• No results found

Betreft: Advies van de directeur DTe aan de Minister van Economische Zaken, op basis van artikel 15, tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Betreft: Advies van de directeur DTe aan de Minister van Economische Zaken, op basis van artikel 15, tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998."

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1 Nummer: 101536_2-6

Betreft: Advies van de directeur DTe aan de Minister van Economische Zaken, op basis van artikel 15, tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998.

BEDRIJFSGEGEVENS AANVRAGER Ontheffingsaanvrager:

Elsta B.V.

Postbus 5048 4330 KA Middelburg

Contactpersoon:

mr. J.R. van Angeren, advocaat Stibbe tel.: 020 - 546 01 95

fax: 020 - 546 04

PROCEDURE

Op 14 maart 2003 heeft de directeur van de Dienst uitvoering en toezicht Energie (hierna: DTe) een verzoek ontvangen om een ontheffing te verlenen van het in artikel 10, derde lid, van de Elektriciteitswet 1998 (hierna:

E-wet) neergelegde gebod een netbeheerder aan te wijzen. Het verzoek is ingediend door Elsta B.V.

Op 4 juli 2001 is door Elsta B.V. & Co C.V. voor hetzelfde net waarvoor thans ontheffing wordt gevraagd ook al om een ontheffing verzocht (kenmerk DTe: 100348). De Minister van Economische zaken heeft bij besluit van 5 december 2001 geen ontheffing verleend. Het tegen deze beslissing gerichte bezwaarschrift is bij besluit van 25 september 2002 niet-ontvankelijk verklaard. Thans bevindt deze zaak zich in de beroepsfase.

FEITELIJKE SITUATIE

Elsta B.V. (hierna: Elsta) is eigenaar van het net waarvoor op grond van artikel 15, tweede lid, onderdeel b, E-wet een ontheffing wordt aangevraagd. Het betreft een 50 kV-net - niet vallende onder de bagatelbepaling van artikel 15, eerste lid, E-wet - waarop een beperkt aantal afnemers zijn aangesloten alsmede een tweetal productie-units. Elsta is geen netbeheerder in de zin van de E-wet. Het net van Elsta is aangesloten op het net van netbeheerder Delta Netwerkbedrijf.

Elsta is de beherend vennoot. De aandeelhouders van deze beherend vennoot zijn AES Global Power Holdings B.V. (50%), PNEM N.V. (25%) en DELTA N.V. (25%).

WETTELIJK KADER

Alvorens kan worden bepaald of een ontheffingsaanvraag kan worden gehonoreerd, moet worden vastgesteld of de aanvrager het recht van gebruik heeft van een net zoals gedefinieerd in de E-wet. Uit de

wetsgeschiedenis volgt dat alleen sprake is van een net indien andere natuurlijke personen of rechtspersonen dan de aanvrager verbonden zijn aan het net van de aanvrager en een meetinrichting is geplaatst tussen deze rechtspersonen en het net.

1

1

Tweede Kamer, vergaderjaar 1998-1999, 26 303, nr. 7

(2)

2

Vervolgens dient te worden vastgesteld of het net in de zin van de E-wet niet onder de bagatelbepaling van artikel 15, eerste lid, valt. In deze bepaling wordt aangegeven dat geen netbeheerder hoeft te worden aangewezen voor een net met een spanningsniveau van ten hoogste 0,4 kV en een verbruik van ten hoogste 0,1 GWh per jaar, waarvan een ander dan een leverancier of een netbeheerder een recht van gebruik heeft.

