Vraag nr. 40
van 26 oktober 2001
van de heer MARINO KEULEN Ziepbeek Lanaken – Vervuiling
Sinds 1998 klagen de bewoners van Oud-R e k e m over geurhinder en zichtbare vervuiling van de Ziep- of Zijpbeek. Naar aanleiding van deze klach-ten verzocht het gemeentebestuur de Vlaamse Mi-lieumaatschappij (VMM) een onderzoek uit te v o e r e n . Op 16 november 2000 werden de resulta-ten van dit onderzoek aan het gemeentebestuur bezorgd.
De oorzaak van de hinder zou volgens de V M M terug te vinden zijn in rechtstreekse overstorten van rioolwater in het ingebuisde deel van de beek, lozingen vanwege de villawijk Zilverkust in R e k e m , lozingen van het Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis of een aantal privé-lozingen die op het rioleringsnet zijn aangesloten.
De VMM stelt daarenboven een aantal maatrege-len voor waaronder het opsporen van de oorzaak van het overmatig lozen van rioolwater in de inge-buisde beek, het controleren in hoeverre alle wo-ningen wel op het rioleringsnet zijn aangesloten, nagaan hoe de lozingssituatie van de villawijk is en controleren hoe de huishoudelijke lozingen van het psychiatrisch ziekenhuis gebeuren.
Het gemeentelijk MINA-plan bevat echter geen enkele maatregel om iets aan deze situatie te doen of om de maatregelen door de VMM voorgesteld uit te voeren (MINA-plan : Plan voor Preventie en Sanering inzake Milieu en Natuur).
1. Welke maatregelen neemt de minister teneinde de vervuiling van de Zijpbeek te stoppen ? 2. Kan de Vlaamse regering of de VMM het
ge-meentebestuur van Lanaken verplichten inzake de vervuiling van de Zijpbeek maatregelen op te nemen in het gemeentelijk MINA-plan ? Zo neen, waarom niet ?
3. Kan de VMM zelf een aantal maatregelen nemen indien het gemeentebestuur niet op-treedt ? Zo ja, welke ?
Antwoord
1. Met betrekking tot deze problematiek ontving de VMM op 13 september 2000 een verzoek van het gemeentebestuur van Lanaken om een
on-derzoek in te stellen naar geregeld optredende geurhinder en visuele vervuiling van de Zijp-beek in het centrum van Oud-Rekem.
Na de analyse van een aantal monsternames en na terreinonderzoek werden op 16 november 2000 de conclusies van het VMM-onderzoek en een aantal aanbevelingen aan de gemeente overgezonden.
Deze betroffen voornamelijk acties die door het gemeentebestuur dienden te worden geïni-tieerd :
– de controle van het bestaande gemeentelijke rioolstelsel ;
– nagaan of alle woningen aangesloten zijn op de bestaande riolering ;
– de lozingssituatie van het psychiatrisch zie-kenhuis controleren ;
– een oplossing bieden voor de lozingen van de nabijgelegen wijk Zilverkust (± 200 inwo-nersequivalenten) ;
– actieve sensibilisering van de betrokken in-woners gecombineerd met het verbaliseren van de eventuele illegale lozingssituaties. 2 en 3. De Vlaamse regering, noch de VMM
kun-nen de gemeente verplichten specifieke en dos-siermatige maatregelen op te nemen in het ge-meentelijk MINA - p l a n . Het MINA-plan be-hoort tot de gemeentelijke autonomie, m a a r moet zich wel richten naar het gewestelijke p l a n . Bijgevolg betreur ik dat met betrekking tot de acties vermeld door de VMM niets terug te vinden is in het gemeentelijk MINA-plan. De VMM heeft geen inspectiebevoegdheid en kan dus ook niet optreden tegen de illegale lo-z i n g s s i t u a t i e s. De gemeentelijke overheid be-schikt evenwel ook over alle inspectiebevoegd-heden en kan dus in deze zaak optreden. D a a r-enboven bestaat er op huishoudelijk niveau een verplichting tot aansluiting (Vlaremwetgeving) op de riolering wanneer deze aanwezig is. D e controle hierop berust eveneens bij de gemeen-te.
r i o l e r i n g s d o s s i e r. Aangezien de VMM momen-teel een volgend subsidieprogramma voorbe-r e i d t , zal in het ovevoorbe-rleg met de gemeenten aan-gedrongen worden op het verder uitwerken van dit project. Dit in aansluiting met het recentelijk goedgekeurde rioleringsproject in de Daal-broekstraat.