• No results found

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. CBS Comenius

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. CBS Comenius"

Copied!
12
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK

CBS Comenius

Plaats : 's-Gravenhage

BRIN nummer : 17SU|C1

Onderzoeksnummer : 282139 Datum onderzoek : 23 maart 2015 Datum vaststelling : 19 mei 2015

(2)
(3)

1 INLEIDING . . . 5 2 BEVINDINGEN . . . 7 3 TOEZICHTARRANGEMENT . . . 12

INHOUDSOPGAVE

(4)
(5)

De Inspectie van het Onderwijs heeft op 23 maart 2015 een tussentijds kwaliteitsonderzoek uitgevoerd op de Comeniusschool naar aspecten van de kwaliteit van het onderwijs en de naleving van wet- en regelgeving. De aanleiding voor dit onderzoek was het volgende.

Op 8 mei 2014 heeft de inspectie een stelselonderzoek uitgevoerd op de Comeniusschool. Omdat tijdens dit onderzoek bleek dat

er tekortkomingen waren in de opbrengsten en het onderwijsleerproces is het onderzoek omgezet in een kwaliteitsonderzoek. De uitkomsten van het

kwaliteitsonderzoek zijn beschreven in het inspectierapport dat is vastgesteld op 9 juli 2014. De kwaliteit van het onderwijs is toen als zwak beoordeeld en de inspectie heeft haar toezicht geïntensiveerd. In het kader hiervan voert de inspectie nu een tussentijds onderzoek uit om na te gaan in hoeverre de in het toezichtplan opgenomen tekortkomingen zijn opgeheven en aan de afspraken is voldaan.

De onderzoeksopzet is gebaseerd op de afspraken die in het toezichtplan zijn opgenomen. Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten:

• Onderzoek en analyse van jaardocumenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn.

• Schoolbezoek, waarbij de inspectie een aantal lessen heeft bijgewoond en gesprekken heeft gevoerd met de directie, de intern begeleiders en de leraren.

• Een eindgesprek met de directie en een vertegenwoordiging van het bestuur na afloop van het schoolbezoek.

• Een afzonderlijk gesprek met een vertegenwoordiger van het bestuur.

Tijdens het onderzoek beoordeelde de inspectie indicatoren van de volgende aspecten:

opbrengsten, leerstofaanbod, onderwijstijd, zorg en begeleiding, en (voorwaarden voor) kwaliteitszorg.

De inspectie heeft zich bij haar onderzoek onder andere gebaseerd op het Toezichtkader po/vo 2012 en de notitie Analyse en waarderingen van opbrengsten primair onderwijs. Beide documenten zijn te vinden op www.onderwijsinspectie.nl.

INLEIDING 1

Onderzoeksopzet

Toezichtkader

(6)

In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek naar de onderwijskwaliteit en wettelijke vereisten. Dit wordt gevolgd door een beschouwing waarin het oordeel van de inspectie wordt toegelicht en waar mogelijk de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven. Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer.

Opbouw rapport

(7)

In onderstaande tabellen vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit

onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid.

De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs 2012. Indicatoren die bij een kwaliteitsonderzoek de doorslag geven of een school (zeer) zwak is, de zogeheten normindicatoren, zijn

gemarkeerd met een asterisk. Voor een overzicht van alle normindicatoren zie het Toezichtkader po/vo 2012 opwww.onderwijsinspectie.nl. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is.

Legenda:

1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende

4. goed

5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten)

BEVINDINGEN 2

Kwaliteits- en nalevingsprofiel 2.1

Opbrengsten 1 2 3 4 5

• 1.1* De resultaten van de leerlingen aan het eind van de

basisschool liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.

1.2* De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.

Leerstofaanbod 1 2 3 4

• 2.1* Bij de aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal en

rekenen en wiskunde betrekt de school alle kerndoelen als te bereiken doelstellingen.

2.4* De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerlinggewicht biedt bij Nederlandse taal leerinhouden aan die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand.

Tijd 1 2 3 4

3.1 De leraren maken efficiënt gebruik van de geplande • onderwijstijd.

(8)

Begeleiding 1 2 3 4

• 7.1* De school gebruikt een samenhangend systeem van

genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen.

7.2 De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen.

Zorg 1 2 3 4

• 8.1 De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig

hebben.

8.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen.

8.3* De school voert de zorg planmatig uit.

Kwaliteitszorg 1 2 3 4

• 9.1 De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar

leerlingenpopulatie.

9.2 De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen.

Voorwaarden voor kwaliteitszorg 1 2 3 4

• 10.1 De schoolleiding stuurt de schoolontwikkeling inclusief de

kwaliteitszorg aan.

