• No results found

Nota integraal Jeugdbeleid 2009-2012 (incl. Presentatie)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Nota integraal Jeugdbeleid 2009-2012 (incl. Presentatie)"

Copied!
23
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

NOTA

Integraal Jeugdbeleid

Gemeente Asten | 2009-2012 | Concept [versie voor de inspraak]

(2)

INHOUDSOPGAVE

Voorwoord 3

1.0 Inleiding 4

2.0 Visie 5

2.1 Visie op jeugd 5

2.2 Visie op opgroeien en opvoeden 5 2.3 Visie op verantwoordelijkheden 5

2.4 Visie op participatie 6

2.5 Visie op integraal jeugdbeleid 6

2.6 Visie op sturing 6

2.7 Visie op de betekenis van wet- en

regelgeving voor Lokaal Jeugdbeleid 7

3.0 Ambitie 8

4.0 Wat gaat goed in Asten 9

4.1 Astense jeugd 9

4.2 Organisatie 9

4.3 Overlegstructuren 9

5.0 Wat verdient aandacht 11

5.1 Astense jeugd 11

5.2 Organisatie 11

5.3 Overlegstructuren 12

6.0 Lokale ontwikkelingen 12

7.0 Wat gaan we nog meer doen 15 7.1 Inhoudelijke speerpunten 2009-2012 15 7.2 Organisatorische speerpunten 2009-2012 17

8.0 Conclusies 18

(3)

Het leven van jongeren speelt zich af op vele terreinen. Een integrale benadering van jeugdbeleid is noodzakelijk wanneer je invloed uit wilt oefenen op de ontwikkelings- en ontplooiïngskansen van jongeren.

In Asten is nog niet voldoende sprake van deze integrale benadering. Middels het opstellen van een visie, ambitie en doelen wordt integraal jeugdbeleid in de steigers gezet. Door dit vervolgens te communiceren met alle betrokken partijen, en samen met hen de aanpak te beschrijven voor de periode 2009 t/m 2012, wordt het integraal jeugdbeleid geborgd.

VOORWOORD

Bijlage 1 Aandachtspunten en doelen per aandachtsveld voor periode 2009-2012 Bijlage 2 Aanbod per aandachtsveld

Bijlage 3 Aantallen jeugd gemeente Asten

(4)

Historie

In 2000 heeft de gemeente Asten de nota ‘Blik op Jeugd’

vastgesteld. In deze nota is een aanzet gegeven richting een samenhangend jeugdbeleid. De afgelopen jaren is intensief gewerkt aan de doelstellingen die in de nota zijn geformuleerd. We kunnen constateren dat diverse doelen bereikt zijn, zoals de aanstelling van een jongerenopbouw- werker, het aanpassen van het subsidiebeleid ten aanzien van jeugd en het instellen van het Jongeren Informatie Punt (JIP). Daarnaast zijn diverse doelen in 2000 opgestart en in de loop der jaren afgewerkt, maar nu is de tijd rijp om daar ook weer een vervolg aan te geven. Ondanks alle inzet die voortgekomen is uit de nota ‘Blik op Jeugd’, heeft dit niet (structureel) geleid tot een integraal jeugdbeleid.

Integraal jeugdbeleid

Integraal jeugdbeleid heeft tot doel aandacht te besteden aan alle aspecten die met jeugd te maken hebben. Het leven van kinderen en jongeren speelt zich af op veel ver- schillende plaatsen: thuis, bij de kinderopvang en peuter- speelzaal, op school, in de buurt, in en op ontmoetings- plaatsen en op de sportvereniging. Opvoeden gebeurt dan ook niet alleen thuis, in het gezin, maar ook op andere plaatsen. Integraal jeugdbeleid beperkt zich daarom niet tot één specifi ek terrein, maar legt juist verbindingen tussen de verschillende terreinen.

In de gemeente Asten kan op dit moment nog niet gespro- ken worden van een integraal jeugdbeleid. Een tweetal aanleidingen dwingt ons ertoe om duidelijk onze visie, ambities en doelen voor integraal jeugdbeleid neer te zetten.

1.0 INLEIDING

Deze twee aanleidingen zijn:

1) Ontbreken van regievoering op de lokale aanpak integraal jeugdbeleid.

2) Landelijke ontwikkelingen.

Ontbreken van regievoering op de lokale aanpak integraal jeugdbeleid

Op verschillende terreinen wordt reeds gewerkt aan jeugd- beleid. Veel organisaties zijn werkzaam op dit terrein en bieden veel voorzieningen en activiteiten voor jeugd en hun ouders. Als gemeente weten we niet altijd waar orga- nisaties mee bezig zijn. Organisaties onderling weten ook niet altijd waar iedereen mee bezig is. Hierdoor ontstaat een situatie waarin samenhang en overzicht van het aan- bod ontbreekt. Dit vraagt om een sterke regievoering door de gemeente.

Landelijke ontwikkelingen

Met de komst van een aparte minister voor Jeugd en Gezin wil het kabinet sterk inzetten op integraal jeugdbeleid.

De minister heeft hiervoor 5 kerndoelen geformuleerd:

• kinderen moeten gezond en veilig kunnen opgroeien;

• kinderen moeten hun talenten kunnen ontwikkelen;

• kinderen moeten plezier kunnen maken;

• Kinderen moeten hun steentje bijdragen aan de maatschappij;

• kinderen moeten goed voorbereid zijn op de toekomst.

Samen met gemeenten, specialisten, jeugdwerkers, maar ook met jongeren en hun ouders, wil de minister deze doelen invullen.

(5)

Om integraal jeugdbeleid tot stand te kunnen brengen is het noodzakelijk dat de gemeente een duidelijke visie formuleert op elementen die de basis vormen voor ons integraal jeugdbeleid.

2.1 VISIE OP JEUGD

“De jongeren zijn de toekomst en het is van belang dat zij deze toekomst zo goed mogelijk tegemoet treden”

Jeugdigen nemen een specifi eke maatschappelijke positie in. Enerzijds vragen en nemen zij de ruimte om op eigen wijze zich te ontwikkelen, anderzijds zijn zij de toekomst.

Dit rechtvaardigt specifi eke uitgangspunten:

• Jeugdigen hebben het recht om zich te ontwikkelen tot volwaardige en zelfstandige volwassenen;

• Jeugdigen hebben recht op een opvoeding waarbinnen een balans bestaat tussen ruimte om zelf te

ontdekken (opgroeien) en socialiseren (ingroeien);

• Jeugdigen hebben recht op bescherming als hun ontwikkeling in gevaar komt;

• Jeugdigen hebben het recht om gehoord te worden.

Deze visie richt zich op de Astense jeugd tot 18 jaar en voor die jongvolwassenen van 18 tot 23 jaar die nog extra steun nodig hebben.

2.2 VISIE OP OPGROEIEN EN OPVOEDEN

Jeugdigen ontwikkelen zich mede op basis van hun eigen groeipotentie. Zij willen de wereld om zich heen onder- zoeken en eigen maken. Dat leidt tot experimenteren en grenzen ontdekken. Daarnaast maken zij onderdeel uit van een samenleving met normen, waarden en verwach- tingen.

