• No results found

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. Scholingsboulevard Enschede

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. Scholingsboulevard Enschede"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

RAPPORT VAN BEVINDINGEN

TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK Scholingsboulevard Enschede

vmbo-basisberoepsgerichte leerweg vmbo-kaderberoepsgerichte leerweg

vmbo-theoretische leerweg

Plaats: Enschede

BRIN-nummers: 00AH en 17VN

Onderzoek uitgevoerd op: 4 november 2010 Conceptrapport verzonden op: 9 december 2010 Rapport vastgesteld te Zwolle op: 17 januari 2011

Reproductie van het rapport zonder toestemming van de inspectie of de school/instelling vindt niet plaats anders dan in zijn volledige vorm.

(2)
(3)

1. INLEIDING

De Inspectie van het Onderwijs heeft op 4 november 2010 een tussentijds kwaliteitsonderzoek uitgevoerd op de Scholingsboulevard Enschede om een oordeel te kunnen uitspreken over de kwaliteit van het onderwijs op deze afdeling en over de naleving van wet- en regelgeving.

Toezichthistorie

De inspectie heeft naar aanleiding van signalen rond veiligheid de Scholingsboulevard bezocht in januari 2009, een half jaar na de start van de school. De situatie gaf aanleiding om het toezicht te intensiveren en er heeft in oktober 2009 een kwaliteitsonderzoek plaatsgevonden. Tijdens het kwaliteitsonderzoek dat is uitgevoerd op 28 en 29 oktober 2009 stelde de inspectie tekortkomingen vast in het onderwijsleerproces en de naleving van wettelijke vereisten op de Scholingsboulevard Enschede. Deze zijn beschreven in het inspectierapport dat is vastgesteld op 26 januari 2010. De kwaliteit van het onderwijs is toen als zwak beoordeeld en de inspectie heeft haar toezicht verder geïntensiveerd. De inspectie heeft regelmatig voortgangsgesprekken gevoerd met de directie en in maart 2010 heeft zij een onaangekondigd onderzoek gedaan op alle afdelingen. Op basis van de afspraken gemaakt na het bezoek in oktober 2009 en het toezichtplan van de inspectie, gebaseerd op het plan van aanpak van de school, heeft het tussentijds kwaliteitsonderzoek plaats gevonden in november 2010. Het doel hiervan was na te gaan in hoeverre de in het toezichtplan opgenomen tekortkomingen zijn opgeheven en of aan de afspraken is voldaan.

Onderzoeksopzet

De onderzoeksopzet is gebaseerd op de afspraken die in het toezichtplan zijn opgenomen. Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten:

- Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn.

- Analyse van documenten die betrekking hebben op zelfevaluatie-activiteiten van de school en van andere documenten die de school voorafgaand aan het schoolbezoek heeft

toegestuurd en tijdens het schoolbezoek heeft overhandigd.

- Schoolbezoek, waarbij in een aantal groepen de onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van lessen. Bovendien heeft de inspectie over de kwaliteit van de indicatoren gesprekken gevoerd met het management.

- Op uw school is verder een gesprek gevoerd met leerlingen en docenten, teamleiders, zorgfunctionarissen en ouders.

- Aan het eind van het schoolbezoek heeft de inspectie de bevindingen van het onderzoek besproken met de directie en het bevoegd gezag.

Tijdens het onderzoek beoordeelde de inspectie indicatoren van de volgende aspecten:

opbrengsten, kwaliteitszorg, onderwijsleerproces, zorg en begeleiding, wet- en regelgeving.

Toezichtkader

De inspectie heeft zich bij haar onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader vo 2009.

In het jaarwerkplan verantwoordt de inspectie welke wettelijke aspecten zijn onderzocht. Deze documenten zijn te vinden op www.onderwijsinspectie.nl.

Opbouw rapport

In hoofdstuk 2 zijn de bevindingen uit het onderzoek naar de onderwijskwaliteit en de wettelijke voorschriften weergegeven. Dit wordt gevolgd door een paragraaf waarin het oordeel van de inspectie wordt toegelicht en waar mogelijk de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven. Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer.

(4)

2. BEVINDINGEN

2.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel

In onderstaande tabel vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader voortgezet onderwijs. De indicatoren met een asterisk zijn de

normindicatoren; zij spelen een beslissende rol bij de beoordeling van de kwaliteit van het onderwijs.

De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is.

Legenda:

1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed

5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten)

De inspectie heeft daarnaast onderzocht of wordt voldaan aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften. Of de school wel of niet voldoet aan deze wettelijke vereisten wordt tot uitdrukking gebracht met de score ‘ja’ of ‘nee’.

