• No results found

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Onderzoek naar de kwaliteitsverbetering bij. "Kon.Wilhelmina"

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Onderzoek naar de kwaliteitsverbetering bij. "Kon.Wilhelmina""

Copied!
13
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

RAPPORT VAN BEVINDINGEN

Onderzoek naar de kwaliteitsverbetering bij

"Kon.Wilhelmina"

Plaats : Amersfoort

BRIN-nummer : 14RD

Onderzoeksnummer : 123543

Datum schoolbezoek : 29 september 2011 Rapport vastgesteld te Utrecht op 24 november 2011

(2)
(3)

Inhoud

1 Inleiding 5

2 Bevindingen 7

3 Toezichtarrangement 13

(4)
(5)

1 Inleiding

De Inspectie van het Onderwijs heeft op 29 september 2011 een onderzoek naar de kwaliteitsverbetering uitgevoerd op SBO Koningin Wilhelmina School te Amersfoort.

Daarbij is gekeken naar de kwaliteit van het onderwijs en naar naleving van wet- en regelgeving. De aanleiding voor dit onderzoek was het volgende.

Tijdens het onderzoek naar de kwaliteitsverbetering dat is uitgevoerd op 28 september 2010 stelde de inspectie nog steeds tekortkomingen vast in het onderwijsleerproces op de Koningin Wilhelmina School. Deze zijn beschreven in het inspectierapport dat is vastgesteld op 15 november 2010. De kwaliteit van het onderwijs is wederom als zwak beoordeeld en de inspectie heeft haar geïntensiveerde toezicht gehandhaafd. Om na te gaan of de eerder vastgestelde tekortkomingen zijn opgeheven en de kwaliteit van het onderwijs weer

voldoende is, heeft de inspectie nu een afsluitend onderzoek naar de kwaliteitsverbetering uitgevoerd.

Conform de uitgangspunten van het programmatisch handhaven onderzoekt de inspectie tevens standaard of wordt voldaan aan bepaalde wettelijke

voorschriften.

Toezichthistorie

De inspectie heeft op 3 april 2006 een kwaliteitsonderzoek uitgevoerd op de Koningin Wilhelmina School. Uit dat onderzoek kwam naar voren dat de kwaliteit van het onderwijs op onderdelen onvoldoende was. Om die reden is op 28 oktober 2008 opnieuw een onderzoek uitgevoerd, maar ook uit dat onderzoek bleek opnieuw dat op verschillende onderdelen de kwaliteit onvoldoende was.

Het betrof cruciale indicatoren in de begeleiding, het didactisch handelen en de leerlingenzorg van de school. De school is daarom in een traject van

geïntensiveerd toezicht geplaatst. Dit traject is vastgelegd in een toezichtplan waarin afspraken zijn opgenomen voor een voortgangsgesprek. Op 8 april 2010 heeft het voortgangsgesprek plaatsgevonden, gevolgd door een onderzoek naar de kwaliteitsverbetering op 28 september 2010. De conclusie van de inspectie was dat de school op onderdelen de kwaliteit van haar onderwijs heeft

verbeterd, maar nog niet zodanig dat de inspectie kon overgaan tot een basisarrangement.

Vervolgens heeft het bestuur op 29 april 2011 een voortgangsrapportage aan de inspectie gestuurd, waaruit bleek dat belangrijke verbeteringen waren

doorgevoerd. De inspectie heeft op het voortgangsrapport schriftelijk gereageerd en daarbij nog enkele accenten aangegeven waarop verbetering mogelijk was.

Onderzoeksopzet

Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten:

• Een controle van de aanwezigheid van de schoolgids, het schoolplan en het zorgplan bij de inspectie.

• Een toets op de aanwezigheid van informatie over enkele wettelijke verplichte onderdelen in de schoolgids, het schoolplan en het zorgplan.

• Een controle op de onderwijstijd die de school heeft gepland.

• Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn.

(6)

Onderzoek naar kwaliteitsverbetering "Kon.Wilhelmina" | 29 september 2011

pagina 6 van 13

• Analyse van documenten die betrekking hebben op zelfevaluatie- activiteiten van de school en van andere documenten die de school voorafgaand aan het schoolbezoek heeft toegestuurd of tijdens het onderzoek beschikbaar heeft gesteld.

• Schoolbezoek, waarbij in een aantal groepen de onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van lessen Nederlandse taal en rekenen en wiskunde. Deze lesbezoeken vonden plaats in de groepen MB1, MB2, MB3, MB4, BB1 en BB2.

