• No results found

BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 60, tweede lid, van de Gaswet aan Zebra Gasnetwerk B.V.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 60, tweede lid, van de Gaswet aan Zebra Gasnetwerk B.V."

Copied!
19
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BESLUIT

Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 60, tweede lid, van de Gaswet aan Zebra Gasnetwerk B.V.

Nummer 102008-99.BT589

Betreft zaak: Bindende aanwijzing aan Zebra Gasnetwerk B.V.

I. Inleiding

1. In deze bindende aanwijzing geeft de Directeur van de Directie Toezicht Energie (hierna: DTe) namens de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: NMa) uitleg over de wijze waarop Zebra Gasnetwerk B.V. (hierna: Zebra) aan alle taken en verplichtingen voor netbeheerders op grond van de Gaswet en het Europees

Gemeenschapsrecht moet voldoen - als netbeheerder in de zin van artikel 1, eerste lid onder e, van de Gaswet en als transmissiesysteembeheerder zoals bedoeld in de Verordening 1775/ 2005 betreffende de toegang tot aardgastransmissienetten1 (hierna: Verordening).

Daartoe geeft DTe in deze bindende aanwijzing Zebra een aantal opdrachten.

2. Deze bindende aanwijzing wordt gegeven omdat Zebra, net als andere netbeheerders, moet zorgen voor een zo volledig mogelijk gebruik van transportcapaciteit en daarover shippers en afnemers voldoende informatie moet verschaffen zodat zij de capaciteit kunnen gebruiken die de huidige netgebruikers niet benutten. Ook moet Zebra verzoeken van een afnemer voor een wisseling van leverancier uitvoeren.

II. Reikwijdte en strekking wet en regelgeving

Algemeen

3. Het hoofddoel van de huidige Gaswet is de totstandbrenging van een volledig operationele interne markt voor gas die wordt gekenmerkt door eerlijke concurrentie tussen leveranciers.2

Volgens Richtlijn 2003/ 55 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas en houdende intrekking van Richtlijn 98/ 30/ EG3 (hierna: Richtlijn) is de toegang tot

het netwerk één van de voornaamste hinderpalen voor de totstandbrenging van een volledig

(2)

en operationele competitieve interne markt4

. Niet-discriminerende toegang tot het netwerk van netbeheerders is volgens de wetgever van het grootste belang. Hiervoor heeft de netbeheerder een aantal belangrijke exclusieve taken die hij volledig onafhankelijk moet uitvoeren. Deze taken staan in het teken van het creëren van concurrentie op het netwerk dat de netbeheerder beheert en hebben als doel dat afnemers vrijheid van leverancierskeuze krijgen.

4. Met betrekking tot de taken van de netbeheerder staat artikel 10 van de Gaswet centraal. Volgens dit artikel heeft een netbeheerder tot taak zijn gastransportnet op economische voorwaarden in werking te hebben, te onderhouden en te ontwikkelen op een wijze die de veiligheid, doelmatigheid en betrouwbaarheid van dat gastransportnet waarborgt. Dit betekent onder meer dat de netbeheerder zo optimaal mogelijk gebruik moet maken van alle op de gaspijpleiding beschikbare capaciteit.

Artikel 10, eerste lid, van de Gaswet bepaalt:

“ Een netbeheerder […] heeft tot taak zijn gastransportnet […] op economische voorwaarden in werking te hebben, te onderhouden en te ontwikkelen op een wijze die de veiligheid,

doelmatigheid en betrouwbaarheid van dat gastransportnet […] en van het transport van gas waarborgt en het milieu ontziet.”

5. Volgens artikel 8 van de Gaswet voorziet de netbeheerder in voldoende capaciteit voor het transport van gas om te voorzien in de totale behoefte.

Artikel 8, eerste lid, van de Gaswet bepaalt:

“ Een netbeheerder beschikt over een doeltreffend systeem voor de beheersing van de kwaliteit van zijn transportdienst, waaronder in elk geval te verstaan de betrouwbaarheid en de veiligheid van die transportdienst, en over voldoende capaciteit voor het transport van gas om te voorzien in de totale behoefte.”

Taak netbeheerder bij congestie

6. Volgens de Gaswet en de Verordening moet een netbeheerder ingrijpen bij gebrek aan transportcapaciteit. Dat gebrek kan de vorm aannemen van fysieke congestie en van contractuele congestie. Van fysieke congestie is sprake wanneer op een bepaald tijdstip het niveau van de vraag naar werkelijke leveringen groter is dan de technische capaciteit. Er is sprake van contractuele congestie indien de volledige transportcapaciteit (voor langere duur) gecontracteerd is aan netgebruikers (hierna ook wel: capaciteithouder) terwijl er nog wel vraag naar transportcapaciteit is van andere netgebruikers. De vraag naar vaste capaciteit (de door de netbeheerder contractueel als niet-afschakelbaar gegarandeerde capaciteit) is in dat geval groter dan de technische capaciteit (de maximale vaste capaciteit die de netbeheerder

4

(3)

aan de netgebruikers kan aanbieden, rekening houdend met de systeemintegriteit en de operationele eisen van het net).

7. Ten aanzien van fysieke congestie is het systeem zodanig dat de netbeheerder voorziet in voldoende capaciteit voor het transport van gas om te voorzien in de totale behoefte (artikel 8 Gaswet). De netbeheerder maakt in zijn kwaliteits- en capaciteitsdocument aannemelijk dat hij over voldoende capaciteit beschikt om te voorzien in de totale behoefte aan het transport van gas. Indien de netbeheerder niet kan voorzien in deze totale behoefte aan capaciteit voor het transport van gas met behulp van de door hem beheerde netten, maakt en realiseert hij binnen een redelijke termijn plannen voor uitbreiding van de capaciteit.

8. Wanneer er voldoende capaciteit is voor het transport van gas om te voorzien in de totale behoefte, is de netbeheerder op grond van artikel 14, eerste lid, van de Gaswet verplicht degene die daarom verzoekt een aanbod te doen om ten behoeve van de verzoeker transport van gas te verrichten. In artikel 15 van de Gaswet staan (limitatief) de redenen opgesomd op grond waarvan een netbeheerder een verzoek om het verrichten van transport mag weigeren. Artikel 14, eerste lid, van de Gaswet bepaalt voor zover relevant:

“ Behoudens artikel 15 is een netbeheerder verplicht […] degene die daarom verzoekt een aanbod te doen om met gebruikmaking van het door hem beheerde gastransportnet […] ten behoeve van de verzoeker transport van gas en de dat transport ondersteunende diensten te verrichten tegen een tarief alsmede tegen voorwaarden die in overeenstemming zijn met de artikelen 12f of 12g, 81c of 82.”

