• No results found

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK

Peuteropvang de Bûkemantsjes

(2)

SAMENVATTING

De kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie op peuteropvang de Bûkemantsjes is gedeeltelijk op orde. We zien mogelijkheden voor verbetering van de kwaliteit vooral bij het educatief handelen, de ontwikkelingsresultaten, de kwaliteitszorg en verantwoording en dialoog.

Context

De Bûkemantsjes is één van de vijf vve-locaties die valt onder Stichting Peuteropvang, een onderdeel van de kinderopvangorganisatie SKIK. Door de gemeentelijke herindeling en diverse bezuinigingen heeft vve de afgelopen jaren minder aandacht gehad. Sinds het najaar van 2017 heeft de gemeente De Fryske Marren de regierol weer opgepakt door het installeren van een Stuurgroep vve. Deze heeft de taak het vve-beleid nieuw leven in te blazen.

Dit staat nu nog in de kinderschoenen.

Wat gaat goed?

De pedagogisch medewerkers spannen zich in om een prettig en veilig speelklimaat te realiseren. Zij hebben daarbij aandacht voor zowel de peuters als hun ouders. Mooi is dat tweetaligheid op een natuurlijke wijze een alledaagse routine is. De peuters die extra aandacht nodig hebben, krijgen dit vooral in de kleine kring. Hun ontwikkeling wordt regelmatig gevolgd en besproken met ouders. Ouders van de vve-peuters zijn tevreden over de aandacht en zorg die de Bûkemantsjes biedt.

Wat kan beter?

De pedagogisch medewerkers kunnen het werken vanuit concrete

ontwikkelingsdoelen meer als rode draad gebruiken bij het samenstellen van het aanbod en bij het spelen.

SKIK heeft in haar pedagogisch beleidsplan een visie op de voorschools educatie beschreven. Onduidelijk is welke concrete doelen zij nastreeft en hoe ze haar beleid evalueert en bijstelt. Ook kan SKIK de pedagogisch medewerkers en de ouders nog meer actief betrekken bij het ontwikkelen van beleid op het gebied van voorschoolse educatie. Ten slotte is zorgen voor een goede verantwoording over de ambities en bereikte resultaten een verbeterpunt.

(3)

1 INLEIDING

Wat voor onderzoek heeft de inspectie gedaan?

De inspectie houdt signaalgestuurd toezicht op de kwaliteit van voorschoolse educatie op locaties met gesubsidieerde voorschoolse educatie in alle OAB- gemeenten. De aanleiding voor het onderzoek is het volgende: de GGD heeft gedurende meerdere jaren tekortkomingen in de basisvoorwaarden voor vve gesignaleerd. Dit is voor ons een signaal dat er wellicht ook sprake is van tekortkomingen in de basiskwaliteit voor vve. Na afstemming met de

gemeente hebben wij een onderzoek uitgevoerd naar mogelijke tekortkomingen in de kwaliteit van de voorschoolse educatie op peuteropvang de Bûkemantsjes.

Vanaf 1 augustus 2017 hanteren wij hierbij een nieuw onderzoekskader.

Voor meer informatie over het nieuwe toezicht en het nieuwe onderzoekskader, zie de website van de inspectie.

Werkwijze

Op 25 mei 2018 hebben de volgende onderzoeksactiviteiten plaatsgevonden:

• een documentenanalyse;

• gesprekken met verschillende groepen belanghebbenden: ouders, pedagogisch medewerkers en de manager peuteropvang;

observatie van de pedagogisch-educatieve praktijk in de groep.

Deze observatie heeft de inspectie voor een deel samen met de manager peuteropvang uitgevoerd.

Aan het eind van de onderzoeksdag heeft de inspectie een feedbackgesprek gevoerd met de manager peuteropvang. In dit gesprek zijn de bevindingen en waarderingen van de inspectie besproken en heeft de voorschool aangegeven wat zij gaat doen met deze bevindingen.

Leeswijzer

Hierna volgt eerst de conclusie van het onderzoek op peuteropvang de Bûkemantsjes. Hoofdstuk 3 geeft per kwaliteitsgebied de resultaten van het onderzoek. In hoofdstuk 4 is de reactie van het bestuur op het onderzoek en de rapportage opgenomen.

(4)

2 HOOFDCONCLUSIE

De kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie op peuteropvang de Bûkemantsjes is gedeeltelijk op orde. Hoewel er een fijn pedagogisch klimaat is met persoonlijke aandacht voor de peuter en de ouder, kan de kwaliteit van de voorschoolse educatie beter. De inspectie ziet verbeterkansen op het gebied van het educatief handelen, de ontwikkelingsresultaten, de kwaliteitszorg en verantwoording en dialoog.