2.0 VISIE

Opvoeding richt zich derhalve op de balans tussen ruimte bieden tot opgroeien/experimenteren en normeren/sociali- seren. Een balans die niet statisch is; naar mate jeugdigen ouder worden, neemt hun maatschappelijke verantwoor- delijkheid met daaraan gekoppelde verwachtingen toe.

Opvoeding is op de eerste plaats een zaak van de ouder(s)/

verzorger(s). Opvoeding is daarnaast ook een maatschap- pelijke verantwoordelijkheid. We kiezen voor een samen- leving waarin kinderen en jongeren ertoe doen, waarin ze meedoen en gezien worden, maar ook gewezen worden op hun eigen verantwoordelijkheden.

2.3 VISIE OP VERANTWOORDELIJKHEDEN

“Primair zijn ouders zelf verantwoordelijk voor de opvoeding van hun kinderen, de (lokale) overheid biedt daartoe faciliteiten en daar waar nodig extra ondersteuning”

Ouders zijn als eerste verantwoordelijk voor de opvoeding.

Jeugdigen groeien echter voor een belangrijk deel op buiten hun directe invloedsfeer. Zij gaan naar school, de voorschoolse en naschoolse opvangvoorzieningen, zitten op verenigingen, spelen in de buurt etcetera. Deze om- gevingen hebben ook verantwoordelijkheden richting de jeugdige.

De overheid heeft de verantwoordelijkheid faciliteiten te bieden aan ouders en opvoeders (denk hierbij aan onder- wijs, gezondheidszorg, een veilige en inspirerende leef- omgeving, opvoedondersteuning enzovoorts). Daarnaast heeft de overheid als taak extra ondersteuning en be- scherming van de jeugdige te bieden wanneer dit nodig is.

(6)

2.4 VISIE OP PARTICIPATIE

Jongeren in Asten moeten actief betrokken worden, be- trokkenheid door deelname aan de Astense gemeenschap (activiteiten, verenigingsleven, school, etc.). Participatie is ook luisteren naar jeugdigen en hun ouders (hun vraag en verbetervoorstellen) en hen betrekken bij oplossingen.

Hierbij hanteren we de volgende uitgangspunten: we benoemen wat goed gaat, wat er beter kan, wat jeugdigen en ouders zelf kunnen en waar hulp van derden voor nodig is.

2.5 VISIE OP INTEGRAAL JEUGDBELEID

Het lokaal jeugdbeleid richt zich op de context waarbin- nen jeugdigen opgroeien en legt verbindingen waar nodig.

Hieronder is deze context schematisch weergegeven:

Integraal jeugdbeleid kent de volgende kenmerken:

• Het beleid is gericht op de hele levensloop van kinderen en jongeren;

• Er is aandacht voor algemene, preventieve, repressieve, en curatieve aspecten van jeugdbeleid;

• Er is samenhang tussen de verschillende beleidsterreinen;

• Alle relevante personen en organisaties zijn betrokken, inclusief de doelgroep.

2.6 VISIE OP STURING

“De gemeentelijke overheid als regisseur”

2.6.1 Regievoering

Met de invoering van de Wet op de Jeugdzorg en de Wet op de Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) is de regie- taak aan de gemeente toebedeeld. De voorkeur gaat uit naar het aansturen en verbinden van partijen op basis van inhoudelijke kaders en doelen. In het kader van het integraal jeugdbeleid zijn en worden de volgende stappen gezet:

• interne bestuurlijke en ambtelijke verbinding van beleidsterreinen;

• bespreken van de gemeentelijke visie met maat- schappelijke partners, verkrijgen van commitment, vertaling naar concrete afspraken en bijdragen inclusief resultaatverplichtingen;

• doorvertaling van de afspraken naar de interne organisatie van betrokken instellingen/partijen zodat deze worden verankerd in de uitvoering;

• afspraken omtrent duurzame afstemming en samenwerking op casusniveau tussen professionals die bij hetzelfde kind c.q. gezin betrokken zijn.

GEZIN

ONDERWIJS & WERK VRIJETIJD

JEUGD

GEZIN

SAMENHANG EN BETROKKENHEID

ONDERWIJS & WERK VRIJETIJD

JEUGD

(7)

2.6.2 Planning & Control cyclus

Onder regie van de gemeente wordt jaarlijks met en door de maatschappelijke partners een uitvoeringsplan opge- steld. In het plan worden tenminste opgenomen:

• het doel van de beleidsactiviteit;

• de verbinding van de activiteit met eerder genoemde visiepunten;

• onderbouwing van de activiteit (vraag/cijfers) en beoogd resultaat;

• taak en resultaatverplichting betrokken partijen;

• ondersteuning/faciliteiten gemeentelijke overheid.

Er vindt jaarlijks een evaluatie plaats van het uitvoerings- plan met als doelen de resultaten te benoemen zodat deze de basis zijn voor het volgend uitvoeringsplan.

2.6.3 Communicatie

Sturen – zeker op inhoud – is een dynamisch proces. Het veronderstelt voortdurende interactie tussen de gemeente en maatschappelijke partners. De gemeente stelt daartoe een communicatieplan op met als kenmerken:

• één gemeentelijk aanspreekpunt voor vragen en verbetervoorstellen van maatschappelijke partners;

• pro-actieve houding van zowel gemeente als maatschappelijke partners over plannen, aanpak en resultaten.

2.7 VISIE OP DE BETEKENIS VAN WET- EN REGELGEVING VOOR LOKAAL JEUGDBELEID

De verantwoordelijkheid van de gemeentelijke overheid neemt de laatste jaren toe door de decentraliseringdrift van het Rijk. Rond jeugd zijn tal van wetten en regelingen opgesteld, die tot doel hebben de jeugdige begeleiding, ondersteuning en bescherming te bieden. Deze wetten en regelingen zijn aanvullend op de taken en plichten van ouders en jeugdigen zelf. De basis voor deze wetten en regelingen wordt gevormd door de Grondwet en door het Internationale Verdrag inzake de Rechten van het Kind.

Deze nota is gebaseerd op het bepaalde in onderstaande wet en regelgeving en zal dienen als kader voor beleid en uitvoering op alle deelterreinen rondom jeugd.

• Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO)

• Wet op de jeugdzorg

• Wet collectieve preventie volksgezondheid (WCPV)

• Wet onderwijsachterstanden

(8)

De gemeente Asten wil optimale ontwikkelingskansen creëren in een doorgaande ontwikkelingslijn1, gericht op volwaardige maatschappelijke participatie en sociale integratie van de Astense jeugd tot 18 jaar en voor die jongvolwassenen van 18-23 jaar die nog extra steun nodig hebben.

Om onze ambitie te realiseren moet minimaal aan de volgende voorwaarden worden voldaan:

• Sterke regievoering door de gemeente;

• Samenhang in het aanbod van voorzieningen;

• Optimale samenwerking van partijen rondom jeugd.

