Vraag nr. 192 van 21 april 1999
van de heer JOHAN DE ROO Putwaterkwaliteit – Oost-Vlaanderen
Uit de krant verneem ik dat het putwater in de provincie Oost-Vlaanderen sterk verontreinigd is. Een studie terzake van de TMVW (Tussengemeen-telijke Maatschappij der Vlaanderen voor Water-bedeling) vermeldt een aantal gemeenten uit Oost-Vlaanderen (Afsnee, De Pinte, Sint-Martens-Latem, Nevele, Zulte, Kruishoutem, Herzele, Lede, Mere, Wichelen, Zottegem en Ronse).
1. Wat zijn de precieze oorzaken van de slechte waterkwaliteit in Oost-Vlaanderen ?
2. Werd een dergelijke studie ook gemaakt in de gemeenten van het Meetjesland ?
Zo ja, wat zijn de resultaten ?
Indien die resultaten even verontrustend blij-ken, wordt er dan een campagne opgezet of worden er andere maatregelen genomen om de bevolking te doen aansluiten op het drinkwater-net ?
3.
Zo er nog geen dergelijke studie is voor het Meetjesland, bestaan er dan plannen terzake ?
Antwoord
1. De studie van de TMVW liet volgende conclu-sies toe.
Gemiddeld werden in 83 % van de onderzochte putwaters, bij de gemeten parameters, over-schrijdingen vastgesteld van de normen zoals bepaald in het besluit van de Vlaamse regering van 15 maart 1989 houdende technische regle-mentering inzake drinkwater. In 21 % van de onderzochte gevallen had deze non-conformi-teit enkel betrekking op comfortparameters (pH, hardheid en ijzer). In 62 % van de onder-zochte gevallen werd eveneens een overschrij-ding van de toxische parameters (nitraat, nitriet, ammonium, oxideerbaarheid) en/of bacteriolo-gische parameters (totale coliformen, fecale co-liformen, fecale streptokokken) vastgesteld. De oorzaken van deze slechte waterkwaliteit in ondiepe freatische lagen zijn niet gemakkelijk eenduidig aan te wijzen en zijn een combinatie van puntbronnen (lekkende rioleringen,
septi-sche putten, mazouttanks, ...), diffuse bronnen (bemesting, hemelwater, ...), alsook van nature uit aanwezige stoffen (zie verder).
2 en 3. In de gemeenten van het Meetjesland werd, noch door de Vlaamse Maatschappij voor Wa-tervoorziening (VMW), noch door de afdeling Water van de administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer (Aminal) een uitvoerige studie gemaakt over de waterkwaliteit van indi-viduele putwaters. De gegevens met betrekking tot de waterkwaliteit van de private grondwa-ters worden momenteel wel verzameld door het ministerie van Volksgezondheid.
Een studie over de grondwaterkwaliteit in de provincie Oost-Vlaanderen in opdracht van de Vlaamse Gemeenschap, wordt momenteel afge-werkt. De resultaten zullen in boekvorm in het najaar van 1999 verschijnen. Uit deze studie blijkt dat de grondwaterkwaliteit in het Meet-jesland niet abnormaal afwijkt van die in de rest van de provincie Oost-Vlaanderen. Verschillen zijn dikwijls te wijten aan natuurlijke omstan-digheden.
Het grondwater in het Kwartair vertoont spo-ren van antropogene beïnvloeding, wat tot ui-ting komt in verhoogde waarden van onder an-dere nitraat. Het water van het Kwartair is meestal hard. De kwaliteit van het grondwater in het Ledo-Paniseliaan vertoont sporen van an-tropogene beïnvloeding in het freatisch gedeel-te. Het Landeniaanwater is over het algemeen relatief sterk gemineraliseerd. Door natuurlijke verschijnselen is eveneens veel ijzer in het water aanwezig.
Voor het Meetjesland werden nog volgende vaststellingen gedaan.
– In het Kwartair worden overschrijdingen van de drinkwaternorm vastgesteld voor chlori-de, sulfaat en ijzer. Dit is voornamelijk te wij-ten aan natuurlijke omstandigheden.
– Het Ledo-Paniseliaan vertoont een toene-mende verzilting naar het noorden toe. – Het Landeniaan vertoont hogere waarden
voor ijzer, chloride, sulfaat en totale hard-heid in het noorden van de provincie dan in het zuiden. Het water is dus in het noorden alkalisch, hard en zeer sterk gemineraliseerd. Dit is voornamelijk te wijten aan natuurlijke verschijnselen.