• No results found

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. Lyceum Schravelant havo

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. Lyceum Schravelant havo"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

RAPPORT VAN BEVINDINGEN

TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK

Lyceum Schravelant havo

Plaats: Schiedam

BRIN-nummer: 16EI-0

Registratienummer: 3491221

Onderzoek uitgevoerd op: 15 november 2012 Conceptrapport verzonden op: 1 februari 2013 Rapport vastgesteld te Utrecht op: 18 maart 2013

Reproductie van het rapport zonder toestemming van de inspectie of de school/instelling vindt niet plaats anders dan in zijn volledige vorm.

(2)

INLEIDING

De Inspectie van het Onderwijs heeft op 15 november 2012 een tussentijds kwaliteitsonderzoek (TKO) uitgevoerd op Lyceum Schravelant, afdeling havo om een oordeel te kunnen uitspreken over de kwaliteit van het onderwijs op deze afdeling en over de naleving van wet- en regelgeving.

Aanleiding en toezichthistorie

De aanleiding voor dit onderzoek is het volgende.

De inspectie heeft op 30 januari 2012 op grond van onvoldoende resultaten en mogelijke tekortkomingen in het onderwijsproces, een kwaliteitsonderzoek uitgevoerd op Lyceum Schravelant, afdeling havo. De inspectie heeft de kwaliteit van het onderwijs toen als zwak

beoordeeld. Met het bevoegd gezag is afgesproken dat de opbrengsten bij het opbrengstenoordeel in 2014 weer van voldoende niveau zouden zijn. Ook zijn er afspraken gemaakt over te bereiken tussenresultaten. Deze afspraken zijn vastgelegd in een toezichtplan. Dit TKO vindt conform de afspraken in dit toezichtplan plaats.

Onderzoeksopzet

De inspectie heeft de indicatoren zoals beschreven in het toezichtplan onderzocht voor de aspecten: de opbrengsten, het onderwijsproces, de kwaliteitszorg.

Voor een aantal indicatoren zijn in het toezichtplan prestatieafspraken gemaakt over te bereiken resultaten bij het TKO:

- Het rendement bovenbouw van de havo is op de opbrengstenkaart 2012 verbeterd ten opzichte van de twee voorgaande opbrengstenkaarten en heeft minimaal een genormeerde score 3.

- Het gemiddeld CE-cijfer bij de examens in 2012 is verbeterd ten opzichte van voorgaande jaren en minimaal voldoende (6.0).

- De kwaliteitszorgindicatoren 9.3 en 9.6 worden bij het TKO als voldoende beoordeeld.

Voor indicator 9.5 geldt dat er aantoonbare vorderingen zijn gemaakt hetgeen blijkt uit een volledige PDCA-cyclus.

- De afstemmingsindicatoren 6.3 en 6.4 zijn voldoende of laten tenminste een positieve ontwikkeling zien. Deze indicatoren worden eveneens beoordeeld tijdens het TKO.

Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten:

- Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn.

- Analyse van documenten die betrekking hebben op zelfevaluatie-activiteiten van de school en van andere documenten die de school voorafgaand aan het schoolbezoek heeft

toegestuurd en tijdens het schoolbezoek heeft overhandigd.

- Schoolbezoek, waarbij in een aantal groepen de onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van lessen. Bovendien heeft de inspectie over de kwaliteit van de indicatoren gesprekken gevoerd met het management.

- Op uw school is verder een gesprek gevoerd met leerlingen, zorgfunctionarissen en docenten.

- Aan het eind van het schoolbezoek heeft de inspectie de bevindingen van het onderzoek besproken met de directie.

Toezichtkader

De inspectie heeft zich bij haar onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader vo 2011.

(3)

Opbouw rapport

In hoofdstuk 2 zijn de bevindingen uit het onderzoek naar de onderwijskwaliteit en de wettelijke voorschriften weergegeven. Dit wordt gevolgd door een paragraaf waarin het oordeel van de inspectie wordt toegelicht en waar mogelijk de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven. Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer.

(4)

2. BEVINDINGEN

2.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel

In onderstaande tabel vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader voortgezet onderwijs. De indicatoren met een asterisk zijn de

normindicatoren; zij spelen een beslissende rol bij de beoordeling van de kwaliteit van het onderwijs.

De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is.

Legenda:

1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed

5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten)

De inspectie heeft daarnaast onderzocht of wordt voldaan aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften. Of de school wel of niet voldoet aan deze wettelijke vereisten wordt tot uitdrukking gebracht met de score ‘ja’ of ‘nee’.

