lp o I N S P E C T I E
v a nh e t O N D E R W U S
RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ
Cbs De Regenboog
School/instelling: cbs De Regenboog Plaats: Leens
BRIN-nummer: 07ZO Onderzoeksnummer:
Onderzoek uitgevoerd op: 28 oktober 2008
Conceptrapport verzonden op: 5 november 2008
Rapport vastgesteld te Groningen op: 9 december 2008
9 o I N S P E C T I E
vanh e t O N D E R W U S
1 . ONDERZOEK
Onderzoek
De inspectie heeft op 28 oktober 2 0 0 8 een onderzoek uitgevoerd op cbs De Regenboog om na te gaan of er sprake is van tekortkomingen in de naleving van wet- en regelgeving en/of van de kwaliteit van het onderwijs.
Aanleiding
Uit analyses van de inspectie kwam naar voren dat de opbrengsten aan het einde van de basisschool mogelijk onvoldoende zijn op cbs De Regenboog. Daarnaast maakt de school deel uit van de steekproef voor het Onderwijsverslag 2 0 0 8 - 2 0 0 9 .
Gesprek met bevoegd gezag
Op 18 april 2 0 0 8 en 2 4 juni 2 0 0 8 heeft de inspectie dit met het bevoegd gezag besproken.
Namens het bevoegd gezag was aanwezig E. Kruidhof, bovenschools directeur. Uit dit gesprek en uit de beschikbare informatie konden het bevoegd gezag en de inspectie niet eenduidig vaststellen of tekortkomingen al dan niet aanwezig zijn. De inspectie heeft daarom besloten een onderzoek uit te voeren om na te gaan of er daadwerkelijk sprake is van tekortkomingen.
Onderzoeksmethode
Deze rapportage is gebaseerd op:
Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn.
Onderzoek op locatie, waarbij
o schooldocumenten zijn bestudeerd;
o de onderwijspraktijk is geobserveerd in alle groepen, o gesprekken met directeur, intern begeleider en leraren.
Toezichtkader
Het onderzoek is uitgevoerd op basis van het Toezichtkader 2 0 0 5 en de notitie Analyse en waardering van opbrengsten (te vinden op www.onderwijsinspectie.nl).
Uit het waarderingskader zijn, naast de opbrengsten, na overleg met het bestuur indicatoren onderzocht uit de volgende aspecten die mogelijk samenhangen met onvoldoende
opbrengsten: kwaliteitszorg, aanbod, tijd, pedagogisch en didactisch handelen, afstemming, actieve en zelfstandige rol van leerlingen en zorg en begeleiding. Daarnaast heeft de
inspectie een aantal wettelijke aspecten onderzocht.
Opbouw rapport
In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek. Bij vastgestelde tekortkomingen is ook de onderbouwing van beoordelingen opgenomen.
In hoofdstuk 3 volgt de conclusie uit het onderzoek en het vervolg van het toezicht, in de vorm van het toezichtarrangement.
I N S P E C T I E o
v a nh e t O N D E R W U S
2. BEVINDINGEN Naleving
De inspectie heeft onderzocht of w o r d t voldaan aan de naleving van wettelijke voorschriften over onderstaande onderwerpen1.
Schoolplan in art. 16, lid 1 en 3 WPO Schoolgids in art. 16, lid 2 en 3 WPO Onderwijstijd in art. 8, lid 7, onder b WPO Zorgplan in art. 19, lid 1 en 3 WPO
Aanwezig Aanwezig
Voldaan aan naleving Aanwezig
Onderbouwing
Er zijn geen tekortkomingen in de naleving van wettelijke voorschriften geconstateerd.
Kwaliteit
In onderstaande tabel vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en t o t welke bevindingen dit heeft geleid. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de indicator bijdraagt aan de kwaliteit van het onderwijs:
1.
2.
3.
4 . 5.
draagt niet of nauwelijks bij;
draagt onvoldoende bij;
draagt voldoende bij;
draagt in hoge mate bij
niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten) Oordelen op indicatoren
12.1 De resultaten van de leerlingen aan het eind van de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.
12.2 De sociale vaardigheden van de leerlingen liggen op een niveau dat mag worden verwacht.
Ontwikkeling van leerlingen
13.1 De resuitaten van de ieeriingen voor Nederlandse taai en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.
13.2 Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden.
