• No results found

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. Basisschool De Venser

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. Basisschool De Venser"

Copied!
12
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK

Basisschool De Venser

Plaats : Diemen

BRIN nummer : 10BA|C1

Onderzoeksnummer : 292370 Datum onderzoek : 6 maart 2017 Datum vaststelling : 24 maart 2017

(2)
(3)

1 INLEIDING . . . 5 2 BEVINDINGEN . . . 7 3 VERVOLG TOEZICHT . . . 12

INHOUDSOPGAVE

(4)
(5)

De Inspectie van het Onderwijs heeft op 6 maart 2017 een tussentijds

kwaliteitsonderzoek uitgevoerd op Basisschool De Venser naar aspecten van de kwaliteit van het onderwijs en de naleving van wet- en regelgeving. De

aanleiding voor dit onderzoek was het volgende.

Tijdens het kwaliteitsonderzoek dat is uitgevoerd op 26 mei 2016 stelden wij tekortkomingen vast in het didactisch handelen, de leerlingenzorg, de

kwaliteitszorg en de naleving van wettelijke vereisten op basisschool De Venser.

Deze zijn beschreven in het inspectierapport dat is vastgesteld op 19 september 2016. De kwaliteit van het onderwijs is toen als zwak beoordeeld en de inspectie heeft haar toezicht geïntensiveerd. In het kader hiervan voeren wij nu een tussentijds onderzoek uit om na te gaan in hoeverre de in het toezichtplan opgenomen tekortkomingen zijn opgeheven en aan de afspraken is voldaan.

Toezichthistorie

Tijdens het kwaliteitsonderzoek dat is uitgevoerd op 24 juni 2010 stelde de inspectie tekortkomingen vast in de opbrengsten, het onderwijsproces en de naleving van wettelijke vereisten op De Venser. De kwaliteit van het onderwijs is toen als zeer zwak beoordeeld en de inspectie heeft haar toezicht

geïntensiveerd. Met de school en het bestuur zijn toen prestatie-afspraken gemaakt over het vervolgtraject. Bij het afsluitend onderzoek naar de kwaliteitsverbetering op 3 juli 2012 heeft de inspectie verbeteringen

geconstateerd en een basisarrangement aan De Venser toegekend en is het intensieve toezicht opgeheven.

De onderzoeksopzet is gebaseerd op de afspraken die in het toezichtplan zijn opgenomen. Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten:

• Onderzoek en analyse van jaardocumenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn.

• Schoolbezoek, waarbij de inspectie een aantal lessen heeft geobserveerd met observanten van de school en gesprekken heeft gevoerd met de intern begeleider en de bovenschools intern begeleider.

• Een feedbackgesprek met de intern begeleider, de bovenschools intern begeleider en het interim bestuur, na afloop van het schoolbezoek.

INLEIDING 1

Onderzoeksopzet

(6)
(7)

Hieronder staan de indicatoren die in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs 2012. Indicatoren die bij een kwaliteitsonderzoek de doorslag geven of een school (zeer) zwak is, de zogeheten normindicatoren, zijn gemarkeerd met een asterisk. Voor een overzicht van alle normindicatoren zie het Toezichtkader po/vo 2012 op www.onderwijsinspectie.nl. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator

gerealiseerd is.

Legenda:

1. slecht

2. onvoldoende 3. voldoende

4. goed

5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten)

BEVINDINGEN 2

Kwaliteits- en nalevingsprofiel 2.1

Opbrengsten 1 2 3 4 5

• 1.1* De resultaten van de leerlingen aan het eind van de

basisschool liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.

Leerstofaanbod 1 2 3 4

2.3 De leerinhouden in de verschillende leerjaren sluiten op elkaar • aan.

Didactisch handelen 1 2 3 4

• 5.1* De leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof.

5.3* De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten.

Afstemming 1 2 3 4

• 6.2 De leraren stemmen de instructie af op verschillen in

ontwikkeling tussen de leerlingen.

6.3 De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.

(8)

Algemeen beeld

Sinds het kwaliteitsonderzoek van negen maanden geleden is het team van De Venser aan de slag gegaan met het verbetertraject. Nadat eerst de visie op het onderwijs is herijkt, heeft het team samen met de bovenschools intern

begeleider en het bestuur een verbeterplan opgesteld. Wij zien dat het team stappen in de goede richting zet, maar met name in het onderwijsleerproces is nog een weg te gaan en zijn er te weinig vorderingen gemaakt. De

verbeteringen die wel al zichtbaar zijn, zijn nog erg pril en kwetsbaar. Bovendien zijn de verbeteringen die al zichtbaar zijn, nog geen gemeengoed in het hele team. Daarbij beoordelen we het didactisch handelen nu negatiever dan tijdens het vorige onderzoek. Complicerende factor in dit kwetsbare proces zijn de wisselingen dit schooljaar in het team en in de directievoering. De bezetting in het lerarenkorps is nu stabiel en met de start van een interim-directeur binnenkort, zal het team hopelijk in rustiger vaarwater terecht komen.

