I N S P E C T I E
v a nh e t O N D E R W U S
DEFINITIEF RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ
CHRISTELIJKE BASISSCHOOL MAXIMA
School/instelling: christelijke basisschool Maxima Plaats: Leeuwarden BRIN-nummer: 27NL
Onderzoeksnummer:
Onderzoek uitgevoerd op: 30 september 2008 Conceptrapport verzonden op: 14 oktober 2008
Rapport vastgesteld te Groningen op: 19 november 2008
Reproductie van het rapport zonder toestemming van de inspectie of de school vindt niet
plaats anders dan in zijn volledige vorm.
9 o I N S P E C T I E
vanh e t O N D E R W U S
I N S P E C T I E
v a nh e t O N D E R W U S
1. ONDERZOEK
Onderzoek
De inspectie heeft op 30 september 2008 een onderzoek uitgevoerd op de christelijke basisschool Maxima te leeuwarden om na te gaan of er sprake is van tekortkomingen in de naleving van wet- en regelgeving en van de kwaliteit van het onderwijs.
Aanleiding
De aanleiding was het volgende: uit analyses die de inspectie heeft uitgevoerd kwam naar voren dat zich mogelijke tekortkomingen voordoen bij aspecten op het gebied van
begeleiding en zorg. Over deze aspecten zijn tijdens het kwaliteitsonderzoek, uitgevoerd op 11 en 12 juni 2007, afspraken gemaakt. Daarnaast waren er voor de inspectie enkele onduidelijkheden over de tussen- en eindopbrengsten.
Gesprekken met bevoegd gezag
Op 28 augustus 2008 heeft de inspectie dit met het bevoegd gezag besproken. Namens het bevoegd gezag waren aanwezig de heer G. Hagénus (algemeen directeur a.i.), mevrouw R.
de Groot (directie onderwijs) en de heer K. van der Wal (stafmedewerker onderwijs). Eerder hadden er gesprekken plaatsgevonden op 29 september 2007 en 11 oktober 2007. Uit de gesprekken en uit de beschikbare informatie konden het bevoegd gezag en de inspectie niet eenduidig vaststellen of deze tekortkomingen al dan niet aanwezig zijn. In het gesprek van 28 augustus 2008 werd duidelijk dat de recente verhuizing van de school relatief veel onrust heeft veroorzaakt. De inspectie heeft op grond van alle bovenstaande argumenten besloten een onderzoek uit te voeren om na te gaan of en in welke mate er sprake is van
tekortkomingen.
Onderzoeksmethode
Deze rapportage is gebaseerd op:
Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn.
Onderzoek op locatie, waarbij
o schooldocumenten zijn bestudeerd;
o de onderwijspraktijk is geobserveerd;
o gesprekken met de directie, zorgcoördinator, en een vertegenwoordiger van het bevoegd gezag.
Toezichtkader
Het onderzoek is uitgevoerd op basis van het toezichtkader 2005, alsmede de aanvullende normeringen die opgenomen zijn in de notitie 'Analyse en waarderingen van opbrengsten'.
Deze documenten zijn te vinden op www.onderwijsinspectie.nl.
Uit het waarderingskader zijn, naast de opbrengsten, na overleg met het bestuur indicatoren onderzocht die direct en indirect verband houden met het aspect zorg en begeleiding.
Naast dit kwaliteitsaspect heeft de inspectie tevens een aantal wettelijke aspecten onderzocht.
Opbouw rapport
In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek. Bij vastgestelde tekortkomingen is tevens de onderbouwing van deze beoordelingen opgenomen.
In hoofdstuk 3 volgt de conclusie uit het onderzoek en het vervolg van het toezicht, in de
vorm van het toezichtarrangement.
I N S P E C T I E
vanh e t O N D E R W U S
2. BEVINDINGEN
Christelijke basisschool Maxima
Naleving
De inspectie heeft onderzocht of wordt voldaan aan de naleving van wettelijke voorschriften over onderstaande onderwerpen1.
Schoolplan in art. 16, lid 1 en 3 WPO Schoolgids in art. 1 6 , lid 2 en 3 WPO Onderwijstijd in art. 8, lid 7, onder b WPO Zorgplan in art. 1 9 , lid 1 en 3 WPO
Niet aanwezig Wel aanwezig
Wel voldaan aan naleving Wel aanwezig
Onderbouwing
Het schoolplan is onvolledig en niet vastgesteld door het bevoegd gezag. Het stappenplan om te komen t o t een volledig schoolplan voor de periode 2007-2011 is deels uitgevoerd, maar niet afgerond.