Artikel 15 van de Gaswet bepaalt voor zover relevant:

1. Onverminderd artikel 5, eerste lid, van de verordening, kan een netbeheerder […] weigeren het transport van gas […] of dat transport […] ondersteunende diensten te verrichten indien:

a. binnen zijn gastransportnet […] geen capaciteit beschikbaar is voor het transport van de desbetreffende hoeveelheid gas […] dan wel in redelijkheid niet kan worden gevergd dat hij alle capaciteit beschikbaar stelt;

b. het verrichten van het beoogde transport […] of van de dat transport of die activiteiten ondersteunende diensten hem […] zou verhinderen zijn in de artikelen 10, 10a, 42 en 54a en hoofdstuk 2 bedoelde taken te vervullen of

c. de netbeheerder beschikt over een daartoe strekkende ontheffing als bedoeld in artikel 16, eerste lid, of het bedrijf een aanvraag daartoe heeft ingediend en daarop nog niet is beslist.

(4)

9. Wanneer er sprake is van contractuele congestie heeft de netbeheerder de taak ervoor te zorgen dat ongebruikte capaciteit zo veel mogelijk wordt gebruikt. Uit artikel 10, eerste lid, van de Gaswet volgt dat de netbeheerder ervoor zorg dient te dragen dat de ongebruikte capaciteit ter beschikking komt aan anderen dan de capaciteithouder. De netbeheerder kan hier op verschillende manieren voor zorgen. De netbeheerder kan in de overeenkomsten die hij afsluit met netgebruikers bepalen dat hij automatisch de beschikking krijgt over alle ongebruikte transportcapaciteit. De netbeheerder kan ook in de overeenkomsten die hij afsluit met netgebruikers de verplichting opnemen dat zij als capaciteithouder zelf de on-gebruikte capaciteit op de secundaire markt aanbieden.

10. Deze visie is vastgelegd de Verordening.

In artikel 5, derde lid, van de Verordening staat immers:

“ Wanneer transmissiesysteembeheerders nieuwe transportcontracten sluiten of nieuwe onderhandelingen over bestaande transportcontracten voeren, wordt in deze contracten rekening gehouden met de volgende principes:

a) in geval van contractuele congestie biedt de transmissiesysteembeheerder ongebruikte capaciteit op de primaire markt aan, ten minste op „ day-ahead” -basis en afschakelbaar; b) netgebruikers die hun ongebruikte gecontracteerde capaciteit op de secundaire markt willen doorverkopen of -verhuren, hebben daartoe het recht. De lidstaten kunnen kennisgeving of informatieverstrekking aan de transmissiesysteembeheerder door de netgebruikers verlangen.” 11. De verplichting voor netbeheerders om ervoor te zorgen dan ongebruikte capaciteit ter

beschikking komt aan andere netgebruikers, geldt ook voor bestaande contracten tenzij daardoor inbreuk op die contracten zou worden gemaakt. Wanneer het laatste het geval is, richt de beheerder een verzoek tot de netgebruiker om in overleg met de bevoegde instanties, overeenkomstig het derde lid, ongebruikte capaciteit op de secundaire markt te gebruiken. Dit volgt uit artikel 5, vierde lid, van de Verordening:

“ Wanneer capaciteit die krachtens bestaande transportcontracten gecontracteerd is, ongebruikt blijft en zich contractuele congestie voordoet, passen de

transmissiesysteembeheerders lid 3 toe tenzij daardoor inbreuk zou worden gemaakt op de eisen van de bestaande transportcontracten.

Indien daardoor inbreuk zou worden gemaakt op bestaande transportcontracten, richten de transmissiesysteembeheerders een verzoek tot de netgebruiker om, in overleg met de bevoegde instanties, overeenkomstig lid 3, ongebruikte capaciteit op de secundaire markt te gebruiken.” 12. Deze Verordening is van toepassing sinds 1 juli 2006 en heeft tot doel om te zorgen voor

(5)

pakken. 5

Deze Verordening is van toepassing op transmissiesysteembeheerders, waarbij volgens artikel 2, eerste lid, onderdeel 1 van de Verordening het volgende moet worden verstaan onder transmissie:

“ „ transmissie” : het transport van aardgas door een net dat vooral bestaat uit

hogedrukpijpleidingen, met uitzondering van een upstreampijpleidingnet en van het gedeelte van hogedrukpijpleidingen dat in de eerste plaats voor lokale aardgasdistributie wordt gebruikt, met het oog op de belevering van afnemers, de levering zelf niet inbegrepen;” 13. Deze Verordening werkt rechtstreeks, hetgeen betekent dat marktpartijen (shippers,

afnemers) de netbeheerder hierop kunnen aanspreken.

14. Wanneer sprake is van zowel fysieke als contractuele congestie realiseert de netbeheerder ingevolge artikel 8 van de Gaswet, op de wijze zoals beschreven onder randnummer 7, uitbreiding van de capaciteit. Met de extra capaciteit wordt in beginsel ook het probleem van de contractuele congestie opgelost. Wanneer echter de – nog te realiseren extra capaciteit – op voorhand al in contracten is vastgelegd moet de netbeheerder ingevolge artikel 10, eerste lid, van de Gaswet, op de wijze zoals beschreven onder randnummer 9 en verder, ervoor zorgen dat ongebruikte capaciteit ter beschikking komt aan anderen dan de capaciteithouder.

Transparantie

15. De netbeheerder heeft op grond van artikel 10, derde lid, onderdeel b, van de Gaswet de plicht om in het licht van een efficiënte toegang tot het net op geschikte wijze gegevens te publiceren over onder andere de toewijzing van transportcapaciteit.

Artikel 10, tweede lid, aanhef en onderdeel b, van de Gaswet bepaalt voor zover relevant: “ Een netbeheerder […] verstrekt aan:

[…]

b. gebruikers van het gastransportnet […] alle gegevens die zij nodig hebben voor een efficiënte toegang tot het net […]” ;

16. De Verordening regelt voorts dat informatie moet worden verschaft voor een effectieve toegang tot gasnetten over onder meer beschikbare capaciteit6

. In artikel 6, eerste en zesde lid, van de Verordening staat:

“ 1. De transmissiesysteembeheerders publiceren gedetailleerde informatie betreffende de diensten die zij aanbieden en de toegepaste relevante voorwaarden alsook de technische informatie die nodig is opdat netgebruikers effectieve nettoegang verkrijgen.