Leerstofaanbod

1 2 3 4

2.3 * De school met een substantieel percentage taalzwakke leerlingen heeft bij alle vakken een aanbod aan leerinhouden dat past bij de

talige onderwijsbehoeften van deze leerlingen.

••••

Tijd

1 2 3 4

3.1 De uitval van geplande onderwijsactiviteiten blijft beperkt.

••••

3.2 Het ongeoorloofd verzuim van leerlingen is beperkt.

••••

3.3 De leerlingen maken efficiënt gebruik van de onderwijstijd.

••••

Schoolklimaat

1 2 3 4

4.1 De ouders zijn betrokken bij de school door de activiteiten die de

school daartoe onderneemt.

••••

4.2 De leerlingen voelen zich aantoonbaar veilig op school.

••••

4.3 Het personeel voelt zich aantoonbaar veilig op school.

••••

4.4 * De school heeft inzicht in de veiligheidsbeleving van leerlingen en personeel en in de incidenten die zich op het gebied van sociale

veiligheid op de school voordoen.

••••

4.5 De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen van

incidenten in en om de school.

••••

4.6 De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op de afhandeling van

incidenten in en om de school.

••••

4.7 * Het personeel van de school zorgt ervoor dat de leerlingen op een

respectvolle manier met elkaar en anderen omgaan.

••••

4.8 * De mentoren stimuleren het welbevinden en de motivatie van de

leerlingen.

••••

(5)

Didactisch handelen

1 2 3 4

5.1 * De leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof.

••••

5.2 * De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer.

••••

5.3 * De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten.

••••

Afstemming

1 2 3 4

6.1 De aangeboden leerinhouden maken afstemming mogelijk op de

onderwijsbehoeften van de individuele leerlingen.

••••

6.2 De leraren stemmen de instructie af op verschillen in ontwikkeling

tussen de leerlingen.

••••

6.3 De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen in

ontwikkeling tussen de leerlingen.

••••

6.4 De leraren stemmen de onderwijstijd af op verschillen in

ontwikkeling tussen de leerlingen.

••••

Begeleiding

1 2 3 4

7.1 * De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de

ontwikkeling van de leerlingen.

••••

7.2 De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in de

ontwikkeling van de leerlingen.

••••

Zorg

1 2 3 4

8.1 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de

school tijdig de aard van de zorg voor de zorgleerlingen.

8.2 * De school voert de zorg planmatig uit.

8.3 De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg.

8.4 De school zoekt de structurele samenwerking met ketenpartners waar noodzakelijke interventies op leerlingniveau haar eigen

kerntaak overschrijden.

Kwaliteitszorg

1 2 3 4

9.1 De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar

leerlingenpopulatie.

••••

9.2 De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen.

••••

9.3 De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces.

••••

9.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten.

••••

9.5 De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces.

••••

9.6 De school waarborgt de kwaliteit van het schoolexamen en van

andere toetsinstrumenten.

••••

9.7 De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de

gerealiseerde onderwijskwaliteit.

••••

(6)

Wet- en regelgeving

nee ja N1 Door of namens het bestuur is de vastgestelde schoolgids naar de

inspectie gestuurd en deze schoolgids bevat de verplichte

onderdelen (WVO art. 24a en 24c).

••••

N2 Door of namens het bestuur is het vastgestelde schoolplan naar de inspectie gestuurd en dit schoolplan bevat de verplichte onderdelen

(WVO art. 24 en 24c).

••••

N3 Door of namens het bestuur is het vastgestelde zorgplan van het samenwerkingsverband naar de inspectie gestuurd en dit zorgplan

bevat de verplichte onderdelen (WVO art. 10h).

••••

N4 Door of namens het bestuur zijn het Examenreglement en het PTA naar de inspectie gestuurd en beide voldoen inhoudelijk aan de

wettelijke vereisten (Eindexamenbesluit art. 31).

••••

N5 De geplande onderwijstijd voldoet aan de wettelijke vereisten (WVO art. 10, lid 2; 10b, lid 2; 10d, lid 2; 10f, lid 3a; 11c, lid 1b; 12, lid

5).

••••

(7)

2.2 Beoordeling

Algemeen beeld

De positieve ontwikkeling van de Scholingsboulevard Enschede (SBE) die de inspectie heeft kunnen waarnemen tijdens het onaangekondigde schoolbezoek op 1 maart 2010 heeft zich verder

doorgezet. Alhoewel verschillende indicatoren, die tijdens het kwaliteitsonderzoek van oktober 2009 onvoldoende waren, nu wel voldoende zijn, beoordeelt de inspectie de kwaliteit van het onderwijs met betrekking tot kwaliteitszorg en verscheidene indicatoren van het

onderwijsleerproces op de Scholingsboulevard, afdeling vmbo- basis, kader en theoretische leerweg echter nog niet als voldoende. Met name op het punt van effectieve leertijd en het didactisch handelen is een verdere ontwikkeling noodzakelijk.

