• No results found

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. de Goede Herderschool

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. de Goede Herderschool"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK

de Goede Herderschool

Plaats : Bodegraven

BRIN nummer : 10QM|C1

Onderzoeksnummer : 284622

Datum onderzoek : 13 oktober 2015 Datum vaststelling : 7 december 2015

(2)
(3)

1 INLEIDING . . . 5 2 BEVINDINGEN . . . 8 3 TOEZICHTARRANGEMENT . . . 16

INHOUDSOPGAVE

(4)
(5)

Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten:

• Een controle van de aanwezigheid van de schoolgids en het schoolplan bij de inspectie.

• Een toets op de aanwezigheid van informatie over enkele wettelijke verplichte onderdelen in de schoolgids en het schoolplan.

• Een controle op de onderwijstijd die de school heeft gepland.

• Onderzoek en analyse van jaardocumenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn.

• Analyse van documenten die betrekking hebben op zelfevaluatie- activiteiten van de school en van andere documenten die de school voorafgaand aan het schoolbezoek heeft toegestuurd, te weten

"Rapportage analyse De Goede Herderschool, mei 2015" en "Plan van aanpak de Goede Herderschool te Bodegraven".

• Schoolbezoek, waarbij in een aantal groepen de onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van lessen Nederlandse taal en rekenen en wiskunde. Deze lesbezoeken vonden plaats in alle groepen.

• Gesprekken met de directie en de intern begeleiders over de kwaliteit van de indicatoren.

• Een gesprek met leerlingen, leraren en ouders.

• Een eindgesprek met de directie en een vertegenwoordiging van het bestuur, na afloop van het schoolbezoek.

Tijdens het onderzoek beoordeelde de inspectie indicatoren van de volgende aspecten: opbrengsten, onderwijsleerproces, zorg en begeleiding en

kwaliteitszorg.

INLEIDING

1

(6)

Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten:

• Een controle van de aanwezigheid van de schoolgids en het schoolplan bij de inspectie.

• Een toets op de aanwezigheid van informatie over enkele wettelijke verplichte onderdelen in de schoolgids en het schoolplan.

• Een controle op de onderwijstijd die de school heeft gepland.

• Onderzoek en analyse van jaardocumenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn.

• Analyse van documenten die betrekking hebben op zelfevaluatie- activiteiten van de school en van andere documenten die de school voorafgaand aan het schoolbezoek heeft toegestuurd, te weten

"Rapportage analyse De Goede Herderschool, mei 2015" en "Plan van aanpak de Goede Herderschool te Bodegraven".

• Schoolbezoek, waarbij in een aantal groepen de onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van lessen Nederlandse taal en rekenen en wiskunde. Deze lesbezoeken vonden plaats in alle groepen.

• Gesprekken met de directie en de intern begeleiders over de kwaliteit van de indicatoren.

• Een gesprek met leerlingen, leraren en ouders.

• Een eindgesprek met de directie en een vertegenwoordiging van het bestuur, na afloop van het schoolbezoek.

Tijdens het onderzoek beoordeelde de inspectie indicatoren van de volgende aspecten: opbrengsten, onderwijsleerproces, zorg en begeleiding en

kwaliteitszorg.

De inspectie heeft zich bij haar onderzoek onder andere gebaseerd op het Toezichtkader po/vo 2012 en de notitie Analyse en waarderingen van opbrengsten primair onderwijs. Beide documenten zijn te vinden op www.onderwijsinspectie.nl.

In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek naar de

onderwijskwaliteit en de wettelijke vereisten. Dit wordt gevolgd door een beschouwing waarin het oordeel van de inspectie wordt toegelicht en waar Onderzoeksopzet

Toezichtkader

Opbouw rapport

(7)

mogelijk de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven. Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer.

(8)

In onderstaande tabellen vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit

onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid.

De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs 2012. Indicatoren die bij een kwaliteitsonderzoek de doorslag geven of een school (zeer) zwak is, de zogeheten normindicatoren, zijn

gemarkeerd met een asterisk. Voor een overzicht van alle normindicatoren zie het Toezichtkader po/vo 2012 opwww.onderwijsinspectie.nl. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is.

Legenda:

1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende

4. goed

5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten)

In verband met het programmatisch handhaven heeft de inspectie daarnaast enkele controles uitgevoerd op bepaalde wettelijke voorschriften. Of de school wel of niet voldoet aan deze wettelijke vereisten wordt tot uitdrukking gebracht met de score 'ja' of 'nee'.

