Vraag nr. 261
van 25 augustus 1998
van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN University education – Terminologie
De Europese richtlijnen over de equivalentie van diploma's bepalen dat hoger onderwijs ten minste drie jaar studie na het secundaire onderwijs moet omvatten. Ze noemen dit "university education". In Vlaanderen spreekt men over universiteiten, hoger onderwijs lange type, hoger onderwijs korte type, vierde graad secundair, als mogelijke studies na het secundair onderwijs.
In het buitenland schept dit verwarring en kan men onze benamingen niet plaatsen. Gezien de vrijheid van vestiging en beroepsuitoefening binnen de Europese Unie, lijkt het aangewezen onze termino-logie af te stemmen op de Europese.
Klopt het dat de vier opgesomde vormen van onderwijs na het secundair, in het buitenland als hoger onderwijs worden beschouwd ?
Is het dan niet aangewezen dat men in het buiten-land deze vier onderwijsvormen "university educa-tion" noemt, gevolgd door de specifieke titel ?
Antwoord
De lidstaten van de Europese Unie zijn autonoom bevoegd voor de academische erkenning. De aca-demische erkenning is namelijk de resultante van een gedetailleerde vergelijking tussen een buiten-lands diploma en het eigen diploma.
De Europese Unie heeft wel Europese richtlijnen uitgevaardigd met betrekking tot de professionele erkenning. De professionele erkenning is de resul-tante van de garantie dat de Europese Unie biedt aan elk onderaan dat hij/zij zijn/haar beroep mag uitoefenen in heel de Europese Unie.
De Europese richtlijnen bepalen wel enkele voor-waarden voor de toepassing ervan. Zo kunnen enkel onderdanen van een lidstaat de toepassing vragen, de opleiding tot het beroep moet in de Europese Unie aan een erkende (onderwijs) instel-ling hebben plaatsgevonden en het moet gaan om een gereglementeerd beroep. Een gereglementeerd beroep is een beroep waarvan de beroepsuitoefe-ning onderworpen is aan een aantal wettelijke spel-regels.
De Europese richtlijn 89/48/EEG regelt de
profes-sionele erkenning voor beroepen met een oplei-dingsduur van ten minste drie jaar hoger onderwijs. De Europese richtlijn 92/51/EEG regelt de profes-sionele erkenning voor beroepen met een oplei-dingsduur van minder dan drie jaar hoger onder-wijs. Het is dus niet zo dat de Europese richtlijnen bepalen dat hoger onderwijs ten minste drie jaar studie na het secundaire onderwijs moet omvatten. In de Vlaamse Gemeenschap omvat het hoger onderwijs het hogescholenonderwijs van één cyclus, het hogescholenonderwijs van twee cycli (van academisch niveau) en het universitair (aca-demisch) onderwijs.
De Europese Unie hanteerde de term "university education" om het hoger onderwijs aan te duiden, inclusief het hoger niet-universitair onderwijs. Dit om de eenvoudige redenen dat de Europese pro-gramma's in de beginfase vooral de universiteiten als participanten hadden en omdat niet-universitair onderwijs ofwel formeel niet bestond in een aantal lidstaten, ofwel totaal verschillend werd opgevat, gestructureerd en georganiseerd. Door de grotere impact en profilering van het hoger niet-universi-tair onderwijs in het hoger onderwijsgebeuren in de Europese Unie, wordt nu de term "higher edu-cation" gebruikt.
De verschillende onderwijsvormen van hoger onderwijs in Vlaanderen worden bovendien in het buitenland stilaan bekend dankzij het Naric-net-werk waarin Naric-Vlaanderen een actieve rol speelt Naric staat voor National Academic (& Pro-fessional) Recognition and Information Centre. De Europese Commissie van de Europese Unie creëerde dit netwerk in 1984 onder de Erasmus-vlag, nu Socrates), de diplomasupplementen, de public-relationsacties van de VLIR (Vlaamse Interuniversitaire Raad) en de Vlhora (Vlaamse Hogescholenraad), de actieve en massale deelname van Vlaamse universiteiten en hogescholen aan Europese programma's en de wereldwijdversprei-de Engelstalige brochures over het hoger onwereldwijdversprei-der- onder-wijs in Vlaanderen.