• No results found

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. De Windroos

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. De Windroos"

Copied!
15
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK

De Windroos

(2)
(3)

1 INLEIDING . . . 5

2 EINDOORDEEL . . . 6

3 TOELICHTING . . . 7

4 REACTIE VAN HET BESTUUR . . . 14

5 OPZET VAN HET ONDERZOEK . . . 15

INHOUDSOPGAVE

(4)
(5)

De Inspectie van het Onderwijs heeft op 3 en 4 oktober 2016 een onderzoek uitgevoerd op De Windroos naar aspecten van de kwaliteit van het onderwijs en de naleving van wet- en regelgeving. De aanleiding voor dit onderzoek was het volgende.

De Windroos is als nieuwe school gestart op 1 augustus 2016. De school komt voort uit de fusie tussen de basisscholen Twistvlied en Proostdij.

De inspectie heeft op 20 mei 2016 een kwaliteitsonderzoek gedifferentieerd toezicht uitgevoerd op de Proostdijschool. Bij dit onderzoek kwamen ernstige risico's voor de kwaliteit van het onderwijsproces naar voren. Het onderzoek is om die reden afgebroken.

Op 6 juni 2016 hebben wij deze risico's met het bestuur besproken. In dit gesprek zijn tevens de risico's ten aanzien van de fusie besproken. Naar aanleiding van dit gesprek hebben wij besloten een onderzoek uit te voeren op De Windroos om eventuele tekortkomingen vast te stellen.

Als voorbereiding op dit onderzoek is op 22 september 2016 de stand van zaken na de start van de school besproken met de nieuwe directeur en het bestuur.

Conform de uitgangspunten van het programmatisch handhaven onderzoekt de inspectie tevens standaard of wordt voldaan aan bepaalde wettelijke

voorschriften.

INLEIDING

1

(6)

Kwaliteit

De kwaliteit van het onderwijs vertoont belangrijke tekortkomingen en hebben wij als zwak beoordeeld. Om deze reden kent de Inspectie van het Onderwijs aan De Windroos een aangepast arrangement zwak toe. De school valt onder intensief toezicht. Met het bestuur is afgesproken dat de onderwijskwaliteit in september 2017 weer van voldoende niveau is. De inspectie voert in het derde kwartaal van 2017 een afsluitend onderzoek naar de kwaliteitsverbetering (okv) uit om na te gaan of de tekortkomingen zijn opgeheven.

Belangrijkste bevindingen

In de basiskwaliteit van de school is veel nog niet in orde. Het didactisch

handelen laat te wensen over, de planmatigheid van de zorg is onvoldoende, de afstemming op verschillen tussen leerlingen moet sterker en de kwaliteitszorg vertoont tekortkomingen. De fusieschool is gestart in augustus 2016 en heeft in de korte tijd wel al een aantal stappen gezet ter verbetering van het onderwijs.

Het team heeft de bereidheid om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren, maar heeft nog onvoldoende zicht op wat daar in de gezamenlijkheid van de fusieschool voor nodig is qua kennis en vaardigheden.

De (nieuwe) directie heeft de kwaliteiten van het team in beeld evenals de benodigde ontwikkelrichting van de school.

EINDOORDEEL

2

(7)

Hieronder staan de indicatoren die in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs 2012. Indicatoren die bij een kwaliteitsonderzoek de doorslag geven of een school (zeer) zwak is, de zogeheten normindicatoren, zijn gemarkeerd met een asterisk. Voor een overzicht van alle normindicatoren zie het Toezichtkader po/vo 2012 op www.onderwijsinspectie.nl. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator

gerealiseerd is.

Legenda:

1. zeer zwak 2. zwak 3. voldoende 4. goed

5. niet te beoordelen

De Windroos is per 1 augustus 2016 gestart als nieuwe school, na een fusie tussen de basisscholen Twistvlied en Proostdij. De inspectie heeft er voor gekozen om de eindresultaten van De Windroos niet te beoordelen. De resultaten van de afgelopen jaren zijn immers niet op De Windroos tot stand gekomen, maar op de twee fusiescholen met elk hun eigen onderwijs.

De eerste eindopbrengsten van groep 8 van De Windroos zullen beschikbaar komen aan het einde van schooljaar 2016-2017. De verwachting voor deze eindresultaten is gunstig, gebaseerd op de meest recente resultaten op de tussentijdse toetsen voor rekenen en wiskunde en begrijpend lezen van de beide groepen 8.

TOELICHTING 3

Opbrengsten

Opbrengsten 1 2 3 4 5

• 1.1* De resultaten van de leerlingen aan het eind van de

basisschool liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.