De school leeft de onderzochte wet- en regelgeving na.

Toelichting

Het bovenstaande algemene oordeel van de inspectie wordt hieronder toegelicht. Daarbij komen voor zover van toepassing achtereenvolgens de in de inleiding genoemde aspecten aan bod: de opbrengsten, het onderwijsproces, de kwaliteitszorg en de wet- en regelgeving.

Opbrengsten

Omdat de SBE gestart is in 2008 met het derde leerjaar vmbo-t en derde en vierde leerjaar vmbo- basis en -kader, is alleen de opbrengstenkaart 2010 (basis en kader) van toepassing op de school.

De inspectie kan nog geen oordeel geven over de opbrengsten van de Scholingsboulevard Enschede.

De prognoses voor het schooljaar 2010 laten op alle afdelingen een risicovol beeld zien. Een analyse door de school van de resultaten zal naar de inspectie worden gestuurd.

Het onderwijsproces

Het onaangekondigde bezoek in maart 2010 liet een verbetering zien ten opzichte van het kwaliteitsonderzoek in 2009. Deze lijn heeft zich doorgezet met name in het schoolklimaat. Er heerst nu een positief schoolklimaat waar leerlingen en leraren zich veilig voelen. Ook de onderwijstijd is voldoende. Het ziekteverzuim, dat in 2009 erg hoog was, is sterk afgenomen en levert weinig problemen meer op wat betreft lesuitval. Op alle afdelingen leidt de organisatie van de dagelijkse gang van zaken tot een rustige schoolomgeving. Alle betrokkenen die de inspectie heeft gesproken zijn hier positief over (ouders, leerlingen en leraren).

Alhoewel het onderwijs een basale kwaliteit laat zien, behoeft het nog wel aandacht. De lessen zijn over het algemeen eenzijdig van opzet (met name de theorielessen) en in de zestig minuten die elke les duurt, zijn de leerlingen onvoldoende actief betrokken bij de les. Hierdoor gaat veel effectieve leertijd verloren. Docenten zouden duidelijker eisen moeten stellen aan het leergedrag van leerlingen en het doel van de les duidelijker moeten neerzetten voor zichzelf en de leerlingen.

Door meer variatie aan te brengen in de lessen, kan de actieve werkhouding van leerlingen verbeteren.

Op schoolniveau is de afstemming op individuele onderwijsbehoeften van leerlingen niet zichtbaar in aanbod, instructie, verwerkingsopdrachten of onderwijstijd. Leraren stemmen hun les af op het gemiddelde van de klas. Vooral in de theorielessen in de gemengde klassen van de beroepsgerichte leerwegen is onvoldoende afstemming op de verschillen tussen kader- en basisberoepsgerichte leerlingen waarneembaar.

De doorgaande lijn van de (zes verschillende) onderbouwlocaties en de SBE is onvoldoende. De aansluiting varieert per locatie. Een goede aansluiting is een voorwaarde om positieve resultaten te realiseren en de kloof tussen onder- en bovenbouw te dichten. Er zijn initiatieven genomen om een structureler overleg tussen onder- en bovenbouw te realiseren, waarbij ook de leerlingenzorg een belangrijk onderwerp van gesprek zal zijn.

(8)

Op de drie locaties van de SBE heeft de zorg en begeleiding een duidelijke structuur gekregen. De betrokkenen bij de zorg hebben grote ambities, maar de faciliteiten zijn daarvoor niet altijd

toereikend. De dossiers van de moederscholen worden tijdig overgedragen. Wel blijkt dat sommige leerlingen meer zorg nodig hebben dan in eerste instantie uit de overdracht duidelijk is.

Voor alle leerlingen met een leerlinggebonden financiering zijn handelingsplannen aanwezig. Dit geldt ook voor de leerlingen met leerwegondersteuning. De kwaliteit van de handelingsplannen varieert per locatie en dient verder uitgewerkt te worden. Leerlingen ervaren de extra

ondersteuning als positief. Voor leerlingen met dyslexie wordt het dyslexiebeleid grotendeels uitgevoerd.

De evaluatie van de effecten van de zorg en begeleiding is onvoldoende geborgd.