Wanneer we als gemeente duidelijk aangeven wat we willen bereiken, wat we verwachten van alle partners in het veld, en daarop sturen en (indien van toepassing) afrekenen, kunnen we onze doelen realiseren. Deze doelen ondersteunen onze ambitie.

Samenhang in het aanbod is belangrijk om ervoor te zorgen dat we aanbieden waar vraag naar is, en overlap in voorzieningen en producten voorkomen wordt. Om onze ambitie te bereiken ligt er een aanbod welke gebaseerd is op de vraag van jeugd en hun ouders. Dit aanbod is mak- kelijk te vinden en te bereiken.

Tot slot is als voorwaarde gesteld dat er sprake is van op- timale samenwerking van partijen. Dit is noodzakelijk om optimale ondersteuning en begeleiding te bieden indien dit noodzakelijk is. ‘Eén kind, één plan’ is hierbij het uit- gangspunt.

3.0 AMBITIE

1 Van een doorgaande ontwikkelingslijn is sprake als de ontwikkeling van een kind geen breukvlakken (onderbrekingen) kent in één of verschillende terreinen van de leefwereld van het kind.

(9)

4.1 ASTENSE JEUGD

Met veel jeugdigen gaat het goed en zij voelen zich ook goed. Dit blijkt uit de 4-jaarlijkse GGD onderzoeken naar de leefsituatie en welzijn van kinderen en jongeren uit de regio, en specifi ek uit Asten.

Buitenspelen, tv kijken, computeren en verenigingsactivi- teiten bepalen een groot deel van de vrijetijdsbesteding van kinderen (0-11 jarigen). In Asten is 80% van de kinde- ren lid van een vereniging, speelt 60% dagelijks buiten en gaat 50% minstens maandelijks naar de bibliotheek2.

Ook bij de oudere jeugd (12-18 jarigen)3 is een hoog per- centage (82%) lid van een (sport-)club. De meeste jon- geren roken niet (90%). Daarnaast geeft deze doelgroep aan te beschikken over een goede gezondheid, een goede relatie met zijn of haar ouders (99%) en blij te zijn met de buurt waarin zij wonen (93%). 8% Van de jongeren zegt mantelzorger te zijn, maar niemand geeft aan dit een zware belasting te vinden. Als jongeren hulp nodig hebben, wordt vaak gekeken naar de direkte omgeving en bij professionals (leerlingbegeleider, mentor, huisarts en vertrouwenspersoon op school). De meeste jongeren heb- ben geen hekel aan school. Het ziekteverzuim is lager dan in de regio.

Over de speelmogelijkheden voor kinderen is men in de gemeente gemiddeld tevreden tot zeer tevreden, met uit- zondering van de wijk Asten West. Over de voorzienin- gen van jongeren van 12 tot 23 jaar is men in de wijken Asten-Noord, West, Zuid en Centrum gemiddeld tevreden tot zeer tevreden. In Asten-Oost en de kerkdorpen Ommel en Heusden is men gemiddeld ontevreden over het voor- zieningenniveau4. Mede door de integrale aanpak volgens het protocol Jongeren op Straat (nu: Jeugd in Beeld), is de overlast door groepen jongeren ten opzichte van 2005 met de helft verminderd5.

Alle scholen zijn in bezit van het Brabants Verkeers- veiligheidslabel (BVL). Dat betekent dat zij verkeerseducatie van kwalitatief goed niveau verzorgen en structurele aan- dacht voor verkeersveiligheid hebben.

4.2 ORGANISATIE

De portefeuille ‘jeugd’ is ondergebracht bij één wethouder, die daardoor dit thema integraal kan benaderen. Ambte- lijk is gekozen voor het clusteren van alle taakgebieden rondom jeugd. Dit betekent dat preventief jeugdbeleid, jeugdgezondheid, peuterspeelzaalwerk, kinderopvang, leer plicht, leerlingenvervoer en onderwijs in één cluster is ondergebracht. Met deze clustering willen we komen tot een goede afstemming binnen de werkzaam -heden die voortvloeien uit bovenstaande taakgebieden.

4.3 OVERLEGSTRUCTUREN

Met name vanuit leerplicht wordt geparticipeerd in diverse overlegstructuren rondom jeugd. Deze overlegstructuren worden hieronder beschreven.

Netwerk Jeugdzorg Asten (NJA)

In dit maandelijkse overleg wordt getracht jongeren tussen 0 en 18 jaar in kaart te brengen die overlast veroor- zaken, of van wie het gedrag wijst op mogelijke problemen in thuis-, vrijetijds- en/of schoolsituaties. In dit overleg wordt geïnventariseerd welke hulpverlening reeds gebo- den wordt, en welke hulp (aanvullend) nodig is. Deelne- mers aan het netwerk zijn politie, GGD, Zorgboog, Savant, MaDiHP, BJ Brabant, Bureau Jeugdzorg, Onis, Peuterspeel- zaal Pinkeltje, basisonderwijs en voortgezet onderwijs en de gemeentelijke leerplichtambtenaar. Met de komst van het signaleringssysteem Zorg voor Jeugd wordt gewerkt aan een nog betere inventarisatie van risicojongeren.

4.0 WAT GAAT GOED IN ASTEN

(10)

Dit systeem is momenteel ondersteunend aan het NJA.

Zigeuneroverleg

Eénmaal per 6 weken vindt er overleg plaats met be- trekking tot het functioneren van zigeunerkinderen in het voor- en vroegschoolse traject, het basis- en het voort gezet onderwijs. Gekeken wordt wat de stand van zaken is, en welke acties eventueel ondernomen moeten worden. Deelnemers aan dit overleg zijn de sinti-werkster van Onis, directeur van basisschool ’t Lover, de zorgcoör- dinator van het Varendonck-College (locatie Someren), de schoolarts (GGD), 2 Interne Begeleiders van basisscholen en de leerplichtambtenaar.

Jeugd In Beeld (JIB)

Maandelijks vindt overleg plaats over plekken waar jonge- ren samenkomen en/of waarvan meldingen zijn gedaan van overlast. De zogenaamde hangplekken worden geïn- ventariseerd (locatie en groepsgrootte) en gecategoriseerd (mate van overlast). In het protocol JIB is vastgesteld of en hoe de hangplekken worden benaderd en/of aange- pakt. In dit overleg participeren de jongerenwerker (Onis), de buurtbrigadier (politie), de Buitengewoon Opsporings Ambtenaar (BOA), het Varendonckcollege, het Openbaar Ministerie (OM) en de leerplichtambtenaar vanuit de ge- meente. Indien nodig vindt afstemming plaats met de coördinator Integrale Veiligheid.

Zorg Advies Team (ZAT) Varendonck-College

Het Varendonck-College werkt op beide locaties (Asten en Someren) met een zorgadviesteam (ZAT). De leer- plichtambtenaar is aanwezig bij de overleggen, alsook de schoolarts en een afgevaardigde van Bureau Jeugdzorg.