• Gesprekken met de directie en de intern begeleiders over de kwaliteit van de indicatoren.

• Een gesprek met de leerlingen en de leraren.

• Een eindgesprek met de directie en een vertegenwoordiging van het bevoegd gezag, na afloop van het schoolbezoek.

Tijdens het onderzoek beoordeelde de inspectie indicatoren van de volgende aspecten: Opbrengsten, leerstofaanbod, leertijd, didactisch handelen, afstemming, begeleiding, leerlingenzorg, kwaliteitszorg en voorwaarden voor kwaliteitszorg.

Toezichtkader

De inspectie heeft zich bij haar onderzoek onder andere gebaseerd op het Toezichtkader po/vo 2011 en de notitie Analyse en waarderingen van opbrengsten primair onderwijs. Beide documenten zijn te vinden op www.onderwijsinspectie.nl.

Opbouw rapport

In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek naar de

onderwijskwaliteit en de wettelijke vereisten. Dit wordt gevolgd door een beschouwing waarin het oordeel van de inspectie wordt toegelicht en waar mogelijk de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven. Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer.

(7)

2 Bevindingen

2.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel

In onderstaande tabellen vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit

onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid.

De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs 2011. Indicatoren die bij een kwaliteitsonderzoek de doorslag geven of een school (zeer) zwak is, de zogeheten normindicatoren, zijn

gemarkeerd met een asterisk. Voor een overzicht van alle normindicatoren zie het Toezichtkader po/vo 2011 op www.onderwijsinspectie.nl. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is.

Legenda:

1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed

5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten)

Daarnaast heeft de inspectie enkele controles uitgevoerd op bepaalde standaard gecontroleerde wettelijke voorschriften. Of de school wel of niet voldoet aan deze wettelijke vereisten wordt tot uitdrukking gebracht met de score 'ja' of 'nee'.

Kwaliteitsaspect 1 Opbrengsten

1 2 3 4 5

1.1 * (SBO) De resultaten van de leerlingen aan het eind van de speciale basisschool liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.

z

Kwaliteitsaspect 2 Leerstofaanbod

1 2 3 4

2.1 * Bij de aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde betrekt de school alle kerndoelen als te

bereiken doelstellingen. z

2.2 * De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met

het niveau van leerjaar 8. z

2.4 * De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerlinggewicht biedt bij Nederlandse taal leerinhouden aan die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand.

z

Kwaliteitsaspect 3 Tijd

1 2 3 4

3.1 De leraren maken efficiënt gebruik van de geplande

onderwijstijd. z

(8)

Onderzoek naar kwaliteitsverbetering "Kon.Wilhelmina" | 29 september 2011

pagina 8 van 13

Kwaliteitsaspect 5 Didactisch handelen

1 2 3 4

5.1 * De leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof. z 5.2 * De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. z 5.3 * De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten. z 5.7 De leraren geven de leerlingen feedback op hun leer- en

ontwikkelingsproces. z

Kwaliteitsaspect 6 Afstemming

1 2 3 4

6.2 De leraren stemmen de instructie af op verschillen in

ontwikkeling tussen de leerlingen. z

Kwaliteitsaspect 7 Begeleiding

1 2 3 4

7.1 * De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de

prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. z

7.2 De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in

de ontwikkeling van de leerlingen. z

7.3 * (SBO) De school stelt bij plaatsing voor iedere leerling een

ontwikkelingsperspectief vast. z

7.4 * (SBO) De school volgt of de leerlingen zich ontwikkelen conform het ontwikkelingsperspectief en maakt naar aanleiding

hiervan beredeneerde keuzen. z

Kwaliteitsaspect 8 Zorg

1 2 3 4

8.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt

de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen. z

8.3 * De school voert de zorg planmatig uit. z

8.4 De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg. z Kwaliteitsaspect 9 Kwaliteitszorg

1 2 3 4

9.1 De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar

leerlingenpopulatie. z

9.2 De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen. z 9.3 De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces. z 9.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. z 9.5 De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces. z 9.6 De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de

gerealiseerde onderwijskwaliteit. z

Kwaliteitsaspect 10 Voorwaarden voor kwaliteitszorg

1 2 3 4

10.1 De schoolleiding stuurt de schoolontwikkeling inclusief de

kwaliteitszorg aan. z

10.2 De schoolontwikkeling is verbonden met de visie op onderwijs,

zoals geformuleerd in het schoolplan. z

10.3 De schoolleiding zorgt voor een professionele schoolcultuur. z

(9)

