• No results found

Commercialia Handelsarbitrage

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Commercialia Handelsarbitrage"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

situatie is meegewogen. Het hof is van oordeel dat de afnemer zijn ver-weer dat hij is geadviseerd door een cliëntenremisier, en Dexia daarvan wist, onvoldoende heeft onder-bouwd.

Hof ’s-Hertogenbosch 8 januari 2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:19 Renteswap. Bewijsopdracht. Vervolg op tussenuitspraak Hof ’s-Hertogen-bosch 19 december 2017

(ECLI:NL:GHSHE:2017:5802, NTHR 2018, afl. 2). Het hof laat de afnemer van de renteswap toe tot het bewijs dat Rabobank hem niet heeft geïnformeerd over de renteswapover-eenkomst en een rentecap en nimmer informatie aan hem heeft verstrekt over rentederivaten. Het hof zal in-dien nodig in een later stadium een deskundige benoemen voor een on-derzoek naar de echtheid van de handtekening op een door de bank overgelegd formulier.

Hof Arnhem-Leeuwarden 15 januari 2019,

ECLI:NL:GHARL:2019:315 Effectenlease. Uit de stukken volgt dat de afnemer destijds via het ver-koopkanaal van Dexia is benaderd door een persoon die zich presenteer-de als een mepresenteer-dewerker van Dexia (destijds Legio-Lease). Later is geble-ken dat een extern callcenter (Vero Telemarketing) hem namens Dexia had benaderd. Het hof oordeelt dat Vero niet in eigen naam handelde, maar in naam van Dexia, met het doel om tussen Dexia als aanbieder en de potentiële afnemer een financiële ef-fectenleaseovereenkomst te sluiten. Vero is derhalve opgetreden als verte-genwoordiger van Dexia en niet als zelfstandig tussenpersoon. Nu er geen enkel aanknopingspunt is om aan te nemen dat Vero als cliëntenremisier (dienstverlener) is opgetreden, strandt het beroep van de afnemer op schen-ding van art. 41 NR 1999 en de daar-op geënte rechtspraak. (In gelijke zin: Hof Arnhem-Leeuwarden 15 januari 2019, ECLI:NL:GHARL:2019:317.) Hof Amsterdam 15 januari 2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:75 Renteswap. Met de rechtbank (Rb. Amsterdam 15 maart 2017, ECLI:NL:RBAMS:2017:1255, NTHR 2017, afl. 4) oordeelt het hof onder meer dat er geen sprake is van strijd met de Wet op de kansspelen en dat er geen rechtsregel is die eraan in de weg staat dat Rabobank in de

onderhandelingen over de swap ook een eigen belang diende. De verho-ging van de debiteurenopslag acht het hof (anders dan de rechtbank) echter onrechtmatig. Rabobank had er bij het tot stand komen van de renteswap-overeenkomst nadrukkelijk en ondub-belzinnig op moeten wijzen dat de renteswap de bevoegdheid tot aanpas-sing van de opslag onverlet liet. Aan die waarschuwingsplicht heeft Rabo-bank niet (voldoende) voldaan. Rb. Oost-Brabant 9 maart 2017, ECLI:NL:RBOBR:2017:6946 Effectenlease. De rechtbank oordeelt dat er geen sprake is van een onaan-vaardbaar zware financiële last. Ver-der is Dexia niet opgetreden als financieel adviseur. Derhalve ver-klaart de rechtbank voor recht dat Dexia ten aanzien van de tussen haar en de afnemer gesloten overeenkom-sten aan al haar verplichtingen heeft voldaan en derhalve niets meer aan de afnemer verschuldigd is. Rb. Amsterdam 2 januari 2019, ECLI:NL:RBAMS:2019:29

