• No results found

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING. basisschool Er-Risèlèh

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING. basisschool Er-Risèlèh"

Copied!
15
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING

basisschool Er-Risèlèh

Plaats : Leiden

BRIN nummer : 24DH|C1

Onderzoeksnummer : 293465 Datum onderzoek : 20 juni 2017 Datum vaststelling : 20 oktober 2017

(2)
(3)

1 INLEIDING . . . 5

2 EINDOORDEEL . . . 7

3 TOELICHTING . . . 8

5 OPZET VAN HET ONDERZOEK . . . 15

INHOUDSOPGAVE

(4)
(5)

De Inspectie van het Onderwijs heeft op 20 juni 2017 een onderzoek naar kwaliteitsverbetering uitgevoerd op basisschool Er-Risèlèh. Daarbij is gekeken naar de kwaliteit van het onderwijs en naar naleving van wet- en regelgeving.

De aanleiding voor dit onderzoek was het volgende.

Tijdens het kwaliteitsonderzoek dat is uitgevoerd op 30 september 2014 stelden wij tekortkomingen vast in het onderwijsleerproces op basisschool Er-Risèlèh.

Deze zijn beschreven in het inspectierapport dat is vastgesteld op 6 januari 2015. De kwaliteit van het onderwijs is toen als zwak beoordeeld en wij hebben ons toezicht geïntensiveerd. Om na te gaan in hoeverre de eerder vastgestelde tekortkomingen zijn opgeheven en de kwaliteit van het onderwijs weer

voldoende is, hebben wij nu een onderzoek naar de kwaliteitsverbetering uitgevoerd.

Conform de uitgangspunten van het programmatisch handhaven onderzoeken wij tevens standaard of wordt voldaan aan bepaalde wettelijke voorschriften.

Toezichthistorie

Op 10 juli 2014 voerde de inspectie een stelselonderzoek uit op de school.

Vanwege mogelijke risico's is het stelselonderzoek omgezet in een

kwaliteitsonderzoek, dat plaast vond op 30 september 2014. De inspectie stelde naar aanleiding van dit onderzoek vast (rapport vastgesteld op 6 januari 2015) dat de opbrengsten weliswaar voldoende waren, maar dat de onderwijskwaliteit op tal van gebieden onvoldoende was (het aanbod, het didactisch handelen van de leraren en de zorg en begeleiding). De inspectie kende daarop het

arrangement zwak aan de school toe, waarop met het bestuur

prestatieafspraken zijn gemaakt, die zijn vastgelegd in een toezichtplan.

Vervolgens is conform de met het bestuur gemaakte afspraken een

voortgangsgesprek gehouden op 19 maart 2015 en is een onderzoek naar de kwaliteitsverbetering op 11 juni 2015 uitgevoerd, waarvan het rapport op 16 oktober 2015 is vastgesteld. In dat onderzoek stelde de inspectie vast dat de school er onvoldoende in geslaagd was om zich te verbeteren en bleef het arrangement zwak gehandhaafd. Daarop is opnieuw een afspraak met het bestuur gemaakt en wel dat in juni 2016 de kwaliteit weer van voldoende niveau zou zijn. Om de voortgang te monitoren is op 7 maart 2016 wederom een voortgangsgesprek gehouden en op 30 juni 2016 een onderzoek naar kwaliteitsverbetering. Opnieuw bleek dat de kwaliteit van het onderwijs nog altijd onvoldoende was op veel onderdelen en werd daarom het arrangement

INLEIDING

1

(6)

zeer zwak toegekend. In een nieuw toezichtplan werden afspraken gemaakt om de voortgang verder te monitoren. Na een laatste voortgangsgesprek in maart 2017, is nu opnieuw een onderzoek naar kwaliteitsverbetering gehouden.

(7)

Kwaliteit

De kwaliteit van het onderwijs is verbeterd, maar vertoont op onderdelen nog tekortkomingen. De kwaliteit van het onderwijs is niet meer zeer zwak.

