• No results found

BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet."

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BESLUIT

Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Nummer 5583/ 13

Betreft zaak: 5583/ Facilicom - Atris Groep

I. MELDING

1. Op 22 maart 2006 heeft de Raad van Bestuur van de Nederlandse

Mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat Facilicom Bedrijfsdiensten B.V., een onderdeel van de Facilicom Services Group N.V., voornemens is zeggenschap te verkrijgen, in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet, over Atris Group B.V. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 61 van 27 maart 2006. Naar aanleiding van de

mededeling in de Staatscourant zijn geen zienswijzen van derden naar voren gebracht. Ambtshalve zijn vragen gesteld aan verschillende marktpartijen.

II. PARTIJEN

2. Facilicom Bedrijfsdiensten B.V. (hierna: Facilicom) is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. Facilicom is een dochtermaatschappij van Facilicom Services Group N.V. Facilicom is actief op het gebied van facilitaire dienstverlening, waaronder schoonmaak-1,

beveiligings- en cateringdiensten.

3. Atris Group B.V. (hierna: Atris) is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. Atris is via diverse dochterondernemingen actief op het gebied van schoonmaakdiensten.

III. DE GEMELDE OPERATIE

4. De gemelde operatie betreft de verwerving door Facilicom van alle aandelen in Atris. De voorgenomen transactie is vastgelegd in een door partijen bij de melding overgelegde (concept) “ koopovereenkomst aandelen” d.d. 10 maart 2006.

IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT

(2)

5. De gemelde operatie is een concentratie in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet. De hierboven, onder punt 4 omschreven transactie leidt er toe dat Facilicom uitsluitende zeggenschap verkrijgt over Atris.

6. Betrokken ondernemingen zijn Facilicom en Atris.

7. Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens blijkt dat de gemelde concentratie binnen de werkingssfeer van het onder hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt.

V. BEOORDELING A. RELEVANTE MARKTEN

Rel evan t e pr oduct mar kt en

8. Er bestaat overlap tussen de activiteiten van partijen op het gebied van

schoonmaakdiensten. Partijen bieden zowel algemene schoonmaakdiensten als specialistische reinigingsdiensten aan.

9. In een eerder besluit2 is aangegeven dat de markt voor schoonmaakdiensten mogelijk

kan worden onderscheiden in een markt voor algemene schoonmaakdiensten enerzijds en specialistische reiniging anderzijds. Onder algemene schoonmaakdiensten wordt traditioneel begrepen de schoonmaak van kantoren, scholen en overige gebouwen. Specialistische reiniging omvat alles wat niet onder algemene schoonmaakdiensten valt te brengen. Dit zijn derhalve zeer uiteenlopende activiteiten die sectorspecifiek kunnen zijn. Te denken valt aan brand- en

roetreiniging, luchtkanaalreiniging (reiniging van airconditioningsystemen) of schoonmaak in de gezondheidszorg.3 Partijen leveren beide specialistische reiniging op het gebied van glas- en

gevelreiniging en schoonmaak in de gezondheidszorg.

10. Ten aanzien van algemene schoonmaakdiensten is in het voornoemde besluit4 voorts

aangegeven dat de meeste schoonmaakbedrijven, als onderdeel van hun algemene

schoonmaakdiensten, aanvullende facilitaire diensten verzorgen, zoals het onderhouden van dispensers en automaten voor zeep en papier, het legen van afvalbakken, klein technisch onderhoud, kantine- en automatenservice, het ophalen en afvoeren van afval, het vervangen van verlichting, het verzorgen van planten, receptiewerkzaamheden, et cetera. In voornoemd besluit

2 Zie het besluit van 17 januari 2001 in zaak 2281/ ISS Europe – Randstad Holding, punt 13.

3 Partijen omschrijven schoonmaak in de gezondheidszorg als de schoonmaak van ziekenhuizen en verpleeg- en

verzorgingshuizen, alsmede activiteiten als beddenopmaak en beddenreiniging.

(3)

is in het midden gelaten of algemene schoonmaakdiensten en facilitaire dienstverlening naar gelang de specifieke werkzaamheden tot dezelfde markt behoren of aparte markten betreffen. 11. Net als partijen geven bevraagde marktpartijen in onderhavige zaak aan dat er een onderscheid is tussen facilitaire diensten die gelieerd zijn aan schoonmaakdiensten (zoals het onderhouden van dispensers en het legen van prullenbakken) en facilitaire diensten die niet gelieerd zijn aan schoonmaakdiensten (zoals catering-5 en receptiediensten6). Zowel partijen als

bevraagde marktpartijen geven aan dat de aan schoonmaak gelieerde facilitaire diensten in de regel niet afzonderlijk worden geleverd. Facilicom als Atris leveren de aan schoonmaakdiensten gelieerde activiteiten alleen aan bedrijven die tevens afnemer zijn van algemene

schoonmaakdiensten. In het onderhavige besluit zal daarom niet afzonderlijk worden ingegaan op de aan schoonmaak gelieerde activiteiten. Op andere facilitaire diensten, zoals catering- en receptiediensten, wordt evenmin nader ingegaan aangezien Atris deze diensten niet aanbiedt. 12. In onderhavig besluit wordt in het midden gelaten of sprake is van een mogelijke markt voor schoonmaakdiensten of dat nader onderscheid moet worden gemaakt naar een mogelijke markt voor algemene schoonmaakdiensten enerzijds en mogelijke markten voor specialistische reiniging naar gelang sector anderzijds, aangezien de materiële beoordeling hierdoor niet wordt beïnvloed (zie punten 14 tot en met 19).