[…]

6. De transmissiesysteembeheerders publiceren de krachtens deze verordening vereiste

5

Preambule r.o. 1 van de Verordening.

6

(6)

informatie altijd op een zinvolle, duidelijk meetbare en goed toegankelijke manier en op niet discriminerende basis.”

17. In Hoofdstuk 3 van de als bijlage bij de Verordening opgenomen Richtsnoeren (hierna: Richtsnoeren) zijn de transparantie-eisen nader uitgewerkt.

Enkele voorbeelden uit de Richtsnoeren zijn:

“ 3.1. Definitie van de technische informatie die netgebruikers nodig hebben om effectieve toegang tot het systeem te kunnen verkrijgen

De transmissiesysteembeheerders publiceren ten minste de volgende informatie over hun systemen en diensten:

a) een gedetailleerde en uitvoerige beschrijving van de verschillende aangeboden diensten en de bijbehorende tarieven;

b) de verschillende typen transportcontracten die voor deze diensten beschikbaar zijn en, in voorkomend geval, de netcode en/ of de standaardvoorwaarden waarin de rechten en verantwoordelijkheden van alle netgebruikers worden beschreven, inclusief de geharmoniseerde transportcontracten en andere relevante documenten;

c) de geharmoniseerde procedures die worden toegepast wanneer gebruik wordt gemaakt van het transmissiesysteem, inclusief de definitie van kernbegrippen;

d) voorzieningen inzake capaciteitsallocatie, congestiebeheer en ter voorkoming van hamsteren; procedures voor hergebruik;”

(…) en

“ 3.3. De op alle relevante punten te publiceren informatie en het tijdschema voor de publicatie van deze informatie

1. Op alle relevante punten publiceren de transmissiesysteembeheerders op het internet regelmatig/ voortschrijdend en op een gebruikersvriendelijke gestandaardiseerde wijze de volgende informatie over de dagelijkse capaciteitssituatie:

a) de maximale technische capaciteit voor flows in beide richtingen; b) de totale gecontracteerde en afschakelbare capaciteit;

c) de beschikbare capaciteit.” (…)

18. Hieruit volgt dat de netbeheerder aan verschillende transparantie-eisen moet voldoen met het oog op het zo veel mogelijk (laten) benutten van ongebruikte capaciteit.

Wisseling van leverancier

19. Een belangrijke voorwaarde voor het goed functioneren van een geliberaliseerde

(7)

zij ook effectief van hun keuzevrijheid gebruik kunnen maken.7

Op grond van artikel 17a van de Gaswet is de netbeheerder verplicht die wisseling uit te voeren.

In artikel 17a, eerste lid, van de Gaswet staat:

“ Indien een afnemer van leverancier wisselt, voert de netbeheerder die wisseling uit overeenkomstig bij ministeriële regeling te stellen regels.”

20. In de Regeling afnemers en monitoring Elektriciteitswet 1998 en Gaswet (hierna: MR afnemers)8

is aangegeven dat de afnemer daarvoor, door tussenkomst van de leverancier, een verzoek indient bij de netbeheerder. Daarnaast is uitgewerkt aan welke eisen een aanvraag moet voldoen en binnen welke termijn een netbeheerder op een dergelijk verzoek moet beslissen. In artikel 8 van de MR afnemers staat:

“ Deze gegevens omvatten in ieder geval: a. de EAN-code,

b. de overeengekomen datum van wisseling, c. de wijze van facturering,

d. het factuuradres, indien dit afwijkt van het adres van de aansluiting.” In artikel 9 van de MR afnemers staat:

“ 1. De netbeheerder voert de wisseling uit of stelt de leverancier, bedoelt in artikel 8, en al dan niet door tussenkomst van genoemde leverancier, de afnemer ervan in kennis dat de wisseling niet wordt uitgevoerd, binnen vijf werkdagen, gerekend vanaf de datum waarop hij het verzoek om te wisselen heeft ontvangen, ….;

2. Een kennisgeving, als bedoeld in het eerste lid, vermeldt de redenen waarom een wisseling wordt uitgevoerd… .”

21. Een netbeheerder (met uitzondering van de landelijk netbeheerder, voor wie andere switchregels gelden) zal een dergelijk verzoek alleen in behandeling kunnen nemen als er voldoende (primaire of secundaire) capaciteit beschikbaar is. Hierboven is in randnummer 15 en verder aangegeven dat netbeheerders de taak hebben om actief informatie ter beschikking te stellen over de beschikbaarheid van capaciteit. Een netgebruiker kan dus zelf tijdig zien of er capaciteit beschikbaar is en kan dan tegelijk met een verzoek om wisseling van leverancier, een verzoek om transportcapaciteit doen (art. 14 Gaswet) aan de netbeheerder. Een

netbeheerder kan het verzoek om transportcapaciteit alleen weigeren op grond van artikel 15 van de Gaswet, en moet de reden van weigering meedelen aan de netgebruiker.

7

MvT, Kamerstukken II 2003-2004, 29372, nr. 3, p. 23.

8

(8)

III. Feiten

22. Zebra is op grond van artikel 2, eerste lid, van de Gaswet door Zebra Pijpleiding V.O.F. aangewezen als netbeheerder voor het beheer van een gastransportnetwerk. De Minister van Economische Zaken heeft op 17 december 2001 ingestemd met de aanwijzing van Zebra.9

23. Zebra beheert een hoge druk gaspijpleiding van Sas van Gent (Zelzate) in België naar Klundert/ Moerdijk in Nederland. Op de gaspijpleiding van Zebra zijn afnemers aangesloten. Op de aan Zebra gekoppelde gasnetwerken zijn enkele grote industriële afnemers en diverse tuinders aangesloten.

24. Zebra heeft overeenkomsten gesloten waarmee de volledige transportcapaciteit voor 21 jaar is gereserveerd voor drie shippers te weten DOW Benelux N.V. (DOW), Essent Energy Trading B.V. (Essent) en Delta Energy B.V. (Delta). Zij zijn ook eigenaar van de gaspijpleiding en hebben deze gefinancierd. Naar Delta gaat circa 1/ 3 van de capaciteit van Zebra en naar Essent circa 2/ 3. Dow heeft recht op een kleine hoeveelheid. De shippers en Zebra hebben afgesproken dat zij bij beëindiging van de overeenkomst een onderhandelplicht hebben over een mogelijke voortzetting van de samenwerking10

.

