gefinanceerd doot de

"National Farmers Union" de grote Engelse landbouworganisatie. Elk jaar één grote show voor boer en stedeling. Dit jaar in Cambridge.

Hier ziet men de stand van de Engel~

se veestapel, de mechanisatie, de proeven op gebied van bemesting, onkruidbestrijding, maar ook de zo populaire paardensport naast het werk van padvinders en jonge boe~

renclubs en de Schotse volksdansen.

Een indrukwekkende en onmetelij~

ke expositie, waar niet alleen de landbouwer uit Engeland en "van overzee" komt, maar ook de stede~

ling. Als zaak van public~relations van groot belang. Alle Engelse bla~

den besteden er grote aandacht aan.

Zelfs de "Times" had een speciaal nummer aan deze tentoonstelling ge~

wijd. Het is wel eens goed dit te zi.en.

Onze indruk is, dat men in Neder~

land veel over "public~relations,., praat en vele vergaderingen aan dit punt wijdt, doch gedaan wordt er weinig. Het gaat bij ons vaak over de vraag wie het moet doen. Daarover wordt men het niet eens en het blijft erbij. Met vergaderen wordt veel energie verknoeid. Hierover echter niet meer zo vlak na de vakantie nu iedereen weer enthousiast begint ver~

gaderingen te beleggen.

De Engelse landbouw heeft een

prettige indruk bij ons achtergelaten,

daar blijven wè bij. L.G. 0.

(5)

VRIJHEID EN DEMOCRATIE

CAPTAIN A. DE JONGE

Gecontroleerde Particuliere Dag- en ·Nacht Bewakingsdienst.

Bewaking van Schepen, Kaden, Loodsen, Wagons en opgeslagen goederen.

Vakkundig en Technisch personeel voor verhalen van schepen, openen en schoonmaken van ruimen, binnen- .en buitenboord verven, ketel en tank reinigen, aflos donkeyman, matrozen,

koks, enz.

8b VAN VOIJLENHOVENSTRAAT, ROTTERDAM Telefoon dag en nacht 123578-127441-116539

(Vervolg van pag. S)

kent, dat de rechter nader bewijs moet gelasten, indien hij de indruk heeft dat partijen tot echtscheiding willen overgaan zonder dat daarvoor een wettelijke reden aanwezig is.

Volgens het bestaant;l.e recht kan de rechter alleen aan de echtgenoot op wiens vordering de echtscheiding is uit- gesproken, een uitkering voor levenson- derhoud toewijzen. Dit beginsel oordeel- den wij onjuist ingeval echtscheiding wegens ernstige ontwrichting van het huwelijk is uitgesproken. Naar onze me- ning moet in dit opzicht als uitgangs- ):mnt worden aanvaard, dat de gewezen echtgenoot, die niet in zijn eigen levens- onderhoud kan voorzien, recht heeft op een uitkedng ten laste van de ander;

slechts in één geval ware hierop een uit- zondering te maken. Wij hebben de vol- gende uitwerking aan ons uitgangspunt gegeven:

(1)

Indien echtscheiding is uitgesproken wegens een bijzondere grond, uitgezon- derd krankzinnigheid, moet gehandhaafd blijven de thans voor alle gevallen gel- dende regel, dat alleen d.e echtgenoot op wiens vordering de echtscheiding is uit- gesproken, aanspraak op alimentatie kan doen gelden, zo hij daaraan behoefte heeft.

(2) . Is echtscheiding op grond van krankzinnigheid van een der echtgenoten uitgesproken, dan blijft de ander ver- plicht de geesteszieke, zo deze zulks be- hoeft, van het nodige levensonderhoud te voorzien ..

(3) Is de echtscheiding uitgesproken wegens ernstige ontwrichting van het

Cople voor des" rubriek te :;:enden naon Mejuffr. Joh. H. Springer, Alexander- atraat 16, Haarll:>m.

Verkiezing Centrale- . vertegenwoordigster

H et hele land is verdeeld in rijkskieskringen, waarvoor wij Kamer-centrales hebben.

Voor iedere Kamer-centrale is er een vertegenwoordigster in de Adviesraad van de Organi- satie "Vrouwen in de VVD".

Eens in de twee jaar moeten zij opnieuw gekozen. worden en nu is het weer zo ver. Op de vergadering, die iedere centrale volgens het partij-reglement in oktober houdt, moet die verkie- zing van de centrale-vertegen- woordigster en haar plaatsver- vangster geschieden.

