• No results found

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ BASISSCHOOL DE REGENBOOG

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ BASISSCHOOL DE REGENBOOG"

Copied!
12
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

RAPPORT VAN BEVINDINGEN

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ BASISSCHOOL DE REGENBOOG

Plaats : Schijndel

BRIN-nummer : 12PC

Arrangementsnummer : 80652

Onderzoek uitgevoerd op : 22 maart 2010 Rapport vastgesteld te Eindhoven op 15 april 2010

(2)

Pagina 2 van 12

(3)

INHOUDSOPGAVE

1. INLEIDING ... 5 2. BEVINDINGEN ... 7 3. TOEZICHTARRANGEMENT ... 12

(4)
(5)

1. INLEIDING

De Inspectie van het Onderwijs heeft op 22 maart 2010 een onderzoek naar

kwaliteitsverbetering uitgevoerd op basisschool De Regenboog om na te gaan in hoeverre eerder vastgestelde tekortkomingen zijn opgeheven.

Aanleiding

Tijdens het kwaliteitsonderzoek dat is uitgevoerd op 15 mei 2008 zijn tekortkomingen vastgesteld in het onderwijsleerproces. Deze zijn beschreven in het inspectierapport dat is vastgesteld op 17 september 2008. De kwaliteit van het onderwijs is toen als zwak beoordeeld en de inspectie heeft haar toezicht geïntensiveerd.

Op 18 en 19 mei 2009 heeft de inspectie een onderzoek naar kwaliteitsverbetering (OKV) uitgevoerd om na te gaan of de eerder vastgestelde tekortkomingen waren opgeheven.

Hoewel tijdens dit OKV bleek dat de school hard had gewerkt om de kwaliteit van haar onderwijs te verbeteren, werd het toegekende – aangepaste - arrangement gehandhaafd.

De eindopbrengsten 2009 voldeden namelijk opnieuw niet aan de gestelde eisen. Met het bevoegd gezag werd afgesproken dat de onderwijskwaliteit op basisschool De Regenboog uiterlijk mei 2010 weer van voldoende niveau zou zijn en dat de inspectie opnieuw een OKV zou uitvoeren zodra de uitslag van de Eindtoets Cito 2010 bekend was.

Onderzoeksopzet

Deze rapportage over het onderzoek is gebaseerd op:

• Indicatoren uit het Toezichtkader po/vo 2009 van de inspectie. Het toezichtkader is te vinden op www.onderwijsinspectie.nl.

• Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn.

• Schoolbezoek, waarbij in een aantal groepen de onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van lessen Nederlandse taal en rekenen en wiskunde.

• Bovendien heeft de inspectie over de kwaliteit van de indicatoren gesprekken gevoerd met de directie en de intern begeleider van de school. Daarnaast heeft de inspectie een gesprek gevoerd met een aantal leraren.

• Aan het eind van het schoolbezoek heeft de inspectie de bevindingen van het onderzoek besproken met de directie en de algemeen directeur van het bevoegd gezag.

Tijdens het onderzoek zijn indicatoren beoordeeld van de volgende aspecten: opbrengsten, aanbod, didactisch handelen, begeleiding en zorg en kwaliteitszorg. Het ging vooral om indicatoren die tijdens het onderzoek in mei 2009 onvoldoende waren. Voor de overige indicatoren zijn de oordelen geverifieerd.

Opbouw rapport

In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek op het gebied van de

onderwijskwaliteit en de wettelijke voorschriften weergegeven. Dit wordt gevolgd door een beschouwing waarin tekortkomingen worden toegelicht en waar mogelijk de

schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven. Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer.

(6)
(7)

2. BEVINDINGEN

2.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel

In onderstaande tabel vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. De inspectie heeft daarnaast onderzocht of wordt voldaan aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften.

Legenda:

1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed

5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten)

Bij wet- en regelgeving is in de waardering tot uitdrukking gebracht of de school wel (ja) of niet (nee) voldoet aan de genoemde wettelijke vereisten.

Het kwaliteitsprofiel van Basisschool De Regenboog – Schijndel

Kwaliteitsaspect 1: De opbrengsten liggen op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie verwacht mag worden.

1 2 3 4 5

1.1 * De resultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.



1.2 * De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.



1.4 Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen

zich naar hun mogelijkheden. 

1.5 De sociale competenties van de leerlingen liggen op een

niveau dat mag worden verwacht. 

