Raad V200801453 Onderwerp: Eindrapportage rekenkamercommissie "Evaluatie jeugdbeleid Heusden"
1/3
Raadsvoorstel Inleiding:
De rekenkamercommissie Heusden heeft, in overleg met fracties van de gemeenteraad, in 2007 besloten een onderzoek te doen naar het jeugdbeleid van de gemeente Heusden voor de leeftijdsgroep 12 – 23 jarigen in de periode 2002-2007.
Feitelijke informatie:
In de periode januari – juni 2008 heeft buro Berenschot, in opdracht van de
rekenkamercommissie, het genoemde onderzoek uitgevoerd. In de zomer van 2008 heeft Berenschot haar werkzaamheden in dit kader afgesloten. De eindrapportage van de
rekenkamercommissie is op 12 augustus 2008 voorgelegd aan het college van de gemeente Heusden (zie bijlage). Deze heeft besloten de aanbevelingen van de rekenkamercommissie over te nemen zoals verwoord. Daarnaast is er een bestuurlijke reactie verzonden aan de rekenkamercommissie (zie bijlage). Op 15 september 2008 heeft de rekenkamercommissie het rapport aangeboden aan de gemeenteraad. Hiervoor is een aparte bijeenkomst belegd waarin de rekenkamercommissie toelichting heeft gegeven op het rapport.
Op 23 oktober 2008 is het rapport besproken in de Beleidsgroep Jeugd van de gemeente Heusden. Naast de mondelinge reacties die ter plaatste gegeven zijn is de aanwezigen verzocht hun bevindingen op papier te zetten. Hieraan hebben 3 instellingen gehoor gegevens. Eén instelling heeft reeds in een eerder stadium een reactie op schrift gesteld.
Deze reacties worden, met het rapport, aan u toegezonden. Naast de bevindingen ten aanzien van het voorliggende rapport spreekt uit alle reacties een positieve en constructieve wil om mee te denken en werken aan een goed jeugdbeleid binnen de gemeente. In deze zin heeft het college ook de betreffende instellingen bedankt en hen op de hoogte gebracht van de verdere procedure.
Afweging:
In het rapport wordt een aantal aanbevelingen gedaan. Met het oog op de afloop van de huidige beleidsperiode Integraal jeugdbeleid (2006-2010) eind 2009 vormen deze
aanbevelingen waardevolle input voor de verdere beleidsontwikkeling. In dat kader wordt dan ook voorgesteld om de aanbevelingen, voor zover die een kaderstellend karakter hebben, over te nemen. De bespreking van het eindrapport in de informatieve- en
raadsvergadering, alsmede de reacties van het werkveld, zullen eveneens input vormen voor het nieuw op te stellen beleid.
Raad V200801453 Onderwerp: Eindrapportage rekenkamercommissie "Evaluatie jeugdbeleid Heusden"
2/3
Advies:
Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen.
Het college van Heusden,
de secretaris, de burgemeester,
mr. J.T.A.J. van der Ven drs. H.P.T.M. Willems
Naar aanleiding van de informatievergadering:
BIJLAGEN: Eindrapportage Rekenkamercommissie Reactie Juvans
Reactie Sphinx Reactie GGD
Reactie D’Oultremontcollege Collegevoorstel 12 augustus 2008 Bestuurlijke reactie
Beantwoording reacties werkveld
Raad V200801453 Onderwerp: Eindrapportage rekenkamercommissie "Evaluatie jeugdbeleid Heusden"
3/3
BESLUIT
De gemeenteraad van Heusden in zijn openbare vergadering van 3 februari 2009;
gezien het voorstel van het college van 09 december 2008, doc.nr. V200801453;
b e s l u i t :
- kennis te nemen van het onderzoeksrapport van de Rekenkamercommissie Heusden inzake evaluatie van het jeugdbeleid van de gemeente Heusden voor de leeftijdsgroep 12 - 23 jaar in de periode 2002 - 2007
- kennis te nemen van het collegebesluit en de bestuurlijke reactie inzake het rapport d.d. 12 augustus 2008
- de aanbevelingen van de rekenkamercommissie, voor zover die een kaderstellend karakter hebben, over te nemen
de griffier, de voorzitter,
mw. drs. E.J.M. de Graaf drs. H.P.T.M. Willems
Evaluatie jeugdbeleid Heusden
Eindrapportage
Rekenkamercommissie Heusden
Evaluatie jeugdbeleid Heusden
Eindrapportage
Inhoud Pagina 1. Inleiding 1
1.1 Inhoud rapport 1
1.2 Onderzoeksmethode 1
1.3 Ontwikkelingen in de evaluatieperiode 4
1.4 Leeswijzer 4
2. Beleidscyclus 5
2.1 Inleiding 5
2.2 Wettelijke kaders 6
2.3 Analyse 8
2.4 Visievorming 10
2.5 Doelstellingen 12
2.6 Middelen 13
2.7 Uitvoering 15
2.8 Resultaten 18
2.9 Effecten 22
2.10Beleidsevaluatie 27
2.11Jongerenparticipatie en – mening 28
3. Regie 30
3.1 Inleiding 30
3.2 Externe regie 32
3.3 Interne regie 45
4. Conclusies en aanbevelingen 47
4.1 Inleiding 47
4.2 Algemeen 47
4.3 Beleidscyclus 49
4.4 Regie 52
Bijlagen 55
BIJLAGE I: Normenkader 1
BIJLAGE II: Gehanteerde bronnen 9
BIJLAGE III: Wettelijke taken en invulling in Heusden 10
BIJLAGE IV: Casestudies 13
BIJLAGE V: Aanwezigheid organisaties startbijeenkomst jeugdbeleid 2003 16
1
1. Inleiding
1.1 Inhoud rapport
Nieuwe wetgeving en andere landelijke ontwikkelingen (zoals de BANS-akkoorden) hebben geleid tot toegenomen verantwoordelijkheden voor gemeenten om in samenwerking en afstemming met provincie en Bureau Jeugdzorg te zorgen voor een zodanig vormgegeven jeugdbeleid, dat optimale voorwaarden worden gecreëerd voor het gezond en veilig opgroeien van jongeren tot stabiele burgers en voor het zoveel mogelijk voorkomen en oplossen van problemen waar jongeren mee geconfronteerd kunnen worden. Mede naar aanleiding van een aantal incidenten, heeft de
rekenkamercommissie na overleg met fracties in de gemeenteraad besloten om in kaart te brengen op welke wijze en met welke resultaten de gemeente Heusden in de periode 2002-2007 invulling heeft gegeven aan haar verantwoordelijkheden. Dit rapport bevat de feitenverzameling van de evaluatie van het jeugdbeleid van de gemeente Heusden voor de leeftijdsgroep 12-23 voor de periode 2002-2007.
1.2 Onderzoeksmethode
De rekenkamercommissie heeft gekozen voor een onderzoeksaanpak, waarbij op efficiënte wijze zo veel en zo concreet mogelijke opbrengsten kunnen worden verwacht. Belangrijkste kenmerk hiervan is: naast documentenanalyse en interviews met sleutelpersonen vooral een hoog praktijkgehalte.
Gekozen is voor een driesporenaanpak die in de volgende figuur tot uitdrukking wordt gebracht:
In het eerste spoor is op basis van documentenstudie de stand van zaken van het lokale
jeugdbeleidin kaart gebracht. Hiermee is informatie verzameld ten behoeve van beantwoording van de volgende onderzoeksvragen:
Spoor 1: documentenstudie & interviews
Spoor 2: Verdiepingsslag d.m.v. casestudies
(Selectie casus op basis van de uitkomsten van spoor 1)
Spoor 3: Verbreden & toetsen bevindingen spoor 1 en 2 Spoor 1: documentenstudie & interviews
Spoor 2: Verdiepingsslag d.m.v. casestudies
(Selectie casus op basis van de uitkomsten van spoor 1)
Spoor 3: Verbreden & toetsen bevindingen spoor 1 en 2
2 1. Welke kaders worden er gesteld door wet- en regelgeving aan het jeugdbeleid van de
gemeente Heusden?
2. Heeft de gemeente Heusden een visie ontwikkeld op het jeugdbeleid?
3. In welke mate is het algemene jeugdbeleid gebaseerd op feiten en analyses van de situatie onder de jeugd en de wensen van de doelgroep?
4. Welke (meetbare) doelstellingen zijn er geformuleerd in de onderzoeksperiode of daarvoor, op het gebied van jeugdbeleid die kaderstellend zijn voor de onderzoeksperiode?
5. Is er een onderbouwing van waarom bepaalde doelen worden nagestreefd?
6. Worden er alternatieven van maatregelen naast elkaar overwogen om te komen tot uitvoeringsplannen?
7. Sluiten de uitvoeringsplannen aan op het geformuleerde beleidskader?
8. In welke mate heeft de gemeente Heusden de regierol m.b.t. de jeugd duidelijk voor zichzelf in beeld en hoe geven zij uitvoering aan deze regierol?
9. Zijn de uitvoeringsplannen binnen budget en conform de planning verlopen en hebben zij de beoogde prestaties (output) gegeven?
In het tweede spoor is bij wijze van verdieping het proces van samenwerking tussen de gemeente Heusden en de ketenpartners aan de hand van enkele voor het jeugdbeleid representatieve incidenten (‘casestudies’) geïnventariseerd en geanalyseerd. De selectie van de casus door de rekenkamercommissie (na overleg met de gemeente) heeft plaatsgevonden op basis van de documentenstudie en de eerste interviewgesprekken in het eerste spoor. Rond elk van deze incidenten is een panelgesprek georganiseerd, waaraan de gemeente en de relevante
ketenpartners deelnamen. Doel van de casusbesprekingen was om met de ketenpartners na te gaan welke afspraken er zijn gemaakt tussen de gemeente en de andere betrokken en hoe deze in de praktijk uitwerken. In het specifieke geval van de geselecteerde incidenten en in het algemeen.
Het derde spoor: tijdens spoor een en twee is duidelijk geworden welke afspraken er binnen het integrale jeugdbeleid niet zijn gemaakt of (soms) niet effectief zijn, waardoor situaties als de geselecteerde casus optreden. In het derde spoor van het onderzoek is getoetst in hoeverre de bevindingen uit spoor twee een bredere betekenis hebben binnen het brede jeugdbeleid. Dit heeft plaatsgevonden door opvraag van eventuele aanvullende documenten bij de gemeente en door middel van aanvullende interviews met de gemeente. Via de bevindingen in spoor één en twee en de verbreding in spoor drie zijn de overige onderzoeksvragen beantwoord:
10. Zijn de rollen en taken van de verschillende actoren (ambtelijke organisatie, externe partijen (Sphinx, onderwijsinstellingen, politie, Bureau Jeugdzorg, etc.) raad en college) voor het beleidsproces goed gedefinieerd en wordt er naar deze rol- en taakopvatting gehandeld?
11. Wat is de mening van de jongeren en de uitvoerende organisaties van het jeugdbeleid over de taak, rol en verantwoordelijkheid van de gemeente Heusden?
Tot slot is – gegeven de looptijd en scoop van het onderzoek – zoveel mogelijk informatie verzameld die antwoord kunnen geven op de laatste twee onderzoeksvragen:
3 12. In welke mate is de outcome of het effect gerealiseerd zoals binnen de algemene doelstellingen
is geformuleerd?
13. In welke mate hebben de uitvoeringsplannen bijgedragen aan de doelstellingen binnen het jeugdbeleid? (heeft de output/prestaties van de uitvoeringsplannen bijgedragen aan de outcome/het beoogde effect).
In de drie sporenaanpak zijn achtereenvolgens de volgende onderzoeksactiviteiten uitgevoerd:
Opstellen normenkader op 12 maart 2008 (zie bijlage I)
Documentenonderzoek (zie bronvermelding bijlage II)
Gesprekken:
־ wethouder Jeugdbeleid
־ beleidsmedewerker Jeugd
־ teammanager team Ondersteuning Welzijn - Panelsessies over drie casus:
Multiproblem gezin. Deelnemers aan de sessie:
־ GGD Hart van Brabant
־ Juvans (maatschappelijke werk)
־ d’Oultremontcollege (school voor voortgezet onderwijs)
־ ‘t Palet (basisschool)
־ Leerplichtambtenaar gemeente Heusden
־ Politie
־ Bureau Jeugdzorg
Schoolverzuim / voortijdig schoolverlaten. Deelnemers aan de sessie:
־ Leerplichtambtenaar gemeente Heusden
־ d’Oultremontcollege (school voor voortgezet onderwijs)
־ Juvans (Schoolmaatschappelijk Werk)
־ Gemeente Heusden
־ GGD Hart voor Brabant
Overlastgevende jongeren Zuiderpark. Deelnemers aan de sessie:
־ Gemeente Heusden
־ Politie
4
Aanvullend gesprek met dhr. Van Lieshout (beleidsmedewerker), mw. Rosenbrand (leerplichtambtenaar) en mw. Verbiesen (teammanager) van de gemeente Heusden In het onderzoek lag het accent op het toekomstgericht aanreiken van bouwstenen voor
verbetering, waarborging en aanscherping van de gemeentelijke aanpak gezien de ontwikkelingen en resultaten in de genoemde onderzoeksperiode. Onderzoekers van Berenschot hebben de rekenkamercommissie ondersteund in de uitvoering van deze evaluatie.
1.3 Ontwikkelingen in de evaluatieperiode
Voor dit onderzoek is de periode 2002 – 2007 als uitgangspunt genomen. Vóór 2006 kende de gemeente Heusden nog geen integraal jeugdbeleid, dat wil zeggen: in beleid en uitvoering was onvoldoende oog voor de samenhang tussen de verschillende terreinen die (ook) op jeugd betrekking hebben, zoals onderwijs, welzijn, sport, jeugdgezondheidszorg, jeugdzorg, werk,
inkomen en justitie. In 2005 heeft het vorige college van B&W dit zelf al onderkend en gekozen voor een integrale benadering. Daarom ligt de nadruk in de evaluatie en het rapport op de doelstellingen en resultaten binnen het gemeentelijk jeugdbeleid vanaf het vaststellen van de Nota Integraal Jeugdbeleid 2006 – 2009 tot heden (april 2008).
Het huidige college van B&W is voor wat betreft de integrale benadering van jeugdbeleid doorgegaan op de ingezette koers. De Nota Integraal Jeugdbeleid is voor de huidige wethouder Jeugd de basis geweest om het integraal en preventief jeugdbeleid nader vorm te geven. De uitgangspunten van de nota zijn vanaf dat moment nader uitgewerkt om meer richting te geven aan de uitvoering van het integraal jeugdbeleid. De doelen op het gebied van jeugdbeleid zijn in de periode 2002-2008 verbreed, nader ingevuld en ambitieuzer geworden.
1.4 Leeswijzer
Hoofdstuk 2 bestaat uit de weergave van de onderdelen die inherent zijn aan de beleidscyclus: van wettelijke kaders en visievorming tot evaluatie. In hoofdstuk 3 gaan we in op de regierol van de gemeente Heusden in het lokale jeugdbeleid. In hoofdstuk 4 bestaat tot slot uit de conclusies over de effectiviteit en doelmatigheid van het jeugdbeleid en aanbevelingen van de
rekenkamercommissie aan de gemeente Heusden.
5
2. Beleidscyclus
2.1 Inleiding
Referentiekader is de beleidscyclus van het jeugdbeleid. Hierbij is in het onderzoek de volgende evaluatiesystematiek toegepast:
DOEL MIDDELEN
Input
UITVOERING Throughput
RESULTAAT Output
EFFECT
Outcome
Effectiviteit van het beleid
Efficientie van het beleid VISIE-
VORMING ANALYSE
EVALUATIE DOEL MIDDELEN
Input
UITVOERING Throughput
RESULTAAT Output
EFFECT
Outcome
Effectiviteit van het beleid
Efficientie van het beleid VISIE-
VORMING ANALYSE
EVALUATIE
Afbeelding 1 Evaluatiesystematiek
Vooraan in bovenstaande figuur staat de analyse: voorafgaande aan (nieuw) beleid wordt op basis van onderzoek de uitgangssituatie gedefinieerd, inclusief het in kaart brengen van sterktes en zwaktes binnen het bestaande beleid (inclusief oorzaken van zwaktes). De volgende stap in de figuur is de visievorming: de interpretatie van de situatie, de vertaling daarvan naar een visie op de gewenste eindsituatie en de mogelijke wijze waarop deze eindsituatie behaald kan worden.
Vervolgens worden beleidsdoelstellingen gedefinieerd voor een bepaalde periode. Na het vaststellen van de doelen, worden middelen toegekend (input) en worden uitvoeringsplannen uitgevoerd (throughput). De resultaten van de uitvoeringsplannen noemen we de output. Tot slot wordt nagegaan welke effecten deze resultaten als gevolg hebben (outcome).
De evaluatie maakt de cirkel rond. Afhankelijk van de informatie over de efficiëntie en effectiviteit van het beleid kunnen beleidsdoelstellingen, middelen en uitvoeringsplannen bijgesteld worden. Het begrip efficiëntie van beleid heeft betrekking op de relatie tussen middelen en effect: is met zo min mogelijk middelen een zo groot mogelijk effect bereikt? Effectiviteit betreft de relatie tussen het doel en het effect: in hoeverre is inderdaad het doel bereikt dat voorzien was?
Zoals elk model is ook bovenstaande systematiek een versimpeling van de werkelijkheid. De omgeving waarin een organisatie opereert is continu in beweging. Een goede lerende organisatie is zich daarvan bewust en kijkt daarom continu terug en stelt zo nodig haar doelen, middelen of uitvoeringsplannen bij om optimale effectiviteit en efficiëntie te behalen.
6 Evenals andere gemeenten bevindt ook de gemeente Heusden zich in een snel veranderende omgeving. Daarmee wordt rekening gehouden in de evaluatiesystematiek. We noemen dit dynamisch evalueren: rekening houden met de aanpassingen van doelen, middelen en de uitvoering nadat uit analyse is gebleken dat bijstelling nodig is.
In onderstaande paragrafen gaan we in op de elementen van de beleidscyclus. Per element komt steeds de norm terug uit het normenkader en de indicatoren waarop de evaluatie is gebaseerd.
2.2 Wettelijke kaders
Norm Indicatoren
De wettelijke kaders (mn Wcpv, WMO, Wet op de Jeugdzorg, Leerplichtwet) zijn zichtbaar vertaald in een Heusdens jeugdbeleid
Per wet:
Ja Deels Nee
De gemeente Heusden heeft bij het bepalen en uitvoeren van haar beleid rekening te houden met de landelijke wettelijke randvoorwaarden. Deze zijn dus ook voor de beleidscyclus een gegeven:
wat zijn de verantwoordelijkheden en taken van gemeenten op het terrein van jeugdbeleid? De belangrijkste wetten waarin de verantwoordelijkheden en taken van de gemeente op het terrein van het jeugdbeleid zijn vastgelegd zijn:
Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO)
Wet op de Jeugdzorg
Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid (Wcpv)
Leerplichtwet en RMC-wet (Wet houdende regels inzake de regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten)
Het landelijke Bestuurlijk Overleg (VWS, VNG, IPO, MO-Groep) heeft aan de hand van de WMO, Wcpv en Wet op de Jeugdzorg de volgende vijf gemeentelijke functies beschreven.
1. Informatie en advies 2. Signalering
3. Toeleiding naar het hulpaanbod 4. Licht pedagogische hulp
5. Coördinatie van zorg op lokaal niveau
7 De gemeente Heusden neemt in de nota Integraal Jeugdbeleid de wettelijke kaders, de landelijke beleidsakkoorden en de vijf gemeentelijke functies als uitgangspunt van haar visie en beleid.
Daarmee laat de gemeente zien zich bewust te zijn van haar wettelijke taken in het kader van de Wet op de Jeugdzorg en de WMO. De vijf gemeentelijke functies worden beschreven in zowel de Nota Integraal jeugdbeleid als in het Beleidsplan Maatschappelijke Ondersteuning 2008 t/m 2011. In hoofdstuk 3 is per functie beschreven op welke manier deze is ingevuld in de gemeente Heusden.
Ook aan haar andere wettelijke taken en verantwoordelijkheden heeft de gemeente Heusden een vertaling gegeven in gemeentelijke beleidsdocumenten en initiatieven. Opvallend is dat deze wettelijke taken op het terrein van jeugd niet zijn meegenomen nota Integraal Jeugdbeleid.
In de eerste plaats wordt de Wcpv niet genoemd in de nota. Verwezen wordt naar de afzonderlijke Nota Lokaal Gezondheidsbeleid, waarin terug te lezen is op welke manier het basistakenpakket jeugdgezondheidszorg binnen de gemeente Heusden is georganiseerd.
In de tweede plaats is het onderwijsbeleid, inclusief uitvoering van de leerplicht en de aanpak van voortijdig schoolverlaten, niet in de nota Integraal Jeugdbeleid meegenomen. In de gemeente Heusden is het toezicht op de naleving van de leerplichtwet neergelegd bij twee
leerplichtambtenaren. Zij fungeren tevens als leerplichtconsulenten en nemen in deze hoedanigheid ook deel aan zorgteams in het onderwijs en in de kernnetwerken. De gemeente Heusden beschikt tevens over een geautomatiseerd leerplichtregistratiesysteem.
De RMC-functie voor de gemeente Heusden is voor wat betreft de registratie van voortijdig schoolverlaten belegd bij de in de landelijke wetgeving vastgelegde centrumgemeente ’s- Hertogenbosch. De gemeente Heusden is zelf verantwoordelijk voor de aanpak van voortijdig schoolverlaters (VSV-ers). Anno mei 2008 heeft de gemeente nog geen eigen VSV-beleid. De gemeente is recentelijk gestart met het verzamelen van informatie over de omvang en aard van voortijdig schoolverlaten in de gemeente Heusden.
Voor een weergave van de invulling van de wettelijke taken en de vijf gemeentelijke functies op het gebied van jeugdbeleid verwijzen wij naar bijlage III.
8 2.3 Analyse
DOE L MIDDELEN
I nput UITVOERING
Throughput RESULTAAT
Output EFFECT
Outc ome
Effec tiviteit v an het beleid Effic ientie van het beleid VISIE-
V ORMING ANA LY SE
Evaluatie
DOE L MIDDELEN
I nput UITVOERING
Throughput RESULTAAT
Output EFFECT
Outc ome
Effec tiviteit v an het beleid Effic ientie van het beleid VISIE-
V ORMING ANA LY SE
Evaluatie
Norm Indicatoren
Het jeugdbeleid is gebaseerd op feiten en analyses onder de jeugd en de wensen van de doelgroep
- Beschikbaarheid van informatie over de volle breedte van onderdelen van jeugdbeleid
- Gegevens verzameld over de situatie van de jeugd en analyse van de situatie onder de jeugd
- Evaluatie van jeugdbeleid afgelopen periode
Beschikbaarheid van informatie en analyses
Het jeugdbeleid van de gemeente Heusden is gedeeltelijk gefundeerd op informatie en analyse. Het beleid is voor wat betreft feitelijke onderzoeksinformatie gebaseerd op een GGD onderzoek uit 2003 onder jongeren tussen 12-19 jaar oud. Dit onderzoeksrapport bestaat uit cijfermatige analyses uit de regio van de GGD Hart voor Brabant (regio rond ’s-Hertogenbosch) waar ook de gemeente
Heusden deel van uitmaakt. In dit rapport, dat elke vier jaar verschijnt, staan gegevens over de hulpvraag van jongeren, criminaliteit, middelengebruik, onveilig vrijen, voeding & beweging, lichamelijke gezondheid, psychosociale gezondheid, sociale omgeving en vrijetijdsbesteding.
Gegevens zijn beschikbaar op het niveau van de gemeente en op het niveau van de grotere gemeentelijke kernen. Afgezien van deze GGD monitor is er voorafgaande aan de totstandkoming van de Nota Integraal Jeugdbeleid geen gestructureerde feitenverzameling en daarop gebaseerde analyse vooraf gegaan.
In het gesprek met de wethouder gaf deze aan dat op dit moment geen sprake is van
systematische, gestructureerde feitenverzameling en effectmeting over de volle breedte van het jeugdbeleid. Ook heeft hij geconstateerd dat het huidige beleid, zoals geformuleerd in de nota Integraal Jeugdbeleid, nog niet de samenhang heeft die gewenst is. Het is de bedoeling, aldus de gemeente, dat op dit vlak een forse stap verder wordt gezet in de formulering van de nieuwe beleidsvisie en –voornemens eind 2009.
Het genereren van meer feitelijke informatie is volgens de gemeente een verbeterpunt, zodat ook gerichter gestuurd kan worden: adequate stuurinformatie is nodig om de meest optimale inzet van middelen te kunnen bepalen. Gebrek aan harde feiten – waarvan de gemeente zich derhalve bewust is – probeert zij grotendeels te ondervangen door ontvankelijk te zijn voor alle signalen uit het veld om daar direct op te kunnen inspelen. De gemeente heeft geïnvesteerd in korte lijnen met de partners in het jeugdbeleid. Hierover meer in hoofdstuk 3.
Er is dus, aldus de gemeente, op dit moment sprake van een tweesporenaanpak: voor de middellange en lange termijn wordt gewerkt aan het steeds meer beschikken over adequate
9 stuurinformatie over de volle breedte van het jeugdbeleid (als essentiële eerste stap in de
beleidscyclus) en intussen wordt voor de korte termijn gezorgd voor korte lijnen met
netwerkpartners, opdat urgente zaken direct kunnen worden opgepakt. Voor wat betreft het eerste spoor wordt toegewerkt naar een meer op feiten en analyses gebaseerde nieuwe nota Integraal Jeugdbeleid eind 2009. Op basis van de bestudeerde documenten en de gehouden interviews is echter onduidelijk in hoeverre de gemeente systematisch via bijvoorbeeld onderzoek systematisch alle daarvoor benodigde informatie verzamelt, om er zeker van te zijn dat in 2009 de juiste keuzes (doelstellingen, activiteiten, middelen etc) worden gemaakt.
Analyse situatie van de jeugd
Uit de hierboven genoemde jeugdmonitor bleek dat het met 85% van de jongeren in Heusden goed gaat. “Daadwerkelijk ingrijpen van de zijde van de overheid is voor het overgrote deel van de doelgroep niet nodig” (Beleidsplan Wmo, 2007). Een belangrijk aandachtspunt uit dit onderzoek bleek het genotmiddelengebruik onder jongere kinderen in de gemeente Heusden. Dit is hoger dan gemiddeld in de regio. Dit is vertaald in het eerste kernthema van het beleid.
Evaluaties eerder beleid
Tot 2005 maakte het jeugdbeleid impliciet deel uit van het brede welzijnsbeleid. In maart 2003 startte de gemeente Heusden met de eerste visievorming op integraal jeugdbeleid, die zou moeten uitmonden in een aparte beleidsnota. Op een conferentie is de subjectieve beleving van een aantal betrokken partijen van het integraal jeugdbeleid geïnventariseerd. Deze partijen worden genoemd in bijlage V. Conclusies van de bijeenkomst waren dat in het nieuwe jeugdbeleid de volgende
onderwerpen terug moesten komen:
netwerkvorming
voorlichting
jeugdparticipatie
accommodaties en
voorzieningen en een budget voor jeugdactiviteiten.
Het brede welzijnsbeleid is eveneens met partners uit het welzijnsveld geëvalueerd. Welke partijen dit zijn is niet benoemd. In februari 2004 heeft een conferentie plaatsgevonden met de instellingen uit het brede welzijnsveld om het voorgaande beleid te evalueren (Welzijnsplan 1998-2001, p. 10).
Welke instellingen dit zijn wordt niet gespecificeerd. De algemene conclusie was dat het nieuw te ontwikkelen welzijnsbeleid moest voldoen aan haalbare ambities die logisch vertaald kunnen worden naar doelstellingen en daarbij horende activiteiten. Ook staat in het Welzijnsplan te lezen dat ordening aangebracht moet worden in het versnipperde veld van de jeugd.
10 2.4 Visievorming
DOE L MIDDELEN I nput
UITVOERING Throughput
RES ULTAAT Output
EFFE CT Out come
Effec tiviteit van het beleid Effic ientie van het beleid VISIE-
V ORM ING ANA LY SE
Evaluatie DOE L MIDDELEN
I nput UITVOERING
Throughput RES ULTAAT
Output EFFE CT
Out come
Effec tiviteit van het beleid Effic ientie van het beleid VISIE-
V ORM ING ANA LY SE
Evaluatie
Norm Indicatoren
Visie op jeugdbeleid - Visie over de volle breedte van thema’s - Visie gericht op de toekomst
- Duidelijk beeld van de taakopvatting van de gemeente - Aansluiting van de visie op wettelijke taken
De visie die ten grondslag ligt aan de beleidsnota Integraal Jeugdbeleid komt voort uit landelijke ontwikkelingen. Vertrekpunt zijn dan ook de eerder genoemde vijf gemeentelijke functies in het lokaal preventief jeugdbeleid om de samenhang tussen voorzieningen en activiteiten te vergroten.
Voor wat betreft de inhoudelijke thema’s van het brede jeugdbeleid heeft de gemeente Heusden haar visie in de inleiding verwoord. Daarin geeft zij aan dat onderwijs, werk, gezondheidszorg en sport deel moeten uitmaken van het integraal jeugdbeleid. Niet alle thema’s komen terug in de hoofdthema’s van het beleid of elders in het plan van aanpak. Zie onderstaand overzicht.
Thema Nota integraal Jeugdbeleid (Nota IJB) Heusden
Gezondheid Binnen thema Jeugd en gezondheid is het onderwerp
preventie genotmiddelengebruik opgenomen.
Verwijzing naar: Nota Lokaal Gezondheidsbeleid.
Jeugdgezondheidszorg is onderdeel van het lokaal gezondheidsbeleid.
Jeugdcriminaliteit Binnen het thema Jeugd en veiligheid:
Overlast jongeren Harde kernjongeren
Onderwijs Jeugd en onderwijs is thema in de nota IJB.
Jeugdwerkloosheid Geen plek in IJB, geen verwijzing naar ander document
Leefsituatie Idem Kinderen in achterstandswijken Idem
Kinderen in armoede Idem
Kindermishandeling Idem
Openbare speelruimte Idem
Tienermoeders Idem
11 De visie op het beleid ten aanzien van jeugd is in de gemeente Heusden derhalve – ook na
vaststelling van de nota Integraal Jeugdbeleid - niet integraal. In de nota valt te lezen dat het niet de bedoeling is om in deze nota al deze thema’s uit te werken, maar dat wel duidelijk is dat er
dwarsverbanden liggen.
De gemeente ziet de nota Integraal Jeugdbeleid als een goede eerste aanzet omdat deze
handvatten bevat om het jeugdbeleid integraler te benaderen dan daarvoor het geval was geweest.
Ondanks dat de visie achter dit beleid nog onvoldoende concreet was, is het wel aanleiding
geweest voor het opstarten van diverse acties (zie onder andere hoofdstuk 3) en is deze volgens de gemeente te beschouwen als opstap naar verder sluitend maken van de aanpak.
In het gesprek met de wethouder gaf hij zijn visie op het jeugdbeleid, met ‘van wieg tot werk’ als adagium. De levensloop benadering, zoals ook de voormalige regeringscommissaris Operatie JONG, Steven van Eijck, heeft gehanteerd, is voor de wethouder leidend voor de stappen die hij sinds zijn aantreden heeft gezet ter verdere invulling van het jeugdbeleid.
Taakopvatting
In de nota Integraal Jeugdbeleid wordt de regierol van de gemeente in het lokale jeugdbeleid beschreven. Er wordt hierbij verwezen naar de wettelijke kaders van de Wet op de Jeugdzorg en de WMO. Ook wordt aangesloten bij landelijk beleid, zoals de BANS-akkoorden en de uitkomsten van Operatie JONG. De huidige wethouder sluit zich hier bij aan. De gemeente Heusden hanteert de volgende invulling van regie:
“De regiefunctie houdt in dat de gemeente wisselende coalities vormt, het overleg initieert, partijen verantwoordelijk maakt voor de uitkomsten en taken afbakent” (Nota Integraal Jeugdbeleid (2005), p. 6).
12 2.5 Doelstellingen
DOE L M IDDELEN Input
UITVOERING Throughput
RESULTAAT Output
EFFE CT Out com e
Effectiviteit van het beleid Effic ientie v an het beleid VISIE-
V ORMING ANA LY SE
Evaluatie DOE L M IDDELEN
Input UITVOERING
Throughput RESULTAAT
Output EFFE CT
Out com e
Effectiviteit van het beleid Effic ientie v an het beleid VISIE-
V ORMING ANA LY SE
Evaluatie
Norm Indicatoren
Doelstellingen op het gebied van jeugdbeleid
Duidelijkheid doelstellingen
De doelen zijn onderbouwd
Er zijn algemene (effect) doelstellingen geformuleerd die kaderstellend zijn voor de onderzoeksperiode
Er zijn operationele doelstellingen voor (de deelgebieden van) het jeugdbeleid geformuleerd
Doelstellingen zijn SMART1 geformuleerd
Doelen gebaseerd op hiervoor wet en regelgeving, onderzochte feiten, analyse en visie
In de nota Integraal Jeugdbeleid worden geen eenduidige doelstellingen geformuleerd. Het beleid bestaat uit een zestal hoofdthema’s, dat uitgesplitst wordt naar activiteiten. Uit de toelichting bij de zes thema’s kan in een enkel geval het doel herkend worden. De thema’s en de eventueel
herkenbare doelstelling worden hieronder opgesomd:
1. Jeugd en gezondheid:
‘Intensivering van de preventie met betrekking tot het gebruik van genotsmiddelen bij jonge kinderen’.
2. Jeugdbeleid en onderwijsbeleid:
‘Integrale benadering jeugdbeleid en onderwijsbeleid. In de dagelijkse praktijk moeten
onderwijsinstellingen en instellingen die zich met jeugd bezig houden hun werkzaamheden op het gebied van opvoed- en opgroeiondersteuning op elkaar afstemmen’.
3. Sluitende aanpak 0-6 jarigen:
Verwijzing naar lokaal achterstandenbeleid en peuterspeelzaalbeleid. Er worden geen doelstellingen genoemd.
4. Afstemming gemeentelijk jeugdbeleid en provinciaal jeugdbeleid (met oog op Wet op de Jeugdzorg en veranderende taak BJZ) .
Er worden geen doelstellingen genoemd.
1 SMART: Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden.
13 5. Samenhangend (preventief) lokaal jeugdbeleid (oppakken regierol door de gemeente):
‘De gemeente Heusden dient een sluitend netwerk voor jongeren van 0-23 jaar te realiseren om zodoende de regierol in de afstemming tussen verschillende instanties vorm te geven’.
6. Jeugd & Veiligheid:
Er worden geen doelstellingen genoemd.
De doelstellingen zijn hetzij afwezig, hetzij niet SMART aangegeven. Ook kan niet beoordeeld worden of de doelen voldoen aan de eis van voldoende onderbouwing.
De gemeente Heusden onderkent deze tekortkoming van de nota Integraal Jeugdbeleid. Het is een aandachtspunt voor het nieuwe jeugdbeleid dat eind 2009 gereed moet zijn, aldus de betrokken beleidsmedewerker die we hebben gesproken.
2.6 Middelen
DOE L MIDDELEN
I nput
UITVOERING Throughput
RES ULTAAT Output
EFFECT Out come
Effec tiviteit v an het beleid Effic ientie van het beleid V ISIE-
V ORM ING ANA LY SE
Evaluatie
DOE L MIDDELEN
I nput
UITVOERING Throughput
RES ULTAAT Output
EFFECT Out come
Effec tiviteit v an het beleid Effic ientie van het beleid V ISIE-
V ORM ING ANA LY SE
Evaluatie
Er wordt in de Nota Integraal Jeugdbeleid (IJB) een beknopt overzicht gegeven van bestaande subsidies voor een aantal in het plan van aanpak genoemde activiteiten. De Nota Integraal
Jeugdbeleid zegt dat er ‘behoudens de consequenties van de invoering van Wet kinderopvang geen afwijkingen van de huidige budgetten voor het jeugdbeleid te melden zijn’. De onderbouwing van de gemeente is dat “het verstandig is om, wegens bezuinigingen, de vormgeving en uitvoering van de Nota IJB plaats te laten vinden binnen de reguliere budgetten zoals die ten tijde van de vaststelling van de gemeentebegroting 2006 zijn opgenomen”.
Daarnaast valt in de Nota IJB te lezen dat “een aantal ontwikkelingen zoals beschreven in deze nota het noodzakelijk maken om extra financiële middelen op de gemeentebegroting voor het jaar 2006 en verder op te nemen”. In onderstaande tabel staat een overzicht van deze subsidies.