BEVINDINGEN 2

Kwaliteits- en nalevingsprofiel 2.1

(9)

Opbrengsten 1 2 3 4 5

• 1.1* De resultaten van de leerlingen aan het eind van de

basisschool liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.

1.2* De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.

1.5 De sociale competenties van de leerlingen liggen op een niveau dat mag worden verwacht.

Leerstofaanbod 1 2 3 4

• 2.1* Bij de aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal en

rekenen en wiskunde betrekt de school alle kerndoelen als te bereiken doelstellingen.

2.2* De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8.

2.3 De leerinhouden in de verschillende leerjaren sluiten op elkaar aan.

2.4* De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerlinggewicht biedt bij Nederlandse taal leerinhouden aan die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand.

Tijd 1 2 3 4

3.1 De leraren maken efficiënt gebruik van de geplande • onderwijstijd.

Schoolklimaat 1 2 3 4

• 4.4 De school heeft inzicht in de veiligheidsbeleving van leerlingen

en personeel en in de incidenten die zich op het gebied van sociale veiligheid op de school voordoen.

4.5 De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen van incidenten in en om de school.

4.6 De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op de afhandeling van incidenten in en om de school.

4.7 Het personeel van de school zorgt ervoor dat de leerlingen op een respectvolle manier met elkaar en anderen omgaan.

Didactisch handelen 1 2 3 4

• 5.1* De leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof.

5.2* De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer.

(10)

Didactisch handelen 1 2 3 4 5.3* De leerlingen zijn actief betrokken bij de •

onderwijsactiviteiten.

Afstemming 1 2 3 4

• 6.1 De leraren stemmen de aangeboden leerinhouden af op

verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.

6.2 De leraren stemmen de instructie af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.

6.3 De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.

6.4 De leraren stemmen de onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.

Begeleiding 1 2 3 4

• 7.1* De school gebruikt een samenhangend systeem van

genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen.

7.2 De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen.

Zorg 1 2 3 4

• 8.1 De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig

hebben.

8.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen.

8.3* De school voert de zorg planmatig uit.

8.4 De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg.

Kwaliteitszorg 1 2 3 4

• 9.1 De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar

leerlingenpopulatie.

9.2 De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen.

9.3 De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces.

9.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten.

9.5 De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces.

9.6 De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit.

(11)

Voorwaarden voor kwaliteitszorg 1 2 3 4

• 10.1 De schoolleiding stuurt de schoolontwikkeling inclusief de

kwaliteitszorg aan.

10.2 De schoolontwikkeling is verbonden met de visie op onderwijs, zoals geformuleerd in het schoolplan.

10.3 De schoolleiding zorgt voor een professionele schoolcultuur.

Wet- en regelgeving Ja Nee

• NT1A De inspectie is in het bezit gesteld van de geldende schoolgids (art.

16, lid 2 en 3, WPO).

NT1B In de schoolgids is informatie opgenomen over standaard gecontroleerde onderdelen (art. 13 WPO).

NT2A De inspectie is in het bezit gesteld van het geldende schoolplan (art. 16, lid 1 en 3, WPO).

NT2B In het schoolplan is informatie opgenomen over een of meer standaard gecontroleerde onderdelen (art. 12 WPO).

NT4A Er is voldoende onderwijstijd geprogrammeerd om te kunnen voldoen aan de daarvoor gestelde minima (art. 8, lid 7 onder b, WPO).

(12)

Algemeen beeld

Uit het kwaliteitsprofiel komt naar voren dat de kwaliteit van het onderwijs op de Goede Herder op diverse onderdelen tekortschiet. Daarom beoordeelt de inspectie de kwaliteit als zwak, ook al zijn de tussentijdse opbrengsten voldoende en zijn de eindopbrengsten niet beoordeeld.

De Goede Herder heeft na een turbulente periode de verbetering van haar onderwijskwaliteit opgepakt. Door een duidelijke sturing is er met het team vanuit een breed draagvlak gewerkt aan uniformiteit in het klassenmanagement en goede zorg en begeleiding voor de leerlingen. Dit heeft al geresulteerd in concrete afspraken over stappen in de uitleg, taakgerichtheid en werken met groepsplannen. De basis en de richting zijn daarmee vastgesteld maar er is nog verdere ontwikkeling nodig om de kwaliteit van het onderwijs weer

helemaal op orde te krijgen. Een van de belangrijkste aspecten waar verbetering nodig is is een goede afstemming op de onderwijsbehoeften van de leerlingen.