Op zo'n centrale-vergadering hebben alle VVD leden uit de be- treffende centrale toegang en zij mogen allemaal meepraten.

Stemmen mogen echter alleen de afgevaardigden van de par- tij-afdelingen.

Candidaten mogen gesteld worden:

a. door de partij-afdelingen in dat gebied;

b. door het bestuur van de be- treffende centrale;

c. door 20 VVD leden uit die .Kamer-centrale.

Dat. kunnen natuurlijk ook vrouwen zijn, allemaal of een deel. De vrouwelijke leden kun- nen er dus invloed op uitoefenen

huwelijk, dan behoort in het algemeen, indien een der gewezen echtgenoten niet in eigen levensonderhoud kan voorzien, de ander hem financiële steun te geven;

een uitzondering moet worden gemaakt, ingeval de huwelijksontwrichting uitslui- ten of in hoofdzaak aan het gedrag van de pm onderhoud verzoekende echtgenoot te .wijten is geweest en dit feit is ver- meld in het echtscheidingsvonnis,

De aanspraak tot levensonderhoud van de ene echtgenoot jegens de andere be- hoort te vervallen bij opvolgend huwelijk van de tot alimentatie gerechtigde echt-

~enoot.

III. Tenslotte hebben wij een voorstel gedaan om financiële voorzieningen te treffen ten behoeve van gescheiden en niet-hertrouwde vrouwen, wier gewezen echtgenoot is overleden. Het verdient naar onze mening ernstige aanbeveling te overwegen een evenredig gedeelte van het weduwenpensioen toe te kennen aan deze vrouwen, ongeacht of de man wel of niet was hertrouwd. Bij het doen van dit voorstel heeft de gedachte voorgezeten, dat gedurende het huwelijk de vrouw mede heeft bijgedragen tot de vorming van een deel van het weduwenpensioen.

Na echtscheiding behoort zij, naar onze mening, haar recht op dit deel te behou- den. Voor toekenning van zulk een recht is te meer aanleiding, omdat van echt ge- scheiden vrouwen na het overlijden van haar vroegere echtgenoot, nooit enig recht kunnen doen gelden op een uitkering krachtens de Algemene weduwen- en we- zenwet. Deze discriminatie behoort ove- rigens zo spoedig mogelijk uit de wet te worden verwijderd.

(door candidaatstelling en door aanbeveling in de centrale-ver- gadering) wie haar in. de eerst- volgende twee jaar in de Ad- viesraad van de vrouwenorga- nisatie zal vertegenwoordigen en wie de vrouwelijke politieke belangstelling in haar rayon zal opwekken en organiseren. Be- denk ook, dat uit haar midden 4 bestuursleden van de landelijke organisatie worden gekozen.

Willen de vrouwelijke leden er invloed op uitoefenen ,dan is het nu tijd er werk van te ma- ken, vooral als zij iemand can- didaat willen stellen. \Vacht er niet mee, het is oktober voor U er erg in hebt.

Overigens behoeft er niet be- paald een nieuwe vertegenwoor- digster aangewezen te worden;

de aftredenden zijn direct her- kiesbaar en het kan zijn nut hebben haar ook inderdaad te herkiezen. Twee jaar is vrij kort; menigeen begint dan pas op de hoogte te komen en krijgt dus dan pas gelegenheid nuttig werkzaam te zijn.

Aan de andere kant is een wisseling van personen ook wel eens gewenst. Een nieuwe bekijkt de zaak weer eens an- ders en kent misschien andere mensen.

Men moet een en ander naar de eigen omstandigheden over- wegen.

En laten nu vooral de vrou- wen er ook aandaèht aan geven.

Anders mogen zij niet achteraf mopperen, dat er buiten haar om beslist is. J. H. S.

Onze iaarlijkse conferentie

D eze wordt gehouden op za- dag 15 en zondag 16 okto- ber op de Pietersberg in Oos- terbeek. De convocaties zijn al in zee. Meldt U spoedig aan.

... , ' ... ,1, 4 4 .

J.'

4. 4 4 ' ' J. .. 4 .4.'

'A

, l ' ' . ' ' 4 ... 4 A. 4 ,I, 4 .L ,& A ... L 1 4

4' •• '

' J .

A.'.' J.'' ,. ..

10 SEPTEMBER 1960 - PAG. 5

ONZE TUINBOUW NOG TE VEEL IN" EEN VEROUDERD KEURSLIJF

MEER SOEPELHEID DRINGEND GEWENST

.. Na tien jaar hoogconjunctuur kan de Nederlandse tuinbouw zich nog niet vrij ontplooien, ten gevolge .van ..••.• crisismaatregelen. De Ne~

derlandse tuinder benijdt ~ijn bui~

tenlandse collega diens vrijheid. Hij mag telen wat hij wil, de Nederland~

se tuinder mag dat niet.