Naleving wet- en regelgeving

ja nee NT1A De inspectie is in het bezit gesteld van de geldende schoolgids (art. 16,

lid 2 en 3, WPO). z

NT1B In de schoolgids is informatie opgenomen over een of meer standaard

gecontroleerde onderdelen (art. 13 WPO). z

NT2A De inspectie is in het bezit gesteld van het geldende schoolplan (art. 16,

lid 1 en 3, WPO). z

NT2B In het schoolplan is informatie opgenomen over een of meer standaard

gecontroleerde onderdelen (art. 12 WPO). z

NT3A De inspectie is in het bezit gesteld van het geldende zorgplan (art. 19, lid

3, WPO). z

NT3B In het zorgplan is informatie opgenomen over een of meer standaard

gecontroleerde onderdelen (art. 19, lid 2, WPO). z

NT4A Er is voldoende onderwijstijd geprogrammeerd om te kunnen voldoen aan de daarvoor gestelde minima (art. 8, lid 7 onder b, WPO). z NT4B Er is maximaal zevenmaal een onvolledige schoolweek geprogrammeerd voor de groepen 3 t/m 8 (artikel 8, lid 7 onder b, WPO). z

(10)

Onderzoek naar kwaliteitsverbetering "Kon.Wilhelmina" | 29 september 2011

pagina 10 van 13

2.2 Beschouwing Algemeen beeld

Het onderwijs op de Koningin Wilhelmina School is zodanig verbeterd, dat de inspectie de onderwijskwaliteit als voldoende beoordeelt.

Tijdens het onderzoek in september 2010 waren al enkele verbeteringen zichtbaar. Deze verbeteringen hebben een goed vervolg gekregen en zijn nu beter ingebed in de organisatie van de school. De ontwikkelingsperspectieven (OPP) die vorig jaar zijn opgesteld, zijn in tegenstelling tot het vorige inspectie onderzoek (2010) richtinggevend voor de organisatie van het onderwijs en zorgen er mede voor dat de school meer opbrengstgericht werkt.

De leerlingenzorg is op een planmatige manier georganiseerd, beschreven in onder andere hulpplannen en de gekozen interventie is voldoende gebaseerd op een analyse van de onderliggende gegevens. Ook in het didactisch handelen van de leraren is een zodanige verbetering te zien dat de inspectie de uitleg van de leerstof door de leraren als voldoende beoordeelt.

In de lessen is echter de instructie nog niet voldoende effectief afgestemd op de verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. De school kan onvoldoende verantwoorden dat met name de methodegebonden toetsen geanalyseerd zijn om vervolgens het onderwijs af te stemmen op de ontwikkeling van de

leerlingen.

De volgende stap in de verbetering van de onderwijskwaliteit op de Koningin Wilhelmina School is het planmatig uitwerken van de leerlijnen. Hetgeen nodig is om de begeleiding van de leerlingen nauwkeuriger te laten aansluiten bij hun ontwikkeling. Het ontwikkelingsperspectief dat de school per leerling schetst, kan daarmee beter worden uitgelijnd.

Hoewel de school niet op alle onderdelen al voldoende kwaliteit levert, geeft de ingezette schoolontwikkeling en de inbedding van de verbeteringen in de schoolorganisatie voldoende vertrouwen. Ook heeft de inspectie doorgevoerde verbeteringen van de kwaliteitszorg geconstateerd, maar deze zijn op enkele onderdelen nog te recent van aard om als voldoende te kunnen worden beoordeeld.

Hieronder volgt een toelichting op het oordeel.

Toelichting

Opbrengsten

De Inspectie van het Onderwijs is op dit moment nog niet in staat om op basis van de uitstroom of de ontwikkelingsperspectieven te beoordelen of de

leeropbrengsten in lijn zijn met de mogelijkheden van de leerlingen. Zij geeft dan ook nog geen oordeel over de resultaten van de school.

Met betrekking tot de opbrengsten constateert de inspectie een dubbel beeld.