Hierdoor kan ook de actieve betrokkenheid van de leerlingen versterkt worden. Ook de zorg en begeleiding van leerlingen verdient verdere aanscherping. Tot slot zijn het werken aan een professionele cultuur en de voorwaarden voor kwaliteitszorg belangrijke ontwikkelpunten.

Hieronder volgt een toelichting op het oordeel.

Toelichting

Eindopbrengsten niet beoordeeld, tussenopbrengsten voldoende

De eindopbrengsten die de leerlingen in groep 8 van het afgelopen schooljaar hebben behaald worden door de inspectie niet beoordeeld. De eindtoets is in 2015 tweemaal afgenomen wegens onregelmatigheden en geeft om die reden geen betrouwbaar beeld van de ontwikkeling van de leerlingen.

De resultaten van de huidige groep 8 geven op het gebied van begrijpend lezen geen goede prognose voor het halen van voldoende eindopbrengsten in het komende schooljaar. De school wil voor deze groep een plan van aanpak maken om de resultaten te verbeteren. De inspectie dringt er op aan dat hier zo snel mogelijk mee gestart wordt.

De resultaten die leerlingen in de loop van de schoolperiode halen, zijn als geheel voldoende. Voor de beoordeling hiervan is gekeken naar de meest Beschouwing

2.2

(13)

recente scores, op de toetsen voor technisch lezen in groep 3 en 4, rekenen en wiskunde in groep 4 en 6 en begrijpend lezen in groep 6. Op vier van de vijf toetsen liggen de resultaten boven de ondergrenzen van de inspectie. Met technisch lezen scoort de school in groep 3 onder de ondergrens. De school heeft maatregelen genomen om met name het onderwijs in beginnende geletterdheid in de kleutergroepen op te pakken.

De inspectie kan de resultaten van de sociale competenties niet beoordelen omdat zij daarvoor niet over voldoende gegevens beschikt. De school gebruikt nog geen genormeerd instrument om dit te meten.

Onderwijsleerproces in basis op orde maar verbetering noodzakelijk

De leraren maken gebruik van actuele methoden die met veel aandacht zijn ingevoerd. In deze methoden is lesstof aangepast aan de verschillende niveau's van de leerlingen. Het aanbod is dekkend vanuit de kerndoelen en de leerlijnen sluiten aan op het vervolgonderwijs.

Het didactisch handelen is voldoende; de uitleg die de leraren geven is

doelgericht en stimuleert de taakgerichtheid van de leerlingen. Daarnaast is er sprake van een prettig pedagogisch leerklimaat. Duidelijk zichtbaar is ook dat er recent afspraken zijn gemaakt over een uniforme lijn in het klassenmanagement en het omgaan met uitgestelde aandacht. Hierdoor hebben de leraren tijd om verlengde instructie te geven en extra aandacht te besteden aan leerlingen die een hulpvraag hebben. De basis van het onderwijsleerpoces is dan ook

voldoende op orde maar om tegemoet te komen aan de onderwijsbehoeften van alle leerlingen is er nog verdieping nodig. Differentiatie is daarbij het

sleutelwoord.

De actieve betrokkenheid van leerlingen kan meer gestimuleerd worden. In sommige lessen moeten de leerlingen lang naar een uitleg luisteren zijn zonder dat ze door interactieve werkvormen worden geprikkeld of op hun niveau worden aangesproken. Ook zijn niet alle leerlingen echt betrokken met hun verwerking van de leerstof bezig, waarmee er effectieve leertijd

weglekt. Afstemming van de instructie op verschillen tussen leerlingen is eveneens nog onvoldoende in alle groepen terug te zien. Leerlingen die dat nodig hebben krijgen weliswaar een verlengde instructie maar de instructie die daaraan vooraf gaat is voor leerlingen die meer aankunnen niet altijd uitdagend.

Daarnaast is het de vraag of leerlingen die extra ondersteuningsbehoeften hebben wel voldoende profiteren van de plenaire uitleg die aan de hele groep wordt gegeven.