(8)

Het aanbod voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde is dekkend voor de kerndoelen (indicator 2.1). Ook wordt dit aanbod in principe aan alle leerlingen aangeboden tot en met het niveau van groep 8 (indicator 2.2). De school heeft weinig gewichtenleerlingen en heeft geen specifieke aanpassingen gedaan in haar aanbod Nederlandse taal (indicator 2.4).

Het aanbod is daarmee grotendeels voldoende. Wat echter onvoldoende is, is de aansluiting van de leerinhouden tussen de verschillende leerjaren. Enerzijds komt dit door de aansluiting van groep 2 op groep 3. Er is een groot verschil in werkwijze tussen beide groepen en de leerlingen worden in groep 2 niet goed voorbereid op de leerinhouden in groep 3. De school heeft dit in beeld en werkt in dit schooljaar aan een goede doorgaande lijn in de lesstof van groep 2 en 3. Anderzijds hebben de leraren en (een deel van) de leerlingen in alle groepen te maken met nieuwe methoden als gevolg van de fusie. De school heeft voor haar vakken gekozen uit het methode-aanbod van beide toeleverende scholen. Hierdoor zijn de methoden en materialen voor een deel van de

populatie nieuw. De school heeft niet preventief in beeld gebracht welke verschillen er met de vorige methoden zijn. Zij weet dus onvoldoende of de leerstof voldoende is afgestemd op wat de leerlingen nodig hebben. Onduidelijk is op welke voorkennis zij bij welke leerlingen kan voortbouwen en bij welke leerlingen zij eventuele hiaten in voorkennis eerst moet dichten.

Leerstofaanbod

Leerstofaanbod 1 2 3 4

• 2.1* Bij de aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal en

rekenen en wiskunde betrekt de school alle kerndoelen als te bereiken doelstellingen.

2.2* De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8.

2.3 De leerinhouden in de verschillende leerjaren sluiten op elkaar aan.

2.4* De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerlinggewicht biedt bij Nederlandse taal leerinhouden aan die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand.

Schoolklimaat

Schoolklimaat 1 2 3 4

4.4 De school heeft inzicht in de veiligheidsbeleving van leerlingen • en personeel en in de incidenten die zich op het gebied van sociale veiligheid op de school voordoen.

(9)

De school neemt jaarlijks een meting van de veiligheidsbeleving af onder haar leerlingen. Dit volgt zij tevens vanuit haar methode voor de sociaal-emotionele ontwikkeling. Ook het personeel wordt regelmatig bevraagd op hun

veiligheidsbeleving (indicator 4.4).

Zij hanteert het veiligheidsbeleid van de stichting waaronder de school valt en heeft haar pestprotocol aangepast aan de nieuwe school. In de beleidsstukken is aandacht voor de fysieke, psychische en sociale veiligheid. Tevens heeft de school een vertrouwenspersoon. Het preventieve en curatieve veiligheidsbeleid is hiermee in orde (indicatoren 4.5 en 4.6).

Een ontwikkelpunt voor de school in het kader van de wetgeving rondom sociale veiligheid is om één van de personeelsleden te benoemen als pestcoördinator.

Om het didactisch handelen in beeld te brengen zijn samen met observanten van de school lesbezoeken uitgevoerd in alle groepen. De nieuwe directeur heeft in de eerste weken van het schooljaar alle leraren bezocht en ook de intern

Schoolklimaat 1 2 3 4

• 4.5 De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op het

voorkomen van incidenten in en om de school.

4.6 De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op de afhandeling van incidenten in en om de school.

Didactisch handelen en afstemming

Didactisch handelen 1 2 3 4

• 5.1* De leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof.

5.2* De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer.

5.3* De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten.

Afstemming 1 2 3 4

• 6.1 De leraren stemmen de aangeboden leerinhouden af op

verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.

6.2 De leraren stemmen de instructie af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.

6.3 De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.

(10)

een herkenbaar didactisch model. Afspraken over klassenmanagement zijn in de meeste lessen zichtbaar. De aandacht van de leraren voor de gewenste

leerhouding van de leerlingen is wisselend, maar de meeste lessen verlopen rustig en gestructureerd.

De actieve betrokkenheid van de leerlingen is echter onvoldoende. In te veel lessen letten leerlingen onvoldoende op en werken zij onvoldoende

geconcentreerd (indicator 5.3).

Deze onvoldoende actieve betrokkenheid is mede te verklaren vanuit het feit dat de leraren te weinig afstemmen in zowel de instructie als de verwerking van de leerstof (indicatoren 6.2 en 6.3). Over het algemeen zijn de instructies vrij lang en klassikaal van aard. De leraren zetten leerlingen, die meer uitdaging nodig hebben, niet eerder aan het werk. Ook maken de leraren weinig gebruik van verlengde instructie. Waar zij dit wel doen is er veelal sprake van een begeleide verwerking van de leerstof en niet van een inhoudelijk andere instructie (met andere materialen en/of werkvormen), die sommige leerlingen nodig hebben.