25. Zebra heeft in het Capaciteitsplan van december 200211 over de toedeling van

transportcapaciteit onder meer het volgende aangegeven:

“ De manier waarop inhoudelijk dit capaciteitsbeheer van het transportnet plaatsvindt wordt inhoudelijk bepaald door de partij(en) aan wie de transportcapaciteit is toegewezen. De transportcapaciteit van het transportnet van Zebra is contractueel volledig en exclusief verdeeld over enkele commerciële partijen (shippers).”

en

“ De netbeheerder heeft de volledige capaciteit volgens een contractueel overeengekomen verdeling ter beschikking gesteld aan shippers. De capaciteitstoerekening naar afnemers is daarmee niet meer een zaak van de netbeheerder” .

26. In de brief van 6 juni 200312

antwoordt Zebra op de vraag van DTe “ Hoe wijst Zebra transportcapaciteit toe bij een nieuwe aanvraag?” het volgende:

9 Zie bijlage 8 bij prismanummer 1020008/ 16 brief met kenmerk ME/ EM/ 01065084 10

Artikel 1 van de Nadere overeenkomst van 31 oktober 2001 waarbij alle rechtsverhoudingen van Zebra aan Netwerk zijn overgedragen, en artikel 8, tweede lid, van de Overeenkomst van

Samenwerking van 31 augustus 1998, gesloten tussen Delta Pipe B.V., Entrade Pipe B.V., en Dow Benelux N.V. prismanummer 102008/ 16. In de brief van 14 augustus 2006 prismanummer 102008/ 52 is aangegeven dat de Overeenkomst een looptijd heeft van 21 jaar, met

onderhandelplicht na afloop van die termijn. De overeenkomst loopt dus tot 2019.

11

Prismanummer 101420/ 46 blz. 4.

12

(9)

“ Zebra Gasnetwerk kan als netbeheerder – gezien de contracten met de founders van de pijp – geen verzoeken om transportcapaciteit van derden honoreren aangezien de capaciteit reeds volledig gecontracteerd is. Uiteraard kunnen degenen die om toegang verzoeken wel in onderhandeling treden met de shippers die momenteel de transportcapaciteit gecontracteerd hebben.”

27. In het Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2006-201213

staat onder meer: “ Indien bestaande afnemers van de shippers zich voor gereguleerde toegang tot Zebra Gasnetwerk B.V. zullen wenden dan hebben Delta en Essent zich bereid verklaard om een deel van hun transportrechten beschikbaar te stellen ten gunste van deze afnemers.” .

28. In het genoemde Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2006-2012 is over de capaciteit van de gaspijpleiding opgenomen dat deze momenteel 740.000 m3 per uur bedraagt. Tevens wordt aangegeven dat om bedrijfsmatige redenen een groter volume kan worden toegevoegd aan het net (linepack).14

Zebra heeft daarin opgemerkt dat er geen bestaande

capaciteitsknelpunten zijn maar dat deze wel ontstaan wanneer de Amercentrale en de Sloe-centrale worden aangesloten.15

Zebra heeft ook aangegeven dat een vermindering van het capaciteitsknelpunt mogelijk kan worden bereikt door het toestaan van een lagere minimale leveringsdruk op de aansluitpunten van de afnemers waardoor de capaciteit in het

gastransportnet vergroot wordt.16 Zebra heeft bij brief d.d. 14 augustus 2006 nogmaals

bevestigd dat van fysiek capaciteitsgebrek geen sprake is17

. Zebra heeft dus ook geen plannen voor capaciteitsuitbreiding.

29. Naar aanleiding van de informatie in het Capaciteitsplan van 2002, het Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2006-2012 en naar aanleiding van signalen dat verzoeken om transport werden geweigerd, heeft DTe op 26 september 2005 en op 14 december 2005 gesprekken gevoerd met Zebra.18

Het onderwerp van deze gesprekken was in beide gevallen de toegang van anderen dan de huidige shippers op de Zebra gaspijpleiding. Tijdens deze gesprekken heeft Zebra gesteld de verzoeken om transport door te verwijzen naar de shippers Delta of Essent. Zebra stelde zich op het standpunt dat omdat de

transportcapaciteit voor lange duur is gecontracteerd er geen transportcapaciteit beschikbaar is. Daarom verwijst Zebra verzoekers door naar de shippers die op grond van de contracten beschikken over de transportcapaciteit. Delta en/ of Essent besluiten vervolgens of zij de 13 Prismanummer 101944/ 22 blz. 12. 14 Prismanummer 101944/ 22, blz. 11. 15 Prismanummer 101944/ 22, blz. 12. 16 Prismanummer 101944/ 22, blz. 12. 17 Prismanummer 102008/ 52. 18

(10)

nieuwe shipper toestaan een deel van de aan hun gecontracteerde capaciteit te gebruiken. In dat geval bepalen Delta en/ of Essent of en zo ja voor welke hoeveelheid zij transport

toestaan, en onder welke tarieven en voorwaarden dat gebeurt. DTe heeft telkens aangegeven dat de wijze waarop Zebra omgaat met verzoeken om capaciteit, de rol die Zebra daarin toelaat voor de huidige shippers en de wijze waarop de Zebrapijpleiding voor lange duur door middel van contracten is gecontracteerd niet in overeenstemming is met de Gaswet. Tevens heeft DTe aangegeven dat Zebra transparantie moet verschaffen over (het gebruik van) de transportcapaciteit.19

30. Zebra heeft ook aangegeven dat een wisseling van leverancier zoals bedoeld in artikel 17a van de Gaswet niet mogelijk is. Dat blijkt uit de reactie van Zebra op het voornemen van DTe een bindende aanwijzing te geven.20 Hierin is het volgende opgemerkt:

“ Onbegrijpelijk is tenslotte de suggestie dat het attenderen van derden op de mogelijkheid om bij de huidige shippers capaciteit te kopen, neer zou komen op een weigering een

leveranciersswitch uit te voeren. Zebra is nog nooit verzocht om een leveranciersswitch. Bovendien is een leveranciersswitch een theoretische exercitie zo lang geen capaciteit beschikbaar is voor de beoogde nieuwe leverancier.”

IV. Procedure en de reacties van partijen

31. Naar aanleiding van de capaciteitsdocumenten en informele signalen is DTe een onderzoek gestart en is DTe in gesprek gegaan met Zebra om na te gaan om welke reden Zebra van mening is dat zij bepaalde taken niet kan uitvoeren dan wel niet hoeft uit te voeren. In die gesprekken heeft DTe Zebra uitgelegd wat haar wettelijke taken zijn zoals hiervoor in randnummer 30 beschreven. Deze taken heeft DTe ook per brief uiteengezet.21 Omdat Zebra

volhardt in haar standpunt is DTe een procedure gestart om te komen tot een bindende aanwijzing met een opdracht aan Zebra om aan de Gaswet en de Verordening te voldoen.