Daarom wijzigen wij het eerder toegekende arrangement van zeer zwak naar zwak. Volgens de beslisregels komt de school in aanmerking voor het

basisarrangement. Gezien de lange toezichthistorie waarin weinig verbetering werd geconstateerd, de kwetsbaarheid van de ingevoerde verbeteringen en het feit dat er met een interim intern begeleider en een interim directeur nog onvoldoende continuïteit is, blijft de school echter nog onder toezicht.

Belangrijkste bevindingen

De school realiseert voldoende eindresultaten. Ook de overige onderzochte indicatoren van het onderwijsleerproces en de kwaliteitszorg zijn overwegend als voldoende beoordeeld. Hiermee heeft de school een mooie verbetering laten zien in de kwaliteit van haar onderwijs. Zowel de directie als de leraren hebben zich ingezet voor een kwaliteitsverbetering, daarbij gesteund door externen. De verbetering is zichtbaar in het didactisch handelen, de sfeer op school en de professionele cultuur in het team. Verbetering is nog nodig in de afstemming van de instructie en de planmatige uitvoering van de zorg. De school is zich dit bewust en heeft hiervoor verbetermaatregelen genomen die het komend schooljaar zullen worden uitgevoerd.

EINDOORDEEL

2

(8)

Hieronder staan de indicatoren die in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs 2012. Indicatoren die bij een kwaliteitsonderzoek de doorslag geven of een school (zeer) zwak is, de zogeheten normindicatoren, zijn gemarkeerd met een asterisk. Voor een overzicht van alle normindicatoren zie het Toezichtkader po/vo 2012 op www.onderwijsinspectie.nl. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator

gerealiseerd is.

Legenda:

1. zeer zwak 2. zwak 3. voldoende 4. goed

5. niet te beoordelen

Het oordeel over de eindopbrengsten is voldoende. We kijken hiervoor naar het gemiddelde eindresultaat van de laatste drie jaar. In ten minste één van de drie jaren moet de score op of boven de ondergrens liggen voor scholen met een vergelijkbare leerlingenpopulatie. Dat is het geval: in de jaren 2015, 2016 en 2017 lagen de gemiddelde scores van groep 8 boven de ondergrens. In groep 8 zijn geen leerlingen die een eigen leerlijn volgen en daarom is indicator 1.4 niet beoordeeld.

TOELICHTING 3

Opbrengsten

Opbrengsten 1 2 3 4 5

• 1.1* De resultaten van de leerlingen aan het eind van de

basisschool liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.

1.4 Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden.

1.5 De sociale competenties van de leerlingen liggen op een niveau dat mag worden verwacht.

(9)

De school maakt gebruik van actuele methoden waarmee zij de kerndoelen tot en met groep 8 aanbiedt. De leerinhouden voor Nederlandse taal en rekenen/

wiskunde worden aan voldoende leerlingen tot en met het niveau van groep 8 aangeboden. Het aanbod in de onderbouw is versterkt door meer aandacht te besteden aan woordenschat en mondelinge taalvaardigheid. Er zijn

ouderbijeenkomsten gepland waarbij ouders handvatten krijgen kinderen thuis te ondersteunen in woordenschat en taal. Ook in de overige groepen hebben veel leerlingen behoefte aan een extra taalaanbod. Er zijn afspraken gemaakt over het aantal woorden die leraren aanbieden en die zichtbaar zijn op de woordmuur. Ook besteden leraren bij de zaakvakken en begrijpend lezen/

luisteren aandacht aan woordenschat. Om de twee weken worden de woorden geconsolideerd en gecontroleerd en kunnen weer nieuwe woordclusters opgehangen worden. De taalmethode die de school twee jaar geleden heeft ingevoerd, hebben de leraren zich inmiddels eigen gemaakt en zij zijn geschoold in de verschillende leerlijnen. Voor de vakgebieden woordenschat, spelling en rekenen en wiskunde zetten leraren ict-middelen in. Leerlingen geven aan dat de apparatuur die hiervoor in gebruik is vaak langzaam werkt, tegelijkertijd geven zij ook aan dat zij de nieuwe taalmethode leuk vinden. Tenslotte maakt de school gebruik van een methode om de sociale competenties aan te bieden en te meten.