Hieronder volgt een toelichting op het oordeel.

Begeleiding 1 2 3 4

7.1* De school gebruikt een samenhangend systeem van • genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen.

Kwaliteitszorg 1 2 3 4

• 9.3 De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces.

9.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten.

Voorwaarden voor kwaliteitszorg 1 2 3 4

• 10.1 De schoolleiding stuurt de schoolontwikkeling inclusief de

kwaliteitszorg aan.

10.2 De schoolontwikkeling is verbonden met de visie op onderwijs, zoals geformuleerd in het schoolplan.

10.4 Bij de zorg voor kwaliteit zijn bestuur, directie, team en andere belanghebbenden betrokken.

Beschouwing 2.2

(9)

Toelichting

De resultaten zijn voldoende, maar de dalende trend baart zorgen

Met de opeenvolgende groepen schoolverlaters heeft de school in 2014, 2015 en 2016 een voldoende eindresultaat behaald. De inspectie beoordeelt de

eindresultaten daarmee als voldoende. De prognose voor het eindresultaat van dit schooljaar is echter somber. Groep 8 staat er niet goed voor, noch op het gebied van rekenen, noch op het gebied van begrijpend lezen. Ook in een aantal lagere groepen halen de leerlingen op verschillende vakgebieden onvoldoende resultaten. Wij constateren dat het beeld grillig is en de school herkent dit. Daarmee is de prognose voor de jaren hierna niet gunstig.

Het beredeneerde aanbod in groep 1/2 is in ontwikkeling, maar de aansluiting met groep 3 is nog onvoldoende.

Ten opzichte van het kwaliteitsonderzoek van vorig schooljaar zijn er in het kleuteronderwijs stappen gezet om de lacunes in het aanbod voor de kleuters op te heffen. Zo is er nu een themaplanning met een uitwerking hiervan in de dag- en weekplanning. Het is echter belangrijk dat er nog een aantal vervolgstappen gezet worden. In de themaplanning is nog onvoldoende zichtbaar hoe de leraar onderscheid maakt tussen de leerlijnen voor groep 1 en de leerlijnen voor groep 2. Ook worden doelen en activiteiten nog verwisseld. Ook de uitwerking van de themaplanning in de dag- en weekplanning is nog erg summier. Al met al geeft de werkwijze nu nog te weinig richting aan het doelmatige handelen van de leraar in de klas waardoor de aansluiting van het aanbod in groep 1/2 met het aanbod in groep 3 nog onvoldoende is (indicator 2.3).

Het didactisch handelen is nog onvoldoende

Wij hebben in alle groepen samen met observanten van de school lesbezoeken uitgevoerd om de actieve betrokkenheid van de leerlingen te beoordelen.

Tijdens deze observaties viel ons op dat de duidelijke uitleg (indicator 5.1) niet voldoende was en daarom beoordelen wij deze indicator ook.

Het is zichtbaar dat de leraren gewerkt hebben aan het denken vanuit leerlijnen en lesdoelen. Ook zien wij dat leraren werken aan de actieve betrokkenheid van leerlingen door middel van het inzetten van bijvoorbeeld coöperatief leren. In de keuzes die de leraren maken tijdens de lessen mist echter samenhang en doelmatigheid. Op een uitzondering na is de uitleg niet duidelijk en niet

(10)

doelmatig. Werkvormen die gekozen worden, zijn niet altijd passend en

ondersteunend aan het doel van de les. Het geven van een duidelijke uitleg van de leerstof is hiermee onvoldoende (indicator 5.1).

De actieve betrokkenheid van de leerlingen is in de hogere groepen voldoende.

In de lagere groepen is dit niet zo. In deze groepen ziet de inspectie teveel leerlingen afhaken en niet meedoen met de les. Schoolbreed is daarom ook indicator 5.3 nog niet op orde.

De afstemming heeft te weinig inhoud

We zien op De Venser dat de leraren hun groep indelen in verschillende niveaus om op die manier hun onderwijs af te stemmen op de behoeften van groepen leerlingen. Deze afstemming is nu vooral nog organisatorisch van aard en moet meer gebaseerd worden op inhoudelijke keuzes. Om die reden is de afstemming nog als onvoldoende beoordeeld (indicatoren 6.2 en 6.3).

Tijdens de lesbezoeken valt ten eerste al op dat we niet in alle groepen afstemming van de instructie en verwerking te zien is, maar dat het beeld schoolbreed nog wisselend is. Ten tweede valt op dat, daar waar we wel

afstemming zien, de kwaliteit nog mager is. Zo lijkt de inhoud van de verlengde instructie te weinig aan te sluiten bij de onderwijsbehoeften van de leerlingen.

Ten derde zien we dat de kwaliteit van de analyse, die de basis vormt voor de afstemming, schoolbreed nog onvoldoende is. In sommige groepen zien we verbetering in het niveau van de analyses, maar een aantal essentiële zaken dient nog aangepakt te worden. De analyse richt zich vooral op groepsniveau en te weinig op leerlingniveau. Bovendien relateren de leraren de resultaten

van de leerlingen te weinig aan het eigen didactisch handelen. Ten slotte constateren we dat de analyses nog te weinig vertaald worden in een passende didactische aanpak voor een leerling of groepen leerlingen.