Kwaliteit
In onderstaande tabel vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en t o t welke bevindingen dit heeft geleid. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de indicator bijdraagt aan de kwaliteit van het onderwijs:
1. draagt niet of nauwelijks bij;
2 . draagt onvoldoende bij;
3. draagt voldoende bij;
4 . draagt in hoge mate bij
5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten)
Oordelen op indicatoren Resultaten
12.1 De resultaten van de leerlingen aan het eind van de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.
12.2 De sociale vaardigheden van de leerlingen liggen op een niveau dat mag worden verwacht.
Deze onderwerpen gelden voor het school c.q. cursusjaar 2008-2009. De inspectie stelt jaarlijks de onderwerpen vast.
m o I N S P E C T I E
v a nh e t O N D E R W U S
Ontwikkeling van leerlingen
13.1 De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.
13.2 Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden.
13.3 De leerlingen doorlopen in beginsel de school binnen de verwachte periode van 8 jaar.
Afstemming
1 2
7.1 De leraren volgen de vorderingen van hun ieeriingen systematisch. •
Begeleiding
10.1 De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen.
1 2
11 2 Op Dasis van een analyse van de verzamelde gegevens, bepaalt de #
school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen.
11.3 De school voert de zorg planmatig uit. • 11.4 De school gaat de effecten van de zorg na. •
Onderbouwing
Algemeen beeld
De school heeft een onrustig schooljaar (2007-2008) doorgemaakt. Dit had negatieve consequenties voor de onderwijskundige ontwikkelingen, alsmede voor het borgen van de reeds ingezette vernieuwingen. Tekortkomingen zijn met name geconstateerd op het gebied van zorg en begeleiding. Veel onrust is veroorzaakt door de verhuizing naar een nieuw onderkomen. Daarnaast waren directeur en intern begeleider enkele maanden afwezig.
Ondanks de problemen hebben de teamleden door een grote inzet en veel flexibiliteit het onderwijsleerproces en de onderwijsresultaten op peil weten te houden.
Zorg en begeleiding
Het systeem van zorg en begeleiding van de school functioneert onvoldoende. Uit de praktijk van de lessen en uit leerlingdossiers blijkt dat de kwaliteit van de uitvoering van de zorg en/of begeleiding voor de meeste leerlingen in de groepen tekort schiet. Niet voor alle leerlingen met een leerachterstand van een half jaar of meer is een analyse en/of een handelingsplanning gemaakt. De kwaliteit van de aangetroffen handelingsplannen is daarbij zeer divers en meestal onvoldoende. De analyse die leidt t o t conrete aanknopingspunten voor het verder planmatig handelen is in veel gevallen te algemeen of te beknopt
beschreven. Een goede analyse leidt t o t een onderbouwde en effectieve planning van het (ortho)-pedagogisch, didactisch en/of therapeutisch handelen die gericht zijn op het wegnemen van geconstateerde belemmeringen.
Daarnaast wordt binnen de systematiek van de leerlingbesprekingen onvoldoende
systematisch nagegaan hoe de doelen uit de handelingsplannen gerealiseerd zijn en welke aspecten van het hulptraject het meest adequaat zijn.
IP o I N S P E C T I E
v a nhetONDERWUS
Keuzes of aanpassingen voor het vervolgtraject zijn in onvoldoende mate in de evaluatie van de handelingsplannen beschreven.
De remediale zorg voor zorgleerlingen buiten de eigen groep is daarentegen wel in orde bevonden: de aangetroffen dossiers en handelingsplannen van deze groep leerlingen (externe ambulante zorg of een eigen leerlijn) bevatten voldoende informatie.
Afstemming
Leraren in de kleutergroepen volgen in onvoldoende mate de vorderingen van hun leerlingen.
Ten eerste omdat de leraren de sociaal emotionele ontwikkeling van de leerlingen met een niet genormeerd volgsysteem bijhouden. Ten tweede omdat het observatie-instrument voor het bijhouden van de vorderingen op het gebied van het leer- en ontwikkelingsproces voor leerlingen in de groepen 1 en 2 onvoldoende is gerelateerd aan de leerlijnen en tussendoelen.
De registratie van het huidige leerstofaanbod in de verschillende kleutergroepen is niet eenduidig. Dit is overigens ook in 2 0 0 7 geconstateerd.
3. CONCLUSIE EN VERVOLG
Oordelen van de inspectie
Er is sprake van een tekortkoming in de naleving van wettelijke vereisten, namelijk het ontbreken van een door het bevoegd gezag vastgesteld schoolplan. Met het bevoegd gezag is afgesproken dat een vastgesteld schoolplan voor 1 december 2 0 0 8 aan de inspectie gezonden wordt.
Het onderwijs is over het geheel genomen van voldoende kwaliteit; wel zijn er tekortkomingen geconstateerd bij de aspecten zorg en afstemming.
Toezichtarrangement
Gelet op het voorgaande, heeft de inspectie voor de christelijke basisschool Méxima, een voorlopig basisarrangement vastgesteld. Dit betekent dat de school - onder de gestelde voorwaarde - het vertrouwen heeft van de Inspectie van het Onderwijs. De inspectie heeft vooralsnog geen reden om het toezicht te verscherpen. Het bevoegd gezag draagt zorg voor opheffing van de geconstateerde tekortkomingen