32. Op 13 juni 2006 is een concept bindende aanwijzing aan Zebra gestuurd en is Zebra daarbij uitgenodigd te reageren. Op dezelfde datum is op de website van DTe over het voornemen tot het geven van een bindende aanwijzing een bericht geplaatst. Zebra22, Essent23, Delta24,

DOW25

, General Elektric Plastics B.V. (hierna: GEP)26

en Gaz de France Supply, Trading &

19

Zie gespreksverslag van het gesprek op 14 december 2005, prismanummer 102008/ 19.

(11)

Marketing The Netherlands B.V. (hierna: Gaz de France)27

hebben op de concept bindende aanwijzing schriftelijk gereageerd.

33. Op 13 juli 2006 heeft er een hoorzitting plaatsgevonden waarbij alle betrokkenen in de gelegenheid zijn gesteld mondeling te reageren op het voornemen een bindende aanwijzing te geven. Naast Zebra waren ook Essent, Delta, DOW, GEP, Gaz de France, Gas Transport Services B.V., Vereniging voor Energie, Milieu en Water (hierna: VEMW), VES-Agro B.V. en Van Vliet Cherry tomaten vertegenwoordigd.28

34. De strekking van de reactie van Zebra is dat Zebra volgens het principe first-come-first-served de capaciteit heeft gecontracteerd. In gevallen dat derden Zebra hebben verzocht om transport heeft Zebra deze geweigerd omdat alle beschikbare capaciteit al is gecontracteerd door de genoemde partijen Essent, Delta en Dow. Volgens Zebra is deze weigering in overeenstemming met artikel 15, eerste lid, sub a, van de Gaswet. Voorts stelt Zebra dat zij verplicht is de huidige contracten te respecteren – en dat die verplichting ook uit de Gaswet volgt. Daarnaast is volgens Zebra van belang dat zonder deze contracten de gaspijpleiding nooit was gebouwd. Zebra meldt dat ondanks het feit dat Zebra het recht noch de plicht heeft use-it-or-lose-it toe te passen zij zich heeft ingespannen om op de secundaire markt capaciteit beschikbaar te krijgen voor derden. Zoals hiervoor in randnummer 28 staat, heeft Zebra in het Kwaliteits- en Capaciteitsdocument Gas 2006-2012 aangegeven dat Essent en Delta zich bereid hebben verklaard om een deel van hun transportrechten beschikbaar te stellen ten gunste van afnemers. In de praktijk betekent dit dat de capaciteitsverzoeken van deze afnemers aan Essent en/ of Delta worden doorgestuurd. Deze shippers bepalen vervolgens onder welke tarieven en voorwaarden de afnemer gebruik kan maken van de transportcapaciteit. Zebra heeft tot slot aangegeven het gebrek aan keuzevrijheid voor de afnemers niet als haar probleem te zien en is van mening dat zij daar zelf geen oplossingen voor hoeft te bedenken. De keuzevrijheid voor afnemers zou er volgens Zebra uit bestaan dat afnemers kunnen kiezen een aansluiting op een ander netwerk (het netwerk van de landelijk netbeheerder) te realiseren.

35. De reacties van de huidige shippers hebben de strekking dat de contracten zijn aangegaan op een first-come-first-served basis. Een bindende aanwijzing van DTe met als doel om ook transport door anderen dan de huidige drie shippers mogelijk te maken, leidt tot onzekerheid bij de huidige shippers.

27

Prismanummer 102008/ 49.

28

(12)

36. GEP heeft in haar reactie aangegeven dat optreden van DTe wenselijk is maar heeft twijfels of de voorgenomen bindende aanwijzing tot het gewenste resultaat leidt. Naar de mening van GEP dient actie van DTe ertoe te leiden dat Zebra de beschikking krijgt over een gedeelte van de transportcapaciteit waardoor Zebra in staat is te voldoen aan alle wettelijke verplichtingen die uit hoofde van de Gaswet op een netbeheerder rusten en zelfstandig te beslissen op verzoeken voor transport van gas.

37. Gaz de France heeft in haar zienswijze aangegeven dat er aangeslotenen zijn op het Zebra-netwerk die zonder meer behoren tot de doelgroep van Gaz de France. Om op gelijke voet met de huidige leveranciers te kunnen concurreren heeft Gaz de France behoefte aan meer transparantie op het gebied van operationele en administratieve zaken zoals de inhoud van de standaard transportdiensten overeenkomst, de werking van de matchingregels tussen het Fluxus-netwerk en Zebra, en de inhoud van de balanceringsregels.

38. Na de hoorzitting zijn de reacties van de betrokkenen en enkele feitelijke vragen van DTe aan Zebra gestuurd.29 Bij brief van 14 augustus jl. heeft Zebra geantwoord op de vragen.30 In

dezelfde brief heeft Zebra te kennen gegeven geen aanleiding te zien te reageren op de ingediende zienswijzen.

V. Beoordeling

Algemeen

39. In het kader van deze bindende aanwijzing is het van belang te onderstrepen dat Zebra een netbeheerder is in de zin van de Gaswet. Alle verplichtingen die op netbeheerders rusten uit hoofde van de Gaswet, rusten derhalve ook op Zebra. Ook de Verordening is op Zebra van toepassing. De Verordening geldt voor Zebra omdat op het netwerk van Zebra sprake is van transmissie zoals gedefinieerd in artikel 2, eerste lid, onderdeel 1 van de Verordening. Alle verplichtingen die op transmissiesysteembeheerders rusten uit hoofde van deze Verordening rusten derhalve ook op Zebra.

40. Hieronder zal worden aangegeven dat op Zebra de regels uit de Gaswet en de Verordening van toepassing zijn die betrekking hebben op het omgaan met capaciteit in relatie tot reeds bestaande contracten (contractuele congestie).

29

Bij brief van 25 juli 2006, prismanummer 102008/ 50.

30

(13)

Rol Zebra bij congestie

41. Zebra stelt dat zij door de contractuele congestie geen beschikking en dus controle meer heeft over de (primaire) capaciteit en dat zij, door verzoekers om capaciteit naar de shippers Essent en Delta te verwijzen voor secundaire capaciteit, al meer heeft gedaan dan van een netbeheerder mag worden verwacht. DTe deelt deze stelling niet.