Leerstofaanbod

Leerstofaanbod 1 2 3 4

• 2.1* Bij de aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal en

rekenen en wiskunde betrekt de school alle kerndoelen als te bereiken doelstellingen.

2.2* De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8.

2.4* De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerlinggewicht biedt bij Nederlandse taal leerinhouden aan die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand.

2.5 De school heeft een specifiek aanbod om sociale competenties te ontwikkelen.

(10)

In tegenstelling tot het oordeel tijdens het vorig kwaliteitsonderzoek, maken de leraren nu efficiënt gebruik van de onderwijstijd. De lessen beginnen op tijd, er gaat weinig tijd verloren tijdens de lessen en ouders geven aan dat leraren er op toezien dat zij de kinderen op tijd brengen.

Het efficiënte gebruik tijdens de lessen kan voor verschillende groepen leerlingen nog wel versterkt worden. Dit geldt bijvoorbeeld voor de beter- presterende leerlingen waar nu nog niet structureel instructietijd voor wordt ingeroosterd.

De school brengt regelmatig de veiligheidsbeleving van de leerlingen in de bovenbouw in kaart. Tijdens het onderzoek in 2016 werd de veiligheid als onvoldoende beoordeeld. Leerlingen voelden zich niet veilig in de school. De school heeft naar aanleiding hiervan een ‘stappenplan veiligheid’ opgesteld waarbij zij stapsgewijs de veiligheid van leerlingen verbetert en monitort door het inzetten van methoden en periodieke metingen. Ook zijn er gesprekken gevoerd met leerlingen en waar nodig, aanvullende maatregelen genomen of leraren extra begeleid in hun pedagogisch handelen. Tijdens dit onderzoek blijkt dat de veiligheidsbeleving van leerlingen verbeterd is. In het gesprek met de inspectie geven zij aan dat de sfeer beter is, zij met plezier naar school gaan en er nauwelijks sprake is van pesten.

Tijd

Tijd 1 2 3 4

3.1 De leraren maken efficiënt gebruik van de geplande • onderwijstijd.

Schoolklimaat

Schoolklimaat 1 2 3 4

4.4 De school heeft inzicht in de veiligheidsbeleving van leerlingen • en personeel en in de incidenten die zich op het gebied van sociale veiligheid op de school voordoen.

Didactisch handelen en afstemming

Didactisch handelen 1 2 3 4

• 5.1* De leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof.

5.2* De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer.

(11)

Alle drie de onderzochte indicatoren van het didactisch handelen zijn tijdens het onderzoek in 2016 als onvoldoende beoordeeld. Nu zijn ze voldoende. Hierin is dus een duidelijke verbetering zichtbaar. Naar aanleiding van de onvoldoende beoordelingen heeft de school een kwaliteitscoach en een externe coach ingeschakeld die lesbezoeken en nagesprekken bij alle leraren hebben gedaan.

De coaching richtte zich op de vakinhoudelijke en vakdidactische kwaliteit bij begrijpend lezen, woordenschat en rekenen. Naar aanleiding van de bevindingen en de feedback zijn ontwikkelafspraken gemaakt. Leraren hanteren een duidelijk klassenmanagement in de combinatiegroepen en weten een taakgerichte

werksfeer te creëren. Ook heeft de directie de formatie zodanig ingericht dat er tussen leraren sprake is van ‘maatjesleren’. Door het inzetten van coöperatieve werkvormen in de groepen 3-8, is ook zichtbaar dat leerlingen nu beter

betrokken zijn bij de les. Wel constateren we dat de betrokkenheid van leerlingen nog verder versterkt kan worden.

Door het analyseren van de toetsen, ontstaat de mogelijkheid de lessen meer af te stemmen op verschillen tussen leerlingen. Na het afnemen van de

methodetoetsen, het analyseren en evalueren hiervan stemmen de lerarende op basis van deze resultaten het aanbod en de bijbehorende

verwerkingsopdrachten af op wat de leerlingen nodig hebben. Hiermee

beoordelen wij de indicatoren 6.1 en 6.3 als voldoende. Leerlingen zijn ingedeeld in niveaugroepen en krijgen waar nodig, extra instructie. De kwaliteit van deze extra instructie is nog onvoldoende (Artikel 8, eerste lid, WPO), omdat deze zich veelal beperkt tot een herhaling van de voorgaande instructie of het samen maken van de verwerkingsopdrachten. Ook voor de beter-presterende leerlingen kan de instructie op hun eigen niveau worden versterkt. Leerlingen zelf geven aan dat zij soms te lang naar een instructie moeten luisteren omdat de ‘leraar teveel praat’.