Enerzijds lijkt de uitspraak gerechtvaardigd dat de school in onvoldoende mate uit de leerling haalt wat erin zit. De leeropbrengsten voor begrijpend lezen en rekenen lijken niet overeen te komen met wat van deze groep schoolverlaters verwacht mag worden. Anderzijds lijken de leerlingen wel uit te stromen naar een vervolgschooltype dat in overeenstemming is met hun mogelijkheden. Dit beeld verdient nadere aandacht van de school. De inspectie baseert deze uitspraak op een grofmazige analyse van de uitstroomgegevens over het

schooljaar 2010-2011. De inspectie maakt hierbij echter een voorbehoud, omdat eerdere schooljaren niet zijn geanalyseerd. Gezien de beperktheid van de analyse kunnen geen stevige uitspraken worden gedaan. Bovendien hebben de leerlingen die vorig jaar zijn uitgestoomd nog niet veel kunnen profiteren van de recent ingezette kwaliteitsverbeteringen.

(11)

Leerstofaanbod

Op alle drie de onderzochte onderdelen is de inspectie van oordeel dat het leerstofaanbod van de Koningin Wilhelmina School van voldoende kwaliteit is. De school werkt met eigentijdse methoden en realiseert het aanbod tot en met leerjaar 8 voor leerlingen die dat volgens de inschatting van de school aan kunnen. Toch wil de inspectie twee kanttekeningen noemen. Hoewel de school voor technisch lezen dit schooljaar de nodige aanpassingen heeft doorgevoerd met Ralfi- en Connect lezen, is het verstandig dat de school nagaat of het aanbod voor voortgezet technisch lezen in voldoende mate een doorgaande lijn vertoont. Ook de leerlijn voor woordenschatonderwijs en woordenschatdidactiek moet op die wijze bezien worden.

Didactiek

De uitleg is verbeterd ten opzichte van het inspectieonderzoek (2010) en is nu van voldoende kwaliteit. De leraren realiseren daarbij een taakgerichte

werksfeer en weten de leerlingen voldoende bij de lessen te betrekken. Er heerst orde en rust binnen de school. Wat betreft de procesgerichte feedback is de inspectie van mening dat daarbij nog te veel verschillen tussen de leraren zijn waargenomen. Niet alle leraren geven voldoende feedback op de wijze waarop de antwoorden tot stand zijn gekomen en welke oplossingsstrategieën daarbij zijn toegepast. Ook is er geen interactie tussen de leerlingen onderling hoe zij tot oplossingen zijn gekomen.

Ontwikkelingsperspectief, begeleiding en leerlingenzorg

Voor alle leerlingen heeft de school een ontwikkelingsperspectief opgesteld met daarin een uitstroomverwachting. In het ontwikkelingsperspectief is voor verschillende vakgebieden ook aangegeven welke ontwikkelingsgroei verwacht wordt voor de perioden van een half jaar. Deze OPP's spelen een belangrijke rol bij het opstellen van de groepsplannen. Daarbij zijn de leerlingen geclusterd en in fasen ingedeeld. Met dit systeem heeft de school de begeleiding voldoende georganiseerd. Ook is in dit systeem de remediërende zorg voor leerlingen, die dat nodig hebben, planmatig weggezet. De leerlingen waarvan de ontwikkeling stagneert, worden na een analyse extra ondersteund. Deze ondersteuning is beschreven in hulpplannen en vindt plaats op van te voren vastgestelde tijden, zoals in de hulpplanuren in de middag.

Het volgen van de leerlingen is in tegenstelling tot het inspectierapport 2010 nu ook voldoende gegarandeerd met methodegebonden toetsen en veel recent aangeschafte methode onafhankelijke toetsen. Daarnaast wil de school in januari 2012 de woordenschat met een onafhankelijke toets meten. De volgende stap is om de toetsgegevens optimaal te benutten om zo het onderwijs beter af te stemmen op de verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. Daarvoor zijn echter gedegen afspraken nodig op welke manier met name de

methodegebonden toetsen worden geanalyseerd, en op welke wijze de analyse en de conclusies daaruit worden vastgelegd. Het gaat daarbij vooral over de consequenties die getrokken moeten worden om de instructie van de lesstof effectiever te maken (indicator 6.2). Nu beoordeelt de inspectie zowel de afstemming van de instructie als de analyse van de toetsen als onvoldoende (indicator 7.2).