Ook zijn de verwerkingsopdrachten te weinig afgestemd op de verschillen in onderwijsbehoeften tussen leerlingen. Dit valt vooral op voor de leerlingen die meer uitdaging aan kunnen.

De leraren volgen de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen aan de hand van methodetoetsen, methode-onafhankelijke toetsen, observaties en gesprekken. In de groepen 1 en 2 gebruiken zij een gestructureerd

observatiesysteem, waarmee de ontwikkeling van de kleuters in beeld wordt gebracht. Dat systeem is voor een deel van de leraren nieuw en wordt dit jaar Begeleiding en zorg

Begeleiding 1 2 3 4

• 7.1* De school gebruikt een samenhangend systeem van

genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen.

7.2 De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen.

Zorg 1 2 3 4

• 8.1 De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig

hebben.

8.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen.

8.3* De school voert de zorg planmatig uit.

8.4 De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg.

(11)

verder geïmplementeerd. De afname van de methode-onafhankelijke toetsen verloopt volgens planning.

De analyse van de gegevens van de leerlingen is onvoldoende (indicator 7.2) en beperkt zich veelal tot een vaststelling of een resultaat al dan niet voldoet aan de verwachting. De leraren betrekken bij hun analyses te weinig de eventuele hiaten in de ontwikkeling van de leerlingen, de onderwijstijd en/of de effecten van hun eigen handelen. Hierdoor lopen zij het risico dat zij geen gerichte interventies plannen en hun vervolgonderwijs te weinig afstemmen op verschillen in onderwijsbehoeften tussen groepen en individuele leerlingen.

De school heeft in beeld welke leerlingen extra zorg nodig hebben en bespreekt deze leerlingen regelmatig (indicator 8.1). De analyse van de gegevens van de zorgleerlingen is echter van onvoldoende niveau (indicator 8.2). Net als hierboven beschreven, zoeken de leraren ook op individueel leerlingniveau te weinig naar achterliggende verklaringen voor stagnatie in ontwikkeling van sommige leerlingen. Hierdoor kunnen de leraren onvoldoende inzichtelijk maken waaruit de extra zorg zou moeten bestaan.

Vervolgens voeren zij de zorg onvoldoende planmatig uit (indicator 8.3). Doelen zijn te weinig concreet geformuleerd en onduidelijk is op welke momenten en op welke manier er met de zorgleerlingen gewerkt wordt.

Tot slot is de evaluatie van de zorg onvoldoende (indicator 8.4). De invulling van de evaluatie is nu dat de leraren kijken naar de behaalde resultaten en te weinig terugkijken of datgene wat zij met de zorgleerlingen doen effectief is. Een beslissing over het vervolgtraject wordt dan veelal een besluit tot continuering van de zorg, zonder dat duidelijk is of dit tot ontwikkeling of groei van de leerling gaat leiden.

Kwaliteitszorg

Kwaliteitszorg 1 2 3 4

• 9.1 De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar

leerlingenpopulatie.

9.2 De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen.

9.3 De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces.

9.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten.

9.5 De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces.

9.6 De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de

(12)

onderwijsbeleid nog niet op deze kenmerken baseren. Juist in de nieuwe situatie, waar de school veel verbeteractiviteiten wil en moet uitvoeren, is deze analyse van groot belang. De informatie zal de school helpen in

het weloverwogen stellen van prioriteiten.

De evaluatie van de resultaten van de leerlingen is op de beide toeleverende scholen regelmatig gedaan. Ook voor De Windroos hebben de beide intern begeleiders hiervoor een planning en werkwijze vastgelegd. Hoewel dit op het moment van onderzoek nog niet is uitgevoerd, heeft de inspectie de verwachting dat de geplande activiteiten worden gedaan en is indicator 9.2 als voldoende beoordeeld.

De school heeft nog geen systematische werkwijze voor de evaluatie van haar onderwijsproces (indicator 9.3). De nieuwe directie heeft prioriteit gegeven aan het in beeld krijgen en verbeteren van het didactisch handelen van de leraren.

Voor overige aspecten van het onderwijsproces, zoals de onderwijstijd, de zorg, het schoolklimaat en het pedagogisch handelen, moet dit nog vorm krijgen.

Onder leiding van de nieuwe directie is het team voortvarend gestart met diverse implementatieactiviteiten. Dit pakken zij planmatig aan en effecten van deze activiteiten zijn al zichtbaar in de school (indicator 9.4). Er moet echter nog veel gebeuren en het team zal goed na moeten denken over welke zaken

prioriteit krijgen.

Van borging van de kwaliteit van het onderwijs en de verbeteractiviteiten is op dit moment nog geen sprake (indicator 9.5). Er is veel in ontwikkeling. De manier waarop de school gerealiseerde verbeteringen wil gaan borgen, zal onderdeel moeten zijn van de kwaliteitscyclus (zie hiervoor, indicator 9.3).