2 Brabantse Jeugdmonitor 0 t/m 11 jarigen 2005, GGD Zuidoost-Brabant

3 Brabantse Jeugdmonitor 12 t/m 18 jarigen 2007-2008, GGD Brabant-Zuidoost

4 Onderzoek Leefbaarheid en Veiligheid in Asten 2007

5 Veiligheidsmonitor 2007

Verkeersouderoverleg

Twee keer per jaar vindt overleg plaats over verkeersedu- catieprojecten die worden uitgevoerd op de scholen. Hier- aan nemen deel VVN, verkeersouders basisonderwijs, ver- keercoördinator Varendonck-College, politie en gemeente.

Scholenbijeenkomst verkeerseducatie

Eens per jaar wordt een bijeenkomst georganiseerd tussen schooldirecteuren (met verkeersouders) en gemeente. VVN en politie schuiven aan. Voorzitter is wethouder Verkeer.

Naast bovenstaande overlegstructuren, zijn er ook nog overleggen waarbij een specifi eke jongere of jeugd in het algemeen een onderwerp van gesprek kan zijn. Dit speelt met name in het netwerk zorgmijders, stuurgroep veilig- heid en de overleggen binnen het veiligheidshuis.

Tot slot is er ook nog sprake van een intern overleg, het projectleidersoverleg van de afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling. In dit maandelijkse overleg wordt de stand van zaken rondom projecten doorgesproken, en wordt de onderlinge samenhang tussen de projecten afgestemd.

(11)

Ook op jeugdbeleid is de visie op dienstverlening van toepassing. Hieraan wordt hard gewerkt. Als gemeente moeten we leren om meer sturing te geven. Dit sluit aan bij de rol die gemeenten steeds meer krijgen door de- centralisatie van wet- en regelgeving. De in hoofdstuk 2 beschreven visie op sturing gebruiken we als leidraad bij de volgende onderwerpen:

• regievoering;

• planning en control;

• communicatie.

We zijn regievoerder, maar nemen die regietaak nog niet altijd op ons. We doen als gemeente veel, en vragen veel van onze subsidiepartners. Het is echter niet altijd dui- delijk of dit conform onze visie is, of er daadwerkelijk be- hoefte is, en of het product niet al geboden wordt door een ander.

Het maken van concrete afspraken inclusief hieraan gekoppelde (meetbare) resultaatverwachtingen, is nog geen vanzelfsprekendheid. Het gevolg hiervan is dat er ook weinig aan planning en control gedaan kan worden.

Er is een aanzet gemaakt met de Beleidsgestuurde Con- tract Financiering (BCF). Dit is een vorm van subsidiëring waarbij voor een periode van 4 jaar doelen en resultaat- verwachtingen zijn geformuleerd samen met de betref- fende organisatie. Dit wordt minimaal jaarlijks geëvalu- eerd en bijgesteld. Ook vindt er een afrekening plaats van de behaalde resultaten. Deze vorm van subsidiëring zal echter verder uitgewerkt en doorgevoerd moeten worden.

Ook moet er extra aandacht besteed worden aan de com- municatie intern en extern. Intern is het van belang dat visies en plannen gedeeld worden met alle betrokken bestuurders, afdelingshoofden, beleidsmedewerkers en uitvoerenden. Hierdoor wordt samenhang gecreëerd tus- sen beleidsterreinen. In de communicatie met externen willen we deze samenhang uitdragen en overlegmomen- ten vanuit verschillende beleidsterreinen zoveel mogelijk bundelen en afstemmen.

5.0 WAT VERDIENT AANDACHT

5.1 ASTENSE JEUGD

Natuurlijk blijven er altijd aandachtspunten waar aan gewerkt kan worden. Zo kan er wel wat verbeterd wor- den op het gebied van gezondheid van jongeren. Van de sexueel actieve jongeren vrijt 68% wel eens onveilig. Er is een hoog gebruik van alcohol en drugs (ten opzichte van de regio) en overgewicht onder jeugdigen neemt toe6. Ook is sprake van veel schoolverzuim (794 verzuimmeldingen basis onderwijs, schooljaar 2006-2007). Verder is het aan- tal vernielingen hoog en neemt licht toe7.

Bovenstaande is geen volledige weergave van de aan- dachtspunten. Op de aandachtsvelden:

• Opgroeien en opvoeden;

• Gezondheid;

• Onderwijs, educatie en opvang ;

• Werk;

• Vrije tijd en maatschappij;

• Veiligheid en Openbare Orde;

• Huisvesting;

• Verkeer.

is beschreven waar extra inzet nodig is. Dit overzicht treft u aan in bijlage 1. Een schematisch overzicht van het huidige aanbod op de diverse aandachtsvelden is terug te vinden in bijlage 2.

5.2 ORGANISATIE

De gemeente Asten is in ontwikkeling. In de gemeente- lijke missie staat de Astense visie op dienstverlening be- schreven:

• goede kwaliteit van individuele en collectieve dienst- verlening door o.a. korte doorlooptijden, één loket en uitgebreide digitale dienstverlening, servicenormen en centrale kwaliteitsbewaking;

• besef en respect voor de verschillende rollen van burgers en van de gemeente;

• een effi ciënte organisatie en bedrijfsvoering.

(12)

6.0 LOKALE ONTWIKKELINGEN

5.3 OVERLEGSTRUCTUREN

Er zijn reeds diverse overlegstructu- ren voor jongeren van 0-23 jaar. Op dit moment wordt nog niet gewerkt met een Zorg Advies Team (ZAT) voor het basisonderwijs. Dit is een hiaat. On- derwijs is een grote vindplaats voor jongeren met problemen. Verder blijkt dat leerlingen met problemen vaak contact zoeken met een leerlingbe- geleider of vertrouwenspersoon van school. Hierop willen we anticiperen.

Ook voor de ontwikkeling van Centra voor Jeugd en Gezin (zie paragraaf 7.1) is deze overlegvorm gewenst.

Asten ontwikkelt zich volop!

Veel sociale ontwikkelingen vinden hun grondslag in de Wet Maat- schappelijke Ondersteuning (WMO). Vanuit deze wet wordt er vanuit de gemeente toe bijgedragen dat álle burgers kunnen participeren in de samen leving. Hoe we dit willen gaan bevorderen, is beschreven in ons beleidsplan WMO 2008-2011.

Hierbij zijn 4 visiepunten geformuleerd:

• eigen verantwoordelijkheid van burgers;

• meer communicatie met burgers;

• sterker netwerk van vrijwilligers en mantelzorgers;

• langer zelfstandig kunnen blijven wonen.

De WMO kent 9 prestatievelden. Voor het Astense jeugdbeleid zijn met name prestatieveld 1 en 2 van belang.

Prestatieveld 1

“Het bevorderen van leefbaarheid en sociale samenhang in buurten, wijken en dorpen.”

Hierbij is jeugd een prioritaire doelgroep. Uitgangspunten in ons beleid zijn;

• Iedereen doet mee;

• Van zorgen voor naar zorgen dat;

• Niet naast elkaar, maar met elkaar.

Prestatieveld 2

“Op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met opgroeien en van ouders met problemen met opvoeden.”