Rel evan t e geogr af isch e mar kt en

13. Zowel Facilicom als Atris zijn in geheel Nederland actief. Evenals in het voornoemde besluit7 kan in het onderhavige besluit in het midden blijven of de mogelijke markt voor

schoonmaakdiensten en de mogelijk daarbinnen te onderscheiden markten nationaal, regionaal of lokaal zijn, aangezien de materiële beoordeling hierdoor niet wordt beïnvloed (zie punt 18).

B. GEVOLGEN VAN DE CONCENTRATIE

14. Uit gegevens van de Ondernemersorganisatie Schoonmaak- en Bedrijfsdiensten (hierna: OSB)8 volgt dat de totale omvang van de Nederlandse markt voor schoonmaakdiensten in 2004

circa EUR 3,4 miljard bedroeg. Uitgaande van deze marktomvang behalen partijen een gezamenlijk marktaandeel van circa 6% op de mogelijke markt voor schoonmaakdiensten.

5 In het besluit van 17 april 2000 in zaak 1851/ Albron – Antoine Petit, punt 11, is reeds een mogelijke markt voor

cateringdiensten onderscheiden.

6 In het besluit van 18 juli 2005 in zaak 5063/ Facilicom – Security Service Holding, punt 22, is reeds een mogelijke markt

voor receptiediensten onderscheiden.

(4)

15. De OSB schat dat circa 71% van de totale markt voor schoonmaakdiensten betrekking heeft op algemene schoonmaakdiensten, circa 2% op gevelreiniging en circa 2,5% op

schoonmaak in de gezondheidszorg.9 Indien wordt uitgegaan van een aparte markt voor

algemene schoonmaakdiensten, behalen partijen een gezamenlijk marktaandeel van ongeveer 7%. Uitgaande van aparte markten voor specialistische reiniging, in dit geval voor glas- en gevelreiniging en schoonmaak in de gezondheidszorg, behalen partijen een gezamenlijk marktaandeel van respectievelijk 13% en 21%.10

16. Ten aanzien van schoonmaak in de gezondheidszorg kan worden opgemerkt dat naast partijen ten minste vier andere grote landelijke spelers deze diensten aanbieden, te weten Vebego, ISS, Asito en CSU.

17. De OSB schat dat circa 5.000 schoonmaakbedrijven in Nederland actief zijn. Naast partijen zijn in ieder geval de in punt 16 genoemde spelers in geheel Nederland actief. 18. Facilicom en Atris zijn in geheel Nederland actief en richten zich niet op een bepaalde regio. Partijen hebben aangegeven dat er geen regio’s zijn waar de marktaandelen van partijen significant hoger zijn dan de hierboven genoemde marktaandelen.

19. Gezien de marktaandelen van partijen en het feit dat er nog vele andere (landelijke) spelers op de markt actief zijn is er geen reden om aan te nemen dat als gevolg van onderhavige concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd.

VI. CONCLUSIE

20. Na onderzoek van deze melding is de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde

concentratietoezicht. Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd.

(5)

21. Gelet op het bovenstaande deelt de Raad van Bestuur van de Nederlandse

Mededingingsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de melding betrekking heeft geen vergunning is vereist.

Datum: 18 april 2006

De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, namens deze:

w.g. Mr. J. Schönau

Directeur Concentratiecontrole

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na de dag van bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

gemeenten Haarlem, Haarlemmermeer, Aalsmeer en Amstelveen Heemstede, Bennebroek, Hillegom en Lisse omvat, behalen partijen een marktaandeel van maximaal [30-40] procent op het

Op grond van de ter beschikking staande gegevens kon met voldoende zekerheid worden vastgesteld dat er geen sprake is van een door de concentratie te beïnvloeden markt in de zin

marktaandelen kleiner zijn dan 25% in de horizontale relatie en kleiner zijn dan 30% in de verticale relatie, en er anderszins ook geen aanwijzingen zijn dat de

Op bovenvermelde datum heeft de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin

Op bovenvermelde datum heeft de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin

Op bovenvermelde datum heeft de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin

Hierin is medegedeeld dat Gilde Equity Management (GEM) Benelux Capital Partners B.V., onderdeel van Gilde Equity Management (GEM) Benelux Holding B.V., voornemens is zeggenschap

De Raad heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van de concentratie de daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze