Vraag nr. 87 van 16 maart 2000
van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN Europese Scholen – Inspectie
De minister antwoordde reeds op mijn schriftelijke vraag inzake de door Vlaanderen gedetacheerde leerkrachten voor de Europese Scholen in V l a a n-deren en Brussel (vraag nr. 4 3 , Bulletin van V r a g e n en Antwoorden nr. 9 van 3 maart 2000, blz. 720). Daarbij stelt zij onder meer dat elke lidstaat be-schikt over één inspecteur voor het basisonderwijs en één voor het secundair onderwijs.
Kan de minister preciseren of het telkens om één inspecteur gaat voor zowel de Franse als de V l a a m-se Gemeenschap ?
Kan zij concreet bevestigen dat de onderwijsin-spectie van de door de Vlaamse overheid gedeta-cheerde leerkrachten zowel voor het basis- als voor het secundair onderwijs door een Vlaamse inspec-teur gebeurt ?
Antwoord
Elke lidstaat van de Europese Unie wordt uitgeno-digd één inspecteur voor het basisonderwijs aan de Europese Scholen te leveren.
De inspecteurs oefenen controle uit op de onder-wijsaanpak in de taalsecties van de scholen waarin leerlingen uit hun lidstaat de lessen volgen, en be-geleiden de leerkrachten gedetacheerd vanuit hun l i d s t a a t . De Nederlandstalige taalsecties in de scho-len worden bemand met Nederlandse en V l a a m s e leerkrachten en worden dan ook door de Neder-landse en Belgische inspectie begeleid.
Voor België is een overeenkomst in verband met deze inspectie gesloten tussen de Vlaamse en Fr a n-se Gemeenschap. De Vlaamn-se Gemeenschap levert de inspecteur basisonderwijs en de Franse Ge-meenschap die voor het secundair onderwijs. B e i d e beschikken over een goede kennis van de tweede t a a l , zodat ze in samenwerking met elkaar alle taken van de inspectie kunnen uitvoeren.
De door de Vlaamse overheid gedetacheerde leer-krachten voor het secundair onderwijs worden in die context onder verantwoordelijkheid van de Waalse inspecteur geïnspecteerd. De omgekeerde situatie is realiteit in het basisonderwijs. Dat heeft nog niet (nooit) geleid tot moeilijkheden. Een