• No results found

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Tussentijds kwaliteitsonderzoek bij. s.s.b.o. De Delta

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Tussentijds kwaliteitsonderzoek bij. s.s.b.o. De Delta"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

RAPPORT VAN BEVINDINGEN Tussentijds kwaliteitsonderzoek bij s.s.b.o. De Delta

Plaats : Appingedam

BRIN-nummer : 19RA

Onderzoeksnummer : 123775 Datum schoolbezoek : 4 oktober 2011

Rapport vastgesteld te Leeuwarden op 7 december 2011

(2)
(3)

Inhoud

1 Inleiding 5

2 Bevindingen 7

3 Toezichtarrangement 11

(4)
(5)

1 Inleiding

De Inspectie van het Onderwijs heeft op 4 oktober 2011 een tussentijds kwaliteitsonderzoek (tko) uitgevoerd op s.s.b.o. De Delta te Appingedam naar aspecten van de kwaliteit van het onderwijs. De aanleiding voor dit onderzoek was het volgende.

Tijdens het kwaliteitsonderzoek dat is uitgevoerd op 16 september 2010 stelde de inspectie tekortkomingen vast in het onderwijsleerproces op de Delta. Deze zijn beschreven in het inspectierapport dat is vastgesteld op 29 november 2010.

De kwaliteit van het onderwijs is toen als zwak beoordeeld en de inspectie heeft haar toezicht geïntensiveerd. In het kader hiervan voert de inspectie nu een tussentijds onderzoek uit om na te gaan in hoeverre de in het toezichtplan opgenomen tekortkomingen zijn opgeheven en aan de afspraken is voldaan.

Toezichthistorie

Tijdens het kwaliteitsonderzoek dat is uitgevoerd op 13 december 2007 zijn tekortkomingen vastgesteld in de zorg en het onderwijsleerproces op De Delta.

De kwaliteit is toen als zwak beoordeeld en de inspectie heeft haar toezicht geïntensiveerd. Het onderzoek van 16 september 2010 had ten doel om dit traject af te kunnen sluiten. Het kwaliteitsprofiel liet echter zien dat één van de twee specifieke normindicatoren van het speciaal basisonderwijs en drie normindicatoren niet voldoende waren, naast een groot aantal kernindicatoren.

De inspectie kwalificeerde de onderwijskwaliteit wederom als zwak en stelde vast dat de inspanning van de periode van intensief toezicht niet had geleid tot een gunstiger beoordeling dan in december 2007.

Er is een stevig implementatietraject nodig dat de aandacht verdient van een krachtig en betrokken management en bestuur, aldus het rapport. Het

toezichtplan van maart 2011 voorzag in een voortgangsgesprek in juni 2011 en een tussentijds kwaliteitsonderzoek in september 2011. Bij het

voortgangsgesprek van 4 juli 2011 komt naar voren dat er een

vertrouwensbreuk tussen het managementteam en de directie is ontstaan over de aansturing van het verbetertraject. Bovendien is aangegeven dat het hoge ziekteverzuim onder de leraren een belemmering is voor een goede uitvoering van het verbetertraject.

De bevindingen over de voortgang vormen voor de inspectie aanleiding voor een gesprek tussen de directeur toezicht Noord en het bestuur op 14 september 2011. Op 21 september 2011 stuurt de inspectie een gespreksverslag met een aantal afspraken over het vervolg, waaronder de vervulling van de

directiefunctie, de aanpak van het ziekteverzuim en de uitvoering van een tussentijds kwaliteitsonderzoek. Omdat is afgesproken dat het tussentijds kwaliteitsonderzoek kan leiden tot wijziging van het toezichtarrangement naar

"zeer zwak", is het onderzoek uitgebreid ten opzichte van het toezichtplan met meerdere normindicatoren en de voorwaarden voor kwaliteitszorg.

(6)

Tussentijds kwaliteitonderzoek s.s.b.o. De Delta | 4 oktober 2011

pagina 6 van 11

Onderzoeksopzet

De onderzoeksopzet is gebaseerd op de afspraken die in het toezichtplan zijn opgenomen. Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten:

• Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn.

• Schoolbezoek, waarbij de inspectie een aantal lessen heeft bijgewoond en gesprekken heeft gevoerd met de waarnemende directie, de intern begeleiders en leraren.

• Een eindgesprek met het bevoegd gezag in aanwezigheid van de waarnemend directeur en de beoogde interim-directeur.

Tijdens het onderzoek beoordeelde de inspectie indicatoren van de volgende aspecten: opbrengsten, didactisch handelen, afstemming, zorg en begeleiding en voorwaarden voor kwaliteitszorg.