10.2 De schoolontwikkeling is verbonden met de visie op onderwijs, zoals geformuleerd in het schoolplan.

10.3 De schoolleiding zorgt voor een professionele schoolcultuur.

10.4 Bij de zorg voor kwaliteit zijn bestuur, directie, team en andere belanghebbenden betrokken.

Wet- en regelgeving Ja Nee

• NT1A De inspectie is in het bezit gesteld van de geldende schoolgids (art.

16, lid 2 en 3, WPO).

NT2A De inspectie is in het bezit gesteld van het geldende schoolplan (art. 16, lid 1 en 3, WPO).

NT4A Er is voldoende onderwijstijd geprogrammeerd om te kunnen voldoen aan de daarvoor gestelde minima (art. 8, lid 7 onder b, WPO).

NT4B Er is maximaal zevenmaal een onvolledige schoolweek

geprogrammeerd voor de groepen 3 t/m 8 (artikel 8, lid 7 onder b, WPO).

Beschouwing 2.2

(9)

Algemeen beeld

De Comeniusschool heeft (veel) te weinig voortgang geboekt tijdens het verbetertraject. Alle indicatoren die tijdens het kwaliteitsonderzoek als

onvoldoende zijn beoordeeld, zijn nog steeds onvoldoende. Om deze reden blijft het aangepast arrangement zwak gehandhaafd.

Hoewel de school aan de hand van een verbeterplan en met de hulp van externen aan de kwaliteit van het onderwijs werkt, is vrij snel na de start van het verbetertraject stagnatie opgetreden. Oorzaken hiervoor zijn te vinden in het ontbreken van eigenaarschap, urgentiebesef en lage verwachtingen in de school. Opvallend is dat zowel de directie als het bestuur het plan niet heeft bijgestuurd om het tij te keren. De inspectie heeft aan het einde van het

tussentijds kwaliteitsonderzoek aangegeven daarom geen vertrouwen te hebben in dit verbetertraject.

Een week na het onderzoek heeft het bestuur aan de inspectie aangegeven het oordeel zeer serieus te nemen. Inmiddels zijn er ook een aantal acties

ondernomen. Zo is het team persoonlijk door het bestuur aangesproken op het kwaliteitsbeeld van de school en is er een interim-directeur aangesteld, die als taak heeft de school weer op niveau te brengen.

Hieronder volgt een toelichting op het oordeel.

Toelichting

Opbrengsten

De eindopbrengsten liggen in 2012, 2013 en 2014 boven de ondergrens die de inspectie hanteert. Toch zijn de eindopbrengsten kwetsbaar te noemen. De huidige groep 8 heeft tijdens de tussen- en eindmeting voor rekenen en wiskunde en begrijpend lezen in groep 7 een resultaat behaald dat onder de ondergrens ligt. Dit kan wijzen op een onvoldoende eindresultaat voor 2015.

Ook de huidige groep 7 staat er slecht voor. Deze groep behaalde bij de middenmeting eveneens een onvoldoende resultaat op beide meetmomenten.

Extra zorgwekkend is het feit dat er voor beide groepen geen gedegen plan is ontwikkeld om deze achterstanden te verkleinen of weg te werken.

De tussenresultaten zijn zeer zorgelijk te noemen. Alle groepen in de school laten een grote leerachterstand zien bij bijna alle vakken. Alleen bij technisch lezen worden de ondergrenzen gehaald. Vanwege de grilligheid van de

resultaten is er gekeken naar tien meetmomenten. Dit zijn het technisch lezen in

(10)

groep 3, 4 en 5, rekenen en wiskunde in groep 4, 5, 6 en 7, en begrijpend lezen in groep 5, 6 en 7. Van deze meetmomenten ligt het merendeel onder de ondergrens. Om deze reden zijn de tussenresultaten als onvoldoende beoordeeld.

Leerstofaanbod en onderwijstijd

De school heeft voor begrijpend lezen dit schooljaar een nieuwe methode ingevoerd. Onduidelijk is echter welke afspraken over de

implementatie hiervan met het team zijn gemaakt en of deze worden opgevolgd.

In de planning van de leerkrachten is niet te zien of deze lessen nu (wel) worden uitgevoerd. Hierdoor blijft indicator 2.1 onvoldoende.

De verbetering van het woordenschatonderwijs staat nog in de kinderschoenen.

Ook hier geldt dat onduidelijk is welke afspraken gelden en hoe leerkrachten zich hieraan houden in de praktijk. Wel is in de klassen te zien dat de leraren met woordclusters werken. Van een taalrijke leeromgeving is in de meeste groepen echter nog geen sprake.