13.3 De leerlingen doorlopen in beginsel de school binnen de verwachte periode van 8 jaar.
2 3
•
•
H o I N S P E C T I E
vanh e t O N D E R W U S
Kwaliteitszorg
1 2 3 4 1.1 De school heeft inzicht in de verschillen in onderwijsbehoeften van haar
leerlingenpopulatie.
1.2 De school evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit van haar m
opbrengsten.
1.3 De school evalueert regelmatig het leren en onderwijzen. • 1.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. • 1.5 De school borgt de kwaliteit van het leren en onderwijzen. • 1.6 De school rapporteert aan belanghebbenden inzichtelijk over de
gerealiseerde kwaliteit van het onderwijs.
1.7 De school waarborgt de sociale veiligheid voor leerlingen en personeel. • 1.8 De school draagt zorg voor de kwaliteit van het onderwijs gericht op
bevordering van sociale integratie en actief burgerschap, met inbegrip van het _ overdragen van kennis over en kennismaking met de diversiteit in de
samenleving.
Li rr tof nnhod
1 2 3
3 1 De aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en _v
wiskunde zijn dekkend voor de kerndoelen
3 4 De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde
worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van • leerjaar 8.
3.5 De leerinhouden in de verschillende leerjaren sluiten op elkaar aan • 3 6 De leerinhouden voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde zijn _ afgestemd op de onderwijsbehoeften van individuele leerlingen
3 8 De school met een substantieel aantal leerlingen met een
leerhngengewicht biedt leerinhouden aan bij Nederlandse taal die passen bij de • onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand
Tijd
1 2 3
4.4 De leraren maken efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd. • 4.5 De school stemt de hoeveelheid tijd voor leren en onderwijzen bij
Nederlandse taal en rekenen en wiskunde af op de onderwijsbehoeften van • leerlingen.
Pedagogisch handelen
1 2 3
5.3 Do leraren zorgon ervoor dat leerlingen op eon respectvolle manier met ^ elkaar omgaan.
Didactisch handelen
1 2 3 6.1 De leraren realiseren oen taakgerichte werksfeer.
6.3 De leraren leggen duidelijk uit. • 6.5 De leraren geven expliciet onderwijs in strategieën voor denken en leren. •
Afstemming
7.1 De leraren volgen ae vorderingen van nun leerlingen systematisch.
7.3 De leraren stemmen de instructie en verwerking af op de verschillen in ontwiKKeiing tussen ae leerlingen.
m O
I N S P E C T I E
v a nh e t O N D E R W U S
Actieve en zelfstandige rol leerlingen
1 2 3 4
8 1 De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten. • 8 3 De leerlingen hebben verantwoordelijkheid voor de organisatie van hun _
eigen leerproces die past bij hun ontwikkelingsniveau.
Begelcidinii
Zorq
10.1 De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen.
1 2 3
11.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens, bepaalt de _ school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen.
11.3 De school voert de zorg planmatig uit. • 11.4 De school gaat de effecten van de zorg na. •
Onderbouwing Algemeen beeld
De inspectie heeft geconstateerd dat de resultaten van leerlingen aan het eind van cbs De Regenboog onvoldoende zijn. De school heeft bovendien relatief veel zittenblijvers, hetgeen het zorgelijke beeld van de resultaten nog versterkt. Afgezien hiervan is er nauwelijks sprake van tekortkomingen op cbs De Regenboog. Het onderwijs is zonder meer van voldoende kwaliteit en dat geldt ook voor het systeem van zorg en begeleiding. Dat de school toch onvoldoende resultaten bij leerlingen bereikt, komt mogelijk door onvoldoende alertheid op de effectiviteit van het onderwijs en de zorg op groeps- en schoolniveau. De inspectie acht meer aandacht daarvoor dan ook noodzakelijk. De school heeft daar overigens recent al een begin mee gemaakt.