Resultaten

1 2 3 4 5

1.1 * De leerlingen behalen in de onderbouw het

opleidingsniveau dat mag worden verwacht. ••••

1.2 * De leerlingen lopen weinig vertraging op in de

bovenbouw van de opleiding havo. ••••

1.3 * De leerlingen van de opleiding havo behalen voor het

centraal examen de cijfers die mogen worden verwacht. ••••

1.4 * Bij de opleiding havo zijn de verschillen tussen het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen van een aanvaardbaar niveau.

••••

Afstemming

1 2 3 4

6.3 De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen in

ontwikkeling tussen de leerlingen. ••••

6.4 De leraren stemmen de onderwijstijd af op verschillen in

ontwikkeling tussen de leerlingen. ••••

Kwaliteitszorg

1 2 3 4

9.2 De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen. ••••

9.3 De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces. ••••

9.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. ••••

9.5 De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces. ••••

9.6 De school waarborgt de kwaliteit van het schoolexamen en van

andere toetsinstrumenten. ••••

(5)

2.2 Beoordeling

Algemeen beeld

De inspectie beoordeelt de kwaliteit van het onderwijs op de afdeling havo van Lyceum Schravelant in Schiedam als zwak. Dit tussentijdse kwaliteitsonderzoek wordt uitgevoerd om de voortgang van het verbetertraject te volgen.

Dit oordeel is gebaseerd op de volgende overwegingen. De opbrengsten zijn, afgemeten aan de prestaties van de leerlingen over de afgelopen drie jaar, onvoldoende. Er is wel sprake van een verbetering van de opbrengsten en de inspectie ziet een mogelijkheid dat het opbrengstenoordeel 2013 voor de afdeling havo voldoende kan worden.

Het onderwijsproces vertoonde bij het kwaliteitsonderzoek weliswaar enkele tekortkomingen, met name op het punt van afstemming van onderwijstijd en verwerkingsopdrachten op de individuele leerbehoefte van de leerlingen, maar is naar het oordeel van de inspectie van voldoende kwaliteit.

De school heeft maatregelen getroffen om de afstemming op individuele leerbehoefte van de leerlingen te verbeteren. De inspectie ziet voldoende ontwikkeling op dit aspect en heeft in dit tko de afstemming van de onderwijstijd op de individuele leerbehoefte van de leerlingen als voldoende beoordeeld.

De school werkt in haar kwaliteitszorg onvoldoende systematisch en planmatig; de inspectie heeft de kwaliteitszorg als onvoldoende beoordeeld. De inspectie beoordeelde de kwaliteitszorg tijdens het kwaliteitsonderzoek als voldoende.

De school leeft de onderzochte wet- en regelgeving na.

Toelichting

Het bovenstaande algemene oordeel van de inspectie wordt hieronder toegelicht. Daarbij komen voor zover van toepassing achtereenvolgens de in de inleiding genoemde aspecten aan bod: de opbrengsten, het onderwijsproces, de kwaliteitszorg en de wet- en regelgeving.

Opbrengsten

Op basis van de opbrengstenkaarten 2010, 2011 en 2012 beoordeelt de inspectie de opbrengsten van de havo als onvoldoende. Drie van de vier opbrengstenindicatoren zijn onvoldoende.

Het rendement onderbouw is voldoende en ligt boven het landelijk gemiddelde van vergelijkbare scholen. Op de opbrengstenkaarten 2010 en 2011 behaalde de school de scores ‘5’ en ‘4’. Op de opbrengstenkaart 2012 is de score ‘3’. De aanscherpingen in het toelatings- en determinatiebeleid worden in deze score zichtbaar. Schoolbreed worden de instromende leerlingen meer dan in het verleden op het juiste niveau geplaatst. De onderliggende adviezen van de basisschool bevestigen dit beeld. Bij twijfel over het basisschooladvies worden leerlingen aanvullend getoetst en alsnog toegelaten of verwezen naar de zusterschool die mavo aanbiedt. De contacten met de basisscholen zijn geïntensiveerd en verlopen naar tevredenheid van de directie.

Het rendement van de bovenbouw is gemeten over drie jaar onvoldoende. Echter laat de opbrengstenkaart 2012 met een gemiddelde score ‘3’ een positieve ontwikkeling zien. Op de opbrengstenkaart 2010 en 2011 was de score ‘1’. Hiermee behoorde de school tot de 10 procent slechtst scorende scholen, binnen haar vergelijkingsgroep. Ook hier sorteren de aanscherpingen van het determinatie- en bevorderingsbeleid, ingezet door het interim-management, resultaat.

Met het behalen van de gemiddelde score op de opbrengstenkaart 2012 heeft de school voldaan aan de prestatieafspraak uit het toezichtplan.