Om diverse redenen is de aandacht voor de kwaliteit vve de afgelopen

jaren verminderd bij zowel de houder SKIK als de gemeente. Dit is gedurende het bezoek merkbaar in de gesprekken met de betrokkenen en zichtbaar in de wijze waarop vve wordt uitgevoerd. Het team van de Bûkemantsjes is van goede wil, zet zich optimaal in en wil graag leren.

(5)

3 RESULTATEN ONDERZOEK

Hieronder staan de waarderingen van de standaarden en een toelichting daarop.

De nummering in de tabellen verwijst naar het volledig onderzoekskader voorschoolse educatie en primair onderwijs. De score geeft aan in welke mate de betreffende standaard is gerealiseerd.

Ontwikkelingsproces Aanbod

De kwaliteit van het aanbod vve is voldoende. De pedagogisch medewerkers stellen elk jaar een eigen aanbod samen gebaseerd op het integraal vve- programma ’Uk en Puk’ en het activiteitenaanbod TOMKE voor Fries.

Tweetaligheid is een belangrijk onderdeel van de peuteropvang en wordt herkenbaar toegepast in het aanbod, de gesprekken en in de inrichting van de groepsruimte. De pedagogisch medewerkers gebruiken de thematafel

functioneel en betekenisvol. Er is veel ruimte om te spelen, zowel binnen als buiten, en de peuters kunnen kiezen uit een breed aanbod aan speelmaterialen.

We zien ook mogelijkheden voor verbetering. Zo is het aanbod weliswaar afgestemd op de peuters die meer ondersteuning nodig hebben, maar nog te weinig wordt rekening gehouden met het verschil tussen de jongste-oudste peuters en de peuters die meer kunnen. Tevens is het aanbod nog teveel gericht op het uitvoeren van activiteiten in plaats van op het realiseren van

ontwikkelingsdoelen. Ten slotte kan de speelleeromgeving nog uitdagender worden ingericht door meer aandacht te besteden aan de ontluikende geletterdheid en met name, de ontluikende gecijferdheid.

Ontwikkelingsproces Kan beter Voldoende Goed

OP1 Aanbod

OP2 Zicht op ontwikkeling

OP3 Pedagogisch-educatief handelen

OP4 (Extra) ondersteuning

OP5 Samenwerking

(6)

hun kind te bespreken: het eerste gesprek is drie maanden na de eerste observatieperiode, dan een gesprek rondom 3 jaar en daarna nog een keer net voor de overgang naar de basisschool. Aan de hand van het

observatiepraatformulier, ontwikkeld door SKIK, wordt de sociaal-emotionele ontwikkeling, taal- en rekenontwikkeling en de motorische ontwikkeling

besproken. Doelgroeppeuters zijn veelal bij de start direct in beeld op aanwijzing van JGZ (consultatiebureau). Soms komen deze kinderen gedurende de

observatieperiode in beeld. Voor deze doelgroeppeuters wordt een hulpplan opgesteld die om de drie maanden met ouders wordt besproken en bijgesteld.

De ouders van deze peuters weten daardoor aan welke specifieke

ontwikkelingsdoelen de pedagogisch medewerkers werken, en ze zien dat hun kinderen vorderingen maken. Deze ouders waarderen het frequente contact en voelen zich daardoor serieus genomen als partners in de zorg voor hun kind.

Doordat de pedagogisch medewerkers geen gestandaardiseerd instrument voor observatie gebruiken, kunnen ze hun bevindingen niet spiegelen aan wat verwacht mag worden gezien de ontwikkelingsgroei voor peuters. Dit is een aandachtspunt voor verbetering.

Een coördinator die intern en extern meer de regie voert over de kwaliteit van zicht op ontwikkeling en de pedagogisch medewerkers hierbij ondersteunt, ontbreekt. Nu is de kwaliteit afhankelijk van de ervaring van de betreffende pedagogisch medewerker.

Pedagogisch-educatief handelen

Het pedagogisch handelen is voldoende, echter het educatief handelen kan beter.

Tijdens de inloop en het groepsbezoek hebben we een warm, ontspannen en respectvol pedagogisch klimaat waargenomen. Vanuit de visie ‘door spelen komen tot leren’ geven de pedagogisch medewerkers de kinderen veel gelegenheid tot vrij spelen. De pedagogisch medewerkers volgen veelal de individuele kinderen, spelen soms mee en lokken een gesprekje uit. Daar waar nodig grijpen ze vroegtijdig in en leggen op een rustige wijze uit wat de omgangsnormen zijn. Een doelgerichte educatieve activiteit hebben we gezien bij het interactief voorlezen in de kleine kring voor enkele doelgroepkinderen.