Resultaten en ontwikkeling van leerlingen
Cbs De Regenboog heeft in het algemeen kleine groepen 8 en wisselende aantallen
leerlingen van jaar t o t jaar in groep 8. Daarom heeft de inspectie een gewogen gemiddelde berekend van de scores op de eindtoets in 2 0 0 6 , 2 0 0 7 en 2 0 0 8 . Dit gemiddelde blijft onder de ondergrens die de inspectie hanteert, zodat de resultaten aan het eind van de basisschool als onvoldoende zijn beoordeeld. De inspectie heeft bovendien gekeken naar de
entreetoetsen uit groep 7 over een periode van vijf schooljaren, die een vergelijkbaar zorgelijk beeld opleveren. De onvoldoende resultaten liggen vooral aan de prestaties bij rekenen/wiskunde, maar ook de taaiprestaties laten soms te wensen over.
Hier komt bij dat de school in de groepen 3 t o t en met 8 een hoger percentage leerlingen laat doubleren dan het landelijk gemiddelde. Dat gebeurt vooral in de groepen 3 en 4 . Ondanks de extra leertijd die deze leerlingen krijgen slaagt de school er onvoldoende in de gemiddelde resultaten aan het eind van de basisschool op het gewenste niveau te krijgen.
De prestaties van leerlingen tijdens de basisschoolperiode zijn wel voldoende. De inspectie bekijkt voor de beoordeling hiervan de toetsen voor technisch lezen in de groepen 3 en 4 ,
ff o I N S P E C T I E
vanh e t O N D E R W U S
De school kan voldoende aantonen dat leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften zich naar hun mogelijkheden ontwikkelen. Voor de leerling met een leerlinggebonden budget is een wettelijk verplicht handelingsplan aanwezig, dat concrete doelen bevat die een evaluatie van w a t de school met de leerling bereikt mogelijk maken. Dergelijke evaluaties zijn ook daadwerkelijk uitgevoerd. Bij leerlingen die een eigen leerlijn krijgen, wordt een intelligentie- onderzoek gedaan voordat de beslissing wordt genomen. Ook voor deze leerlingen beschikt de school over adequate plandocumenten, die inzicht geven in het onderwijsaanbod en de vorderingen.
De inspectie kan de sociale vaardigheden op cbs De Regenboog niet beoordelen. De school heeft een aanbod voor de sociaal-emotionele ontwikkeling en bepaalt de vorderingen van leerlingen op dit gebied, maar de inspectie kan de gegevens die dit oplevert niet afzetten tegen landelijke normen.
Kwaliteitszorg
De kwaliteitszorg is op cbs De Regenboog op alle indicatoren als voldoende beoordeeld, behalve waar het gaat om het jaarlijks systematisch analyseren van de kwaliteit van opbrengsten. De school is hier overigens recent wel mee begonnen vanwege de tegenvallende rekenprestaties in de bovenbouw. Een uitbreiding van deze analyses
(verschillende vakken, verschillende groepen, verschillende schooljaren) is echter nodig om van echte trendanalyses te kunnen spreken.
Cbs De Regenboog rapporteert uitgebreid aan ouders en andere belanghebbenden welke verbeteringen in het onderwijs plaatsvinden. De directeur evalueert de kwaliteit van leren en onderwijzen door regelmatige klassenbezoeken in alle groepen. Wat de overige indicatoren betreft is het wenselijk het schooljaarplan te concretiseren om zo het slagen van
verbeteractiviteiten zoveel mogelijk te waarborgen. Wat de sociale veiligheid betreft doet de school in het aanbod veel aan preventieve activiteiten en er zijn afspraken over het
afhandelen van incidenten, maar de veiligheidsbeleving van leerlingen wordt nog niet regelmatig en systematisch gepeild.
Leerstofaanbod, tijd en onderwijsleerproces
Alle indicatoren die verwijzen naar het leerstof aanbod, de onderwijstijd en het
onderwijsleerproces zijn als voldoende beoordeeld en een indicator als goed. Hierbij gaat het om de taakgerichte werksfeer in de groepen, die de inspectie tijdens alle lessen in hoge mate heeft waargenomen. Uit de lessen blijkt verder duidelijk dat de leraren als team functioneren.