Toezichtkader

De inspectie heeft zich bij haar onderzoek onder andere gebaseerd op het Toezichtkader po/vo 2011 en de notitie Analyse en waarderingen van opbrengsten primair onderwijs. Beide documenten zijn te vinden op www.onderwijsinspectie.nl.

Opbouw rapport

In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek naar de

onderwijskwaliteit. Dit wordt gevolgd door een beschouwing waarin het oordeel van de inspectie wordt toegelicht en waar mogelijk de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven. Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer.

(7)

2 Bevindingen

2.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel

In onderstaande tabellen vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit

onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid.

De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs 2011. Indicatoren die bij een kwaliteitsonderzoek de doorslag geven of een school (zeer) zwak is, de zogeheten normindicatoren, zijn

gemarkeerd met een asterisk. Voor een overzicht van alle normindicatoren zie het Toezichtkader po/vo 2011 op www.onderwijsinspectie.nl. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is.

Legenda:

1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed

5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten)

Kwaliteitsaspect 1 Opbrengsten

1 2 3 4 5

1.1 * De resultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.

z 1.2 * De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en

voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.

z 1.4 Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen

zich naar hun mogelijkheden. z

Kwaliteitsaspect 5 Didactisch handelen

1 2 3 4

5.1 * De leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof. z 5.3 * De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten. z Kwaliteitsaspect 6 Afstemming

1 2 3 4

6.2 De leraren stemmen de instructie af op verschillen in

ontwikkeling tussen de leerlingen. z

6.3 De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen

in ontwikkeling tussen de leerlingen. z

6.4 De leraren stemmen de onderwijstijd af op verschillen in

ontwikkeling tussen de leerlingen. z

Kwaliteitsaspect 7 Begeleiding

1 2 3 4

7.2 De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in

de ontwikkeling van de leerlingen. z

7.3 * (SBO) De school stelt bij plaatsing voor iedere leerling een

ontwikkelingsperspectief vast. z

7.4 * (SBO) De school volgt of de leerlingen zich ontwikkelen conform het ontwikkelingsperspectief en maakt naar aanleiding

hiervan beredeneerde keuzen. z

(8)

Tussentijds kwaliteitonderzoek s.s.b.o. De Delta | 4 oktober 2011

pagina 8 van 11

Kwaliteitsaspect 8 Zorg

1 2 3 4

8.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt

de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen. z

8.3 * De school voert de zorg planmatig uit. z

Kwaliteitsaspect 10 Voorwaarden voor kwaliteitszorg

1 2 3 4

10.1 De schoolleiding stuurt de schoolontwikkeling inclusief de

kwaliteitszorg aan. z

10.2 De schoolontwikkeling is verbonden met de visie op onderwijs,

zoals geformuleerd in het schoolplan. z

10.3 De schoolleiding zorgt voor een professionele schoolcultuur. z 10.4 Bij de zorg voor kwaliteit zijn bestuur, directie, team en andere

belanghebbenden betrokken. z

Naleving wet- en regelgeving

ja nee NT1a De inspectie is in het bezit gesteld van de geldende schoolgids (art. 16,

lid 2 en 3, WPO). z

NT2a De inspectie is in het bezit gesteld van het geldende schoolplan (art. 16,

lid 1 en 3, WPO) z

NT3a De inspectie is in het bezit gesteld van het geldende zorgplan (art. 19, lid

3, WPO). z

NT4a Er is voldoende onderwijstijd geprogrammeerd om te kunnen voldoen aan de daarvoor gestelde minima (art. 8, lid 7 onder b, WPO). z NT4b Er is maximaal zevenmaal een onvolledige schoolweek geprogrammeerd voor de groepen 3 t/m 8 (artikel 8, lid 7 onder b, WPO). z 2.2 Beschouwing

Algemeen beeld

Het kwaliteitsprofiel laat slechts op enkele indicatoren enige verbetering zien.

Het overgrote deel van de indicatoren is nog onvoldoende. Bij de voorwaarden voor kwaliteitszorg is bevestigd dat deze niet zijn vervuld. De combinatie van weinig aantoonbare vooruitgang in het onderwijsleerproces, de zwakke aansturing van de noodzakelijke schoolverbetering en personele problematiek die een professionele schoolcultuur in de weg staat, leidt tot de conclusie dat de school zeer zwak is en er grote risico's zijn voor het succesvol afsluiten van dit verlengde traject van geïntensiveerd toezicht in september 2012.

Hieronder volgt een toelichting op het oordeel.

