Vraag nr. 117 van 16 maart 2000
van mevrouw SIMONNE JANSSENS-VANOPPEN Woonwagenterrein Hasselt – Locatie
In het kader van de gewestplanwijziging hebben de bewoners van het stedelijk woonwagenterrein van Hasselt een bezwaarschrift ingediend op 13 decem-ber 1999 bij de gouverneur van de provincie Lim-burg.
Het terrein, nabij de ring van Hasselt, is gelegen op een oud stort, in een ambachtelijke zone en achter een huisvuiloverslaginstallatie. Omdat het gelegen is in een ambachtelijke zone kon geen bouwver-gunning worden afgeleverd als woonwagenterrein, wel als infrastructuur van een ambachtelijk gebied. Later werd het terrein verder ingesloten door het gemeentelijk containerpark, een privaat container-park en een recyclagewerf met een breekmolenin-s t a l l a t i e. Door geurhinder, lawaai en breekmolenin-stof ibreekmolenin-s er hier van een leefbare woonomgeving geen sprake. Het gemeentebestuur ging akkoord om op zoek te gaan naar een nieuw terrein. Uit vrees voor tegen-stand van de buurtbewoners, besliste het in decem-ber 1998 het oude terrein te behouden en aanpas-singswerken te doen. Om deze werken te kunnen u i t v o e r e n , moet de bestemming van het gebied worden aangepast. Vandaar het voorstel tot ge-westplanwijziging.
De bewoners vechten deze beslissing aan. Dit ter-r e i n , gelegen op een stoter-rt met kwalijke ter-reputatie en gelegen in een ambachtelijke zone, zonder bouw-v e r g u n n i n g, omringd door schadelijke installaties, is onleefbaar. Aanpassingswerken kunnen deze si-tuatie niet verhelpen. De huidige ligging beant-woordt ook niet aan volgende richtlijnen van de Vlaamse overheid.
– Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen heeft als uitgangspunt een duurzame ruimtelijke ont-w i k k e l i n g, met een streven naar ruimtelijke kwaliteit en het niet overschrijden van de ruim-telijke draagkracht. Er wordt tevens gesteld dat de residentiële woonwagenterreinen integraal deel moeten uitmaken van de woonstructuur van het stedelijk gebied.
– De ministeriële omzendbrief (8 juli 1997) be-paalt dat in een woongebied de gezinnen hun s o c i a a l-culturele en economische activiteiten kunnen ontplooien in een gunstig woonmilieu. Twee type bufferzones dienen als
overgangsge-bied te fungeren voor niet-verenigbare gebie-d e n , gebie-doch beigebie-de soorten bufferzones worgebie-den niet gevolgd in Hasselt. Het is tevens duidelijk dat sterke geurhinder de woonfunctie erg ver-stoort.
– De richtlijnen van de Vlaamse regering (19 de-cember 1998) inzake de locatie en inrichting van w o o n w a g e n t e r r e i n e n , bepalen dat residentiële woonwagenterreinen bij voorkeur zijn gelegen in het stedelijk gebied aansluitend bij bestaande w o o n w i j k e n . Ze dienen gelegen te zijn in een gezonde omgeving, waar basismobiliteit, v o o r-zieningen en infrastructuur aanwezig zijn. De bewoners van het woonwagenterrein in de Crutzenstraat in Hasselt menen dat, gezien boven-staande bezwaren, een aanpassing van het gewest-plan niet opportuun is en een kwalitatief wonen in de weg staat.
De procedure tot gewestplanwijziging is echter lo-p e n d e. Deze lo-procedure zal normaliter voor 13 juni 2000 leiden tot een definitieve vaststelling van het wijzigingsplan.
Doch het beleid ten aanzien van woonwagenterrei-nen wordt uitgestippeld in de Vlaamse Wo o n w a-g e n c o m m i s s i e, onder het voorzitterschap van de Vlaamse minister van Welzijn.
Is de minister, als verantwoordelijke voor de coör-dinatie van het woonwagenbeleid en als voorzitter van de Vlaamse Wo o n w a g e n c o m m i s s i e, terzake in overleg met haar collega bevoegd voor Ruimtelijke Ordening ?
Heeft zij hem geadviseerd de betrokken gewest-planwijziging niet goed te keuren ?
Antwoord
Het woonwagenterrein van Hasselt bevindt zich momenteel in een ambachtelijke zone, waardoor er geen bouwvergunning kan worden afgeleverd. Hiervoor is dus een bestemmingswijziging (pleis-terplaats voor woonwagenbewoners en nomaden) noodzakelijk.