Ten slotte dient het net in de zin van de E-wet, dat niet onder de bagatelbepaling valt, te worden getoetst aan de criteria genoemd in artikel 15, tweede lid, van de E-wet. Een ontheffing kan alleen worden verleend aan een aanvrager die over een net beschikt waarop een beperkt aantal afnemers is aangesloten. Daarbij dient het net van de aanvrager aan één van de vier volgende criteria te voldoen:

a. het net is bestemd om de aanvrager te voorzien van elektriciteit dan wel om het centrale bedrijfsproces van de aanvrager te ondersteunen;

b. het net is bestemd om een aantal samenwerkende rechtspersonen te voorzien van elektriciteit en de samenwerking van deze rechtspersonen een betrouwbaar, duurzaam, doelmatig en milieuhygiënisch verantwoord functionerende energiehuishouding in hun vestigingen ten doel heeft;

c. ten aanzien van het net zijn kwaliteitseisen van toepassing die in betekenende mate afwijken van de voorwaarden die de directeur DTe op grond van artikel 36 van de E-wet heeft vastgesteld.

d. De aanvrager is geen netbeheerder en is niet in een groepsmaatschappij met een netbeheerder verbonden en de aanvrager:

- zal een overeenkomst sluiten met de netbeheerder van het net waarop zijn net is aangesloten om te waarborgen dat de uitvoering van de taken van die netbeheerder niet wordt belemmerd, en

- zal degene die daarom verzoekt voorzien van een aansluiting op het net van de aanvrager dan wel een aanbod zal doen om met gebruikmaking van het desbetreffende net ten behoeve van de verzoeker transport van elektriciteit uit te voeren met inachtneming van redelijke tarieven en voorwaarden alsmede van de voorschriften bedoeld in artikel 15, derde lid, E-wet.

Om in aanmerking te komen voor een ontheffing moet de aanvragende rechtspersoon beschikken over een net waarop een beperkt aantal natuurlijke personen of rechtspersonen is aangesloten. In de wetsgeschiedenis wordt aangegeven dat er geen scherpe getalsgrens valt te geven om te bepalen of aan een net een beperkt aantal afnemers is verbonden.

2

Mede in dit verband is ervoor gekozen de beoordeling of er wel of niet sprake is van een beperkt aantal aansluitingen afhankelijk te laten zijn van de mate waarin het publiek belang wordt gediend. Het is aan de ontheffingsaanvragers zelf om te onderbouwen op welke wijze bij verlening van een ontheffing het publiek belang wordt gediend.

BEOORDELING

Artikel 15, tweede lid, van de wet, geeft de Minister van Economische Zaken de bevoegdheid om een ontheffing te verlenen van de verplichting die is neergelegd in artikel 10, derde lid, E-wet.

In casu is sprake van een net in de zin van artikel 1, onder i, van de E-wet en valt dit net niet onder de bagatelbepaling bedoeld in artikel 15, eerste lid, E-wet. Voorst zijn er een beperkt aantal andere natuurlijke of rechtspersonen op het net aangesloten.

2

Tweede Kamer, vergaderjaar 1997-1998, 25 621, nr. 3

(3)

3

De Minister van Economische zaken beschikt ingeval van artikel 15 E-wet over beleidsvrijheid. Dit blijkt uit het woord ‘kan’ in de aanhef van het tweede lid van artikel 15 E-wet.

Indien, zoals ook in onderhavig geval, sprake is van een situatie waarin een energiebedrijf (in casu Delta N.V.) met een netbeheerder is verbonden in een holding of groepsmaatschappij en Delta N.V. in de

vorm van aandeelhouderschap participeert in de ontheffing aanvragende rechtspersoon, dan wordt door de Minister van Economische Zaken geen ontheffing verleend.

De achterliggende gedachte geen ontheffing te verstrekken aan energiebedrijven die in een holding zijn verbonden met een netbeheerder is gelegen in doelstellingen van de E-wet.

De E-wet beoogt individuele vragers en aanbieders op de elektriciteitsmarkt geleidelijk meer keuzevrijheid te geven binnen een raamwerk van regels die gericht zijn op het betrouwbaar, duurzaam en doelmatig

functioneren van de elektriciteitsvoorziening.

3

Centraal in de E-wet staat het op niet discriminerende voorwaarden toegankelijk maken van het netwerk van elektriciteitsleidingen voor producenten, handelaren, leveranciers en afnemers van elektriciteit.

4

Teneinde de vrije en non-discriminatoire toegang tot het elektriciteitsnet te verzekeren, zullen neteigenaren onafhankelijk netbeheer moeten opzetten.