14
Budgetten Omvang begroot bedrag
Huidige budgetten Reguliere subsidies jongerenorganisaties
Subsidiering jeugdleden sportclubs
€ 33.800
€ 95.000 Subsidie Sphinx jeugd en jongerenwerk
Exploitatie buurt- en jongerencentra
€ 122.000
€ 288.000 Gemeentelijke subsidie
peuterspeelzaalwerk Rijksmiddelen
€ 310.098
€ 121.826 Subsidie kinderopvang € 72.695 Subsidie jeugdparticipatie € 8.100 Subsidie jeugdpreventieproject € 45.940 Nieuwe budgetten (vanaf 2006)
Subsidie schoolmaatschappelijk werk € 9.500,- basisonderwijs
€ 16.000,- voortgezet onderwijs Coördinatie kernnetwerken € 45.000,-
Totaal: € 1.113.962
Een verdere onderbouwing van omvang en keuzebepaling de ter beschikking gestelde subsidies is niet aanwezig. Ook staan de subsidies niet helder in relatie tot de onderscheiden activiteiten in de Nota IJB. Tevens is niet in alle gevallen aangegeven of deze bedragen per jaar begroot zijn of voor de gehele periode (2006-2009) ineens.
In onderstaande tabel zijn – voor zover bekend – de beschikbare middelen weergegeven per activiteit uit het plan van aanpak (zie voor een beschrijving van het plan van aanpak paragraaf 2.7).
Activiteit Nota
integraal jeugdbeleid
2006 2007 2008
Preventieproject genotmiddelengebruik niet bekend
niet bekend
niet bekend
€ 5.000
Implementatie nieuw peuterspeelzaalbeleid nvt nvt nvt nvt Onderzoek afstemming lokaal jeugdbeleid en de
jeugdzorg door K2
niet bekend Provincie Brabant
niet bekend
niet bekend
niet bekend
Schoolmaatschappelijk werk (SMW) voortgezet onderwijs voor 8 uren
Schoolmaatschappelijk werk (SMW) basisonderwijs
€ 5.000 € 5.000 niet bekend
€ 9.500,-
€ 16.000 (RMC- gelden)
€ 9.500,-
Jeugdpreventieproject/medewerker Risicojeugd € 45.940 € 45.940 € 45.940 € 45.940
15
Activiteit Nota
integraal jeugdbeleid
2006 2007 2008
Convenant integraal jeugdbeleid niet bekend
niet bekend
niet bekend
niet bekend Coördinator netwerken jeugd gemeente
Heusden
€ 11.503 €45.000 45.000 € 45.000
Voorlichting (ontwikkeling (digitale) sociale kaart).
niet bekend
niet bekend
niet bekend
niet bekend
Jeugdparticipatie € 8.100 € 8.100 8.100 8.100
(incl. Budget jeugdparticipatie Midden huiskamerproject Stelpost Jeugd
€ 8.100 € 8.100 € 8.100
€ 7.400
€ 25.000 75.000 Convenant aanpak groepen jeugd in de
openbare ruimte
niet bekend
niet bekend
niet bekend
niet bekend Aanvraag BOS-impuls
toekenning
€ 133.856 verdeeld over 4 jaar (2007- 2010)
- € 24.133 €24.133
2.7 Uitvoering
DOEL MIDDELEN I nput
UITVOERING Throughput
RESULTAAT Output
EFFECT Outc ome
Effectiviteit van het beleid Efficientie van het beleid VISIE-
VORMING ANALYSE
Evaluatie DOEL MIDDELEN
I nput UITVOERING
Throughput RESULTAAT
Output EFFECT
Outc ome
Effectiviteit van het beleid Efficientie van het beleid VISIE-
VORMING ANALYSE
Evaluatie
Norm Indicatoren
Alternatieven van maatregelen zijn naast elkaar overwogen om te komen tot uitvoeringsplannen
־ Aanwezigheid onderbouwing keuzes van maatregelen
־ Aanwezigheid scenario’s Uitvoeringsplannen sluiten aan op
het beleid
Uitvoeringsplannen zijn gebaseerd op beleid en doelstellingen
Toereikendheid van het aantal voor de ontwikkeling en coördinatie van het jeugdbeleid beschikbare fte
Formatie is toereikend, dus niet te kwetsbaar of anderszins te summier ingevuld, blijkens signalen
Uitvoeringsplannen
De Nota Integraal Jeugdbeleid rondt af met een plan van aanpak. Hierin worden dertien activiteiten opgesomd, die voortkomen uit de in de Nota IJB beschreven kernthema’s. In dit plan van aanpak staat geen directe verwijzing naar de thema’s of eventuele doelstellingen. Een heldere
16 onderbouwing waarom juist deze activiteiten voortkomen uit de eerder beschreven thema’s
ontbreekt, alsmede de verwachte resultaten of effecten van de activiteiten. Uit de ontvangen stukken wordt niet duidelijk of er meerdere scenario’s naast elkaar zijn overwogen.
In het plan van aanpak staan per activiteit genoemd:
een korte inhoudelijke omschrijving van de activiteit;
de betrokken partners;
welke partij de coördinerende rol heeft;
uit welke middelen de activiteit voortkomt (niet in cijfers maar een verwijzing naar de titel van de budgetten);
de termijn. Het verschilt per activiteit of het gaat over de termijn waarop de activiteit moet starten of afgerond moet zijn.
De wijze waarop een activiteit uitgevoerd zal worden, is niet vermeld. De activiteiten zijn (per thema):
Thema Jeugd en Gezondheid
1. Preventieproject genotmiddelengebruik (uitbreiding geïntegreerd programma ter voorkoming van genotmiddelengebruik zoals dat in het kader van de nota Lokaal Gezondheidsbeleid is opgezet).
Thema Sluitende aanpak 0-6 jarigen2
2. Implementatie nieuw peuterspeelzaalbeleid (invoeren van het nieuwe peuterspeelzaalbeleid binnen de gemeente Heusden).
Thema Afstemming gemeentelijk jeugdbeleid en provinciaal beleid jeugdzorg
3. Onderzoek afstemming lokaal jeugdbeleid en de jeugdzorg door K2 (uitvoering van een viertal pilots binnen de regio Noordoost Brabant waarvan een in de gemeente Heusden).
4. Schoolmaatschappelijk voortgezet onderwijs (uitvoering schoolmaatschappelijk onderwijs op het d’Oultremontcollege voor 8 uren).
5. Jeugdpreventieproject/medewerker Risicojeugd (uitvoering Jeugdpreventieproject binnen de gemeente Heusden).
Thema Samenhangend (preventief) lokaal jeugdbeleid
6. Convenant integraal jeugdbeleid (afsluiten convenant partners Heusdense jeugdbeleid) 7. Coördinator netwerken jeugd gemeente Heusden (aanstellen coördinator netwerken jeugd
binnen de gemeente Heusden).
2 NB: Dit thema valt buiten de doelgroep van deze evaluatie (12-23 jaar)
17 8. Voorlichting (ontwikkeling (digitale) sociale kaart).
9. Jeugdparticipatie (uitwerken van het voorstel Heusdens Jongeren Initiatief).
10. Budget jeugdparticipatie (budget ten behoeve van activiteiten jongeren) Thema Jeugd en veiligheid
11. Convenant aanpak groepen jeugd in de openbare ruimte (afsluiten convenant partners aanpak groepen jeugd in de openbare ruimte).
12. Aanvraag BOS-impuls (BOS-impuls aanvraag indienen bij het ministerie van VWS).
Overig
13. Stand van zaken notitie Integraal Jeugdbeleid (jaarlijkse stand van zaken notitie Integraal Jeugdbeleid in de gemeenteraad).
Er worden geen specifieke activiteiten genoemd horende bij het thema jeugdbeleid en onderwijsbeleid. Raakvlakken zitten in de activiteiten 4 (schoolmaatschappelijk werk) en 6
(convenant integraal jeugdbeleid). Ook bij de overige thema’s en activiteiten is overlap zichtbaar. De beleidsnotitie gaat hierop niet expliciet in.