Ook het samen doornemen van de dagritmekaarten en het benoemen van fruit- een onderdeel van het thema- in de grote kring had een duidelijk doel.

Mooi is dat de peuters dan worden gestimuleerd tot taal en bewegen.

Toch kan het educatief handelen beter. De pedagogisch medewerkers kunnen veel meer halen uit de beschikbare tijd dan nu gebeurt. Zo kunnen zij

(7)

bijvoorbeeld onderling afspreken wie welke kinderen extra aandacht geeft, bijvoorbeeld bij het spelen, zodat de kwaliteit van het spel op een hoger niveau komt. Tijdens de groepsobservatie is niet helder geworden hoe de activiteiten zijn gekoppeld aan het vve-aanbod. Ook is de afstemming op de verschillen tussen kinderen onvoldoende merkbaar. Het gaat dan om gerichte aandacht niet alleen aan de doelgroeppeuters maar ook aan peuters die meer kunnen, en doelgericht inspelen op verschillen tussen de jongste en oudste peuters.

Externe ondersteuning

Op het moment van onderzoek zijn er geen peuters die externe ondersteuning nodig hebben. Wanneer dit nodig is, weten de pedagogisch medewerkers uit jarenlange ervaring bij welke zorginstelling ze terecht kunnen voor extra hulp.

Indien externe hulp nodig is, wordt deze redelijk snel geboden. De pedagogisch medewerkers zijn tevreden over de beschikbaarheid en de kwaliteit van

ondersteuning door externe zorgpartners.

Samenwerking

De ouders van de doelgroeppeuters waarmee we hebben gesproken, ervaren het contact met de pedagogisch medewerkers als laagdrempelig, open en

ondersteunend. De themabrieven en de suggesties die ouders meekrijgen om met hun kinderen thuis te doen, zijn stimulerend.

Voor de overdracht naar de basisscholen hanteert de Bûkemantsje het

observatiepraatformulier voor alle peuters. Voor de doelgroeppeuters is er een warme overdracht. De pedagogisch medewerkers ervaren de overdracht naar de basisscholen als eenzijdig doordat er geen terugkoppeling plaatsvindt. Ook blijkt dat er geen afspraken zijn gemaakt over het realiseren van een doorgaande lijn twee tot zes jaar over bijvoorbeeld: het aanbod, ouderbeleid, zicht op

ontwikkeling en pedagogisch-educatief handelen.

Resultaten

De ontwikkelingsresultaten zijn onbekend

Resultaten Kan beter Voldoende Goed N.t.b.

RV1 Ontwikkelingsresultaten

(8)

gaan.

Kwaliteitszorg en ambitie Kwaliteitszorg

In het pedagogisch beleidsplan van SKIK staat vanuit welke visie men werkt en hoe men dit wil realiseren. Onduidelijk is echter aan welke concrete doelen de instelling werkt en hoe zij het beleid voorschoolse educatie regelmatig evalueert en bijstelt. De huidige manager Peuteropvang wordt vooral ingezet om de basiskwaliteit peuteropvang te realiseren, waarbij het naleven van wet- en regelgeving de belangrijkste focus is. De scholing vve heeft enkele jaren geleden plaatsgevonden waardoor de vakkennis deels is weggezakt. Met het recent verschenen scholingsplan wil SKIK hierin opnieuw investeren.

Kwaliteitscultuur

Het team van de Bûkemantsjes heeft voldoende kennis en ervaring om het dagelijkse werk uit te voeren. Onderling zorgt men ervoor dat taken worden verdeeld en zorgvuldig worden uitgevoerd. De scholing richt zich op het beheersen van het gewenste taalniveau (F3) en BHV.

De pedagogisch medewerkers missen een inhoudelijke impuls om samen door dialoog en reflectie de kwaliteit van vve op een hoger plan te krijgen.

Dialoog en verantwoording

SKIK legt alleen verantwoording af naar de gemeente De Fryske Marren over de inzet van de vve-middelen. Dit betreft vooral een financiële verantwoording en geen inhoudelijke verantwoording over het behalen van de vve-doelen van het gemeentelijk vve-beleid. Binnen SKIK is er geen verantwoordingscultuur over ambities, doelen en resultaten vve peuteropvangbreed dan wel per locatie.