Execution-only relatie. De rechtbank ziet geen omstandigheden die voor de bank een signaal hadden moeten zijn van ongebruikelijke beleggingsac-tiviteiten. Daarom kon ook niet van de bank worden gevergd dat zij nader onderzoek deed naar de handelwijze van de frauderende secretaris van de beleggersclub, die de club schade heeft berokkend. De vergelijking met de zaak Fibonacci gaat naar het oor-deel van de rechtbank mank. Rb. Rotterdam 9 januari 2019, ECLI:NL:RBROT:2019:398 Effectenlease. Verzetprocedure. De rechtsverhouding tussen Tealinez (de rechtsopvolger van ARC, op haar beurt rechtsopvolger van Dexia) en de afnemer is vervangen door de WCAM-overeenkomst. Dit betekent dat (de rechtsvoorganger van) Tealinez vanaf 25 januari 2007 niet langer de bevoegdheid toekwam om het verstekvonnis van 8 oktober 2003 ten uitvoer te leggen. De vordering van Tealinez is dan ook verjaard. Rb. Rotterdam 23 januari 2019, ECLI:NL:RBROT:2019:526 De rechtbank is van oordeel dat de curator conservatoir beslag mocht doen leggen op het aandeel van de gefailleerde B.V. in het effectenverza-meldepot. De visie die erop neerkomt dat de structuur van DeGiro

mee-brengt dat een onder haar gelegd conservatoir derdenbeslag niet kan kleven, acht de rechtbank onjuist. De inhoud en strekking van de toepasse-lijke wetgeving brengt mee dat een dergelijk beslag wel kan worden ge-legd.

CvB Kifid 30 oktober 2018, 2018-062 Financiële constructie bestaand uit hypothecaire lening en effectendepot. De CvB laat in het midden of tussen partijen een adviesrelatie bestond en of de bank toerekenbaar is tekortschoten. De belegger wordt niet ge-volgd in zijn klachten over het oor-deel dat de schade niet is komen vast te staan.

CvB Kifid 2 november 2018, 2018-064

Vermogensbeheerder schendt zorg-plicht door geen rekening te houden met pensioendoelstelling. Een verlies van 10% op de portefeuille wordt niet als schade aangemerkt, omdat de belegger in de vragenlijst had inge-vuld dat percentage als verlies accep-tabel te vinden. Van het resterende verlies blijft 50% voor rekening van de belegger wegens eigen schuld. CvB Kifid 15 januari 2019, 2019-001 De bank gebruikt een all-intarief voor de kosten van haar dienstverlening. De belegger stelt dat de bank heeft verzuimd hem erover te informeren dat fondskosten niet zijn inbegrepen in dit tarief. De Commissie van Be-roep oordeelt dat de belegger dit rede-lijkerwijs heeft moeten begrijpen aan de hand van de verstrekte informatie. Geen tekortschieten in de informatie-verplichting. T.R.G. Leyh KNB D.M.A. Gerdes Kifid HANDELSARBITRAGE Rechtspraak

(2)

EVRM); arbeidsgeschil. Eind april 2017 hebben X en Global Rescue een ‘Services Agreement’ (hierna: SA) gesloten op grond waarvan X dien-sten zou leveren aan Global Rescue. In de SA is een NAI-arbitragebeding opgenomen. In november 2017 heeft X buiten werktijd een auto-ongeluk gekregen waardoor hij enige tijd ar-beidsongeschikt raakte; in december 2017 ontving X het bericht van Global Rescue dat de SA niet werd verlengd. In eerste aanleg heeft X de kantonrechter onder meer verzocht om de gedane opzegging te vernieti-gen en achterstallig salaris te betalen totdat de (in de ogen van X) arbeids-overeenkomst op ‘rechtsgeldige wij-ze’ zal zijn geëindigd. Global Rescue heeft de bevoegdheid van de kanton-rechter betwist nu partijen arbitrage zijn overeengekomen. Hoewel de kantonrechter Global Rescue hierin gelijk gaf, bracht de kantonrechter ook naar voren dat ‘de keuze voor arbitrage geen onoverkomelijke hoge drempel mag opwerpen om het ge-schil aan een arbiter voor te leggen’. Aan de hand van de omstandigheden van het geval kwam de kantonrechter tot de conclusie dat in casu sprake was van ‘een onaanvaardbaar hoge financiële drempel’ voor X en werd het beroep van Global Rescue op het arbitragebeding verworpen. In de onderhavige procedure komt Global Rescue tegen het oordeel van de kan-tonrechter op dat haar geen beroep toekomt op de arbitragebepaling. Het hof gaat hierin niet mee: op grond van de ‘geschetste’ omstandigheden van het geval overweegt het hof dat ‘vol-doende’ is komen vast te staan dat het aanhangig maken van het onderhavige geschil overeenkomstig het arbitrage-beding voor X in de situatie dat zijn inkomen van de ene op de andere dag geheel was weggevallen, ‘zodanig kostbaar was dat dit voor hem een wezenlijke belemmering opleverde’. Volgt (opnieuw) afwijzing van het beroep op het arbitragebeding in de gegeven omstandigheden naar maat-staven van redelijkheid en billijkheid en inhoudelijke behandeling van de zaak.

