• No results found

Vraag nr. 86 van 16 maart 2000 van de heer JOHAN DE ROO

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 86 van 16 maart 2000 van de heer JOHAN DE ROO"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 86 van 16 maart 2000

van de heer JOHAN DE ROO

L a n d b o u w e r swoningen – Verbouwing bij pensione-ring

Op de vergadering van het college van gemachtig-de ambtenaren van 27 januari zou er gesproken zijn over het probleem van de landbouwers die aan het einde van hun loopbaan, volgens het nieuwe decreet op de ruimtelijke ordening, op geen enkele manier in aanmerking kunnen komen voor een bouwvergunning om de bestaande woning af te breken en te herbouwen.

Deze landbouwers kunnen vooreerst geen aan-vraag indienen om de bestaande bedrijfswoning af te breken om een nieuwe bedrijfswoning in te rich-t e n . De afdeling Land zal een ongunsrich-tig advies geven omdat het hier geen volwaardig of toe-komstgericht bedrijf betreft. Dit advies is echter niet bindend, maar de administratie Ruimtelijke O r d e n i n g, Huisvesting en Monumenten en Land-schappen (Arohm) volgt praktisch altijd dit advies o p. De landbouwers kunnen ook niet terugvallen op de regeling in artikel 166 van het nieuwe de-creet betreffende de zonevreemde woningen, a a n-gezien de woningen op 1 januari 1999 niet zone-vreemd waren. Arohm beschouwt de woningen van gepensioneerde landbouwers immers altijd als zone-eigen woningen.

Oudere landbouwers hebben bijgevolg momenteel minder rechten dan gewone particulieren. E l k e particulier die bijvoorbeeld twee jaar geleden een woning in landbouwzone heeft aangekocht, k a n deze momenteel op basis van artikel 166 van het decreet op de ruimtelijke ordening afbreken en op-nieuw oprichten.

1. Is men in het college van gemachtigde ambtena-ren tot een oplossing gekomen m.b. t .b o v e n v e r-meld probleem ? Zo ja, welke ?

2. Op welke wijze wordt dit probleem door de mi-nister aangepakt ?

Antwoord

Een (exploitanten)woning die door een gepensio-neerd landbouwer wordt bewoond in agrarisch of landschappelijk waardevol agrarisch gebied, w o r d t inderdaad beschouwd als zone-eigen, omdat er niet automatisch mag van uitgegaan worden dat door

de persionering alle toekomstmogelijkheden voor het landbouwbedrijf vervallen.

Een bijkomende pragmatisch reden voor dit uit-gangspunt is dat, indien men de woningen van ge-pensioneerde landbouwers als zonevreemd be-s c h o u w t , zij allen be-sindbe-s 1984 een vergunning voor gebruikswijziging hadden moeten aanvragen over-eenkomstig het besluit van de Vlaamse Executieve van 17 juli 1984. Diegenen die niet over zo'n ver-gunning zouden beschikken, zouden dan in bouw-overtreding zijn.

Dit standpunt heeft tot gevolg dat bouwaanvragen die hierop betrekking hebben, niet onder de afwij-kingsbepaling van artikel 166 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruim-telijke ordening vallen omdat zij niet zonevreemd gelegen zijn. Ze worden dus behandeld overeen-komstig het gewestplanvoorschrift agrarisch of landschappelijk waardevol agrarisch gebied (cfr. artikel 11 van het KB van 28 december 1972 en de toelichting in de omzendbrief van 8 juli 1997). Het college van de gemachtigde ambtenaren heeft op zijn vergadering van 27 januari 2000 dit item be-h a n d e l d . Het gaat uit van be-het reeds vermelde standpunt dat de woning van een gepensioneerd landbouwer als zone-eigen wordt beschouwd. D i t houdt in dat theoretisch gezien de woning als ex-ploitatiewoning volledig zou kunnen worden her-bouwd of uitgebreid zonder volumebeperkingen overeenkomstig artikel 11 van het KB van 28 de-cember 1972. Hierbij moet wel artikel 100 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, dat op 1 mei 2000 in werking treedt, in acht worden genomen : m a x i m a-le beperking van 1000 m2voor een

exploitatiewo-ning.

Als beoordelingscriteria voor dergelijke bouwaan-vrager gelden uiteraard de toekomstige exploitatie-mogelijkheden op economisch en familiaal gebied en een maximale integratie van bedrijfsgebouwen en woongelegenheden. Het advies van de afdeling Land zal hierin uiteraard een rol spelen, maar is, zoals de Vlaamse volksvertegenwoordiger zelf ver-meldt, niet bindend.

De "oudere" (i.e. gepensioneerde) landbouwers hebben dus evenveel rechten als "gewone" particu-lieren.

(2)

belet om alsnog toepassing te maken van artikel 166 omdat het dan gaat om een, vanuit landbouw-economisch oogpunt, gedesaffecteerd geheel. I n dat geval betreft het onderzoek van de aanvraag tegelijkertijd een bestemmingswijziging en een be-oordeling van de toepasbaarheid van de afwij-kingsregeling.

Toch wil ik benadrukken dat artikel 166 een afwij-kingsbepaling is die derhalve, overeenkomstig een constante in de rechtspraak van de Raad van State, beperkend moet worden geïnterpreteerd. In die zin wens ik de veralgemening van de Vlaamse volks-vertegenwoordiger te nuanceren als zou elke parti-culier die bijvoorbeeld twee jaar geleden een wo-ning in landbouwzone heeft aangekocht, op basis van het vermelde artikel 166 de woning kunnen af-breken en opnieuw oprichten.

Om in aanmerking te komen voor de toepassing van artikel 166, § 1, 2 ° , dient in de eerste plaats te worden onderzocht of door de afwijking de goede ruimtelijke ordening niet wordt geschaad. De ruim-telijke draagkracht mag niet worden overschreden en de residentiële functie mag de normale bestem-ming van het gebied in de onmiddellijke omgeving noch in het gedrang brengen, noch verstoren. Daarnaast moet de aanvraag in kwestie nog aan een aantal bijkomende beperkende voorwaarden voldoen (niet verkrot zijn, maximum 1000 m2

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Verschillende economische sectoren, zowel in Vlaanderen als in Zeeuws-V l a a n d e r e n , zijn in grote mate afhankelijk van deze weg voor de be- reikbaarheid van

Bovendien dient erop te worden gewezen dat de inventaris geen statisch gegeven is : geregeld worden er panden opgeno- men in de lijst, terwijl er andere worden geschrapt omdat

Projecten van KWZI's beneden de 500 inwo- nersequivalenten (IE) kunnen momenteel in aanmerking komen voor een subsidie van 50 % vanuit het Vlaams Gewest.. De in het

Er dient evenwel op te worden gewezen dat voor een aantal zware metalen de diffuse bronnen (ook) zeer belangrijk zijn ; dit geldt met name voor lood, koper en zink.. Ook

Vanuit de keuze van het beleid om de werkwin- kels te implementeren in die gemeenten die voor een voldoende groot "verzorgingsgebied" instaan (gemeten aan de hand van

Welke specifieke acties werden intussen onder- nomen of zijn er gepland om de risico's van die "zwarte punten" maximaal te

aangeven welke de hoofdassen zijn van het openbaar vervoer in het Gentse stadsgewest en op grond daarvan aangeven welke tramverbin- dingen er nodig zijn ;.. aangeven wat

Om de te ver- wachten pendelstroom naar A a l t e r-Station te kunnen opvangen, wordt de lijn 87 Maldegem- Knesselare-Aalter tijden de spits versterkt.. Hierover is er nog geen