42. De Zebra gaspijpleiding is in 1998 in gebruik genomen. Vanaf het moment dat bij besluit van 17 december 2001 door de Minister van Economische Zaken is ingestemd met de aanwijzing van Zebra als netbeheerder diende Zebra haar taken als netbeheerder uit te voeren. Een van de belangrijke taken van netbeheerders is het conform het bepaalde in artikel 10, eerste lid, van de Gaswet en de Verordening doelmatig beheren van het Gasnetwerk.

43. Wanneer er, zoals in dit geval, sprake is van langdurige contractuele congestie (er is volgens Zebra geen sprake van fysieke congestie)31 rust op Zebra de verplichting om ongebruikte

capaciteit op verzoek aan derden ter beschikking te (doen laten) stellen. Immers, uit artikel 10, eerste lid, van de Gaswet volgt dat een doelmatig opererende netbeheerder als taak heeft om het netwerk dat hij beheert zo volledig mogelijk te (doen laten) gebruiken. Artikel 10 staat er aan in de weg dat verzoeken om transportcapaciteit niet worden gehonoreerd vanwege het feit dat deze capaciteit wel is gecontracteerd, maar vervolgens niet daadwerkelijk wordt gebruikt. Dit wordt ook onderstreept door de Verordening; netbeheerders moeten in geval van contractuele congestie de ongebruikte capaciteit op de primaire markt aanbieden. Het doel is dat de totale technische capaciteit zo efficiënt en maximaal mogelijk wordt gebruikt (artikel 5, tweede lid, van de Verordening).

44. Volgens de Verordening (artikel 5, derde en vierde lid) heeft Zebra terecht Essent en Delta verzocht de ongebruikte capaciteit op de secundaire markt aan te bieden. Deze handelwijze van Zebra blijkt onder meer uit het in randnummer 28 genoemde capaciteitsdocument, en de brief van 14 augustus 2006. De netgebruikers die gecontracteerde capaciteit ongebruikt laten, moeten die capaciteit op de secundaire markt verkopen of verhuren of via Zebra ter beschikking stellen aan anderen (artikel 5 , vierde lid, van de Verordening). Op grond van randnummer 2.2, onder 1 van de Richtsnoeren moeten Essent, Delta en Dow ongebruikte capaciteit tegen een redelijke prijs aanbieden op de secundaire markt.

45. Zebra is van mening dat zij niet verplicht is om de huidige shippers te verzoeken ongebruikte capaciteit op de secundaire markt ter beschikking te stellen. Dat is onjuist. Daarnaast wacht Zebra tot er een concreet verzoek door een andere netgebruiker wordt gedaan, ook dat is onjuist. Zebra benadert de huidige shippers alleen wanneer een andere netgebruiker expliciet

31

(14)

om capaciteit verzoekt, dus niet uit eigen beweging. De netbeheerder moet de drie huidige shippers er op aanspreken dat zij de door hen ongebruikte capaciteit daadwerkelijk op de secundaire markt aanbieden. Dat betekent dat Zebra een permanente en actieve rol heeft die ertoe leidt dat andere netgebruikers daadwerkelijk gebruik kunnen maken van door de huidige drie shippers ongebruikte capaciteit.

46. DTe verwacht dat Zebra op basis van de permanente gegevens over de beschikbaarheid van capaciteit, tijdig de huidige shippers benadert indien Zebra constateert dat de huidige shippers de beschikbare capaciteit (deels) ongebruikt laten. Als de huidige shippers geen gebruik maken van hun recht om zelf de capaciteit beschikbaar te stellen voor de secundaire markt tegen een redelijke prijs, moet Zebra de capaciteit beschikbaar stellen indien daar vraag naar is. Zebra zorgt er voor dat de capaciteitshouder een redelijke vergoeding ontvangt. Zebra heeft deze plicht zolang de (primaire) capaciteithouder de capaciteit niet zelf wil gaan gebruiken danwel de capaciteit niet zelf wil gaan doorverkopen of -verhuren. Deze taken van Zebra leiden er vervolgens toe dat andere netgebruikers daadwerkelijk gebruik kunnen maken van de beschikbare capaciteit.

47. De hiervoor beschreven situatie geldt zolang de huidige overeenkomsten waarin de volledige capaciteit is verdeeld van kracht zijn. Er ontstaat een andere situatie bij wijziging of

beëindiging van deze overeenkomsten, bijvoorbeeld indien over de huidige overeenkomsten wordt onderhandeld, en in ieder geval na de afloop van de huidige overeenkomsten in 2019. In dat geval moet Zebra op grond van de Gaswet en de Verordening zorgen voor een transparante, niet-discriminatoire verdeling daarvan over iedereen die daar om vraagt en rekening houden met de twee uitgangspunten van artikel 5, derde lid, van de Verordening ten aanzien van congestiebeheer en capaciteitsallocatie. De tussen Zebra en de huidige shippers overeengekomen onderhandelplicht staat aan de uitoefening van deze taak niet in de weg.

Transparantie

48. Andere netgebruikers dan de capaciteithouders kunnen alleen gebruik maken van ongebruikte capaciteit als zij op de hoogte kunnen zijn van beschikbare hoeveelheden, tijdstippen van beschikbaarheid en prijzen. Bij het verstrekken van deze informatie heeft een netbeheerder wederom een taak. Zebra heeft op dit moment naar eigen zeggen32 geen inzicht

in het daadwerkelijke gebruik door de huidige shippers van de door hen gecontracteerde capaciteit. Zebra kan dus ook niet tijdig signaleren aan anderen dat er capaciteit beschikbaar is. Zebra moet evenwel ingevolge artikel 10, derde lid, van de Gaswet en de Verordening aan

32

(15)

alle netgebruikers tijdig informatie verschaffen over het daadwerkelijke (fysieke) gebruik van de netten, over tarieven en prijzen en voorwaarden voor transport en over de wijze waarop capaciteit wordt toegewezen. Dat geldt voor zowel de capaciteit die door de huidige

capaciteithouders wordt gebruikt als voor de capaciteit die beschikbaar is voor de secundaire markt. Zebra moet zelf deze rol actief vervullen en de daarbij behorende informatie

verschaffen. In Hoofdstuk 3 van de Richtsnoeren wordt aangegeven welke informatie de netbeheerder moet verschaffen, op welke wijze hij dat moet doen en hoe vaak.

Uitvoering van wisseling van leverancier

49. Zebra is verplicht desgevraagd de wisseling van leverancier uit te voeren (artikel 17a van de Gaswet en artikel 8 van de MR afnemers). Zebra moet binnen vijf werkdagen ofwel de wisseling uitvoeren, ofwel de leverancier of de afnemer er van in kennis stellen dat de wisseling niet wordt uitgevoerd (artikel 9 van de MR afnemers). DTe verwacht van Zebra dat Zebra juist en tijdig op een verzoek om wisseling van leverancier beslist.