(12)

Onderzoek naar kwaliteitsverbetering "Kon.Wilhelmina" | 29 september 2011

pagina 12 van 13

Hoewel de school werkt met realistische ontwikkelingsperspectieven, kan de school nog niet laten zien dat ontwikkelingsperspectieven beredeneerd zijn aangepast indien het einddoel voor een leerling niet haalbaar blijkt (indicator 7.4). Daardoor heeft de inspectie deze indicator nog als onvoldoende

beoordeeld. Als rode draad heeft de school nu nog gekozen om de leerstof op lagere niveaus en vervolgens in een lager tempo aan te bieden bij leerlingen met een ontwikkelingsachterstand, waardoor de leerinhoud van de hogere leerjaren slechts aan weinig leerlingen wordt aangeboden. Het didactisch leeftijdequivalent (dle) bepaalt in belangrijke mate in welke fase een leerling ingedeeld wordt. De fase correspondeert namelijk met het leerstofaanbod van de bijbehorende didactische leeftijd. In de toekomst wil de school de leerlijnen nadrukkelijker uitwerken, waardoor de leerdoelen in de groepsplannen veel inhoudelijke beschreven kunnen worden. Daarbij is het van groot belang dat niet de leeropbouw van de gekozen methode leidend is, maar dat de school

beredeneerde keuzes maakt en een opbouwend leerstofaanbod kiest dat past bij het ontwikkelingsperspectief van een leerling. Hetgeen voor leerlingen kan betekenen dat verschillende elementen van een methode worden overgeslagen en/of op andere manieren worden aangeboden of onderdelen extra aandacht moeten krijgen. Op die manier wordt niet het aanbieden van alle leerstof uit de methode een doel op zich, maar het samenstellen van een beredeneerd

inhoudelijk aanbod per leerling om de gestelde doelen voor de leerling te bereiken.

Kwaliteitszorg en aansturing van kwaliteitszorg

Vooral het laatste jaar heeft de school geïnvesteerd om de kwaliteitszorg te verbeteren. De kenmerken van de schoolpopulatie zijn in kaart gebracht, waardoor de organisatie beter kan aansluiten bij de onderwijsbehoeften van de populatie. Ook de resultaten van de leerlingen, de groepsgemiddelden en schoolgemiddelden spelen meer en meer een rol bij de keuzes die de school in haar schoolontwikkeling maakt. Het systeem van evalueren van de verschillende domeinen van onderwijzen en leren is echter nog niet voldoende ingebed in de organisatie. De school evalueert wel al verschillende aspecten van het

onderwijzen, maar dit is nog te recent ingevoerd om al te spreken van een voldoende structureel en cyclisch systeem van kwaliteitszorg. Met name de terugkoppeling van de bevindingen naar de teamleden en het betrekken van de teamleden bij de kwaliteitszorg heeft nog onvoldoende plaatsgevonden. Om die reden is de inspectie ook van oordeel dat de schoolleiding de schoolontwikkeling nog onvoldoende aanstuurt vanuit de kwaliteitszorg.

Ook is de inspectie van oordeel dat de borging van de recent ingezette

verbeteringen grondiger moet. De huidige manier van werken moet verankerd worden in de school en eigen gemaakt worden door alle teamleden, voordat sprake is van geborgde onderwijskwaliteit.

Tot slot is de verantwoording van de bereikte verbeteringen en de bereikte schoolresultaten naar de ouders toe geen gemeengoed op de school.

(13)

3 Toezichtarrangement

Kwaliteit

De Inspectie van het Onderwijs kent aan de SBO Koningin Wilhelmina School het basisarrangement toe. De kwaliteit van het onderwijs is weer voldoende. Dit betekent dat de school niet langer onder intensief toezicht valt.

Naleving

De inspectie concludeert tevens dat er geen tekortkomingen zijn in de naleving van de wettelijke voorschriften die zijn gecontroleerd.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

1.2* De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van

Om na te gaan of de eerder vastgestelde tekortkomingen zijn opgeheven en de kwaliteit van het onderwijs weer voldoende is, heeft de inspectie nu een afsluitend onderzoek naar

1.2* De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van

Hierdoor is de uitvoering van de planmatige zorg nog niet voldoende, omdat niet voor alle leerlingen die daadwerkelijk zorg nodig hebben deze hulp ook

De school realiseert zich dat het begrijpend lezen in de school meer aandacht nodig heeft en zet zich in om achterstanden op dit terrein weg te werken..

De inspectie stelde naar aanleiding van dit onderzoek vast (rapport vastgesteld op 6 januari 2015) dat de opbrengsten weliswaar voldoende waren, maar dat de onderwijskwaliteit op

Leraren geven aan meer kennis te hebben van leerlijnen en beter in staat te zijn het onderwijs af te stemmen op wat de leerlingen nodig hebben.. Er heerst een professionele

Om na te gaan of de eerder vastgestelde tekortkomingen zijn opgeheven en de kwaliteit van het onderwijs weer voldoende is, hebben wij nu een afsluitend onderzoek naar