Ook in leertijd kan er meer gedifferentieerd worden. Begrijpend lezen heeft op de Goede Herderschool veel aandacht nodig; toch is er in het rooster nog geen

(14)

aanpassing gedaan om hier meer tijd aan te besteden. Evenmin krijgen

leerlingen die heel goed zijn in het ene vakgebied de kans om zich structureel te verbeteren in een (onderdeel) van een ander vak.

Tot slot is het van belang dat bij alle leraren de afspraken over het

klassenmanagement verder worden geborgd. De inspectie heeft tijdens de klassenobservaties veel verschillen waargenomen.

Planmatige zorg nog onvoldoende

Het werken met verschillende arrangementen en het versterken van het analyseren van de leerling- en groepresultaten is voor het komend jaar een aandachtspunt. De school is zich ervan bewust dat hierin nog verbetering nodig is. De nieuwe zorgstructuur biedt hiervoor voldoende basis en

aangrijpingspunten.

De Goede Herderschool heeft de resultaten van de leerlingen goed in beeld en heeft hen op grond daarvan in een van de drie niveaus ingedeeld in het groepsplan. Dit geeft de leraren een concrete richting om af te stemmen op de verschillende onderwijsbehoeften. De groepsplannen worden ook regelmatig besproken met de intern begeleiders en aangepast indien dit nodig is.

De planmatige zorg aan leerlingen die speciale ondersteuning nodig hebben is echter niet voldoende. Alhoewel er voorbeelden zijn van leerlingen waar de zorgbehoefte geanalyseerd is en de begeleiding ook gerealiseerd wordt, is vaak onvoldoende duidelijk wat de precieze doelen en aanpak van de individuele begeleiding zijn. Omdat ook niet wordt vastgelegd wat de aanpak is voor deze leerlingen kan deze evenmin inhoudelijk worden geëvalueerd. Op grond daarvan kan dan niet worden bepaald of de extra hulp effectief is geweest en wat het vervolg moet zijn.

In de (voorwaarden van) kwaliteitszorg is nog verbetering nodig

De Goede herderschool heeft een turbulente periode achter de rug waardoor er personele wisselingen hebben plaatsgevonden en er een nieuwe samenstelling van het team is. Het huidige team is bereid om met elkaar te werken aan de schoolontwikkeling.

De interim schoolleider heeft op basis van een rapport van een externe auditor en eigen waarnemingen een plan van aanpak gemaakt dat de school een impuls moet geven voor haar kwaliteit. De leraren zijn blij met de sturing die ze nu ontvangen en steunen de in het plan genoemde verbeterpunten. Er is dan ook veel draagvlak om te werken aan de ontwikkeling van de Goede Herder.

Een professionele cultuur waarin iedereen verantwoordelijkheid krijgt en

(15)

neemt voor de schoolverbetering en waarin het gebruikelijk is elkaar structureel feedback te geven, is echter nog in ontwikkeling. Van belang daarbij is dat er vanuit een gemeenschappelijke visie op onderwijs en transparante

communicatie door alle geledingen, gewerkt wordt. Deze aspecten bieden een basis voor een kwaliteitssysteem waarin resultaten op schoolniveau en andere aspecten van het onderwijs systematisch kunnen worden geëvalueerd. Dit ontbreekt nu nog.

De school is hard bezig om aan de voorwaarden van een kwaliteitssysteem te werken en maakt met haar verbeterplan hiervoor nu een goede start.

(16)

Kwaliteit

De kwaliteit van het onderwijs vertoont belangrijke tekortkomingen en is als zwak beoordeeld. Om deze reden kent de Inspectie van het Onderwijs aan de Goede Herderschool een aangepast arrangement zwak toe. De school valt onder intensief toezicht. Met het bestuur is afgesproken dat de onderwijskwaliteit in 2017 weer van voldoende niveau is. De inspectie voert in maart 2017 een afsluitend onderzoek naar de kwaliteitsverbetering (okv) uit om na te gaan of de tekortkomingen zijn opgeheven.

Naleving

De inspectie concludeert tevens dat er geen tekortkomingen zijn in de naleving van de wettelijke voorschriften die zijn gecontroleerd.

TOEZICHTARRANGEMENT

3

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Leraren volgen en begeleiden leerlingen  Op ruim 90 procent van de speciale basisscholen volgen de leraren de ontwikkeling van de leerlingen voldoende tot goed, analyseren

1.2 * De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de

1.2 * De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de

1.2* De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van

1.2* De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van

1.2 * De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de

1.2 * De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de

1.2* De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van