Kwaliteitsaspect 2: De aangeboden leerinhouden bereiden de leerlingen voor op vervolgonderwijs en samenleving.

1 2 3 4

2.1 * Bij de aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde betrekt de school alle kerndoelen als te bereiken doelstellingen.



2.2 * De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8.



2.3 De leerinhouden in de verschillende leerjaren sluiten op elkaar

aan. 

(8)

Pagina 8 van 12

Kwaliteitsaspect 3: De leraren geven de leerlingen voldoende tijd om zich het leerstofaanbod eigen te maken.

1 2 3 4

3.1 De leraren maken efficiënt gebruik van de geplande

onderwijstijd. 

Kwaliteitsaspect 4: Het schoolklimaat wordt gekenmerkt door veiligheid en respectvolle omgangsvormen.

1 2 3 4

4.7 Het personeel van de school zorgt ervoor dat de leerlingen op

een respectvolle manier met elkaar en anderen omgaan. 

Kwaliteitsaspect 5: De leraren leggen duidelijk uit, organiseren de onderwijsactiviteiten efficiënt en houden de leerlingen taakbetrokken.

1 2 3 4

5.1 * De leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof.  5.2 * De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer.  5.3 * De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten. 

Kwaliteitsaspect 6: De leraren stemmen aanbod, instructie, verwerking en onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.

1 2 3 4

6.1 De leraren stemmen de aangeboden leerinhouden af op

verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. 

6.2 De leraren stemmen de instructie af op verschillen in

ontwikkeling tussen de leerlingen. 

6.3 De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen

in ontwikkeling tussen de leerlingen. 

6.4 De leraren stemmen de onderwijstijd af op verschillen in

ontwikkeling tussen de leerlingen. 

Kwaliteitsaspect 7a: De leraren volgen systematisch de vorderingen van de leerlingen.

1 2 3 4

7.1 * De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen.



Kwaliteitsaspect 8: De leerlingen die dat nodig blijken te hebben, krijgen extra zorg.

1 2 3 4

8.1 De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig

hebben. 

8.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt

de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen. 

8.3 * De school voert de zorg planmatig uit. 

8.4 De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg. 

Kwaliteitsaspect 9: De school heeft een systeem voor kwaliteitszorg.

1 2 3 4

9.1 De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar

leerlingenpopulatie. 

9.2 De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen.  9.3 De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces.  9.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten.  9.5 De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces.  9.6 De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de

gerealiseerde onderwijskwaliteit. 

(9)

Wet- en regelgeving

Ja nee N1 Door of namens het bestuur is de vastgestelde schoolgids naar de inspectie

gestuurd en deze schoolgids bevat de verplichte onderdelen (WPO, art. 16 en 13).



N2 Door of namens het bestuur is het vastgestelde schoolplan naar de inspectie gestuurd en dit schoolplan bevat de verplichte onderdelen (WPO, art. 16 en 12).  N3 Door of namens het bestuur is het vastgestelde zorgplan van het

samenwerkingsverband naar de inspectie gestuurd en dit zorgplan bevat de verplichte onderdelen (WPO, art. 19).



N4 De geplande onderwijstijd voldoet aan de wettelijke vereisten (WPO, art. 8). 

2.2 Beschouwing

Algemeen beeld

Basisschool De Regenboog heeft in de afgelopen twee jaren hard gewerkt aan het opheffen van de eerder vastgestelde tekortkomingen in de kwaliteit van het onderwijs.

Al na het eerste jaar kwam de inspectie tot de conclusie dat de school op vrijwel alle onderdelen resultaten had geboekt. Dat gold bijvoorbeeld voor de normindicatoren die in mei 2008 als onvoldoende waren beoordeeld: het aanbod tot en met het niveau van leerjaar 8, de uitleg, de toetsing en de planmatige uitvoering van de zorg. Weerbarstiger was het gesteld met de opbrengsten. Ondanks alle inspanningen voldeden de

eindopbrengsten in 2009 opnieuw niet aan de gestelde eisen. Wel was er sprake van een opgaande lijn en leken de vooruitzichten gunstig. Dit voorzichtige optimisme is intussen bevestigd. De resultaten van de leerlingen op de Eindtoets Cito van 2010 liggen op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.