5

Van cruciaal belang is dat de onafhankelijkheid van de aangewezen

netbeheerders gegarandeerd wordt. Het netbeheer mag immers niet op discriminerende wijze worden beïnvloed door de commerciële overwegingen die in het kader van de productie en levering van elektriciteit spelen.

6

Indien tot ontheffingverlening zal worden overgegaan, zal bovengenoemde onafhankelijkheid onder druk komen te staan nu het energiebedrijf via het aandeel in de ontheffinghoudende rechtspersoon invloed kan uitoefenen op de ontheffinghouder terwijl diezelfde ontheffinghouder - vanwege het feit dat hij geen netbeheerder is in de zin van de E-wet - in belangrijke mate onttrokken is aan het toezicht van DTe. De beoogde scheiding tussen enerzijds levering en productie van elektriciteit en anderzijds het als monopolistische aangemerkte netbeheer kan aldus in belangrijke mate worden doorkruist.

In beginsel kan worden voldaan aan de verplichting van artikel 10, derde lid, van de wet door het net in beheer te geven bij de voor dat gebied reeds aangewezen netbeheerder. Indien het niet mogelijk blijkt het net in beheer te geven van de reeds aangewezen netbeheerder zal degene die de ontheffing aanvraagt in die gevallen een ander als netbeheerder aan moeten wijzen.

3

Memorie van Toelichting, TK 1997-1998, 25 621, nr. 3, p. 1.

4

Memorie van Toelichting, TK 1997-1998 25 621, nr. 3, p. 2.

5

Memorie van Toelichting, TK 1997-1998, 25 621, nr. 3, p. 19.

6

Memorie van Toelichting, TK 1997-1998, 25 621, nr. 3, p. 9 en 10.

(4)

4 ADVIES

Delta N.V. is een energiebedrijf die met een netbeheerder, Delta Netwerkbedrijf B.V., is verbonden in een holding of groepsmaatschappij. Delta N.V. participeert, in de vorm van aandeelhouderschap, in de ontheffing aanvragende rechtspersoon ( Elsta B.V.). Tegen de achtergrond van de doelstellingen van de E-wet acht de directeur DTe het verstrekken van een ontheffing aan Delta B.V. onwenselijk. Daarom adviseert de

directeur DTe de Minister van Economische Zaken gebruik te maken van diens discretionaire bevoegdheid en

de aanvraag af te wijzen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De voorwaarden als bedoeld in artikel 36 van de E-wet, zoals deze zullen worden of zijn vastgesteld door de directeur DTe, zijn van overeenkomstige toepassing, voor zover

Nu de zogenoemde 10 kV-ring is aan te merken als één aansluiting in de zin van artikel 1, lid 1, onderdeel b, van de E-wet behoeft niet om een ontheffing ex artikel 15, lid 2, van

Vervolgens dient te worden vastgesteld of het net in de zin van de E-wet niet onder de bagatelbepaling van artikel 15 lid 1 valt.. 2 voor een net met een spanningsniveau van ten

In deze bepaling wordt aangegeven dat er geen netbeheerder hoeft te worden aangewezen voor een net met een spanningsniveau van ten hoogste 0,4 kV en een verbruik van ten hoogste 0,1

De directeur DTe adviseert de Minister van Economische Zaken de aanvrager, Het Marinebedrijf op basis van artikel 15, lid 2, sub c van de E-wet ontheffing voor het aanwijzen van

- zal degene die daarom verzoekt voorzien van een aansluiting op het net van de aanvrager dan wel een aanbod zal doen om met gebruikmaking van het desbetreffende net ten behoeve van

ontheffinghouder. ACM merkt op dat indien een afnemer wenst over te stappen naar een andere leverancier, deze afnemer zelf de meetverantwoordelijkheid dient in te richten. Uit de

Binnen de centrale is een productie-installatie gelegen die bestaat uit productie-eenheden die door middel van de geschikte afvalcomponenten elektriciteit opwekken (artikel 1 lid