Afstemming 1 2 3 4

• 6.1 De leraren stemmen de aangeboden leerinhouden af op

verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.

6.2 De leraren stemmen de instructie af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.

6.3 De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.

(12)

De begeleiding beoordelen wij als voldoende. Leraren volgen de ontwikkeling van de leerlingen via toetsen en observaties, nemen de toetsen volgens voorschriften af en leggen de resultaten vast. Dit stelt de school in staat om vroegtijdig stagnatie in de ontwikkeling te signaleren. Zoals hierboven vermeld, analyseren leraren de toetsen om hiermee de afstemming op verschillen tussen leerlingen te realiseren. Ook de eventuele extra zorg die leerlingen nodig hebben, leggen zij vast in groepsplannen.

De school is gestart met een nieuwe manier van werken vanwege de hoeveelheid documenten en het gebrek aan overzicht op de zorg. In een stuurgroep heeft de Er-Risèlèh, samen met een andere school, aan een nieuwe indeling gewerkt. Nu maakt het team elk jaar een groepsoverzicht ten behoeve van de overdracht en twee keer per jaar groepsplannen naar aanleiding van de methode-onafhankelijke toetsen. De weekplanning heeft nu meer de functie van een logboek waarin de leraar de voortgang bijhoudt. De leraren geven aan blij te zijn met deze nieuwe manier van werken.

De planmatige uitvoering van de zorg en de evaluatie van de geboden hulp beoordelen wij als onvoldoende (Artikel 8, eerste en vierde lid, WPO). Leraren missen nog voldoende vaardigheden om een gedegen analyse te maken en vast Begeleiding en zorg

Begeleiding 1 2 3 4

• 7.1* De school gebruikt een samenhangend systeem van

genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen.

7.2 De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen.

Zorg 1 2 3 4

• 8.1 De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig

hebben.

8.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen.

8.3* De school voert de zorg planmatig uit.

8.4 De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg.

(13)

bij de omgang met zorgleerlingen. Langzaam aan verschuift hiermee de verantwoordelijkheid van de zorg van de intern begeleider naar de leraren.

Vooral de leerlingen die een ontwikkelingsperspectief hebben of een eigen leerlijn op één of meer vakgebieden, kwamen niet goed tot hun recht. De interim intern begeleider heeft ook dit ter hand genomen waardoor voor volgend jaar de nieuwe ontwikkelingsperspectieven bijna klaar zijn.

Alle onderzochte onderdelen van de kwaliteitszorg beoordelen wij als voldoende.

Er-Risèlèh beschikt over een voldoende werkend systeem voor kwaliteitszorg.

De school evalueert met regelmaat haar kwaliteit en stelt op basis hiervan haar schoolontwikkeling vast en legt verantwoording hierover af. Allereerst heeft de school een grondige analyse van de leerlingenpopulatie gemaakt en vastgesteld welke consequenties dit heeft voor de inrichting van het onderwijs op de school.

De kenmerken van de leerlingen spelen onder andere een rol in de keuze van methoden en de bepaling van de hoeveelheid onderwijstijd voor taal. De school evalueert bovendien op een systematische wijze de resultaten van de leerlingen.

Zij maakt hierbij gebruik van trendanalyses en zoekt naar verklaringen voor de gerealiseerde resultaten. Vervolgens heeft de school een begin gemaakt met het opstellen van streefdoelen. Ook de overige onderdelen van het

onderwijsleerproces zoals het leerstofaanbod, de tijdsbesteding en het didactisch handelen van leraren worden regelmatig en systematisch geëvalueerd.

