Vraag nr. 142 van 27 april 2001
van mevrouw SONJA BECQ Heffing leegstand – Halle-Vilvoorde
1. Zijn er cijfers beschikbaar van de gewestelijk en gemeentelijk geïnventariseerde leegstaande/ verkrotte woningen in het arrondissement H a l l e-Vilvoorde ? Graag een overzicht per ge-meente.
2. Hoe ziet de evolutie van de jongste jaren eruit ? Met andere woorden, is er een stijging dan wel een daling van de leegstand/verkrotting ? Wat is de reden van de stijging/daling ? Is er een kwali-teitsverbetering van woningen vast te stellen ? 3. Is er een onderscheid vast te stellen naargelang
de gemeente dan wel het gewest zorgt voor de inventarisatie ? Graag een overzicht per ge-m e e n t e, ge-met verge-melding of het oge-m een gege-meen- gemeen-telijke dan wel een gewesgemeen-telijke inventaris gaat. 4. Hoeveel gebouwen/woningen vallen onder a)
l e e g s t a n d , b) onbewoonbaar en c) ongeschikt/ verwaarloosd ?
5. Werden in het arrondissement Halle-Vi l v o o r d e vrijstellingen/schorsingen genoteerd ? Wat was de reden ? Liggen deze aantallen verhoudings-gewijze hoger of lager dan in andere arrondisse-menten ?
6. Hoeveel bezwaarschriften tegen de heffing zijn nog lopende voor het arrondissement in kwes-tie ? Wat is het percentage van de bezwaar-schriften die door de administratie werden aan-vaard ? Is er een verschil naargelang het om een gemeentelijke dan wel een gewestelijke inventa-ris gaat ? Liggen deze aantallen hoger of lager dan in andere arrondissementen ?
Antwoord
In de beleidsnota is aangekondigd dat de strijd tegen de leegstand en verkrotting onverminderd dient te worden voortgezet (Beleidsnota V l a a m s Woonbeleid 1999-2000 ; Stuk 143 (1999-2000) – nr. 1 ,b l z . 7 – red.). Aan de administratie werd de op-dracht gegeven een algemene evaluatie van de ge-westelijke heffing op te maken. Het rapport is mo-menteel afgerond en zal eerstdaags worden voor-gelegd aan de leden van de Vlaamse regering.
In het rapport worden zowel algemene cijfers voor het volledige Vlaamse gewest, als detailmatige cij-fers per gemeente weergegeven. Deze detailmatige cijfers zijn uitgesplitst naar de soort van vaststelling en geven een overzicht van de activiteiten tijdens de jaren 1997 tot en met 2000. Als b i j l a g e wordt het overzicht van het arrondissement Halle-Vi l v o o r d e gevoegd.
In de bijlage worden tevens de gemeentelijke in-ventarisbeheerders opgegeven. Normaliter zijn er geen noemenswaardige verschillen tussen de ge-meentelijke en de gewestelijke inventarisbeheer-d e r s, zeker niet wanneer een grotere stainventarisbeheer-d als inven-tarisbeheerder optreedt. Wel kan voor het betrok-ken arrondissement worden vastgesteld dat in indi-viduele cases een aantal gemeentelijke inventaris-beheerders veeleer een minimalistische invulling geven aan het beheer.
M . b. t . de vrijstellingen/schorsingen en het aantal administratieve bezwaren zijn geen detailmatige cijfers beschikbaar. Voor het volledige Vlaamse ge-west werden, ten opzichte van de totaliteit aan geïnventariseerde panden, 40 % vrijstellingen en schorsingen verleend. Naar de aard van de vrijstel-ling en schorsing wegen voornamelijk de renovatie en de verkoop van het goed door. Het stelsel van de vrijstellingen en schorsingen strekt ertoe de sanctionering niet op een absolute wijze te moeten v o e r e n . Op deze manier wordt een beleidsrelevan-te nuancering aangebracht.
Het instrumentarium heeft ongetwijfeld zijn maat-schappelijk nut. In het vermelde rapport wordt aangetoond dat de heffing een preventieve en cu-ratieve werking heeft. Naarmate de heffing bij de actoren meer doorwerkt en de particulieren de heffing als beleidsinstrument ruimer kennen, zal te-vens de effectiviteit van het instrument toenemen. Ook in het evaluatierapport van de Vlaamse rege-ring inzake de Vlaamse fiscaliteit wordt tot deze conclusie gekomen.