Toelichting Opbrengsten

De inspectie beschikt niet over nieuwe gegevens over opbrengsten in vergelijking met het onderzoek van september 2010. Op basis van de toen verstrekte gegevens heeft de inspectie een indruk gegeven, maar geen oordeel geveld over de opbrengsten, omdat ze niet in staat is om te beoordelen of de leeropbrengsten in overeenstemming zijn met de mogelijkheden van de leerlingen.

(9)

Didactisch handelen

De inspanningen van de school om een doorgaande lijn in het didactisch

handelen te realiseren door het gebruik van een didactisch model zijn slechts bij een deel van de bezochte leraren zichtbaar. De verschillen in kwaliteit van uitleg zijn nog aanzienlijk en over het geheel genomen is de kwaliteit niet voldoende.

Het actualiseren van voorkennis, het expliciet benoemen van lesdoelen en het samen met leerlingen bespreken van de beste aanpak van de leerstof komt slechts bij een minderheid van de leraren in samenhang voor. De actieve betrokkenheid van leerlingen is als voldoende beoordeeld met name, omdat het klassenmanagement en het zelfstandig werken overwegend doelmatig zijn.

Tijdens klassikale uitleg laat de actieve inbreng van leerlingen echter regelmatig te wensen over.

Afstemming

De wijze waarop de school de leerlingen in groepen verdeelt, leidt tot duidelijke niveauverschillen voor de verschillende vakken binnen één klas. De "streaming"

van leerlingen in de bovenbouw perkt dit enigszins in, maar ook daar zijn nog aanzienlijke verschillen tussen leerlingen in een groep. Voor rekenen maakt de school groepsplannen, waarbij per groep drie niveaus met verschillende leerstof worden onderscheiden en de subgroepen in een circuit achtereenvolgens

instructie krijgen. Naast deze groepsplannen zijn er didactische overzichten. Ook zijn er pedagogische groepsplannen die mede richting geven aan het vaststellen van onderwijsbehoeften.

Slechts in een enkele groep is waargenomen dat binnen subgroepen verder wordt gedifferentieerd op grond van verschillen in didactisch niveau en onderwijsbehoeften. Bij taal en spelling is de uitleg overwegend klassikaal, veelal in de vorm van een begeleide inoefening van verwerkingsopdrachten.

Differentiatie van de instructie en verwerking en het variëren van onderwijstijd voor leerlingen binnen klassen en niveaugroepen zijn nog onvoldoende

planmatig. Bij de verwerking van leerstof tijdens de lesbezoeken overheerst tempodifferentiatie met uitloopopdrachten. Over differentiatie op grond van niveauverschillen is daarbij te beperkt nagedacht. Gerichte uitbreiding van onderwijstijd voor een vak waar leerlingen zich niet naar verwachting ontwikkelen is in de organisatie van het onderwijs niet geregeld.

Zorg en begeleiding

De belangrijkste verbetering die is gerealiseerd, is het nieuwe ontwikkelingsperspectief dat voor elke leerling is opgesteld. Deze

ontwikkelingsperspectieven moeten leidend worden voor het bieden van passend onderwijs aan de leerlingen in de groepen. Ze zijn echter nog te weinig

richtinggevend voor het bepalen van de leerstof bij de verschillende basisvakken, het didactisch handelen en de afstemming in de groepen.

Tot nu toe is er ook geen sprake van een gedegen evaluatie van de ontwikkeling van elke leerling in relatie tot het ontwikkelingsperspectief en daarvan af te leiden prestatiedoelen voor de verschillende vakken. Daardoor kan de vraag of leerlingen naar verwachting presteren niet worden beantwoord. Het gevolg daarvan is tevens, dat de school geen duidelijk beeld heeft van de leerlingen die voor extra zorg in aanmerking zouden komen.

Een nadere analyse op basis van beschikbare toets- en observatiegegevens bij leerlingen die stagneren in hun ontwikkeling of achterblijven bij de verwachting ontbreekt veelal. Van planmatige zorg gericht op het wegwerken van hiaten bij verschillende vakken is bij deze leerlingen nauwelijks sprake. Handelingsplannen blijven veelal beperkt tot de leerlingen, waarvoor de school LGF-financiering ontvangt.