Aldus sprak dezer dagen volgens een verslag in ,.De Telegraaf", de heer G. Vijverberg, voorzitter van de Westlandse Handelstentoonstelling.

De heer Vijverberg merkt voorts nog het navolg,ende op: ,.De teeltregelin~

gen van de jaren dertig worden nog altijd met onverminderde strengheid toegepast. Ik ben geen tegenstander van een wettelijke regeling, maar die moet aangepast worden aan de tijd, waarin wij leven. Mijn generatie leeft nog te veel in een crisisangst.

Op langere termijn verzwakken die

"crisismaatregelen onze positie op de Euromarkt. Die is toch al kwetsbaar door de hoge investeringen. De ren~

tabiliteit van de investeringen moe~

ten wij zo hoog mogelijk opvoeren en

da~;in passen geen crisismaatrege~

len .

~UIT DE

Liberale sociëteit te Leeuwarden besprak het probleem van de middenstander

Op de vergadering van de Liberale So- ciëteit van 2 september, die onder voor- zitterschap stond van M. Rutgers, sprak de heer W. Riemersma, rijksmidden- standsconsulent in Friesland,· over "De moeilijkheden van de middenstand in Friesland."

Spreker merkte allereerst op, dat de betekenis van de middenstand dikwijls en ten onrechte onderschat wordt, maar dat deze voor 18% aan ons nationale inkomen bijdraagt en dat er bv. in Friesland on- geveer evenveel zelfstandige middenstan- ders als zelfstandige boeren zijn. Opval- lend is verder het feit, dat de midden- stander niet erg geneigd is om zich te organiseren; in Friesland is slechts 40%

van de middenstanders georganiseerd (tegen 70% van de boeren en 90% van de industriëlen). De moeilijkheden van de middenstand in Friesland liggen echter niet in een gebrek aan organisatie, maar zijn van structurele aard.

Als eerste ongunstige factor vermeldde spreker de ongunstige bevolkingsentwik- keling in Friesland: van 1951-1959 steeg de bevolking van heel Nederland met 11,9%, die van Friesland met 2,2%. Ook wat betreft 't gemiddeld inkomen per in- woner en de percentsgewijze toeneming er- van bleef Friesland achter. Het gemid- deld inkomen per inwoner nam in Ne- derland toe van f 1197,- in 1950 tot

!1707,- in Ül55, dus met 43%, terwijl in Friesland deze toenam van f 1078,- in 1950 tot f 1349,- in 1955, dus met 25%. In verhouding tot de bevolking is het aan- tal middenstandsbedrijven, winkels etc.

in Friesland groter dan in heel Neder- land, al neemt het aantal van kleine zaakjes hier sneller af dan elders.

Een ongunstige factor voor de midden- stand op het platteland is verder, dat door het bezit van betere vervoermidde- len en door de uitbreiding van de bus.

diensten e.d. de plattelandsbevolking er meer dan vroeger toe komt om allerlei dingen in de steden te kopen. Men komt e!' ook gemakkelijker toe op afbetaling te kopen in "vreemde" omgeving dan in

·eigen dorp. Ook de postorderbedrijven zijn zware concurrenten voor de kleine middenstand in de dorpen. Vele artike- len, die vroeger in handwerk werden ver- vaardigd worden thans in de industrie in massa geproduceerd. In het zuidoos- ten van Friesland ziet men als nieuw verschijnsel, dat bv. smederijen door coö- peraties worden gekocht en geëxploi- teerd.

Wat de stad Leeuwarden betreft maak- te spreker een vergelijking met Amers- foort, Dordrecht en 's-Hertogenbosch.

Ook hier bleef de Friese stad achter bij de anderen in bevolkingstoename, in stijging van het gemiddeld inkomen per inwoner en in het gemiddeld aantal in- woners per ,;winkel."

Na de pauze ontstond er een vrij lang-

Tot zover de heer Vijverberg.

Wij moeten erkennen dat deze woorden ons nogal hebben veront~

rust. Bij onze nadere informatie in tuinderskringen kon men de woor~

den van de heer Vijverberg in grote lijnen onderschrijv,en. Zo werd er ons o.m. op gewezen, dat ten gevolge van de weinig soepele regeling in d(' tuinbouw Nederlandse bloemiste~~

zich in Duitsland gaan vestigen, om ..

dat zij daar een grotere vrijheid heb~

ben en een betere concurrentie~posi~

tie innemen.