In prestatieveld 2 van de WMO is het preventieve jeugdbeleid onder- gebracht. Het doel binnen dit prestatieveld is het creëren van optimale ontwikkelingskansen gericht op volwaardige participatie (gericht op zelf- redzaamheid en zelfbewustzijn) en sociale integratie voor de Astense jeugd tot 18 jaar, en voor die jongvolwassenen van 18-23 jaar die nog extra steun nodig hebben. Dit is ons hoofddoel.

6 Brabantse jeugdmonitor 12 t/m 18 jarigen 2007-2008, GGD Brabant-Zuidoost

7 Veiligheidsmonitor 2007

(13)

Integrale Veiligheid

Integrale veiligheid is een thema dat betrekking heeft op de hele Astense samenleving. In het Integraal Veiligheids- beleid (IVB) worden 5 veiligheidsvelden onderscheiden.

Veiligheidsveld 3 betreft ‘Jeugd en Veiligheid’. In 2007 is de kadernota IVB 2007-2010 vastgesteld met daaraan gekop- peld een 4-jarig uitvoeringsprogramma. Met betrekking tot het veiligheidsveld ‘Jeugd en Veiligheid’ zijn diverse actie- punten opgenomen. Deze zijn opgenomen in bijlage 1.

Clustering

Om samenhang te creëren tussen de onderwerpen die behoren tot bovenstaande prestatievelden en integrale veiligheid wordt vanuit de afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling gewerkt met onder andere een cluster Leef- baarheid, een cluster Jeugd en een cluster veiligheid. Af- stemming tussen de clusters vindt maandelijks plaats in het projectleidersoverleg.

Projecten

Hieronder wordt kort beschreven welke ontwikkelingen op dit moment spelen en welke projecten gestart zijn, waarbij jeugd een belangrijke doelgroep is.

Op dit moment wordt gewerkt aan een 4-tal projecten:

• Project Revitalisering Bloemenwijk;

• Project IDOP Heusden;

• Project Alcohol en Drugs;

• Project Woonvisie.

Daarnaast is gestart met de ontwikkeling van een program ma leefbaarheid.

Zowel binnen de Revitalisering Bloemenwijk als IDOP Heusden wordt gewerkt aan de leefbaarheid. Binnen deze projecten is er sprake van een ontwikkeling van een Brede Maatschappelijke Voorziening (BMV). Hiermee willen we verbindingen leggen tussen onderwijs, opvang, sport en cultuur (bijv. middels combinatiefuncties).

Uitgangspunt voor een BMV is dat deze laagdrempelig is, gericht is op de bewoners van de wijk of kern en integra- liteit bevordert.

In en rond de BMV’s worden naast peuterspeelzaalwerk, kinderopvang en onderwijs ook zorg- en welzijnsactivi- teiten ondergebracht. Hiermee willen we een doorgaande ontwikkelingslijn creëren van 0-13 jaar. Daarnaast wordt gestreefd naar een verdere professionalisering van het peuterspeelzaalwerk, m.n. gericht op kinderen in een ach- terstandsituatie (VVE = Voor- en Vroegschoolse Educatie).

Dit is ook opgenomen in het beleidsplan WMO 2008-2011 en in het subsidieprogramma 2009-2012.

Op dit moment wordt gewerkt aan het huisvesten van 2 basisscholen in een BMV. Kijkend naar de uitgangspunten van een BMV zijn meerdere BMV’s, gespreid over Asten gewenst.

Naast het huisvesten van bovenstaande partijen in een BMV, is er ook aandacht voor het creëren van een ontmoe- tingsruimte voor jongeren in BMV’s. De behoefte hieraan is reeds vastgesteld middels onderzoek (evaluatie Sam- sara K2 2006). Uit dit onderzoek kwam naar voren dat een ontmoetingsruimte voor 16- en 16+ gewenst is, waarbij de oudere jeugd meer zelfstandig participeert in de exploi- tatie. De huidige lokatie is niet passend. Een voorziening vóór en dóór jongeren past uitstekend binnen een BMV.

Hiermee stimuleer je integratie en participatie van jon- geren.

Voor jongeren is contact met leeftijdgenoten belangrijk.

Het liefst doen ze dat op niet geplande momenten en plaatsen. Niet alle jongeren willen ontmoeten op een vas- te lokatie, of met jongeren buiten hun groep. Wanneer de weersomstandigheden beter worden en het langer licht is, zie je op verschillende plaatsen in Asten de jongeren bij elkaar komen. Jongeren wonen in het dorp en in de buurt.

(14)

Ze mogen dan ook, net als iedereen, verblijven in het dorp en de buurt. Naast het creëren van een vaste voorziening binnen een BMV, moet jongeren de ruimte gegeven worden om zich ook elders op te houden, zonder dat daar specifi eke voorzieningen voor worden gecreëerd.

In 2006 is gestart met het project Alcohol en Drugs.

Het alcoholgebruik onder jongeren in Asten ligt hoger dan in de regio. 8% van de 12-17 jarigen drinkt 20 glazen of meer per week (regio: 6%). Overmatig alcohol- en drugsgebruik kan veel problemen opleve- ren die invloed hebben op velerlei gebied, bijv. gezond- heid, relaties, overlast, criminaliteit en werk. Ook in de landelijke preventienota ‘Kiezen voor Gezond Leven’

(rijksbeleid) is schadelijk alcoholgebruik onder jonge- ren vastgesteld als één van de vijf prioriteiten die bin- nen het lokale gezondheidsbeleid aandacht behoeft.

Binnen dit project wordt samengewerkt met de regio (SRE-verband) en specifi ek met de gemeente Someren.

Dit bevordert het effect van de aanpak.

Tot slot loopt het project Woonvisie. Dit project heeft tot doel de woningbehoefte in Asten voor de komende jaren vast te stellen. Uit een terugblik is gebleken dat Asten vergrijst en ontgroent. Jongeren trekken vaak weg uit Asten. Hierop kan geanticipeerd worden door voldoende adequaat woningaanbod te realiseren in Asten. Hoe en in welke mate we dit gaan doen is op- genomen in de woonvisie. De vaststelling van deze woonvisie is gepland voor het tweede kwartaal 2009.

Participatie

Zoals in de visie en in de WMO is beschreven, willen we participatie bevorderen. Hiervoor hebben we in- middels diverse akties ondernomen. Er is gestart met het vouchersysteem (inkomensondersteuningsbeleid).

Dit is een regeling waarbij alle kinderen van ouders met een minimum inkomen één gratis lidmaatschap bij een bewegingssport in Asten aangeboden krijgen. Tevens wor- den verenigingen in Asten gestimuleerd extra in te zet- ten op jeugdleden middels een hogere subsidie voor deze doelgroep (subsidieverordening 2009-2012).

Tot slot zijn we (op beperkte schaal) gestart met een bege- leidingsproject (in samenwerking met Atlant Groep en ’t Varendonck) voor risicojongeren. Het doel hierbij is voor- komen van schooluitval, het behalen van een startkwali- fi catie en/of werk.

