• No results found

Wettelijke taken en invulling in Heusden

In onderstaande tabel staan in de linker kolom de belangrijkste wetten. In de middelste kolom staat de taak beschreven zoals deze in de wet is terug te lezen. In de rechter kolom staat hoe de gemeente Heusden aan haar taken en verantwoordelijkheden invulling heeft gegeven.

Op basis van Taak Gemeente Heusden

Wet op de Jeugdzorg

Artikel 34

De gemeente is verantwoordelijk voor het preventief lokaal jeugdbeleid.

“gemeenten zijn voornemens te voorzien in de behoefte aan jeugdzorg, niet zijnde jeugdzorg waarop ingevolge deze wet aanspraak bestaat”.

Regierol van de gemeente inzake de Wet op de Jeugdzorg wordt erkend en is vastgelegd in de Nota integraal jeugdbeleid 2006-2009 en in het Welzijnskader 2005-2007.

Voor de uitwerking van de regierol: zie Deel 2 Regie.

WMO De gemeente is verantwoordelijk voor maatschappelijke ondersteuning

De gemeente Heusden heeft haar verantwoordelijkheden in het kader van de WMO vastgelegd in het

Beleidskader WMO (2006) en in het Beleidsplan Maatschappelijke Ondersteuning 2008 t/m 2011 (2007).

Artikel1, g, 1 Het bevorderen van sociale samenhang in en leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten.

De gemeente Heusden heeft in het Beleidsplan Maatschappelijke Ondersteuning 2008 t/m 2011 (2007) haar rol in de leefbaarheid vastgelegd.

De gemeente heeft het wijkgericht werken ingevoerd. Speelplaatsen voor kinderen en overlast door jeugd zijn jeugdonderwerpen die expliciet deel uit van het wijkgericht werken.

Artikel 1, g, 2 Op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met opgroeien en van ouders met problemen met opvoeden

Zie gemeentelijke functies.

Artikel 1, g, 3 Het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning

Zie gemeentelijke functies.

Artikel 1,g,9 Het bevorderen van verslavingsbeleid De gemeente ’s-Hertogenbosch fungeert hiervoor als centrumgemeente en ontvangt hiervoor rijksmiddelen.

WCPV Gemeenteraad moet onderstaande

punten elke vier jaar in de nota

‘Gemeentelijke Gezondheidszorg’

vastleggen:

De gemeente komt deze verplichting na in de Nota lokaal gezondheidsbeleid (2004-2007).

Artikel 3, Lid 1

De gemeenteraad draagt zorg voor de uitvoering van het basistakenpakket jeugdgezondheidszorg (JGZ)

De uitvoering van het basistakenpakket JGZ 0-19 is in de gemeente Heusden belegd bij:

0-4 jaar: Thebe jeugdgezondheidszorg 4-19 jaar: GGD Hart van Brabant

11 Artikel 3,

Lid 2

De gemeenteraad draagt in elk geval zorg voor

a. het op systematische wijze volgen en signaleren van ontwikkelingen in de gezondheidstoestand van jeugdigen en gezondheidsbevorderende en-

bedreigende stoornissen

b. het ramen van behoeften aan zorg c. de vroegtijdige opsporing en preventie van specifieke stoornissen (..) en het aanbieden van vaccinaties voortkomend uit het

Rijksvaccinatieprogramma

d. het geven van voorlichting, advies, instructie en begeleiding

e. het formuleren van maatregelen ter beïnvloeding van

gezondheidsbedreigingen

Deze punten maken onderdeel uit van het basistakenpakket JGZ.

TOTAAL:

Het Bestuurlijk Overleg (VWS, VNG, IPO, MO-Groep) heeft aan de hand van de voorgaande wetten de volgende vijf gemeentelijke functies beschreven.

In het Beleidsplan Maatschappelijke Ondersteuning 2008 t/m 2011 (2007) wordt aangegeven dat de gemeente de vijf gemeentelijke functies als houvast hanteert voor het invullen van haar jeugdtaken in de WMO (in samenhang met de WCPV en de leerplichtwet). Per functie staat beschreven op welke manier dit is ingevuld in de gemeente Heusden.

1. informatie en advies Deze functie is in regionaal verband vormgegeven door het in het leven roepen van de website

www.jeugdwijzerbrabant.nl. Hierop staan alle instellingen die zich op enigerlei wijze met jeugd en jongeren bezig houden, benoemd en

beschreven. Ouders kunnen op die manier de informatie zoeken die voor hen van belang is en de vragen stellen bij de instelling die het meest toegerust is op beantwoording van de vraag.

2. signalering Vroegtijdig signaleren is belegd bij de

kernnetwerken jeugdhulpverlening en het straatgroepoverleg (SGO). Zie verder deel 2Regie van dit rapport.

3. toeleiding naar het hulpaanbod De kernnetwerken en het SGO spelen een belangrijke rol in het vormgeven van de functie van toeleiding tot hulpaanbod. Door middel van de signalen die binnen de kernnetwerken worden besproken, wordt de toeleiding naar een passend hulpaanbod vormgegeven.