(6)

De gemiddelde cijfers voor het centraal examen gemeten over drie jaar liggen onder het landelijk gemiddelde van vergelijkbare scholen. Op de opbrengstenkaarten 2010 en 2011 behaalde de school een gemiddeld centraal examencijfer van 5.5 punt. Het resultaat op de opbrengstenkaart 2012 was 5.9 punt gemiddeld. De inspectie heeft bij dit onderzoek eveneens de voorlopige examenresultaten voor de opbrengstenkaart 2013 bekeken om de voortgang te meten (peildatum augustus 2012). Het gemiddelde cijfer voor het centraal examen is hier eveneens een 5.9 punt. De relatieve weging van dit cijfer is nog niet bekend, maar zal naar verwachting geen voldoende score opleveren. De school heeft hiermee niet aan de prestatieafspraak uit het toezichtplan voldaan.

Het verschil tussen het gemiddelde cijfer voor het schoolexamen en centraal examen is gemeten over drie jaar groot (0.52 punt). De oorzaak voor dit oordeel is de grote discrepantie van 0.7 punt op de opbrengstenkaart 2011. De voorlopige examengegevens voor de opbrengstenkaart 2013 laten met 0.25 punt verschil een voldoende resultaat zien. Het driejaarlijks gemiddelde verschil bij het opbrengstenoordeel van 2013 zal dan met 0,43 punt voldoende worden.

De inspectie ziet daardoor een gerede kans dat het opbrengstenoordeel 2013 van voldoende niveau wordt. Voorwaarde is dan wel het dat de score voor het rendement bovenbouw minimaal een gemiddelde score van ‘3’ zal zijn, anders blijft de indicator onvoldoende. Ook wanneer de school in 2013 voldoende opbrengsten realiseert, blijft het gemiddelde cijfer voor het centraal examen een punt van aandacht.

Het onderwijsproces

De inspectie beoordeelt het onderwijsproces als voldoende, zoals ook tijdens het kwaliteitsonderzoek is vastgesteld.

Bij het kwaliteitsonderzoek heeft de inspectie een aantal kritische opmerkingen gemaakt, met name op het punt van efficiënt gebruik van de onderwijstijd en de afstemming op de individuele leerbehoefte van leerlingen bij de instructie, verwerkingsopdrachten en in onderwijstijd.

De onderwijstijd wordt efficiënt gebruikt, de inspectie beoordeelt deze indicator als voldoende. Er is geen sprake meer van zogenaamde weglektijd. De lessen gaan op tijd van start en de lestijd wordt optimaal benut. De teamleiders zien er op toe dat de afspraken over het efficiënte gebruik van de lestijd worden nageleefd. Tijdens lesbezoeken is dit een aandachtspunt, maar ook door fysieke aanwezigheid bij de leswisselingen op de gangen wordt er op toe gezien dat er geen onderwijstijd verloren gaat.

De school heeft eveneens een aantal maatregelen genomen om de afstemming op de individuele leerbehoefte van leerlingen te verbeteren. Bij iedere leerling wordt aan het begin van het eerste leerjaar de N.I.O toets afgenomen. De analyse van deze toets wordt met de mentor besproken en indien nodig worden vakdocenten geïnformeerd. Ter ondersteuning van Nederlands is in het eerste leerjaar gestart met het Diataalprogramma. De begeleiding hiervan lag bij de mentoren en verliep niet geheel naar wens. De afspraken zijn bijgesteld en de analyse van de opdrachten is dit jaar bij vakspecialisten gelegd. Dit schooljaar is het Diataalprogramma doorgetrokken naar het tweede en derde leerjaar. De school heeft ook aanpassingen in de lessentabel gedaan. Het vak rekenen is er in opgenomen, in het tweede leerjaar is er een extra uur Nederlands geprogrammeerd en de zogenaamde keuzemodulen zijn in de onderbouw ingevoerd. Tijdens deze modulen krijgen de leerlingen met een zwakke basiskennis voor Nederlands en Engels extra begeleiding in deze vakken. De overige leerlingen kunnen per module uit diverse projecten kiezen. Binnen de lessen is er minder sprake van differentiatie in de verwerkingsopdrachten, dit aanbod is veelal voor iedere leerling hetzelfde. De inspectie beoordeelt de afstemming op individuele leerbehoefte in de instructie en de onderwijstijd als voldoende.

(7)

De kwaliteitszorg

De inspectie constateert een aantal tekortkomingen in de kwaliteitszorg. De school evalueert en borgt in onvoldoende mate het onderwijsleerproces. Ook waarborgt zij in onvoldoende mate de kwaliteit van de schoolexamens en andere toetsinstrumenten.

Het interim-management is sinds april 2012 vervangen door een nieuwe rector. Samen met de teamleiders vormt hij de schoolleiding. De school is na jarenlang gebrek aan continuïteit in personele zin dit schooljaar gestart met een stabiel team, zonder vacatures. Het beleid geformuleerd in het plan van aanpak dat ten tijde van het interim-management van start is gegaan, is op een aantal terreinen gewijzigd, zo blijkt uit de evaluatie van het plan in november 2012. Het plan van aanpak is hier nog niet in SMART-geformuleerde doelstellingen op aangepast.