Samenwerking Someren

De leefomgeving van jongeren beperkt zich niet tot de gemeentegrenzen. Someren en Asten liggen fysiek dicht bij elkaar en delen diverse voorzieningen, waaronder het Voortgezet Onderwijs, sportvoorzieningen en welzijnsor- ganisatie ONIS. Daarom is het belangrijk afstemming te zoeken. De intentie om samen te werken en af te stem- men wordt gedragen door zowel de direkties als besturen van Asten en Someren. Ook op uitvoerend niveau weet men elkaar steeds beter te vinden.

Zo wordt op het gebied van de jeugdgezondheidszorg, wel- zijnswerk en onderwijs al samengewerkt en afgestemd.

De leerplichtambtenaar wordt zelfs door beide gemeen- ten gezamenlijk ingezet. Bij de ontwikkelingen rondom

‘Centrum Jeugd en Gezin’, “Regionalisering Leerplicht’ en

‘Lokaal Educatieve Agenda’ is het de intentie om geza- menlijk op te trekken.

(15)

Naast de hiervoor beschreven lokale ontwikkelingen, wet- telijke verplichtingen en bijbehorende werkzaamheden, zijn er twee speerpunten die extra aandacht vragen. Na de beschrijving van deze inhoudelijke speerpunten worden een aantal organisatorische speerpunten benoemd.

7.1 INHOUDELIJKE SPEERPUNTEN 2009-2012

In 2009 is er sprake van belangrijke ontwikkelingen die we benoemen in de volgende projecten:

• Centrum Jeugd en Gezin (CJG)

• Onderwijs Achterstanden Beleid, inclusief opzetten van een Lokale Educatieve Agenda.

Hieronder zullen beide thema’s beschreven worden.

Centrum Jeugd en Gezin (CJG)

Met de jeugd en gezinnen uit Asten gaat het over het al- gemeen goed. Er zijn goede basisvoorzieningen aanwezig om jongeren in hun gezondheid en ontwikkeling te stimu- leren, om ouders te ondersteunen bij de opvoeding en om problemen te voorkomen, signaleren en aan te pakken.

Toch vallen er jongeren tussen wal en schip, kan er meer worden gedaan om vroegtijdig problemen te signaleren en werken instanties nog onvoldoende samen.

Dit wordt niet alleen in Asten geconstateerd, maar in het hele land. Er is onvoldoende aandacht voor preventie, ou- ders en kinderen staan onvoldoende centraal, de samen- werking is te vrijblijvend en de taken zijn versnipperd georganiseerd. Deze algemene constatering van gebreken in de jeugdketen heeft geleid tot de opdracht van het mi- nisterie van Jeugd en Gezin om in elke gemeente een Cen- trum voor Jeugd en Gezin (CJG) op te richten, welke op 1 januari 2012 operationeel moet zijn.

Uitgangspunt van het CJG is: Het kind en de ouders staan centraal.

Dit CJG voorziet in:

• Een goede informatie- en adviesfunctie;

• Een sluitende aanpak;

• Voldoende laagdrempelig aanbod rondom opgroei en opvoedvraagstukken.

Het CJG sluit aan bij de minimumeisen die vanuit het Rijk gesteld worden:

• uitvoering geven aan het basistakenpkket in de jeugdgezondheidszorg door consultatiebureau (De Zorgboog) en GGD;

• uitvoering geven aan de vijf preventieve taken op het gebied van opvoed- en opgroei-ondersteuning van prestatieveld 2 van de Wmo:

- informatie en advies;

- signalering;

- toeleiding naar hulp;

- licht pedagogische hulp;

- coördinatie van zorg.

• de schakel van het CJG met Bureau Jeugdzorg;

• de schakel van het CJG met zorg- en adviesteams in het onderwijs;

• tenminste één fysiek inlooppunt per gemeente, gedacht wordt aan een invulling in een BMV;

• voldoen aan de eisen van regie en sluitende afspraken, zoals die worden neergelegd in de Wet op de jeugdzorg.

7.0 WAT GAAN WE NOG MEER DOEN?

n aan de eisen van regie en sluitende ken, zoals die worden neergelegd in de p de jeugdzorg.

(16)

Wat is het niet?

• Het CJG is geen bedrijfsverzamelgebouw. Hoewel er wel gekozen kan worden voor diverse jeugdinstellin- gen onder één dak vanwege het voordeel van korte lijnen, is dit voor de werking van een CJG geen voor- waarde. Het belangrijkste is dat er een herkenbare front-Offi ce is voor de begeleiding van cliënten, dat indien nodig hulp vanuit de samenwerkende instellin- gen in de BackOffi ce kan inschakelen.

• Het CJG is geen nieuwe instelling binnen de keten.

• Het CJG mag geen extra schakel zijn vanuit het per- spectief van de cliënt. In tegendeel: er moet worden gestreefd naar zo min mogelijk verwijzingen en con- tactpersonen voor de cliënt.

• Het basismodel CJG vereist niet dat Bureau Jeugdzorg in het front-Offi ce in iedere gemeente aanwezig is voor advies/contact met cliënten. Bureau Jeugdzorg moet door middel van deskundigheidsbevordering wel zor- gen dat contactpersonen in een CJG goed onderlegd zijn. En Bureau Jeugdzorg moet als partner in de Back- Offi ce van het CJG zorgen dat er korte lijnen zijn met de lokale CJG-partners zodat een cliënt, indien nodig, snel en via een warme overdracht aan Bureau Jeugd- zorg wordt doorverwezen en geholpen.

De gemeente Asten wil een helder, effectief, samenhan- gend en integraal jeugdbeleid, dat zich richt op ontwik- kelings- en ontplooiingsmogelijkheden en behoeften van alle jeugdigen in de gemeente alsmede op de risico’s en problemen bij kinderen en hun ouders. De ontwikkeling van een Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) sluit daar naadloos op aan. Dit project willen we samen met de ge- meente Someren uitvoeren. Dit sluit aan bij de intentie samen te werken en af te stemmen tussen beide gemeen- ten. Daarnaast bevindt de doelgroep zich vaak in beide gemeenten, en zijn diverse instanties ook werkzaam in zowel Asten als Someren. Hiermee bereik je effi ciency- voordeel.

Onderwijs Achterstanden Beleid (OAB) inclusief Lokaal Educatieve Agenda (LEA)

Tot 2006 waren gemeenten verplicht een ‘Op Overeenstem- ming Gericht Overleg’ te voeren om een ‘GOA-plan’ te maken.

GOA staat voor Gemeentelijke Onderwijs Achterstanden- beleid. Vanaf 2006 worden de GOA-middelen (die gemeen- ten ontvingen) rechtstreeks aan scholen over gemaakt.

Deze ontwikkeling vraagt om nieuw beleid ten aanzien van het Onderwijs Achterstanden Beleid. Een onderdeel van dit OAB is het opstellen van een Lokale Educatieve Agenda. Dit is een (verplicht) middel om de gemeentelijke regietaak uit te kunnen voeren.