4. licht pedagogische hulp Deze functie wordt in Heusden met name via het schoolmaatschappelijk

12 werk en via de inzet van de

jeugdpreventiefunctie binnen het Algemeen Maatschappelijk Werk Juvans vormgegeven. Voorlichting en cursussen inzake opvoeden en opgroeien worden verstrekt door het consultatiebureau en de GGD.

5. coördinatie van zorg op lokaal niveau

Het afstemmen en bundelen van zorg binnen de coördinatiefunctie vindt met name binnen de kernnetwerken plaats.

Onderzoek naar overlapping en hiaten in de keten van het (grotendeels) gesubsidieerde aanbod op het gebied van met name

opvoedings-ondersteuning noemt de gemeente zelf een aandachtpunt.

Leerplichtwet Artikel 16, 19, 22, 26

De gemeente is verantwoordelijk voor toezicht op het naleven van de leerplichtwet (toezien op schoolverzuim)

In de gemeente Heusden is deze taak neergelegd bij twee

leerplichtambtenaren. Zij fungeren tevens als leerplichtconsulenten en nemen in deze hoedanigheid ook deel aan zorgteams in het onderwijs en in de kernnetwerken.

Tevens heeft de gemeente Heusden een adequaat geautomatiseerd leerplichtregistratiesysteem.

Wet op het Voortgezet Onderwijjs: RMC-regeling Artikel 118

De gemeente draagt zorg voor een systeem van doorverwijzing naar onderwijs of arbeidsmarkt van voortijdigschoolverlaters

RMC-registratiefunctie ligt voor de gemeente Heusden bij de

centrumgemeente ’s-Hertogenbosch.

Heusden is zelf verantwoordelijk voor de aanpak van VSV-ers. Op dit moment heeft de gemeente nog geen VSV-beleid. De gemeente is recentelijk gestart met de analyse van het probleem.

Wet onderwijs achterstanden beleid (AMvB)

De gemeente maakt samen met de betrokken partners een lokaal educatieve agenda waarbij afspraken worden gemaakt over de uitvoering en verantwoording van de thema's:

Integratie, het tegengaan van segregatie, het bestrijden

van onderwijs achterstanden (VVE-beleid)

In de onderwijsachterstanden Nota:

Bouwen aan meer kansen 2002-2006 wordt invulling gegeven aan het aanpakken van achterstanden in de gemeente Heusden.

De totstandkoming van de lokaal educatieve agenda is lopend.

BANS-akkoord De gemeente hebben een regierol in de vorming ZorgAdviesTeams (ZAT) in het onderwijs

Nota Lokaal gezondheidsbeleid 2004-2007

Jaarverslag leerplicht 2006-2007 Verantwoordelijkheid is bij de school voor V.O. neergelegd

13

BIJLAGE IV: Casestudies

1. Kernnetwerk jeugdhulpverlening

Ten behoeve van het onderzoek is een bijeenkomst van het Kernnetwerk Vljimen bijgewoond op 5 maart 2008. Tijdens dit overleg is de volgende casus besproken:

Uit deze casus kwamen verschillende knelpunten in ketensamenwerking naar voren:

Signaleren

־ Ketenpartners hebben moeite met het melden van signalen in het netwerk of bilateraal, omdat de gevolgen van het meldingen soms niet te overzien zijn (eventuele bedreiging etc.)

־ Doel van het netwerk is vroegsignaleren: deze casus gaat veel verder dan vroegsignalering.

Beoordelen

־ De signalen doen zich op zoveel terreinen voor dat het voor één van de partners lastig te beoordelen is welke interventie zou moeten worden ingezet. Het netwerk voorziet wel in uitwisseling van gegevens op ieder leefgebied.

־ Toch is deze casus dermate complex dat “één gezin één plan” volgens de netwerkpartners niet haalbaar is.

־ Signalen en afhandeling van meldingen (bijvoorbeeld bij de Raad voor de Kinderbescherming) zijn niet altijd conform de beoordeling van het netwerk zelf.

Interveniëren

־ Het netwerk loopt bij deze casus aan tegen zorgmijdend gedrag. Hulp is niet verplicht. Op dat moment kan alleen via de justitiële aanpak een echte interventie gepleegd worden. Het netwerk kan dan alleen de vinger aan de pols houden.

Casus I Aanpak multi-problem gezin (Kernnetwerk Jeugdhulpverlening Vlijmen)

Het betreft een casus over een multiprobleem gezin van een (alleenstaande) moeder en vier kinderen. Het gezin is voor het eerst ingebracht toen de netwerken pas gestart waren (oktober 2006). Daarvoor was het gezin al bekend bij de individuele partners. Een reconstructie van oktober 2006 tot maart 2008 bleek te omvangrijk. In de reconstructie is daarom toegespitst op de periode januari t/m maart 2008. Het gezin kent verschillende typen problemen: zowel op het terrein van geweld en overlast (vernielingen, ernstige vermoedens kindermishandeling, geen bewijs), als onderwijs (groot verzuim, onrechtmatig schoolverzuim), inkomen, huisvesting (dreiging van uit huis plaatsing door schulden) en gezondheid.