Aan details, zoals de inrichting van de lokalen, de vorm en indeling van taakbrieven en de registratie van leerlingvorderingen in de groepsmappen is te zien dat alle leraren dezelfde systematiek hanteren en volgens dezelfde afspraken werken. Alle leraren slagen er voldoende in hun lessen te structureren, hanteren een adequaat klassenmanagement en brengen voldoende tempo in de les. Verder geven ze leerlingen veel positieve feedback op hun werk en gedrag en besteden aandacht aan leerstrategieën op daartoe geëigende momenten.
Zorg en begeleiding
De inspectie heeft de indicatoren van zorg en begeleiding als voldoende beoordeeld, omdat cbs De Regenboog de prestaties van leerlingen voldoende volgt, problemen signaleert en leerlingen die achterblijven of juist voorlopen op hun klasgenoten vervolgens van extra zorg voorziet. Dat gebeurt aan de hand van handelingsplannen, die in het algemeen van
voldoende kwaliteit zijn (al heeft de inspectie wel onderlinge kwaliteitsverschillen
9 o I N S P E C T I E
vanh e t O N D E R W U S
geconstateerd). Dit schooljaar heeft de school relatief veel mogelijkheden voor preteaching of remedial teaching buiten de groepen, vanwege tijdelijk extra personeel. Van de
zorgactiviteiten worden logboeken bijgehouden, zodat ook voor de groepsleraren helder is welke zorg is verleend. Een mogelijk gevaar van zorg buiten de groep, het niet op elkaar aansluiten van lesmomenten in de groep en activiteiten daarbuiten, wordt zo bestreden. De handelingsplannen worden verder op tijd geëvalueerd en bijgesteld.
Hoewel het systeem van zorg en begeleiding op zich van voldoende kwaliteit is en de organisatie van activiteiten in en buiten de groepen ook doordacht lijkt, maakt de inspectie zich zorgen over het grote aantal leerlingen uit de bovenbouwgroepen (5 tot en met 8) dat een beroep doet op extra zorg. Gezien de tegenvallende prestaties in de hoogste groepen is het bovendien twijfelachtig of de zorg voldoende effect heeft. Een kritische analyse van de effecten van de zorg op schoolniveau is dan ook nodig om na te gaan of alle investeringen voldoende opleveren dan wel of een andere inrichting van de zorg wenselijk is. Daarnaast is verheldering nodig van de beslisregels voor het zittenblijven, naast een herbezinning op de effectiviteit hiervan.
In ieder geval lijkt een sterkere nadruk op preventie van achterstanden noodzakelijk, om te voorkomen dat veel leerlingen extra zorg nodig hebben van iemand anders dan hun
groepsleraren. De school verwacht op termijn veranderingen in het huidige beeld, onder meer
door het gewijzigde aanbod in de groepen 1 en 2 en de maatregelen die al getroffen zijn om
het rekenonderwijs te verbeteren. Desondanks acht de inspectie verdere analyses en
interventies gewenst voor de groep leerlingen die nu in de bovenbouw zitten.
m O
I N S P E C T I E
vanh e t O N D E R W U S
CONCLUSIE EN VERVOLG
Oordelen van de inspectie
Het onderwijs is over het geheel genomen van voldoende kwaliteit. De opbrengsten aan het eind van het basisonderwijs zijn echter onvoldoende evenals het onderdeel van
kwaliteitszorg dat betrekking heeft op het evalueren van opbrengsten.
Toezichtarrangement
Op grond van het voorgaande, stelt de inspectie voor cbs De Regenboog een aangepast arrangement vast. Het bevoegd gezag draagt zorg voor opheffing van de geconstateerde tekortkomingen in de kwaliteit van het onderwijs. De inspectie heeft met het bestuur afspraken gemaakt over het verbetertraject. Over een jaar voert de inspectie een heronderzoek uit naar de stand van zaken rond de opbrengsten, de kwaliteitszorg en het systeem van zorg en begeleiding.