In de LEA kunnen diverse onderwerpen worden besproken, maar in ieder geval zijn de volgende thema’s verplicht onderwerp van gesprek:

• Voorkomen segregatie;

• Bevorderen integratie;

• Bestrijden onderwijsachterstanden

(voor- en vroegschoolse educatie en schakelklassen);

• Schooluitval.

Om onze ambitie rondom integraal jeugdbeleid te kun- nen realiseren, is het neerzetten van Onderwijs Achter- standen Beleid noodzakelijk. Een aanval op onderwijsach- terstanden zorgt ervoor dat achterstanden bij jongeren vroegtijdig worden gesignaleerd en bestreden, waardoor zij in de toekomst volwaardig kunnen participeren in de samenleving.

Ook dit onderwerp willen we gezamenlijk met de gemeen- te Someren oppakken. We kiezen hiervoor omdat we bin- nen het basisonderwijs te maken hebben met dezelfde schoolbesturen en deels dezelfde kinderopvangorgani- saties. Daarnaast maken we beiden gebruik van dezelfde leerplichtambtenaar en hulpverlenende instanties. Na het basisonderwijs gaan veel jongeren naar het Varendonck- college, welke in beide gemeenten gevestigd is.

(17)

Overige actiepunten 2009-2012

Naast de lokale ontwikkelingen en bovengenoemde speer- punten, zijn er ook nog andere wettelijke verplichtingen of gewenste actiepunten:

• Professionalisering peuterspeelzaalwerk;

• Bevorderen van samenwerking netwerkpartners rondom 0-13 jarigen;

• Actualiseren verordening leerlingenvervoer;

• Voorkomen voortijdige schooluitval;

• Actualiseren gemeentelijk handhavingsbeleid kinderopvang;

• Jongerenontmoetingsruimte;

• Jonge mantelzorgers;

• Preventie overmatig alcoholgebruik en drugsgebruik;

• Elektronisch Kind Dossier;

• Overgewicht en gezonde voeding;

• Aansluiting bij Veiligheidshuis;

• Hangjongeren;

• Schoolveiligheidsplannen;

• Opstellen gedragsregels;

• Aandacht voor radicalisering;

• Zwerfvuil rondom scholen;

• Problematiek rondom loverboys;

• Behouden BVL labels op de scholen;

• Verkeerseducatie doelgroep 0-4 jaar en hun ouders;

• Verkeerseducatie jonge autobestuurders.

Deze actiepunten zijn terug te lezen in bijlage 1.

Hiervoor worden uitvoeringsplannen geschreven waarin wordt vastgelegd wat doelen en resultatenverwachtingen zijn en wie welke taken heeft. Deze plannen worden be- sproken en verder uitgewerkt in overleg met maatschap- pelijke partners, jongeren en hun ouders, college van B&W en betrokken ambtenaren.

7.2 ORGANISATORISCHE SPEERPUNTEN 2009-2012

Onder deze speerpunten verstaan we die punten die we als organisatie moeten realiseren om onze taken en verantwoordelijkheden zo goed mogelijk uit te kunnen voeren. Zoals hierboven reeds is aangegeven is het van belang dat we onze taak als regievoerder opnemen. Om regie te kunnen voeren moet bepaald worden op welke wijze de gemeente sturing wenst te geven. Daarnaast heb je een vastgestelde visie nodig, gekoppeld aan ambities en resultaten. Met de vaststelling van dit stuk wordt dat gerealiseerd.

De volgende stap is om afspraken te maken met de diver- se partners rondom jeugd over de punten die we op gaan pakken. Bovengenoemde uitvoeringsplannen worden als input voor deze gesprekken gebruikt.

Over de uitvoering is bestuurlijke overeenstemming tus- sen de uitvoerende organisaties. Hoe we dit gaan realise- ren wordt nog nader uitgewerkt.

Om ook voor de toekomst sturing te kunnen geven worden de plannen jaarlijks geëvalueerd en bijgesteld. De com- municatie over onze visie en aanpak is éénduidig. Nieuwe informatie wordt helder geformuleerd en snel beschik- baar gesteld. Dit doen we middels informatiebijeenkom- sten, mailings en publicaties voor betrokken organisaties en instellingen, als ook voor intern betrokkenen.

(18)

8.0 CONCLUSIES

In Asten willen we een integrale benadering van onze jeugd.

Integraal jeugdbeleid is noodzakelijk om onze ambitie te re- aliseren. Om integraal jeugdbeleid te realiseren is een visie opgesteld, en heeft er een analyse plaats gevonden ten aan- zien van de huidige situatie en lokale ontwikkelingen. Dit heeft geleid tot het benoemen van een aantal inhoudelijke en organisatorische speerpunten voor de komende 4 jaren.

Hoe we deze speerpunten oppakken, wordt beschreven in de

‘Aanpak integraal jeugdbeleid 2009-2012’. Deze aanpak wordt in het voorjaar 2009 besproken.

(19)

BIJLAGE 1 | Aandachtspunten en doelen per aandachtsveld voor periode 2009-2012

Aandachtspunten Doelen Grondslag keuze 2009 2010 2011 2012 Opmerkingen

A Opgroeien en opvoeden

A1 Ontwikkelen Centrum Jeugd en Gezin Realiseren van voldoende, heldere en toegankelijke dienstverlening rondom opgroeien en opvoeden aan ouders en jeugd

Wettelijke verplichting en vastgesteld beleid (WMO beleidsplan) ++ ++ ++ + Per 01-01-2012 moeten gemeenten een CJG gerealiseerd hebben

B Onderwijs, Educatie en Opvang

B1 Ontwikkelen OAB incl. LEA Achterstanden van kinderen vroegtijdig signaleren en aanpakken Wettelijke verplichting ++ +- +- +-

B2 Professionalisering peuterspeelzaalwerk Peuterspeelzaalwerk op niveau 2 voor alle peuters in Asten Vastgesteld beleid (WMO beleidsplan) ++ +- - -

B3 Bevorderen van samenwerking netwerkpartners rondom 0-13 jarigen

Creëren van een doorgaande ontwikkelingslijn 0-13 jarigen Voortvloeiend uit IHP, Revitalisering Bloemenwijk en IDOP Heusden ++ ++ ++ ++ Hierbij kan aangesloten worden bij de ontwikkeling CJG

B4 Actualisering verordening ll-vervoer Verordening ll-vervoer conform wetgeving Wettelijke verplichting ++ -- -- --

B5 Voorkomen voortijdige schooluitval Realiseren éénduidige aanpak leerplicht, terugdringen schoolverzuim, toename startkwalifi caties

Wettelijke verplichting (leerplichtwet en kwalifi catiewet) en nieuw beleid (regionalisering)

++ ++ + +

B6 Actualisering gemeentelijk handhavingsbeleid kinderopvang

Aanbod van kinderopvang conform vastgestelde kwaliteitseisen Wettelijke verplichting ++ -- -- --

B7 Maatschappelijke Stages jongeren tijdens hun schooltijd kennis laten maken met de samenleving door een onbetaalde bijdrage te leveren aan deze samenleving

Wettelijke verplichting ++ ++ +- -

C Werk

C1 Project begeleiding Risicojongeren Begeleiding van risicojongeren naar werk Pilot ++ ++ ++ ++