14 Regie en coördinatie

־ Er is geen gezinscoaching in de gemeente Heusden. Een dergelijke functie zou volgens de deelnemers in deze en andere casus uitkomst kunnen bieden omdat er dan een aantal uren per week een hulpverlener bij het gezin over de vloer komt.

־ Iedereen heeft een deel van de problematiek in beeld: niemand beschikt over het totaal beeld over dit gezin. Alleen de netwerkcoördinator beschikt over het totaal beeld, maar deze coördinator heeft geen doorzettingsmacht.

־ Wanneer er afspraken zijn gemaakt over de aanpak en interventies per instelling dan worden deze interventies niet gevolgd. Óf de interventie daadwerkelijk is gepleegd en wat de resultaten daarvan waren wordt niet teruggekoppeld. Hierdoor blijft een casus ‘op het lijstje staan’ bij iedere bijeenkomst.

2. Zorgteam in het onderwijs

Ten behoeve van het onderzoek is een bijeenkomst van het Zorgteam van het d’Oultremontcollege bijgewoond op 18 maart 2008. Tijdens dit overleg is de volgende casus besproken:

Tijdens het overleg ten behoeve van het onderzoek is de volgende casus besproken:

Uit deze casus kwamen verschillende succesfactoren – en knelpunten in ketensamenwerking naar voren:

Signaleren

־ Ziekteverzuim is vaak het signaal dat er iets aan de hand is. In het kader van het Ziekteverzuim project heeft tot tweemaal toe tot bezoek aan schoolarts en zorg melding (GGZ) plaatsgehad.

Beoordelen

־ De schoolarts diagnosticeerde anders dan maatschappelijk werk. Dit had als gevolg dat er geen verdere hulp werd georganiseerd.

Casus II Aanpak (onrechtmatig) schoolverzuim (Zorgteam d’Oultremontcollege)

Deze casus betreft een meisje dat reeds sinds juni 2006 zeer vaak door haar moeder ziek gemeld wordt. Het meisje wordt door de GGZ en verschillende instanties gezien (op verzoek van de moeder). Doordat de jongere zelf geen concrete zorgvraag heeft, wordt er na dit inhoudelijk meningsverschil geen vervolgactie ondernomen. Het ziekteverzuim blijft voortduren totdat het urgent psychiatrisch wordt volgens nieuwe contactpersonen.

Betrokken partijen/personen in deze casus: de mentor, de vakdocenten, de zorgcoördinator d’Oultremontcollege, huisarts, schoolarts (GGD), schoolmaatschappelijk werk, algemeen maatschappelijke werk, jeugd-GGZ, adjunct-directeur d’Oultremontcollege en de Leerplichtambtenaar.

15

־ Er was geen terugkoppeling GGZ aan het zorgteam. GGZ beroept zich op privacy.

Interveniëren

־ De interventies bleven lang achterwege, omdat de diagnose niet helder was.

־ Ziekteverzuim is iets anders dan spijbelen. Wanneer een ouder een kind ziek meldt, is het lastig voor de leerplichtambtenaar om iets te doen.

Regie en coördinatie

־ Veel wisselingen bij professionals: continuïteit in contactpersonen is van belang.

־ Afspraken tussen GGZ, LPA en school is goed, er is wekelijkse contact.

3. Straatgroepoverleg (SGO)

Ten behoeve van het onderzoek is een bijeenkomst van het SGO bijgewoond op 20 maart 2008.

Tijdens dit overleg is de volgende casus besproken:

De gemeente heeft deze casus zelf eerder geëvalueerd. Aan de hand van deze evaluatie zijn de conclusies en geformuleerde verbeterpunten verder verdiept.

Casus III Aanpak overlastgevende jongeren in de openbare ruimte (Straat Groep Overleg)

Het Zuiderpark te Vlijmen vormde reeds enige jaren een verzamelpunt voor jongeren uit Vlijmen en enkele omringende gemeenten. De aanwezigheid van jongeren in het park is altijd in meer of mindere mate gepaard gegaan met overlast.

Deze overlast bestond uit rondrijden met scooters in het park, achterlaten van afval, vernielingen aan publiek en aan privébezit, geluidsoverlast, brutaal en intimiderend gedrag jegens omwonenden. In de zomer van 2006 deden zich wederom dezelfde gedragingen voor bij jongeren (groep van +/- 40 personen) in het Zuiderpark.

Als gevolg van enkele concrete meldingen aan het adres van onder meer de gemeente en de politie is er contact geweest in de vorm van informeel aanspreken en bevragen van omwonenden door professionals (jongerenwerk, politie) over de situatie. Vervolgens is via formeel overleg in de periode juni 2006 tot en met maart 2007en via het

meldingenbeeld bij de politie de situatie nader in kaart gebracht.

Met de omwonenden van het Zuiderpark is gesproken door de politie, gemeente en jongerenwerk over de te nemen maatregelen, de rol van de buurt en de professionals hierin en de voortgang van de aanpak. Voor de omgeving is in het contact inzichtelijk geworden welke acties door instellingen worden ondernomen om de overlast tegen te gaan.

Deze casus is de basis geweest voor de verdere werkwijze van het StraatGroepOverleg.

16