Formatie
Het beleid gaat niet in op de daarvoor benodigde formatie. Tijdens interviews is aangegeven dat met de 32 uur per week die de enige beleidsmedewerker integraal jeugdbeleid beschikbaar heeft, de werkdruk als erg hoog wordt ervaren.
Mede daardoor is de formatie kwetsbaar: de uitvoering van de gemeentelijke bijdrage aan het integraal jeugdbeleid komt in de praktijk feitelijk neer op één persoon. Zie ook de bespreking van de uitvoerende regie in hoofdstuk 3.
Door de gemeente is aangegeven dat de bepaling van de omvang en aard van de activiteiten op dit moment nog niet voldoende is gestoeld op ervaringsgegevens. Zowel de beleidsmedewerker zelf, als de teammanager en de wethouder, geven aan dat in ieder wel duidelijk is dat de formatie op het dossier jeugd een kwetsbare is en dit een belangrijk punt van zorg is. Voor het onderdeel
jeugdparticipatie is inmiddels extra formatie vrijgemaakt. Zie hiervoor paragraaf 2.11.
18 2.8 Resultaten
DOE L MIDDELEN I nput
UITVOERING Throughput
RES ULTAAT Output
EFFE CT Out com e
Effectiviteit van het beleid Effic ientie van het beleid VISIE-
V ORMING ANA LY SE
Evaluatie DOE L MIDDELEN
I nput UITVOERING
Throughput RES ULTAAT
Output EFFE CT
Out com e
Effectiviteit van het beleid Effic ientie van het beleid VISIE-
V ORMING ANA LY SE
Evaluatie
Norm Indicatoren
De mate waarin de
uitvoeringsplannen de beoogde presentaties (output) geven
Ja Deels
Nee Onbekend
Eén van de activiteiten in het plan van aanpak is het jaarlijks rapporteren aan de gemeenteraad over de stand van zaken het integraal jeugdbeleid. Deze rapportages geven inzicht in de vordering van uitvoering van de activiteiten. Informatie over de mate waarin de activiteiten leiden tot het behalen van een specifiek doel is afwezig.
In onderstaande tabel staat een overzicht van bovenstaande activiteiten en waar mogelijk de resultaten van deze activiteiten.
Activiteit Termijn Voortgangsrappor tage over 2006
Aanvullingen gemeente over 2007
Conclusie
Preventieproject genotmiddelengebr uik
Invoering medio 2006
Afgerond: niet bekend
Inventarisatiefase afgerond.
Vooralsnog geen preventieproject gerealiseerd.
Vrijblijvend aanbod project “Gezonde school en genotmiddelen gebruik”.
In 2007 is gestart met project Gezondheid telt! Ook op school.
richting basisonderwijs met gezondheid als centraal thema.
Middelengebruik is daar een onderdeel van.
Deels.
Er bestaat nog geen geïntegreerd programma ter voorkoming van genotmiddelengebruik.
Implementatie nieuw
peuterspeelzaalbel eid
Valt buiten scope van het onderzoek
Nvt Nvt
19 Activiteit Termijn Voortgangsrappor
tage over 2006
Aanvullingen gemeente over 2007
Conclusie
Onderzoek afstemming lokaal jeugdbeleid en de jeugdzorg door K2
April 2004- januari 2007
Onderzoek is afgerond en instrument voor vroegsignaleren is ontwikkeld (schematisch overzicht waarin per zorgverlener wordt
geregistreerd welke zorgvragen zich voordoen).
Het instrument wordt ingezet om cijfers te krijgen uit de kernnetwerken jeugdhulpverlening.
Ja
Schoolmaatschapp elijk (SMW) voortgezet onderwijs voor 8 uren
Structureel tot en met 2009
SMW is voortgezet voor 5,5 uur gedurende 40 weken. Er was geen geld binnen nota IJB
vrijgemaakt.
In 2007 is wel 5,5 uur gerealiseerd. Vanaf november 2007 is 8 uur beschikbaar.
Deels
Jeugdpreventieproj ect/medewerker Risicojeugd
Structureel tot en met 2009
Jeugdpreventie- medewerker ingesteld voor 23 uur per week
In 2007 is een nieuwe JPP-er aangesteld.
Ja
Convenant integraal jeugdbeleid
Tot en met 2009 25 oktober 2006 is het convenant
“kernnetwerken jeugdhulpverlenin g” getekend door 17 partners
Een medewerker van BJZ neemt op proef deel in de kernnet- werken. Hiermee is de afstand tussen preventieve keten en jeugdzorg verbeterd.
Ja
20 Activiteit Termijn Voortgangsrappor
tage over 2006
Aanvullingen gemeente over 2007
Conclusie
Coördinator netwerken jeugd gemeente Heusden
Aanstellen januari 2006 en structureel tot en met 2009
Coördinator voor 4 uur per kernnetwerk (12 uur)
In 2007 is er per kernnetwerk 5 uur beschikbaar, in het totaal dus 15 uren per week
Ja
Voorlichting (ontwikkeling (digitale) sociale kaart).
Uitvoering 2006 Sociale kaart is te vinden op een provinciale website en wordt beheerd door K2.
In de loop van 2007 is de informatie
geactualiseerd.
Ja
Jeugdparticipatie Implementatie 2006
Projectgroep Heusdens Jongeren Initiatief (HJI) is opgericht;
een concreet voorstel is ingediend.
1 mei 2007 is jeugdhonk ‘De kern van Drunen; geopend.
Jeugdhonk verlicht druk op de openbare ruimte door overlast jongeren. Extra capaciteit vrijgemaakt voor
jongerenparticipatie.
Ja
Budget
jeugdparticipatie
Structureel tot en met 2009
Financiële bijdrage aan jongerenkrant
“Witte nie”
Financiële bijdragen aan:
- jeugdhonk ‘de kern van Drunen’;
- Jongerenkrant “Witte nie”,
- website Heusden4u
Onbekend
Convenant aanpak groepen jeugd in de openbare ruimte
Structureel tot en met 2009
Samenwerkingsrel aties zijn gelegd, geen convenant
Convenant wordt niet meer noodzakelijk en urgent geacht omdat partners ook participeren in convenant kernnetwerk.
De overlast is in het Zuiderpark en het Greunsven is gereduceerd.
De aansluiting tussen SGO en kernnetwerk moet verder worden verbeterd zodat een meer individuele aanpak gerealiseerd kan worden.
Nee
21 Activiteit Termijn Voortgangsrappor
tage over 2006
Aanvullingen gemeente over 2007
Conclusie
Aanvraag BOS- impuls
Vraag indienen voor april 2006
Aanvraag is ingediend.
Toegekend voor doelgroep 12-23
Conform het
projectvoorstel is per 1 mei 2008 een
buurtsportmedewerker aangesteld voor 10 uur per week.
Ja
Stand van zaken notitie Integraal Jeugdbeleid (jaarlijkse stand van zaken notitie IJB).
Met ingang 2006 tot en met 2009
Rapportage over 2006 gereed.
Voortgangsrapportage over 2007 in concept.
Deels
In 2007 zijn nieuwe activiteiten ontplooid die niet in het plan van aanpak waren aangekondigd .
“Gezondheid telt! Ook op school”: project voor basisonderwijs, gefinancierd uit bestaande budgetten. De uitvoering van het project preventie genotmiddelengebruik werd belemmerd doordat dit eind 2006 volledig door de GGD werd overgedragen aan een andere organisatie, Novadic-Kentron. Dit hield in dat het maatwerkdeel van de subsidie aan de GGD niet meer voor dit project benut kon worden.