Bovendien bleek tijdens dit onderzoek naar kwaliteitsverbetering dat de school ook wat betreft de overige indicatoren de kwaliteit heeft weten vast te houden.

Dit alles leidt ertoe dat aan basisschool De Regenboog het basisarrangement kan worden toegekend.

Toelichting

Opbrengsten

De inspectie beoordeelt de eindopbrengsten als voldoende. Deze conclusie is gebaseerd op de resultaten van de leerlingen op de Cito Eindtoets in de afgelopen drie jaren. In 2010 liggen de opbrengsten op het niveau dat op grond van de kenmerken van de

leerlingenpopulatie mag worden verwacht. In 2008 en 2009 was dat niet het geval.

Ook de prognose voor het volgende schooljaar is gunstig. De meest recente resultaten van de leerlingen in de huidige groep 7 laten zien dat de vaardigheidsscores op de toetsen voor begrijpend lezen en rekenen/wiskunde voldoen aan de gehanteerde normen.

De inspectie waardeert de resultaten tijdens de schoolperiode eveneens als voldoende.

Daarbij baseert de inspectie zich op de meest recente prestaties van de leerlingen bij technisch lezen (groep 3 en 4), begrijpend lezen (groep 6) en rekenen/wiskunde (groep 4 en 6). Deze resultaten voldoen over de hele linie aan de verwachtingen.

(10)

Pagina 10 van 12

Hoewel het beleid van de school er intussen op gericht is de leerlingen zo lang als mogelijk bij de groep te houden (convergente differentiatie), is er toch een aantal leerlingen met een naar beneden afbuigende leerlijn. De school beschikt voor enkele van deze leerlingen over een realistisch en onderbouwd ontwikkelingsperspectief. Ook zijn er tussendoelen geformuleerd en is een aanbod gepland. Hoewel de school dus een belangrijke stap in de goede richting heeft gezet, waardeert de inspectie indicator 1.4 toch als onvoldoende. Op basis van dossieranalyse blijkt namelijk onvoldoende welke consequenties de tussentijdse evaluaties hebben voor het geformuleerde perspectief. De vraag naar het rendement valt dan ook nog niet te beantwoorden.

De inspectie beoordeelt het niveau van de sociale competenties als voldoende. Zij baseert zich daarbij op de resultaten van de SVL.

Onderwijs en leren

Tijdens het onderzoek in 2009 heeft de inspectie alle indicatoren van het onderwijs en leren als voldoende gewaardeerd. Dit met uitzondering van het op elkaar aansluiten van de leerinhouden in de verschillende leerjaren. Vooral het aanbod in de groepen 1-2 was onvoldoende beredeneerd en vastgelegd. Intussen heeft de school veel geïnvesteerd in het denken vanuit doorgaande leerlijnen. Ook voor de onderbouw zijn ontwikkelingslijnen geformuleerd. Daaraan zijn materiaalkaarten gekoppeld zodat de relevante aspecten van de ontluikende geletterdheid en gecijferdheid voldoende aan bod komen. Al met al waardeert de inspectie de betreffende indicator nu als voldoende.

De overige indicatoren heeft de inspectie alleen geverifieerd. Het beeld dat tijdens dit onderzoek naar voren komt, bevestigt over de hele linie de eerdere conclusies. De inspectie beperkt zich dan ook tot een korte toelichting op de normindicatoren en de indicatoren die betrekking hebben op het adaptief onderwijs.

Er is er in de lessen sprake van een taakgerichte werksfeer. De leraren leggen duidelijk uit en de leerlingen weten wat van hen verwacht wordt. Ze werken rustig aan hun taken en stellen hun vragen wanneer dit kan.

Verder weten de leraren hun aanbod, leertijd, instructie en verwerking in voldoende mate af te stemmen op de verschillen tussen de leerlingen. Er is in de afgelopen periode veel geïnvesteerd in ‘onderwijs op maat’, onder andere in het verbeteren van het

klassenmanagement en het werken met directe instructie. Verder worden de leerlingen van jongs af aan vertrouwd gemaakt met zelfstandig werken. Niet alleen wil de school zo de eigen verantwoordelijkheid van haar leerlingen stimuleren, maar het maakt het de leraren ook mogelijk individuele of groepjes leerlingen extra hulp te geven gedurende de tijd dat de andere leerlingen alleen aan het werk zijn.