De school verantwoordt zich in haar schoolgids, nieuwsbrieven, website en rapportages aan het bestuur over haar kwaliteit en verbeteractiviteiten (indicator 9.6). De ouders zijn meegenomen in het fusietraject en de school staat open voor hun inbreng. Ook heeft de school een leerlingenraad ingesteld, zodat de leerlingen een stem hebben in de schoolgemeenschap.

Naleving wet- en regelgeving

Wet- en regelgeving Ja Nee

• NT1A De inspectie is in het bezit gesteld van de geldende schoolgids (art.

16, lid 2 en 3, WPO).

NT1B In de schoolgids is informatie opgenomen over standaard gecontroleerde onderdelen (art. 13 WPO).

NT2A De inspectie is in het bezit gesteld van het geldende schoolplan (art. 16, lid 1 en 3, WPO).

NT2B In het schoolplan is informatie opgenomen over een of meer standaard gecontroleerde onderdelen (art. 12 WPO).

(13)

Wij hebben tekortkomingen geconstateerd in de naleving van wettelijke voorschriften die zijn gecontroleerd.

De inspectie heeft, na de invoering van de wet passend onderwijs, ook gekeken of de school voldoet aan de aangepaste wettelijke voorschriften over de

schoolgids, het schoolplan en het ontwikkelingsperspectief. Daarbij constateren wij dat de school hieraan niet voldoet in de schoolgids (WPO artikel 13), omdat het adres van het samenwerkingsverband ontbreekt. Wij hebben u verzocht dit te herstellen.

Wet- en regelgeving Ja Nee

NT4A Er is voldoende onderwijstijd geprogrammeerd om te kunnen • voldoen aan de daarvoor gestelde minima (art. 8, lid 7 onder b, WPO).

(14)

Dit rapport beschrijft de oordelen van de inspectie over de kwaliteit van het onderwijs op De Windroos.

We hebben de school en het bestuur gevraagd om de ontwikkelrichting aan te geven op basis van de eigen kwaliteitsoordelen en die van de inspectie en welke stappen de school gaat ondernemen om de kwaliteit weer op orde te krijgen.

Hieronder geeft het bestuur zijn reactie:

Met de wijze waarop de inspectie, hetgeen tijdens het inspectiebezoek is vastgesteld beschrijft, zijn wij het over het algemeen eens. Desondanks zijn het team en de directie van De Windroos niet blij met de conclusies in het rapport.

Begrip over het eindoordeel is er wel. Iedereen is er zich van bewust dat er inhoudelijk stappen genomen moeten worden. De belangrijkste bevindingen van de inspectie zijn daarbij een leidraad.

REACTIE VAN HET BESTUUR

4

(15)

Op 3 en 4 oktober 2016 hebben de volgende onderzoeksactiviteiten plaatsgevonden:

• een documentenanalyse;

• gesprekken met verschillende groepen belanghebbenden: schoolleiding, intern begeleiders, leraren, ouders en leerlingen;

• observaties van de onderwijspraktijk in alle groepen, deze observaties hebben wij samen met observanten van de school uitgevoerd;

• een afsluitend gesprek met directie en bestuur.

OPZET VAN HET ONDERZOEK

5

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Alle partijen geven aan dat een specifiek aangepast deelplatform dat eenvoudig documenten deelt tussen leerlingen, leerkrachten en ouders erg nuttig zou zijn?. Eureka

◦ De school kan niet inzichtelijk maken dat alle kerndoelen voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde worden betrokken bij de te bereiken doelstellingen;..

De Inspectie van het Onderwijs heeft op 11 december 2014 een onderzoek uitgevoerd op LMC Praktijkonderwijs Huismanstraat om een oordeel te kunnen uitspreken over de kwaliteit van

De rapportages die de inspectie bij de analyse heeft betrokken, gaven echter onvoldoende concreet zicht op de feitelijke stand van zaken en de effecten van activiteiten die de

onderdelen van de kwaliteitszorg voor het onderwijs in burgerschap echter niet voldoende zijn uitgewerkt, heeft de inspectie indicator 8.5 als onvoldoende beoordeeld.. Dit betreft de

Scholen, besturen en leraren hebben - en nemen - zelf de verantwoordelijkheid om op hun eigen wijze het onderwijs te bieden dat het beste uit leerlingen en studenten haalt. Met

Schoolleiding en leraren waarborgen de veiligheid van de school en zijn omgeving voor alle leerlingen en het personeel..

Met alle besturen gaat de Inspectie van het Onderwijs regelmatig de kwaliteit van de scholen en de kwaliteitszorg van het bestuur bespreken, mede aan de hand van de informatie van