Scholing van coördinator kernnetwerken jeugdhulpverlening, twee jongerenwerkers, de JPP-er en een medewerker Halt: “Ouders van de tegendraadse jeugd” (gefinancierd binnen bestaande budgetten).De reden van deze bijscholing wordt niet vermeld.
Website voor en door jongeren: www.heusden4u.nl (extra financiële middelen in voorjaarsnota 2007). Op de site staat nieuws uit de gemeente dat betrekking heeft op jeugd en jongeren, gezien door de ogen van de jeugdige verslaggevers om jeugdigen meer bij het gemeentelijk beleid te betrekken.
22 2.9 Effecten
DOE L MIDDELEN
I nput
UITVOERING Throughput
RES ULTAAT Output
EFFECT Out come
Effec tiviteit van het beleid Effic ientie van het beleid VISIE-
V ORMING ANA LY SE
Evaluatie
DOE L MIDDELEN
I nput
UITVOERING Throughput
RES ULTAAT Output
EFFECT Out come
Effec tiviteit van het beleid Effic ientie van het beleid VISIE-
V ORMING ANA LY SE
Evaluatie
Norm Indicatoren
De mate waarin de outcome of het effect gerealiseerd wordt zoals binnen de algemene doelstellingen is geformuleerd
Alles Veel Weinig
Geen Onbekend
De mate waarin de uitvoeringsplannen hebben bijgedragen aan de doelstellingen binnen het jeugdbeleid
Alles Veel Weinig
Geen Onbekend
Omdat concrete doelstellingen in de beleidsnotitie ontbreken, kan geen uitspraak gedaan worden over het effect van de uitvoeringsplannen op het behalen van de doelstellingen of over het behalen van doelstellingen in het algemeen. Dit is inherent aan het feit dat ook SMART doelstellingen geheel ontbreken. Voor beide normen – zoals in de tabel hierboven staat weergegeven – moeten wij derhalve antwoorden met ‘onbekend’. De gemeente Heusden zoekt op dit moment naar manieren om resultaten wel te kunnen meten en analyseren.
Kinderen in Tel (bron: Verwey-Jonker Instituut)
Het is, niettegenstaande het grotendeels ontbreken van stuurinformatie en analyses, in het kader van deze evaluatie belangrijk om een beeld te krijgen van de ‘staat van de jeugd’ in de gemeente Heusden. Wij gebruiken hiervoor de meest recente gegevens van het Verwey-Jonker Instituut. Deze organisatie publiceert elk jaar het rapport ‘Kinderen in Tel’ waarin alle Nederlandse gemeenten worden gescoord op een aantal outputindicatoren. In onderstaande tabel ziet u het landelijk gemiddelde en daarnaast de score van de gemeente Heusden , voor de jaren 2004 en 2006. Voor het jaar 2006 zijn ook de provinciale cijfers bekend.
23 Onderdeel
jeugdbeleid
Indicatoren3 2004 4 Land.
gemidd.
2004 Heusden
20065 Land.
Gemidd.
2006 Provincie Noord- Brabant
2006 Heusden
Gezondheid Kindersterfte: aantal 1 t/m 14 jarigen dat sterft (per 100.000)6
17,4 24,56 16,16 16,01 12,71
Promillage
zuigelingensterfte7
3,90 2,12 3,99 3,73 4,64
Jeugdcriminaliteit Percentage 12 t/m 21 jarigen dat een delict heeft gepleegd en voor de rechter is gekomen
3,25 2,30 3,39 3,14 3,01
Jeugdwerkloosheid Percentage werkzoekende – werkloze jongeren (16 t/m 24)
2,64 1,82 2,77 2,32 1,82
Leefsituatie Percentage 0 t/m 17 jarigen dat in instituties woont
0,31 0,03 - - -
Jeugdzorg Percentage kinderen met indicatie jeugdzorg
- - 1,57 2,00 1,73
Kinderen in achterstands- wijken
Percentage 0 t/m 17 jarigen dat in een achterstandswijk woont
15,94 0,00 16,37 8,69 0,00
Kinderen in armoede Percentage 0 t/m 17 jarigen dat in een uitkeringsgezin leeft
6,71 3,55 6,67 5,02 3,63
3 Uit: ‘Kinderen in tel’: Verwey-Jonker instituut
4 ‘Kinderen in Tel’ databoek 2006, Verwey-Jonker instituut
5 ‘Kinderen in Tel’ databoek 2008, Verwey-Jonker instituut
6 De kindersterfte in Nederland is zeer gering. Doordat dit cijfer wordt gegeven per 100.000 kinderen zal één sterfgeval in een kleine gemeente het getal enorm doen toenemen (in een gemeente met 1000 kinderen zal één sterfgeval in deze tabel met een factor 100 toenemen). Optredende veranderingen in kleine tot middelgrote gemeenten hebben weinig betekenis. Deze zijn meestal toe te schrijven aan incidenten of toevalligheden.
7 Bovenstaande geldt ook voor zuigelingensterfte.
24 Onderdeel
jeugdbeleid
Indicatoren8 2004 9 Land.
gemidd.
2004 Heusden
200610 Land.
Gemidd.
2006 Provincie Noord- Brabant
2006 Heusden
Kindermishandeling Percentage van meldingen van kindermishandeling van 0 t/m 19 jarigen11
0,26 0,14 0,58 0,63 0,77
Onderwijs Percentage van 4 t/m 17 jarigen leerplichtige scholieren dat verzuimt (relatief verzuim)
1,52 1,03 1,84 1,63 1,19
Percentage
achterstandsleerlingen
- - 20,68 19,35 19,50
Openbare speelruimte ha per 1012
Aantal 0 – 17 jarigen per ha. speelruimte
55 64 52 52 48
Tienermoeders Percentage
tienermoeders 15 t/m 19 jaar
1,04 0,46 0,74 0,55 0,37
Uit deze cijfers valt op dat de gemeente Heusden beter scoort dan het landelijk en provinciaal gemiddelde op de indicatoren jeugdwerkloosheid en kinderen in achterstandswijken en kinderen in uitkeringsgezinnen. Ook het percentage tienermoeders ligt in de gemeente Heusden lager dan het provinciaal en landelijke gemiddelde.
Tevens is relevant hoe de cijfers voor de gemeente Heusden zich verhouden tot die van
vergelijkbare gemeenten. Heusden is in een eerder Rekenkameronderzoek vergeleken met een aantal gemeenten, namelijk Heeze-Leende, Boxtel, Meppel, Nunspeet, Wijchen en Zuidhorn. Uit onderzoek (Rekenkamercommissie Heusden, 2007) blijkt dat omvang van de bevolking, het aantal huishoudens met een laag inkomen, het landelijk karakter en de bevolkingsdichtheid goed
8 Uit: ‘Kinderen in tel’: Verwey-Jonker instituut
9 ‘Kinderen in Tel’ databoek 2006, Verwey-Jonker instituut
10 ‘Kinderen in Tel’ databoek 2008, Verwey-Jonker instituut
11 Het betreffen hier meldingen van mishandelng bij het Algemeen Meldpunt Kindermishandeling (AMK). Een hoger percentage kan betekenen dat er sprake is van relatief meer kindermishandeling. Het kan echter ook zo zijn dat het meldnummer beter bekend is en mensen gemakkelijk contact opnemen met het AMK dan in andere gemeenten.
12 Het betreft hier ruimte die als zodanig voor specifiek voor kinderen is georganiseerd, zoals speeltuinen en sportterreinen.