Hof Amsterdam 29 januari 2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:192 Weigering verlof tot tenuitvoerleg-ging van drie buitenlandse arbitrale vonnissen; internetarbitrage. Tussen partijen zijn, in drie verschillende ar-bitrageprocedures, drie (Engelstalige) arbitrale vonnissen gewezen. De

arbi-trale vonnissen zijn gewezen door unus-arbiter ‘net-ARB, Inc.’ (rechts-persoon naar het recht van de Ameri-kaanse staat Georgia). De vonnissen hebben alle betrekking op leningen in bitcoins die verzoeker X aan Y heeft verstrekt; de leningen zijn tot stand gekomen via een onlineplat-form waarop partijen met elkaar lenin-gen in bitcoins kunnen aangaan. Een partij die door middel van dit plat-form een bedrag in bitcoins wil lenen, moet tevoren onder meer instemmen met een arbitragebeding. In de onder-havige procedure verzoekt X het hof om verlof tot tenuitvoerlegging van de drie arbitrale vonnissen (primair) op grond van art. 1076 Rv, (subsi-diair) op grond van art. 1075 Rv in samenhang met het Verdrag van New York. Het hof weigert het verzochte verlof. Hoewel Y niet in de onderha-vige procedure is verschenen, gaat het hof ambtshalve over tot het toetsen van het verzoek aan de openbare or-de. Nu ten aanzien van geen van de arbitrale vonnissen waarop het ver-zoek van X betrekking heeft, blijkt dat het scheidsgerecht dat het vonnis heeft gewezen of een derde die de betrokken arbitrages administratief heeft begeleid aan Y kenbaar heeft gemaakt dat tegen hem een arbitrage aanhangig was en welke vordering daarin ter beslissing voorlag, en hem een behoorlijke gelegenheid heeft ge-geven tot het voeren van verweer daartegen, komt het hof tot het oor-deel dat sprake is van schending van het beginsel van hoor en wederhoor ten aanzien van Y bij de totstandko-ming van de arbitrale vonnissen. Volgt weigering van het verzochte verlof wegens strijd(igheid) met de openbare orde en veroordeling van X in de kosten van het geding. Hof Arnhem-Leeuwarden 25 januari 2019,

ECLI:NL:GHARL:2019:634 TAMARA-arbitrage; wraking arbiter en doorbreking rechtsmiddelenver-bod ex art. 1070 Rv. In het kader van een TAMARA-arbitrage hebben Centraalstaal c.s. de partijarbiter van Brodotrogir gewraakt. Wanneer de betreffende arbiter weigert om zich als arbiter terug te trekken, wenden Centraalstaal c.s. zich tot de voorzie-ningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland met de vraag om een oordeel te geven over de gegrondheid van de wraking. De voorzieningen-rechter wijst het verzoek tot wraking toe. In de onderhavige procedure