50. Zebra heeft in haar brief van 14 augustus 200633 aangegeven dat verzoeken om wisseling van

leverancier op dit moment niet uitvoerbaar zijn omdat de volledige capaciteit door de huidige drie shippers is gecontracteerd. Die stelling is onjuist. Ook in het geval de transportcapaciteit zoals bij Zebra volledig door drie shippers is gecontracteerd, heeft Zebra de taak om

verzoeken tot wisseling van leverancier te beoordelen. Er kan immers capaciteit beschikbaar komen omdat een van de huidige shippers deze niet zelf benut. Op dat moment kan een andere leverancier die capaciteit benutten en moet een afnemer dus van leverancier kunnen wisselen.

Procedures en werkwijzen aanpassen

51. Zebra zal haar procedures en werkwijze moeten aanpassen om de hierboven aangeven wettelijke taken rondom capaciteitbeheer, informatieverschaffing en switch goed uit te kunnen voeren. Die aanpassing moet onder meer zichtbaar worden in de algemene voorwaarden. Zebra zal onder meer na moeten gaan of de huidige voorwaarden in overeenstemming zijn met de Gaswet en de Verordening en ze zonodig dienen aan te passen. In de huidige algemene voorwaarden ziet DTe voorbeelden van strijdigheid met de Gaswet of de Verordening. Zo is het DTe opgevallen dat artikel 2, tweede lid, van de Model Algemene Voorwaarden voor transport van gas 2003 voor zakelijke netgebruikers van Zebra Gasnetwerk B.V., meer weigeringsgronden voor transport bevat dan de limitatief opgesomde weigeringsgronden in artikel 15 van de Gaswet. Een ander voorbeeld van strijdigheid is artikel 12.4 van de Allocation Rules dat er ten onrechte van uitgaat dat Zebra geen rol heeft bij sub-allocatie. DTe sluit niet uit dat de algemene voorwaarden ook op andere punten aanpassing behoeven.

33

(16)

52. DTe verwacht dat Zebra zo snel mogelijk zorgt voor aanpassing van haar werkwijze en dus ook voor aanpassing van de algemene voorwaarden. De eigen verantwoordelijkheid van de netbeheerder voor een goede taakuitoefening brengt dat met zich. Bij strijdigheid van de werkwijze van Zebra, bijvoorbeeld van de algemene voorwaarden met de Gaswet of de Verordening, kunnen marktpartijen zich beroepen op de Gaswet en de Verordening. Zij kunnen Zebra dus zelf aanspreken op handelen overeenkomstig de regelgeving.

Controle door DTe

53. DTe moet kunnen nagaan of Zebra permanent en actief haar rol vervult in het bewaken van het gebruik van de transportcapaciteit en het ter beschikking stellen van de voor

netgebruikers benodigde informatie daarover. Zebra heeft eerder immers aangegeven dat zij in de veronderstelling verkeert dat zij bepaalde taken niet hoeft uit te voeren. DTe heeft om na te gaan of Zebra haar rol vervult, kopieën nodig van de bij Zebra ingediende verzoeken om transport en wisseling van leverancier, en van de reactie van Zebra daarop.

54. Deze kopieën kunnen op verschillende manieren worden verzameld. DTe kan een bedrijfsbezoek afleggen en gegevens ter plekke kopiëren. Dat kan belastend zijn voor de bedrijfsvoering van Zebra. Waarschijnlijk is het voor Zebra minder belastend om zelf gegevens te kopiëren en op te sturen. Het aantal afnemers is gering, de hoeveelheid verzoeken om wisseling van leverancier zal derhalve ook niet groot zijn, en het maken van kopieën en opsturen naar DTe daarvan is minder zwaar dan een bedrijfsbezoek. Deze verplichting zal de verdere bedrijfsvoering naar verwachting dan ook niet substantieel belemmeren. Ook is deze verplichting in duur beperkt, namelijk één jaar. Voor verzoeken om transport gelden dezelfde afwegingen. Naar de mening van DTe is de verplichting voor Zebra om een jaar lang te rapporteren over de capaciteitsverzoeken en de wisselingen van

leverancier derhalve proportioneel.

Noodzaak optreden DTe

55. Als een netbeheerder als Zebra niet zorgt voor een optimale benutting van het netwerk en niet tijdig informatie daarover verschaft, kunnen andere leveranciers en afnemers geen gebruik maken van vrijgekomen capaciteit. Zebra beperkt daarmee de keuzevrijheid van afnemers en de mogelijkheden voor leveranciers om gas te verkopen. Als gevolg van het handelen van Zebra wordt de kern van de liberalisering geraakt.

(17)

duidelijkheid over de taak van Zebra om beschikbare capaciteit aan te bieden en de informatie die nodig is voor andere netgebruikers om van die capaciteit gebruik te kunnen maken.

57. DTe hanteert als toezichtsfilosofie34

dat de dialoog wordt gezocht als de indruk bestaat dat gedrag niet overeen stemt met de geest of de letter van de wet. Om die reden heeft DTe gesprekken gevoerd met Zebra. Tijdens die gesprekken heeft Zebra duidelijk gemaakt niet uit eigener beweging haar standpunt aan te passen. Dat afnemers hebben aangegeven35 wel

degelijk behoefte te hebben aan een gedragswijziging van Zebra heeft bij Zebra evenmin niet geleid tot een ander standpunt. DTe ziet zich genoodzaakt om op te treden omdat de gesprekken en de behoeftes van afnemers geen resultaat hebben gehad.

58. Een bindende aanwijzing is in deze situatie naar de mening van DTe een passend instrument omdat daarmee voor de toekomst duidelijkheid wordt geschapen over de taken en plichten van Zebra. Niet alleen is voor Zebra nu duidelijk dat zij aan de wet en de Verordening moet voldoen. Ook netgebruikers weten nu welke plichten Zebra heeft en kunnen Zebra daarop aanspreken. De betrokken marktpartijen, zijnde grotere afnemers en leveranciers, zijn in staat om zelf het initiatief te nemen om Zebra aan te spreken als hun belangen dreigen te worden geschaad. Zij kunnen dat doen via de civiele weg of door een verzoek om

geschilbeslechting te doen bij de NMa. De Raad van Bestuur van de NMa kan handhavend optreden in het geval Zebra haar taken niet of onvoldoende uitvoert.