Het planmatig werken aan verbeteringen en de borging van de gerealiseerde kwaliteit vinden wij eveneens voldoende. De school heeft prioriteiten vastgesteld voor de schoolontwikkeling en voert deze op een planmatige manier uit. In het team ontstaat daarbij steeds meer een professionele cultuur. Er is afscheid genomen van een aantal leraren, de huidige leraren krijgen coaching en scholing, de zorgstructuur is onderhanden genomen en methoden en overige leermiddelen zijn aangeschaft. Voor de komende periode gaat de school verder met verbeteractiviteiten en borgt zij de gerealiseerde kwaliteit. Leraren gaan zich scholen in ‘Teach like a champion’, maar ook volgt er nog een scholing voor Kwaliteitszorg en voorwaarden voor kwaliteitszorg

Kwaliteitszorg 1 2 3 4

• 9.1 De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar

leerlingenpopulatie.

9.2 De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen.

9.3 De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces.

9.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten.

9.5 De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces.

(14)

de analyse van toetsresultaten, het geven van feedback en beeldcoaching.

Borging van nieuwe werkwijzen vindt plaats door het vastleggen ervan in schooldocumenten, uitvoeren van groepsbezoeken en inhoudelijk overleg.

Wij concluderen dat er geen tekortkomingen zijn in de naleving van de bovengenoemde wettelijke voorschriften die zijn gecontroleerd.

Overige wet- en regelgeving

Overige wet- en regelgeving Ja Nee

• NT1A De inspectie is in het bezit gesteld van de geldende schoolgids (art.

16, lid 2 en 3, WPO).

NT1B In de schoolgids is informatie opgenomen over standaard gecontroleerde onderdelen (art. 13 WPO).

NT2A De inspectie is in het bezit gesteld van het geldende schoolplan (art. 16, lid 1 en 3, WPO).

NT2B In het schoolplan is informatie opgenomen over een of meer standaard gecontroleerde onderdelen (art. 12 WPO).

NT4A Er is voldoende onderwijstijd geprogrammeerd om te kunnen voldoen aan de daarvoor gestelde minima (art. 8, lid 7 onder b, WPO).

(15)

Op 20 juni 2017 hebben de volgende onderzoeksactiviteiten plaatsgevonden:

• een documentenanalyse;

• gesprekken met verschillende groepen belanghebbenden: schoolleiding, intern begeleider, leraren, ouders en leerlingen;

• observaties van de onderwijspraktijk in alle groepen. Deze observaties hebben wij samen met observanten van de school uitgevoerd.

• een afzonderlijk telefonisch gesprek met een vertegenwoordiging van het bestuur.

We hebben een feedbackgesprek gevoerd met de schoolleiding en de intern begeleider van de school. In dit gesprek hebben we onze bevindingen en oordelen besproken en heeft de school aangegeven wat zij gaat doen met deze bevindingen.

OPZET VAN HET ONDERZOEK

5

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

1.2* De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van

De school realiseert zich dat het begrijpend lezen in de school meer aandacht nodig heeft en zet zich in om achterstanden op dit terrein weg te werken..

Leraren geven aan meer kennis te hebben van leerlijnen en beter in staat te zijn het onderwijs af te stemmen op wat de leerlingen nodig hebben.. Er heerst een professionele

Om na te gaan of de eerder vastgestelde tekortkomingen zijn opgeheven en de kwaliteit van het onderwijs weer voldoende is, hebben wij nu een afsluitend onderzoek naar

De inspectie heeft op 30 september 2008 een onderzoek uitgevoerd op de christelijke basisschool Maxima te leeuwarden om na te gaan of er sprake is van tekortkomingen in de

Bij dit OKV heeft de inspectie onderzoek gedaan naar de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs op de school door na te gaan welke concrete acties de school heeft ondernomen

In een periode van twee jaar heeft de school zich dusdanig verbeterd dat op grond van de resultaten van dit onderzoek naar kwaliteitsverbetering de inspectie alle

De Inspectie van het Onderwijs heeft op 29 september 2011 een onderzoek naar de kwaliteitsverbetering uitgevoerd op SBO Koningin Wilhelmina School te Amersfoort.. Daarbij is