(3)

voorzieningenrechter van de recht-bank ex art. 1075 (oud) Rv bevoegd is om over het verzoek een oordeel te geven. Nu de arbitrageprocedure vóór 1 januari 2015 aanhangig is ge-maakt, stelt verweerster zich op het standpunt dat – op grond van het overgangsrecht – het ‘oude’ art. 1075 Rv van toepassing is. Verzoekster voert daarentegen aan dat het recht zoals dat geldt ten tijde van het indie-nen van het verzoekschrift geldt nu de internationale arbitrage eerst bij het verzoekschrift waarbij verlof tenuitvoerlegging wordt gevraagd ‘in de Nederlandse rechtssfeer belandt’. Hoewel het hof onderkent dat er ook argumenten voor de stellingname van verzoekster zijn aan te voeren, sluit het hof zich (uiteindelijk) aan bij de visie van verweerster. Het hof over-weegt onder meer dat er onvoldoende aanwijzingen zijn dat de letterlijke tekst van art. IV van het overgangs-recht – waarin ‘geen enkel’ onder-scheid wordt gemaakt naar Neder-landse of buitenNeder-landse arbitrages – afwijkt van de bedoeling van de wet-gever. Daarnaast ‘lijkt’ met het woord ‘blijft’ in art. IV lid 2 en 4 tot uitdruk-king te zijn gebracht dat bij niet toe-passelijkheid van de nieuwe regeling het oude recht blijft gelden. Volgt onbevoegdverklaring en verwijzing naar de voorzieningenrechter. Vgl. Hof Amsterdam 29 januari 2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:224 (be-krachtiging vonnis waarvan beroep; (aannemingsovereenkomst)geschil over de betaling van facturen) waarin – tevergeefs – wordt geprobeerd om een RvA-appèlvonnis wegens gebrek-kige motivering ex art. 1065 lid 1 sub d Rv te laten vernietigen: niet kan worden gezegd dat een motivering ontbreekt of dat de motivering zo gebrekkig is dat die met een ontbre-kende motivering gelijk moet worden gesteld. Ook (het beroep op) de ver-nietigingsgrond ‘strijd met de goede procesorde’ ex art. 1065 lid 1 sub e Rv (er zou sprake zijn van een verras-singsbeslissing nu het aanbod van appellante tot het houden van een getuigenverhoor is afgewezen) heeft geen succes: het hof verwijst naar art. 1039 lid 5 (oud) Rv op grond waarvan het in beginsel aan de beoordeling van het scheidsgerecht is overgelaten of en in welke mate het partijen zal toe-staan bewijs van hun stellingen te le-veren. Het hof overweegt onder meer dat uit het RvA-appèlvonnis blijkt dat het appelscheidsgerecht ‘in we-zen’ van oordeel is dat appellante haar

betwisting onvoldoende heeft gemo-tiveerd; ‘[l]os hiervan’ is het passeren van het bewijsaanbod ‘hoe dan ook’ niet in strijd met het in art. 1039 lid 1 (oud) Rv neergelegde beginsel van hoor en wederhoor nu is ‘gebleken’ dat appellante – ondanks het aan de orde ervan stellen door het scheidsge-recht – in de gelegenheid is gesteld om deze stukken aan te leveren.

Varia

Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba 30 januari 2019, ECLI:NL:OGEABES:2019:3: het GiEA BES verleent verlof om (zonder zekerheidstelling) een tegen (de Bolivariaanse Republiek) Venezue-la gewezen arbitraal vonnis ten uit-voer te leggen. Venezuela komt geen immuniteit van executie toe nu het in deze procedure uitsluitend om de vraag gaat óf verzoekster het arbitraal vonnis ten uitvoer mag leggen, aldus het GiEA BES. (Andere) door Vene-zuela gevoerde verweren die kunnen leiden tot afwijzing van het verzoek worden een voor een afgewezen. Rb. Amsterdam 19 december 2018, ECLI:NL:RBAMS:2018:8247: de rechtbank vernietigt een NAI-vonnis ex art.1065 lid 1 sub e Rv; het scheidsgerecht heeft eiseres niet in de gelegenheid gesteld om voorafgaand aan het wijzen van het oorspronkelij-ke vonnis te reageren op een eiswijzi-ging, en eiseres niet ingelicht dat zij de eiswijziging procedureel toelaat-baar achtte. Door dit niet te doen, maar wel uitspraak te doen op basis van de eiswijziging, heeft het scheidsgerecht in strijd gehandeld met het beginsel van hoor en wederhoor, aldus de rechtbank. Zij brengt vervol-gens een aantal omstandigheden naar voren die voor dit oordeel ‘van be-lang’ zijn.