Tot slot zijn er op schoolniveau afspraken gemaakt over de indeling van de onderwijstijd per leerjaar. Uit een steekproef van de groepsroosters blijkt dat deze niet worden opgevolgd.

Zorg en begeleiding

De intern begeleiders zijn in de afgelopen periode gecoacht door een externe instantie. Deze instantie heeft hen geholpen om de verandering door te maken van intern begeleider als remedial teacher naar de intern begeleider als coach.

De intern begeleiders geven aan blij te zijn met hun nieuwe rol.

De intern begeleiders hebben in de afgelopen periode zelf de teamleden geschoold in het maken van groepsoverzichten en groepsplannen. Tijdens de lesbezoeken was te zien dat dit nog niet heeft geleid tot een eenduidige lijn in de school. Bovendien geven de groepsoverzichten weinig inzicht in de

onderwijsbehoeften van de leerlingen, waardoor de link met het groepsplan niet altijd duidelijk is. In de groepsplannen ontbreken duidelijke doelen en mist een specifieke aanpak. Omdat deze manier van werken voor veel leerkrachten nieuw is, zou de sturing op dit onderdeel sterker kunnen zijn. Dit hebben de

leerkrachten in het gesprek met de inspectie zelf ook aangegeven.

(Voorwaarden voor) kwaliteitszorg

Na het kwaliteitsonderzoek in mei heeft een externe instantie een audit

uitgevoerd op de school. Aan de hand van beide onderzoeken is door de directie een verbeterplan geschreven. De uitvoering van dit verbeterplan is gestart in september 2014; hierbij wordt de directie ondersteund door een (andere) externe instantie. In november 2014 stagneert het plan echter en lopen

(11)

verbeteringen niet volgens planning. Hoewel de directie en het bestuur deze stagnatie wel signaleren, vindt er nauwelijks bijsturing op het plan plaats.

Tijdens de gesprekken op de school is duidelijk geworden dat er geen sprake is van een gedeelde visie binnen het team en een duidelijk einddoel waar men naar toe werkt. Bovendien is er, zowel bij het managementteam als bij de leraren, te weinig urgentiebesef. De teamleden hebben lage verwachtingen van de kinderen en van elkaar, waardoor processen ook 'mogen' vertragen. Hierdoor zien de leraren niet in hoe zwak de leerlingen presteren en wat hun eigen rol hierin is. Omdat de leraren hierop ook onvoldoende worden gecorrigeerd, is er geen sprake van eigenaarschap.

Tijdens dit verbetertraject is er met name gestuurd op de eigen

verantwoordelijkheid van de teamleden. Vraag is of zij voldoende toegerust zijn om deze verantwoordelijkheid te dragen.

(12)

Kwaliteit

De kwaliteit van het onderwijs is niet verbeterd en er is niet voldaan aan de afspraken uit het toezichtplan.

De inspectie heeft er geen vertrouwen in dat de Comeniusschool het afgesproken verbetertraject binnen de gestelde termijn kan realiseren. De inspectie heeft daarom het bestuur gevraagd zich te beraden over de stappen die het gaat zetten om de kwaliteit op de school te verbeteren.

Naleving

De inspectie concludeert dat er geen tekortkomingen zijn in de naleving van de wettelijke voorschriften die zijn gecontroleerd.

TOEZICHTARRANGEMENT

3

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De Inspectie van het Onderwijs heeft op 4 november 2010 een tussentijds kwaliteitsonderzoek uitgevoerd op de Scholingsboulevard Enschede om een oordeel te kunnen uitspreken over de

Tijdens het kwaliteitsonderzoek dat is uitgevoerd op 17 november 2011 stelde de inspectie tekortkomingen vast in de opbrengsten, het onderwijsleerproces en de naleving op

1.1 * De resultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht..

Ontwikkelpunten zijn de inhoudelijke verdieping van de evaluatie en de analyse van de gegevens van de leerlingen, waardoor de kwaliteit van de groepsplannen hoger wordt, door

Schoolleiding en leraren waarborgen de veiligheid van de school en zijn omgeving voor alle leerlingen en het personeel..

Scholen, besturen en leraren hebben - en nemen - zelf de verantwoordelijkheid om op hun eigen wijze het onderwijs te bieden dat het beste uit leerlingen en studenten haalt. Met

Hoewel het doel van het verandertraject dat vorig jaar werd ingezet door een interim-drecteur volgens leraren in eerste instantie niet helemaal helder voor hen was, vinden

Didactisch handelen schoolbreed van onvoldoende kwaliteit Schoolbreed is het didactisch handelen van leraren niet van voldoende kwaliteit om een ononderbroken ontwikkeling van