(10)

Tussentijds kwaliteitonderzoek s.s.b.o. De Delta | 4 oktober 2011

pagina 10 van 11

Voorwaarden voor kwaliteitszorg

Zoals bij de toezichthistorie is aangegeven heeft zich in de loop van het

afgelopen schooljaar een crisis in het management voorgedaan. De gesprekken die de inspectie met teamleden, intern begeleiders en waarnemende directie heeft gevoerd, geven een brede bevestiging van de problemen op het gebied van aansturing en onderwijskundige leiderschap. Ook heeft het ontbroken aan gedegen personeelsbeleid, waardoor het gebrekkig functioneren van een deel van het team in het verbetertraject van de afgelopen jaren buiten beeld is gebleven. Het bevoegd gezag geeft aan dat ze bij haar beoordeling van de voortgang zich te veel heeft verlaten op informatie van de directie en te weinig actief met andere geledingen heeft gecommuniceerd.

(11)

3 Toezichtarrangement

Kwaliteit

De kwaliteit van het onderwijs is niet voldoende verbeterd en er is niet voldaan aan de afspraken uit het toezichtplan. De inspectie heeft er nu geen vertrouwen in dat s.s.b.o. De Delta het afgesproken verbetertraject binnen de gestelde termijn kan realiseren. Het beeld uit dit tussentijds kwaliteitsonderzoek

bevestigt de informatie uit het eerste voortgangsgesprek van 4 juli 2011 en het daaropvolgende gesprek op 14 september jongstleden tussen het bevoegd gezag en de directeur toezicht Noord.

De kwaliteit van het onderwijs vertoont belangrijke tekortkomingen en is als zeer zwak beoordeeld. Om deze reden kent de Inspectie van het Onderwijs aan s.s.b.o. De Delta een aangepast arrangement zeer zwak toe. De school valt onder verscherpt intensief toezicht. Met het bevoegd gezag is afgesproken dat de onderwijskwaliteit in september 2012 weer van voldoende niveau is. Hieraan voorafgaand voert de inspectie een afsluitend onderzoek naar de

kwaliteitsverbetering (okv) uit om na te gaan of de tekortkomingen zijn

opgeheven. Verder maakt de inspectie nadere afspraken met het bevoegd gezag over te bereiken tussenresultaten en over een tussentijds kwaliteitsonderzoek naar bereikte verbeteringen. Deze afspraken legt de inspectie vast in een bijgesteld toezichtplan.

Het bevoegd gezag dient binnen zes werkweken gerekend vanaf de vaststelling van het rapport een plan van aanpak aan de inspectie te sturen, dan wel het bestaande plan van aanpak aan te passen in het licht van de huidige situatie. De inspectie beziet of het plan van aanpak voldoet aan de volgende kenmerken:

• de voorgenomen activiteiten sluiten aan bij de geconstateerde kwaliteitsproblemen;

• de activiteiten zijn voldoende concreet beschreven en gepland zodat de inspectie er in het vervolg van het toezicht op kan aansluiten;

• het is aannemelijk dat het plan van aanpak leidt tot een verbetering van de geconstateerde kwaliteitsproblemen.

Het bevoegd gezag herkent zich in de bevindingen van de inspectie en onderschrijft de noodzaak maatregelen te nemen die opheffing van de geconstateerde tekortkomingen als doel hebben. De minister wordt van de geconstateerde tekortkoming(en) op de hoogte gesteld.

Naleving

De inspectie concludeert tevens dat er geen tekortkomingen zijn in de naleving van de wettelijke voorschriften die zijn gecontroleerd.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De school gebruikt nu een gestructureerd observatie-instrument in groep 1/2 Indicator 7.1 is tijdens het vorige onderzoek met een onvoldoende beoordeeld omdat de school de

De Inspectie van het Onderwijs heeft op 24 september 2010 een tussentijds kwaliteitsonderzoek onderzoek uitgevoerd op het College de OpMaat, afdeling vmbo-b, om een oordeel te kunnen

Op 15 januari 2010 heeft de inspectie met een vertegenwoordiger van het bevoegd gezag en de schoolleiding een gesprek gevoerd over de voortgang van de verbeteractiviteiten van de

3.6 De leerinhouden voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde zijn afgestemd op de onderwijsbehoeften van individuele leerlingen.. 3.8 De school met een substantieel

Tijdens het kwaliteitsonderzoek dat is uitgevoerd op 17 november 2011 stelde de inspectie tekortkomingen vast in de opbrengsten, het onderwijsleerproces en de naleving op

1.1 * De resultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht..

Het onderwijsproces vertoonde bij het kwaliteitsonderzoek weliswaar enkele tekortkomingen, met name op het punt van afstemming van onderwijstijd en verwerkingsopdrachten op

De Inspectie van het Onderwijs heeft op 4 november 2010 een tussentijds kwaliteitsonderzoek uitgevoerd op de Scholingsboulevard Enschede om een oordeel te kunnen uitspreken over de