D Vrije tijd en maatschappij

D1 Jongerenontmoetingsruimte Creëren van een voorziening voor en door jongeren Nieuw beleid De uitvoering van dit aandachtspunt is afhankelijk van de

ontwikkelingen rondom project Revitalisering Bloemenwijk

D2 Jonge mantelzorgers Bewustwording creëren en ondersteuning bieden Vastgesteld beleid (lokaal gezondheidsbeleid) ++ ++ ++ --

E Gezondheid

E1 Preventie overmatig alcoholgebruik en drugsgebruik Terugdringen alcohol en drugsgebruik Vastgesteld beleid (integraal en intergemeentelijk alcohol- en drugsbeleid) ++ ++ -- -- Project 2007 - 2010

E2 Elektronisch Kind Dossier (EKD) Digitalisering dossiers JGZ Wettelijke verplichting ++ -- -- --

E3 Overgewicht en gezonde voeding Toename van gezonde leefstijl en afname % overgewicht Vastgesteld beleid (lokaal gezondheidsbeleid) ++ ++ ++ -- Beleidsplan 2008 - 2011

F Veiligheid en Openbare Orde

F1 Aansluiting bij Veiligheidshuis Integrale benadering probleemjongeren Vastgesteld beleid (integraal veiligheidsbeleid) + -- -- --

F2 Hangjongeren Terugdringen overlast conform geactualiseerd protocol Jongeren op Straat Vastgesteld beleid (protocol JOS) ++ ++ +- +-

F3 Opstellen gedragsregels Op ludieke wijze bespreken van normen en waarden Vastgesteld beleid (integraal veiligheidsbeleid) ++ ++ -- -- Beleidsplan 2007 - 2010

F4 Aandacht voor radicalisering Borgen van signalering van radicalisering Vastgesteld beleid (integraal veiligheidsbeleid) ++ ++ -- -- Beleidsplan 2007 - 2010

F5 Aandacht voor digitaal pesten Informeren van ouders en jeugd over deze vorm van pesten. Vastgesteld beleid (integraal veiligheidsbeleid) ++ ++ -- -- Beleidsplan 2007 - 2010

F6 Zwerfvuil rondom scholen Voorkomen overlast zwerfvuil Vastgesteld beleid (integraal veiligheidsbeleid) ++ ++ -- -- Beleidsplan 2007 - 2010

F7 Problematiek rondom loverboys Signalering en voorlichting aan ouders en jeugd over loverboys Vastgesteld beleid (integraal veiligheidsbeleid) ++ ++ -- -- Beleidsplan 2007 - 2010

F8 Schoolveiligheidsplannen Clustering van regels rondom veiligheid op en rondom school Vastgesteld beleid (integraal veiligheidsbeleid) ++ ++ -- -- Beleidsplan 2007 - 2010

G Huisvesting

G1 Starterswoningen binnen de Woonvisie Realiseren van voldoende starterswoningen in Asten Nieuw beleid ++ -- -- --

H Verkeer

H1 Behouden BVL-labels scholen Houden en onderhouden BVL-labels Vastgesteld beleid ++ ++ ++ ++

H2 Verkeerseducatie doelgroep 0-4 jaar en hun ouders Bevorderen van verkeersveiliggedrag van 0-4 jarigen en hun ouders Nieuw beleid ++ ++ +- +-

(20)

BIJLAGE 2 | Aanbod per aandachtsveld

Opgroeien en opvoeden

Onderwijs, Educatie en Opvang

Werk Vrije tijd en maatschappij

Gezondheid Veiligheid en Openbare Orde

Huisvesting Verkeer

Consultatiebureau Basisonderwijs Reïntegratietraject Protocol Jeugd in Beeld

Project Alcohol

en Drugs STOP Starterswoningen

verhuur/koop

Brabants Verkeersveilig-

heidslabel

GGD Speciaal

Basisonderwijs

Project begeleiding

risicojongeren Jonosh Elektronisch Kind

Dossier HALT

Steunpunt opvoedingsonder-

steuning

Voortgezet

onderwijs Samsara JGZ 0-4 JPP

Zigeuneroverleg Voortgezet speciaal onderwijs

Mantelzorg

ondersteuning JGZ 5-18 Casusoverleg Veiligheidshuis Netwerk

jeugdzorg Asten Leerlingenvervoer Subsidie-

verordening Signalerings-

systeem Zorg voor Jeugd

Leerplicht

Volwassenen- educatie

VVE

Kinderopvang

ersteteeuninun g J

Veiligheidshuis ubsidie-

ordening

(21)

Bijlage 3 | Aantallen jeugd gemeente Asten

Jeugd van 0 tot 23 jaar

2006 2007 2008

Man 2571 2598 2604

Vrouw 2339 2319 2329

Totaal 4910 4917 4933

Jeugd van 0 tot 5 jaar

2006 2007 2008

Man 528 537 516

Vrouw 491 470 447

Totaal 1019 1007 963

Jeugd van 5 tot 18 jaar

2006 2007 2008

Man 1607 1614 1612

Vrouw 1459 1434 1469

Totaal 3066 3048 3081

Jeugd van 18 tot 23 jaar

2006 2007 2008

Man 436 447 476

Vrouw 389 415 413

Totaal 825 862 889

(22)
(23)

Bezoekadres Koningsplein 3 5721 GJ Asten

Postadres Postbus 290 5720 AG Asten

T 0493 671212 F 0493 671213

www.asten.nl gemeente@asten.nl ontwerp & realisatie

Orange Design | Asten-Heusden

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

worden gesteld de eigen kracht van jongeren waar dan ook in de interventiepiramide te versterken door hun maatschap- pelijke participatie te stimuleren, te werken aan een

Jeugd en jongerenwerker Structureel contact met jongeren Autonoom beleid ++ ++ ++ ++ BCF ONIS Patricia vd Kruijs/

Deze startnotitie is de basis voor de nieuwe nota integraal jeugdbeleid gemeente Asten, die naar verwachting eind 2013 gereed zal zijn.. In deze startnotitie worden de ambitie

- Er zou een beter aanbod van goedkope huurwoningen voor jongeren moeten zijn, die aan het studeren zijn, net klaar zijn met hun studie en/of willen gaan werken.. - De

De politie benadrukt de toename van harddrugs en zou graag zien dat hierover een actiepunt wordt opgenomen onder het speerpunt.. ‘vermindering gebruik alcohol, roken

Om voeding voor deze nota te krijgen zijn de wethouders jeugd van Asten en Someren, de heer Huijsmans en de heer Maas, in gesprek gegaan met jongeren op het Varendonck-College.

De gemeente Asten wil in de periode 2014-2017 de jongeren en ouders meer betrekken bij het jeugdbeleid, te peilen wat jongeren en ouders bezig houdt en een brug slaan tussen

In het Varendonck College wordt vanaf die datum maandelijks een discoavond georganiseerd voor kinderen uit de gemeente Asten die in groep 5 t/m 8 van de basisschool zitten.