Wij kregen de stellige indruk, dëh.

·onze Nederlandse tuinders bepaald om een grotere vrijheid zitten t"

springen. Een actueel vraagstuk du.-.

dat ongetwijfeld de aandacht vau onze regering verdient. Laat men d,~.

bakens tijdig verzetten. Teeltregelin.·

gen, die al lang hun zilveren jubi•·

leum achter de rug hebben kunne1~

onze positie slechts schaden. Da,t men aan dit vraagstuk, dat in tuin- derskringen sterk leeft, snel en af- doende de nodige aandacht bestede!

s.

PARTIJ

durige discussie over de oorzaken van deze ontwikkeling van de middenstand in Friesland en ovèr de mogelijke maatre- gelen om hierin verbetering te brengen.

Tussentiidse

gemeenteraadsverkiezingen Schouwen/Duiveland

Op 17 november a.s. zullen in 16 gemeenten op het eiland Schouwen Duiveland, welke worden samenge- voegd tot 4 gemeenten, tussentijdse raadsverkiezingen worden gehouden.

Vanzelfsprekend zal ook onze Partij in de verschiliende gemeenten aan deze raadsverkiezingen deelne~

men.

In verband hiermede hebben onder voorzitterschap van de organisator~

propagandist der Partij, de heer L.

van Vlaardingen, reeds een twee~

tal voorbereidende vergaderingen plaatsgehad,

De eerste vergadering werd ge- houden op donderdag 1 september j .I. in Zonnemaire, waar aanwezig waren de afdeling,en Brouwershaven, Dreischor, Noordgouwe en Zonne~

maire. In deze vergadering werd al~

Iereerst besloten de vier afdelingen samen te voegen tot één afdeling, welke de naam van de nieuwe ge~

meente, Brouwershaven, zal dragen.

Voorts werd een nieuw bestuur gekozen, waarna men overging tot samenstelling van de kandidatenlijst, welke op 25 oktober a.s. voor deze verkiezingen zal worden ingediend.

De lijstaanvoerder in de nieuwe ge~

meente Brouwershaven wordt de heer L. Moermond te Dreischor.

Op vrijdag 2 september j.l. werd een soortgelijke vergadering belegd te Oasterland voor de afdelingen Nieuwerkerk, Oasterland en Ouwer~

kerk. Ook hier werd hslaten de drie afdelingen tot één afdeling Duive~

land samen te voegen en werd even eens een nieuw bestuur gekozen.

Bij de daarna volgende kandidaat~

stelling voor de gemeenteraadsver~

kiezingen werd met algemene ste~~

men de heer J. A. van NieuwenhUIJ~

ze te Nieuwerkerk, als lijstaanvoer~

der gekozen.

Vol vertrouwen gaat men op

Schouwen~Duiveland deze tussen~

tijdse gemeenteraadsverkiezingen te~

ge moet.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

wat is de huidige voorraad in het ligt er genoeg voorraad in het controleren mogelijkheid order. order mogelijk volgens

Bram van Ojik (PPR-voorzitter): 'Het wordt steeds moeilijker uit te leggen waarom we wèl gezamenlijk een fractie vormen in het Europees Parlement, wèl in veel gemeen-

Niet omdat D66 onder juristen niet meer populair zou zijn (het tegendeel lijkt het geval), maar omdat de liefde voor de directe democratie in de partij zelf bekoeld lijktJ.

De verschillende onderwijsvormen van hoger onderwijs in Vlaanderen worden bovendien in het buitenland stilaan bekend dankzij het Naric-net- werk waarin Naric-Vlaanderen een actieve

De overheid wordt weer hoofdverantwoordelijke voor de organisatie van goede zorg en goed onderwijs, voldoende openbaar vervoer en duurzame energie.. • We stellen paal en perk aan

• Psychiatrische patiënten zonder ziekte-inzicht moeten worden opgenomen en behandeld als dat nodig is, om te voorkomen dat zij zonder zorg op straat verkommeren, of een gevaar

de voorganger van de SP realiseerde men zich dat het doen van eigen onderzoek niet alleen een herinne- ring aan het vroege socialisme mocht zijn, maar nog steeds van groot

Minder collectivisme zou in de zorg en de sociale zekerheid bijvoorbeeld aantrekkelijk kunnen zijn, juist om deze betaalbaar te houden voor hen die echt tekort komen?. Meer