Ook worden belanghebbenden zoals de pedagogisch medewerkers en de ouders te weinig actief betrokken bij het ontwikkelen en uitvoeren van beleid

voorschoolse educatie. Dit is een verbeterpunt.

Naleving en handhaving

Aangezien de GGD de voorwaarden voor voorschoolse educatie niet heeft getoetst en er volgens de gemeente wel sprake is van een locatie met

Kwaliteitszorg en ambitie Kan beter Voldoende Goed

KA1 Kwaliteitszorg

KA2 Kwaliteitscultuur

KA3 Verantwoording en dialoog

(9)

gesubsidieerde voorschoolse educatie hebben wij een signaal gegeven aan het team Kinderopvang van de inspectie en aan de gemeente. Wij sturen een kopie van dit rapport aan de gemeente, zodat zij op de hoogte is van de kwaliteit op de Bukemantsjes en afspraken kan maken met de GGD over structureel toezicht op vve op deze locatie van de peuteropvang.

(10)

4 REACTIE VAN DE HOUDER

Dit rapport beschrijft de waarderingen van de inspectie van de kwaliteit van de voorschoolse educatie op peuteropvang de Bûkemantsjes. Wij hebben de voorschool en de houder gevraagd de ontwikkelrichting aan te geven op basis van het eigen kwaliteitsbeeld en dat van de inspectie.

Hieronder geeft de houder van de voorschool haar reactie:

Graag geven wij een reactie op dit rapport om kenbaar te maken hoe wij richting gaan geven aan.

Samen met de VVE-teams doen we onze uiterste best om VVE zo goed mogelijk aan de peuters en hun ouders aan te bieden en zijn dan ook blij met de

positieve bevindingen in dit rapport. Ook wij zien verbeterpunten die mede door de inspectie onder onze aandacht zijn gebracht. We zullen daar zeker gehoor aangeven en dit in een tijdspad uitzetten.

Inmiddels zijn wij bezig om in pedagogische beleidsplan een apart hoofdstuk VVE op te nemen waarin de nieuwste landelijke kwaliteitseisen worden beschreven op de onderdelen:

Visie en deze herkennen in het aanbod

De wijze waarop de ontwikkeling van het kind wordt gestimuleerd De wijze waarop de ontwikkeling wordt gevolgd en het aanbod wordt afgestemd

De wijze waarop ouders worden betrokken bij de ontwikkeling van hun kind

Het inrichten van de ruimte en het beschikbaar stellen van passend materiaal

De aansluiting en overdracht naar de basisschool De wijze van evaluatie en bijstelling

De scholing van de medewerkers die met VVE kinderen werken.

Op gemeentelijk niveau zijn we bezig met een nieuw

onderwijsachterstandenbeleid 2018-2022. Er komen meer middelen, de VVE peuters zullen van 10 naar 16 uur per week naar de opvang gaan, er komt een nieuwe verdeelsystematiek oa voor het aantal locaties. Tevens worden er afspraken gemaakt over te behalen resultaten, kwaliteitseisen en scholing.

Vanaf 2019 zal Skik ook een inhoudelijk pedagogisch coach aanstellen en zal de VVE, samen met bovenstaande 'verplichtingen' een grote kwaliteitsslag gaan maken.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De Inspectie van het Onderwijs heeft op 11 december 2014 een onderzoek uitgevoerd op LMC Praktijkonderwijs Huismanstraat om een oordeel te kunnen uitspreken over de kwaliteit van

onderdelen van de kwaliteitszorg voor het onderwijs in burgerschap echter niet voldoende zijn uitgewerkt, heeft de inspectie indicator 8.5 als onvoldoende beoordeeld.. Dit betreft de

Schoolleiding en leraren waarborgen de veiligheid van de school en zijn omgeving voor alle leerlingen en het personeel..

Schoolleiding en leraren waarborgen de veiligheid van de school en zijn omgeving voor alle leerlingen en het personeel..

Schoolleiding en leraren waarborgen de veiligheid van de school en zijn omgeving voor alle leerlingen en het personeel..

Daarnaast werkt de school curatief wanneer nodig, bijvoorbeeld door sova-trainingen voor individuele leerlingen en groepsinterventies als het klimaat in een groep niet goed

Met alle besturen gaat de Inspectie van het Onderwijs regelmatig de kwaliteit van de scholen en de kwaliteitszorg van het bestuur bespreken, mede aan de hand van de informatie van

Schoolleiding en leraren waarborgen de veiligheid van de school en zijn omgeving voor alle leerlingen en het personeel..