Zorg en begeleiding

Tijdens het onderzoek in mei 2009 constateerde de inspectie dat alle indicatoren in voldoende mate bijdroegen aan de zorg en begeleiding. Dit beeld wordt opnieuw bevestigd.

De school maakt gebruik van een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen.

De school signaleert dan ook tijdig welke leerlingen zorg nodig hebben. Daarbij is de school bovendien alert op leerlingen die meer aankunnen.

Bij de analyse van de verzamelde gegevens worden de leraren ondersteund door het begeleidingsteam. Dit team zet, indien nodig, haar expertise in om de hulpvraag van de leerling bij wie sprake is van zorg op pedagogisch en/of didactisch gebied nader te bepalen.

Als het nodig is, wordt een handelingsplan opgesteld. Dit plan bevat in de regel concrete doelen, concreet beschreven activiteiten, de wijze van organisatie en het tijdstip en de wijze van evaluatie. De leraar voert het plan uit in de eigen groep, eventueel aangevuld met hulp buiten de groep. Verder vindt er regelmatig een evaluatie plaats en zo nodig wordt het plan geactualiseerd. Als het echter niet het gewenste resultaat oplevert, wordt een beroep gedaan op consultatie en/of extern onderzoek.

Toch maakt de inspectie in dit verband een aantal opmerkingen.

(11)

In een enkel geval laat de kwaliteit van de handelingsplannen namelijk te wensen over. Zo is het doel soms bijvoorbeeld te veel gericht op het behalen van een hoger leerresultaat zonder dat de onderliggende oorzaak precies duidelijk is. Verder lijkt het van belang criteria te bepalen wanneer een leerling in aanmerking komt voor kortdurende zorg of wanneer een plan van aanpak voor een langere periode volstaat.

Kwaliteitszorg

Tijdens het vorige onderzoek in mei 2009 constateerde de inspectie dat alle

indicatoren in voldoende mate bijdroegen aan de kwaliteitszorg. Dit beeld wordt opnieuw bevestigd. Er is zelfs sprake van een positieve impuls nu de school systematisch aandacht besteedt aan het evalueren van de resultaten van het onderwijs. Volgens de directie is de belangrijkste winst van de afgelopen periode de omslag in het denken. Er is nu sprake van een meer opbrengstgerichte cultuur, waarin – naast de aandacht voor het pedagogisch klimaat – meer aandacht is voor de resultaten van de leerlingen.

Wel maakt de inspectie nog een opmerking over het rapporteren over de gerealiseerde kwaliteit. Het gaat dan vooral om de huidige manier waarop ouders worden geïnformeerd over de met het onderwijs behaalde resultaten. Dit gebeurt namelijk alleen aan de hand van uitstroomgegevens. Een meer inzichtelijke voorlichting over de behaalde

leerresultaten, geplaatst binnen een referentiekader, is daarom een aandachtspunt voor de volgende uitgaven van de schoolgids. Daar tegenover staat wel dat de school de ouders informeert over de voorgenomen verbeteractiviteiten, en in haar jaarverslag beschrijft wat de effecten daarvan zijn. Ook het bevoegd gezag wordt geïnformeerd over relevante kengetallen en de voortgang van de verbeteractiviteiten.

(12)

Pagina 12 van 12

3. TOEZICHTARRANGEMENT

De Inspectie van het Onderwijs kent aan basisschool De Regenboog het basisarrangement toe. Dit betekent dat de inspectie op dit moment geen reden heeft om het toezicht te intensiveren. Het basistoezicht bestaat uit een jaarlijkse risicoanalyse en, eventueel, een onderzoek in het kader van het Onderwijsverslag of themaonderzoeken of een vierjaarlijks bezoek.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Om na te gaan of de eerder vastgestelde tekortkomingen zijn opgeheven en de kwaliteit van het onderwijs weer voldoende is, heeft de inspectie nu opnieuw een onderzoek naar

1.2* De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van

1.2* De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van

Om na te gaan of de eerder vastgestelde tekortkomingen zijn opgeheven en de kwaliteit van het onderwijs weer voldoende is, heeft de inspectie nu een afsluitend onderzoek naar

1.2* De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van

1.2* De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van

1.2* De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van

De inspectie stelde naar aanleiding van dit onderzoek vast (rapport vastgesteld op 6 januari 2015) dat de opbrengsten weliswaar voldoende waren, maar dat de onderwijskwaliteit op