De school gebruikt nu een gestructureerd observatie-instrument in groep 1/2 Indicator 7.1 is tijdens het vorige onderzoek met een onvoldoende beoordeeld omdat de school de ontwikkeling van de kleuters niet volgde met een

genormeerd observatiesysteem. De school heeft dit verbeterpunt met ingang van dit schooljaar opgepakt. De ontwikkeling van de kleuters wordt nu op gezette tijden gevolgd met een gestructureerd observatie-instrument.

In de kwaliteitszorg zijn een aantal verbeteringen zichtbaar

De school heeft een systeem van kwaliteitszorg gekozen om onder andere het onderwijsleerproces te evalueren. De school staat echter nog helemaal aan het begin van deze ontwikkeling en moet nog diverse stappen zetten in de richting

(11)

De school werkt wel planmatig aan verbeteractiviteiten (indicator 9.4). Met behulp van het verbeterplan waarin diverse doelen met een tijdpad zijn opgenomen, werkt de school toe naar kwaliteitsverbetering. Wij hebben wel vraagtekens bij vooral de prioritering van de onderwerpen. Het verbeterplan is breed opgezet en het is de vraag of de school steeds de juiste keuzes maakt in de tijd die zij beschikbaar heeft.

In de voorwaarden voor kwaliteitszorg zien we nog een probleem bij de aansturing van de schoolontwikkeling, inclusief de kwaliteitszorg, door de schoolleiding (indicator 10.1), dit ten gevolge van de wisselingen in de directievoering. Met de spoedige start, zoals gepland, van een interim- directeur kan een herbezinning op de prioriteiten in dit verbetertraject plaatsvinden. Bovendien ligt er dan een kans om, naar aanleiding van een nieuwe ronde lesbezoeken, de leraren feedback te geven op hun didactisch handelen. Hiermee kan het de leraren meer duidelijk worden welke weg zij individueel nog te gaan hebben in het verbetertraject.

Naleving

De inspectie concludeert dat er geen tekortkomingen meer zijn in de naleving van de wettelijke voorschriften die zijn gecontroleerd.

(12)

Dit rapport beschrijft de oordelen van de inspectie over de kwaliteit van het onderwijs op De Venser. We hebben de school en het bestuur gevraagd om de ontwikkelrichting aan te geven op basis van de eigen kwaliteitsoordelen en die van de inspectie en welke stappen de school gaat ondernemen om de kwaliteit weer op orde te krijgen. Het onderzoek naar de kwaliteitsverbetering vindt plaats in juli 2017.

Hieronder geeft het bestuur zijn reactie:

Het bestuur van OOP kan zich op hoofdlijnen vinden in de bevindingen en conclusies, zoals in de conceptrapportage vermeld. De constatering dat er op een aantal terreinen verbetering is geconstateerd en dat er op een aantal wezenlijke terreinen nog werk te doen is, vinden wij passend. Voor het welslagen van het verbetertraject op de venser zal OOP op korte termijn een interim-directeur aanstellen. Deze interim-directeur zal samen met het team het verbeterplan aanscherpen, bijstellen en prioriteiten stellen. Hij zal in ieder geval tot en met het volgende bezoek van de inspectie de implementatie van het verbeterplan ter hand nemen. We realiseren ons dat het tempo van verbetering hoog zal moeten liggen en tegelijkertijd de balans gevonden moet worden met de belastbaarheid van het personeel in de school. Ons inziens is alleen dan duurzame verbetering mogelijk.

VERVOLG TOEZICHT

3

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

1.1 * De resultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht..

Schoolleiding en leraren waarborgen de veiligheid van de school en zijn omgeving voor alle leerlingen en het personeel.

Scholen, besturen en leraren hebben - en nemen - zelf de verantwoordelijkheid om op hun eigen wijze het onderwijs te bieden dat het beste uit leerlingen en studenten haalt. Met

Schoolleiding en leraren kennen een focus op persoonlijke ontwikkeling en leren, waarin alle leerlingen gezien worden en zich betrokken voelen bij

Met alle besturen gaat de Inspectie van het Onderwijs regelmatig de kwaliteit van de scholen en de kwaliteitszorg van het bestuur bespreken, mede aan de hand van de informatie van

Scholen, besturen en leraren hebben - en nemen - zelf de verantwoordelijkheid om op hun eigen wijze het onderwijs te bieden dat het beste uit leerlingen en studenten haalt. Met

Met alle besturen gaat de Inspectie van het Onderwijs regelmatig de kwaliteit van de scholen en de kwaliteitszorg van het bestuur bespreken, mede aan de hand van de informatie van

Met alle besturen gaat de Inspectie van het Onderwijs regelmatig de kwaliteit van de scholen en de kwaliteitszorg van het bestuur bespreken, mede aan de hand van de informatie van