59. DTe zal over de tarieven van Zebra duidelijkheid verschaffen. Met ingang van 1 januari 2008 zullen ook voor Zebra maximumtarieven en voorwaarden worden vastgesteld (op basis van artikel 81c Gaswet). Zebra zal daarvoor tijdig voorstellen moeten indienen bij DTe. DTe gaat er van uit dat de tarieven die Zebra hanteert, in ieder geval redelijk zijn zoals bedoeld in artikel 14, derde lid, van de Gaswet.

Tijdstip inwerkingtreding

60. Ter verduidelijking wordt hieronder ingegaan op de inwerkingtreding van dit besluit, dat zoals gebruikelijk, met onmiddellijke ingang in werking treedt. Deze bindende aanwijzing verduidelijkt de Gaswet en de Verordening, en legt rondom capaciteitsbeheer,

informatieverschaffing en de wisseling van leverancier geen taken aan Zebra op die zij niet al had op grond van de Gaswet en de Verordening. Wel krijgt Zebra de ruimte om binnen een redelijke termijn van vier weken bepaalde organisatorische veranderingen te realiseren zoals het aanpassen van haar website en de algemene voorwaarden. Zebra moet dus met

onmiddellijke ingang handelen in overeenstemming met de Gaswet en de Verordening.

34

Handhavingsplan DTe, juli 2004, blz. 7

35

(18)

Marktpartijen kunnen Zebra daarop aanspreken. DTe zal nagaan of Zebra zich aan de Gaswet en de Verordening houdt.

Publicatie

61. Tot slot is van belang dat niet alleen Zebra weet welke wettelijke taken en verplichtingen zij heeft, maar dat ook marktpartijen daarvan op de hoogte zijn en zich op hun overeenkomstige rechten kunnen beroepen. Van deze bindende aanwijzing zal mededeling worden gedaan in de Staatscourant. Voorts zal deze bindende aanwijzing worden gepubliceerd op de website van DTe (www.dte.nl).

IV. Besluit

62. De directeur DTe geeft de volgende opdrachten aan Zebra:

1. Zebra voldoet aan haar taak genoemd in artikel 10 van de Gaswet en artikel 5, vierde lid, van de Verordening door zelf de daadwerkelijke benutting van de technische capaciteit te registreren, inclusief de ongebruikte capaciteit, en zorgt ervoor dat de totale technische capaciteit zo efficiënt en maximaal mogelijk wordt gebruikt. Zebra verzoekt de huidige leveranciers tijdig om de ongebruikte capaciteit beschikbaar te stellen voor de secundaire markt tegen redelijke prijzen en voorwaarden. Indien de huidige leveranciers de

ongebruikte capaciteit niet zelf tegen redelijke prijzen en voorwaarden op de secundaire markt aanbieden terwijl daar wel vraag naar is, stelt Zebra de capaciteit zelf beschikbaar. Zebra zorgt ervoor dat de capaciteithouder daarvoor een redelijke vergoeding ontvangt; 2. Bij heronderhandeling of na afloop van de huidige overeenkomsten met de leveranciers biedt Zebra de totale technische transportcapaciteit aan met inachtneming van artikel 10, vierde lid, artikel 12b, tweede lid, van de Gaswet en artikel 5 van de Verordening;

3. Zebra stelt zowel uit eigener beweging als desgevraagd tijdig informatie beschikbaar over de benutting van de totale technische capaciteit, inclusief de ongebruikte capaciteit, aan gebruikers van het gastransportnet als bedoeld in artikel 10 lid 2 van de Gaswet, artikel 6 van de Verordening en Hoofdstuk 3 van de Richtsnoeren. De daarvoor benodigde

organisatorische en administratieve aanpassingen (zoals aanpassing van haar website en algemene voorwaarden) zijn binnen vier weken na dagtekening van dit besluit

gerealiseerd;

4. Zebra voldoet aan haar taak genoemd in artikel 14 van de Gaswet door desgevraagd een aanbod tot het verrichten van transport te doen, en daarbij aan te geven onder welke tarieven en voorwaarden zij dat doet. Hierbij hanteert Zebra indien zij verzoeken om transport afwijst uitsluitend de weigeringsgronden die de Gaswet noemt in artikel 15; 5. Zebra voert overeenkomstig artikel 17a van de Gaswet de wisseling van leverancier uit

indien een afnemer daar om verzoekt;

(19)

7. Zebra rapporteert aan de directeur DTe voor de duur van een jaar na dagtekening van dit besluit over de uitvoering van dit besluit als volgt:

a. Zebra zendt onverwijld een kopie van elk door haar ontvangen transportverzoek en verzoek om wisseling van leverancier;

b. Zebra zendt een kopie van de door haar gegeven reactie mee en geeft aan welke tarieven en voorwaarden Zebra heeft gesteld;

c. Zebra draagt daarbij gegevens aan over de afnemer, de leverancier, de hoeveelheid en de duur van de periode van het transport;

d. Zebra geeft aan of deze hoeveelheid eerder aan deze afnemer is geleverd en zo ja in welke periode(n);

e. Bij een afwijzing van het transportverzoek of verzoek om een wisseling van leverancier geeft Zebra aan op welke van de in artikel 15 van de Gaswet genoemde gronden dat is gebeurd en onderbouwt dat.

Den Haag,

Datum: 15 februari 2007

De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, namens deze:

W.g

Drs. P.J. Plug

Directeur Directie Toezicht Energie

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Gelet op het feit dat er lokaal geen overlap is, veelal alternatieve instellingen zijn gevestigd in gemeenten waar partijen een verzorgingshuis hebben en anders alternatieve

In onderhavige zaak kan echter in het midden worden gelaten of er sprake is van een aparte markt voor payrolling of dat payrolling deel uitmaakt van een ruimere markt waarvan

voor een Mededingingswet (Kamerstukken II 1995-1996, 24707, nr. 3), blijkt dat onder een concentratie in de zin van deze bepaling niet alleen wordt verstaan de situatie

Na onderzoek van de melding en de daarbij ingediende gegevens, is de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot de slotsom gekomen dat de gemelde operatie

In onderhavig besluit wordt in het midden gelaten of sprake is van een mogelijke markt voor schoonmaakdiensten of dat nader onderscheid moet worden gemaakt naar een mogelijke

Op bovenvermelde datum heeft de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin

Op bovenvermelde datum heeft de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin

gemeenten Haarlem, Haarlemmermeer, Aalsmeer en Amstelveen Heemstede, Bennebroek, Hillegom en Lisse omvat, behalen partijen een marktaandeel van maximaal [30-40] procent op het