De secties zijn met ingang van dit schooljaar gekoppeld aan de teamleiders. De teamleider

bespreekt de resultaten met de secties. Ook de doorlopende leerlijnen zijn onderwerp van gesprek.

De kwaliteit van de schoolexamens en andere toetsinstrumenten is onvoldoende geborgd. De toetsen zijn binnen de sectie afgestemd, waardoor vergelijkingen tussen de klassen en individuele leerlingen worden gemaakt. De overgangs- en determinatienormen zijn aangescherpt. Er is echter nog geen sprake van structureel en doorwrocht toetsbeleid. Een aantal docenten gaat dit

schooljaar de cursus RTTI volgen om de inhoudelijke kwaliteit van de toetsen te vergroten en volgens het ‘train de trainer’ principe wordt dit doorgevoerd in de school. De inspectie benadrukt in relatie tot de opbrengsten de urgentie om de kwaliteit van de toetsen inzichtelijk te maken, te verbeteren en het resultaat te borgen.

In het verslag van het voortgangsgesprek was de inspectie positief over de voortgang van de evaluatie van het onderwijsproces. Echter bij het TKO is de inspectie minder positief over de voortgang op deze indicator. De evaluatie van het onderwijsproces is onvoldoende op gang gekomen. Dit is mede veroorzaakt door wijzigingen van beleid, alsmede het personele verloop en de directiewisseling. De afgelopen maanden heeft de directie zich gefocust op het verder op orde brengen van de basisorganisatie, in personele, materiële en voorwaardelijke zin. De verdere implementatie en evaluatie van het onderwijskundige beleid is hierdoor gestagneerd. Daarnaast leeft de evaluatie van het plan van aanpak ter verbetering van de kwaliteit van onderwijs onvoldoende onder het team. De huidige directie heeft wel het vertrouwen van het team, maar moet voor haar beleid meer draagvlak zien te creëren en de docenten actief betrekken bij de uitvoering en evaluatie van het verbeterproces. Enkele stappen zijn al gezet, maar het gehele proces laat op dit moment te weinig progressie zien. Van borging van onderwijskundig beleid is op dit moment dus eveneens onvoldoende sprake.

(8)

3. TOEZICHTARRANGEMENT

De kwaliteit van het onderwijs vertoont tekortkomingen in de opbrengsten en de kwaliteitszorg en is als zwak beoordeeld. Om deze reden handhaaft de Inspectie van het Onderwijs aan het Lyceum Schravelant, afdeling havo het aangepast arrangement. De afdeling blijft hiermee onder intensief toezicht. Met het bevoegd gezag is afgesproken dat de opbrengsten in het tweede kwartaal 2014 weer van voldoende niveau zijn. Hieraan voorafgaand voert de inspectie een afsluitend onderzoek naar de kwaliteitsverbetering (okv) uit om na te gaan of de tekortkomingen zijn opgeheven.

Verder heeft de inspectie nadere afspraken met het bevoegd gezag gemaakt over te bereiken tussenresultaten, deze liggen vast in het toezichtplan, d.d. 5 april 2012.

De inspectie heeft geen tekortkomingen in de naleving van de wettelijke voorschriften kunnen vaststellen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De Inspectie van het Onderwijs heeft op 4 november 2010 een tussentijds kwaliteitsonderzoek uitgevoerd op de Scholingsboulevard Enschede om een oordeel te kunnen uitspreken over de

Uit dit onderzoek kwam naar voren dat de eindopbrengsten van onvoldoende niveau waren en het onderwijsleerproces ernstige tekortkomingen kende in het aanbod Nederlandse taal,

De Inspectie van het Onderwijs heeft op 23 maart 2015 een tussentijds kwaliteitsonderzoek uitgevoerd op de Comeniusschool naar aspecten van de kwaliteit van het onderwijs en de

De school gebruikt nu een gestructureerd observatie-instrument in groep 1/2 Indicator 7.1 is tijdens het vorige onderzoek met een onvoldoende beoordeeld omdat de school de

De Inspectie van het Onderwijs heeft op 4 oktober 2011 een tussentijds kwaliteitsonderzoek (tko) uitgevoerd op s.s.b.o.. De Delta te Appingedam naar aspecten van de kwaliteit van

Tijdens het kwaliteitsonderzoek dat is uitgevoerd op 17 november 2011 stelde de inspectie tekortkomingen vast in de opbrengsten, het onderwijsleerproces en de naleving op

1.1 * De resultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht..

Schoolleiding en leraren waarborgen de veiligheid van de school en zijn omgeving voor alle leerlingen en het personeel..