Rb. Gelderland 11 december 2018, ECLI:NL:RBGEL:2018:5740: de voorzieningenrechter wordt gevraagd om, vooruitlopend op de tenuitvoer-legging van een buitenlands (plaats van arbitrage: Zürich) arbitraal vonnis en vooruitlopend op de verkrijging van de eigendom van de aandelen, voorlopige maatregelen te treffen (maar wijst de vordering af). Rb. Amsterdam 29 november 2018, ECLI:NL:RBAMS:2018:8507: de rechtbank verklaart zich onbevoegd om kennis te nemen van een verzoek tot het bevelen van een voorlopig deskundigenbericht nu partijen een NAI-arbitrageclausule zijn

overeen-gekomen en het eveneens mogelijk is om in een dergelijke arbitrageproce-dure een deskundigenbericht te ver-krijgen.

Rb. Rotterdam 21 november 2018, ECLI:NL:RBROT:2018:11043: de rechtbank verwerpt (onder meer) een beroep op een arbitraal beding dat is opgenomen in een distributieovereen-komst. Tussen partijen is niet in ge-schil dat deze distributieovereen-komst een geldig arbitraal beding be-vat; centraal staat de vraag of aan het arbitraal beding in dit geval werking toekomt. Nu de vordering van eiseres is gebaseerd op later gesloten indivi-duele koopovereenkomsten op grond waarvan zij aan gedaagde heeft gele-verd, betekent dit dat aan de distribu-tieovereenkomst (en aan het daarin neergelegde arbitraal beding) voor deze latere koopovereenkomsten geen werking meer toekomt, ‘buitengewo-ne bijkomende omstandigheden daargelaten’, aldus de rechtbank. Rb. Den Haag 14 november 2018, ECLI:NL:RBDHA:2018:15532: de rechtbank wijst een vordering van (de Republiek) India tot vernietiging van een arbitraal (BIT-)deelvonnis af. Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba 13 november 2018,

ECLI:NL:OGHACMB:2018:219: het Gem. Hof buigt zich (onder meer) over de vraag of een arbiter onrechtmatig heeft gehandeld nu deze gebruik zou hebben gemaakt van een akte die niet de wil van appellante vertegenwoordigt, alsmede ‘talrijke besluiten’ zou hebben genomen die zouden getuigen van partijdigheid van de arbiter. P.L.F. Ribbers UL HULP- EN TUSSEN-PERSONENRECHT Rechtspraak

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Mijdrecht - Voetbal is echt niet meer alleen een jongenssport, want inmiddels hebben al veel meisjes de weg naar het voetbalveld gevonden. Meisjesvoetbal is zelfs hot en vol-

Update 16-3-2020 Sommigen benadrukken één eigenschap ten koste van andere eigenschappen..

De nieuwe richtlijn om niet langer voorgangers te zenden naar funeraria en crematoria wordt gedragen door alle bisdommen.. Ik doe nooit iets op eigen houtje, maar

RvA Bouw 23 januari 2018, 36.315; in het kader van een kort geding wordt door een projectontwikkelaar niet het be- staan van de vordering betwist, maar wel ‘het spoedeisend belang’..

TVM (verweerster) stelt dat dit verzoek dient te worden afgewezen nu geen vertaling van het arbitraal vonnis is overgelegd; een eis die door (art. IV lid 1 van) het Verdrag van New

Het Meldpunt Rookoverlast krijgt in deze tijd meer meldingen van rookoverlast door de buren.. Volgens van de gaan we uit van de beste van

Tot slot heeft ook de stelling dat het scheidsgerecht zich niet aan zijn opdracht heeft ge- houden door te oordelen dat Attero als stipulator optrad, geen succes nu er ‘geen reden’

RvA Bouw 17 juli 2017, 72.100 RvA-appèlarbiters wijzen een vorde- ring van aanneemster tot schorsing van executie af nu (onder meer) niet sprake is van een ‘evidente, direct