Vraag nr. 75 van 26 januari 2001
van mevrouw SONJA BECQ Gezinshulp – Evaluatie
In haar antwoord op mijn schriftelijke vraag nr. 2 2 6 van 14 juli 2000 inzake de tarifering van gezins- en p o e t s h u l p (Bulletin van Vragen en A n t w o o rden nr. 3 van 17 n ovember 2000, b l z . 321 – red.) m e l d d e de minister :
– dat een nieuwe voorziening "logistieke thuis-zorg" wordt uitgebouwd, waarin poetshulp, klusjes- en oppashulp worden gegroepeerd ; – dat in een evaluatie werd voorzien met
betrek-king tot de bijdrageregeling gezinszorg. H i e r t o e werd advies gevraagd (tegen september jl.) bij de verenigingen van de diensten gezinszorg en bij de verenigingen van gebruikers.
1. Binnen welke termijn wordt de voorziening "lo-gistieke thuiszorg" uitgebouwd en geregeld ? 2. Wat waren de bevindingen met betrekking tot
de bijdrageregeling van de verenigingen van de diensten gezinszorg en van de verenigingen van g e b r u i k e r s, die in september aan de minister hun rapport moesten bezorgen ?
3. In welke mate werden op grond hiervan door de minister reeds stappen ondernomen, o n d e r meer ook wat tarieven voor dienstverlening aan jonge gezinnen betreft ?
Er is reeds herhaaldelijk gesteld dat de drempel in de gezinshulp voor jonge gezinnen te hoog ligt (zeker in vergelijking met PWA , p r i v a t e m a r k t , ...) (PWA : plaatselijk werkgelegenheids-agentschap).
Antwoord
1. De uitbouw van de nieuwe voorziening "logis-tieke hulp en aanvullende thuiszorg" is gestart op 1 januari 2001 met de regularisatie van de poets-, klusjes- en oppasdiensten van het DAC. In eerste instantie zullen we de komende maan-den op zoek gaan naar een degelijk financie-ringsmodel voor deze voorzieningen. Eens dit gerealiseerd werken we, samen met de verte-genwoordigers van deze sector, verder aan de n o d i g e decreetswijziging en het functionele uit-v o e r i n g s b e s l u i t . Dit uituit-voeringsbesluit is
ge-pland om in werking te treden op 1 januari 2003.
2. De belangrijkste bevindingen uit de verschillen-de rapporten kunnen als volgt worverschillen-den samenge-vat :
– de huidige bijdrageregeling wordt door de gebruiker als ondoorzichtig en bureaucra-tisch ervaren, deels door een gebrek aan openheid en gebrekkige informatieverlening vanwege de dienstverleners, deels door de ingewikkeldheid van het systeem zelf; – ook wordt de objectiviteit van dit systeem
door de gebruiker te laag ingeschat veel pa-rameters in de bijdragebepaling tot de be-voegdheid van de dienst behoren;
– het kortingssysteem wordt als mantelzorgon-vriendelijk ervaren;
– het inkomensgerelateerd zijn van de bijdrage wordt door een overgroot deel van de ge-bruikers als rechtvaardig ingeschat;
– met betrekking tot de hoegrootheid van de gebruikersbijdrage is er geen eenduidig standpunt uit de ingediende evaluaties af te l e i d e n . Eén verslag stelt dat de bijdrage voor tweeverdienergezinnen te hoog wordt erva-r e n , een andeerva-r veerva-rslag stipuleeerva-rt daaerva-rentegen dat de gebruikers met een hoog inkomen "niet ervaren dat zij het meest gebukt gaan onder een te zware bijdrage". Eén verslag stelt dat de bovengrens op het vlak van bij-drage bereikt is, een ander verslag vermeldt dat slechts bij 15 % van de gebruikers de hulpvraag zou dalen bij een stijgende bijdra-ge.
3. Er werden tot op heden nog geen stappen on-dernomen om de bijdragebepaling in de gezins-zorg te herzien.
De soms tegenstrijdige resultaten van de ver-schillende evaluaties nopen in eerste instantie tot verder onderzoek.