Bij locatiedirecteuren en teamleiders is er sprake van bewustzijn van de risico’s binnen het onderwijsleerproces, maar dit is niet op alle locaties het geval op de werkvloer. De teamplannen bieden aanknopingspunten voor ontwikkeling. De inspectie benadrukt dat het gerealiseerde onderwijs nog ver verwijderd is van de door de school vastgelegde doelen voor de SBE, zoals die beschreven staan in schoolplan en schoolgids. Een besef van urgentie bij alle betrokkenen is voorwaardelijk om te komen tot verdere positieve ontwikkeling van het aangepaste startconcept van de Scholingsboulevard.

De kwaliteitszorg

De schoolleiding heeft stappen gezet om de kwaliteitszorg te verbeteren, maar is er nog niet in geslaagd om te voldoen aan de eisen die de inspectie stelt.

Het systematisch evalueren van de opbrengsten vergt grote aandacht. Analyse van de resultaten, op basis waarvan een plan van aanpak wordt gemaakt, ontbreekt. Inzicht in de opbrengsten per vak en de consequenties voor de inhoud van het vak en de examenvoorbereiding is onvoldoende aanwezig. Op docentenniveau is het opbrengstgericht werken (analyse van toetsen en

interveniëren waar nodig is) nog geen basishouding.

Ook het evalueren van het onderwijsproces, waardoor gericht gestuurd kan worden op verbetering van het onderwijsproces is nog niet voldoende gerealiseerd. De kwaliteit van het onderwijsproces is onvoldoende geborgd.

De directie van de Scholingsboulevard en de teamleiders moeten duidelijker sturen op

kwaliteitsverbetering door zicht te krijgen op de stand van zaken en daarnaar te handelen. Met name de opbrengsten, die in 2010 risicovol zijn, zullen daarbij op alle niveaus in de school meer leidend moeten zijn voor de ontwikkelingen.

Wet- en regelgeving

De school heeft de schoolgids, het schoolplan, het Examenreglement, de PTA’s en het zorgplan naar de inspectie gestuurd en deze documenten bevatten de verplichte onderdelen. De

geprogrammeerde onderwijstijd voor het schooljaar 2010/2011 komt in alle leerjaren uit boven de wettelijke minimumnormen.

Het schoolplan omvat een locatieplan dat deel uit maakt van de schoolplannen van elk van de beide moederscholen, Het Stedelijk Lyceum en het Bonhoeffer College.

(9)

3. TOEZICHTARRANGEMENT

Op 9 januari 2009 heeft de inspectie aan alle afdelingen van de Scholingsboulevard Enschede een aangepast arrangement ‘zwak’ toegekend. De inspectie heeft haar toezicht geïntensiveerd en volgt de voortgang van het verbetertraject. Dit tussentijds kwaliteitsonderzoek maakt daar deel van uit.

De kwaliteit van het onderwijs is op onderdelen verbeterd, maar vertoont nog belangrijke tekortkomingen. Het eerder toegekende toezichtarrangement ‘zwak’ blijft gehandhaafd.

De inspectie heeft er vertrouwen in dat de Scholingsboulevard Enschede het afgesproken

verbetertraject alsnog kan realiseren, mits er gericht gewerkt wordt aan de in dit rapport vermelde verbeterpunten.

Naleving

De inspectie concludeert tevens dat de eerder geconstateerde tekortkomingen in de naleving van wet- en regelgeving op de onderzochte onderdelen zijn opgeheven.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De Inspectie van het Onderwijs heeft op 24 september 2010 een tussentijds kwaliteitsonderzoek onderzoek uitgevoerd op het College de OpMaat, afdeling vmbo-b, om een oordeel te kunnen

Op 15 januari 2010 heeft de inspectie met een vertegenwoordiger van het bevoegd gezag en de schoolleiding een gesprek gevoerd over de voortgang van de verbeteractiviteiten van de

3.6 De leerinhouden voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde zijn afgestemd op de onderwijsbehoeften van individuele leerlingen.. 3.8 De school met een substantieel

De Inspectie van het Onderwijs heeft op 4 oktober 2011 een tussentijds kwaliteitsonderzoek (tko) uitgevoerd op s.s.b.o.. De Delta te Appingedam naar aspecten van de kwaliteit van

Tijdens het kwaliteitsonderzoek dat is uitgevoerd op 17 november 2011 stelde de inspectie tekortkomingen vast in de opbrengsten, het onderwijsleerproces en de naleving op

1.1 * De resultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht..

Het onderwijsproces vertoonde bij het kwaliteitsonderzoek weliswaar enkele tekortkomingen, met name op het punt van afstemming van onderwijstijd en verwerkingsopdrachten op

Vorig jaar constateerde de inspectie al dat de school wel toetsen afneemt om de taalvaardigheid van leerlingen in kaart te brengen, maar dat deze toetsen onvoldoende worden