• No results found

Berichten of berechten?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Berichten of berechten?"

Copied!
100
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Berichten of berechten?

Onderzoek naar trial by media in de berichtgeving van de kwaliteitskranten Trouw en de Volkskrant en de populaire kranten De Telegraaf en het Algemeen Dagblad over de zaak-Holloway.

Naam student: Rinske Hiemstra Studentnummer: S1795333

Hoofdbegeleider: dr. R. (Pien) van der Hoeven Tweede lezer: prof. dr. H.B.M (Huub) Wijfjes

(2)

0. Dankwoord

Deze scriptie symboliseert voor mij een periode van vallen en opstaan. Meerdere keren ben ik vol goede moed achter mijn laptopje gaan zitten, want ‘Schrijven is zitten tot het er staat’ leerde dr. Geurt Henk van Kooten mij tijdens mijn bacheloropleiding. En ik heb een hoop gezeten de afgelopen maanden.

(3)

Inhoudsopgave 1. Schandpaal in de woonkamer ---5 2. Theoretisch kader ---8 2.1 Trial by media ---8 Serialization ---8 Personification---9 Commodification--- 10

2.1.1 Bezwaren trial by media--- 13

2.1.2 Voorkomen van Trial by media --- 14

2.2 Tabloidisering: hapklare maagvulling --- 15

2.2.1 Trouw --- 17

2.2.2 de Volkskrant --- 19

2.2.3 De Telegraaf--- 22

2.2.4 Het Algemeen Dagblad--- 23

2.3 Misdaadjournalistiek --- 25

2.4 Mediahypes--- 26

3. De vermissingzaak van Natalee Holloway --- 28

4. Analyse --- 30 4.1 Onderzoeksopzet--- 30 4.2 Verantwoording krantenkeuze --- 30 4.3 Onderzoeksvariabelen gedefinieerd--- 31 5. Resultaten --- 36 5.1 Kwaliteitskranten--- 36 5.1.1 Serialization--- 36 5.1.2 Personification --- 39 5.1.3 Commodification --- 42 5.1.4 Suggestieve berichtgeving --- 46 5.1.5 Subconclusie kwaliteitskranten--- 49 5.2 Populaire kranten --- 52 5.2.1 Serialization--- 52 5.2.2 Personification --- 57 5.2.3 Commodification --- 59 5.2.4 Suggestieve berichtgeving --- 62

5.2.5 Subconclusie populaire kranten --- 66

(4)

6.1 Serialization--- 69

6.2 Personification --- 70

6.3 Commodification --- 71

6.4 Suggestieve berichtgeving --- 71

6.5 Conclusie --- 72

6.6 Reflectie & vervolgonderzoek--- 73

Literatuurlijst--- 75

(5)

1. Schandpaal in de woonkamer

De schandpaal staat tegenwoordig in de woonkamer. Door de vele berichten over misdaad vindt veroordelingniet alleen meer in de rechtbank plaats. Huub Evers, voormalig lector aan de Fontys Hogeschool in Tilburg, schreef hierover in een opinieartikel in het Brabants Dagblad: ‘’Trial by media': los van de strafrechtelijke schuld en veroordeling is er de veroordeling door de media bij wijze van volksgericht.’1 Hiermee bedoelt hij dat door de grote media-aandacht en vooral negatieve aandacht iemand veroordeeld wordt, terwijl zijn schuld niet is bewezen.

De zaak rondom de vermissing van Natalee Holloway en de betrokkenheid van Joran van der Sloot was veel in de media. In het televisieprogramma van Peter R. de Vries liet de

misdaadverslaggever weten geen twijfels te hebben aan de schuld van Van der Sloot. Meerdere afleveringen van zijn programma concentreerden zich op Van der Sloot en de vermissing van het Amerikaanse meisje, met als hoogtepunt een uitzending waarin De Vries claimde de zaak te hebben opgelost. Half Nederland zat aan de buis gekluisterd en keek hoe met behulp van verborgen camera’s geregistreerd werd dat Van der Sloot zei te maken te hebben met de verdwijning van Holloway. Van der Sloot trok zijn verklaringen later weer in en kon vrijuit gaan, maar voor de kijkers bleef de indruk hangen dat hij de hand heeft gehad in de verdwijning van Holloway.

Inmiddels is er onderzoek geweest naar de uitzendingen van Peter R. de Vries en bleek dat er in de televisiejournalistiek sprake was van trial by media.2 Ook journalistieke programma’s als Netwerk hebben onderzocht of hiervan sprake was en of de grote media-aandacht rondom de vermissing de rechtsgang van Van der Sloot heeft belemmerd.Duidelijk is dat er in de

televisiejournalistiek sprake was van trial by media in de zaak rondom de vermissing van Natalee Holloway en de betrokkenheid van Joran van der Sloot.3

Ook de krantenjournalistiek bekritiseerde de uitzending van De Vries. In een achtergrond artikel van dagblad Trouw werd met de vinger naar Peter R. de Vries gewezen. Want door zijn uitzending ‘heeft Van der Sloot een flinke achterstand opgelopen. Hij lijkt vogelvrij te zijn verklaard en op internet schelden tienduizenden mensen hem publiekelijk de huid vol.’4 In ditzelfde artikel werd Frank van Vree, hoogleraar journalistiek en cultuur aan de Universiteit van Amsterdam geciteerd: ‘Je moet je ernstig afvragen of we dit soort vormen van journalistiek willen’, zei hij. ‘Ik maak me daar grote zorgen over. In de Verenigde Staten komen de nabestaanden van het slachtoffer al twintig jaar uitgebreid in beeld om te vertellen dat ze de dader wel even een kopje kleiner zullen

1 Brabants Dagblad, 16-06-2010,

2 Nunen, van, I. (2009), Trial by media? Representatie van identiteiten in de zaak Natalee Holloway. Masterscriptie Film- en Televisiewetenschappen, Universiteit Utrecht.

3 Idem.

(6)

maken. Criminaliteit wordt in Amerika als vermaak gebracht. Nu zie je dat ook in Nederland steeds meer.’5

Zowel Trouw als de Volkskrant berichtte veelvuldig over de uitzending van Peter R. de Vries waarin hij claimt de zaak te hebben opgelost. Beide kranten laten zelfs het begrip trial by media vallen in verband met de uitzending.6 Maar moeten zij de hand ook in eigen boezem steken? Zijn zij zelf ook schuldig aan trial by media in de vermissingzaak van Natalee Holloway? En hoe zit dat met andere Nederlandse kranten?

Interessant hierbij is om te onderzoeken of er verschil is in de berichtgeving tussen kwaliteitskranten en populaire kranten. De verschillen tussen beiden lijken groot. Waar populaire kranten bij hun artikelen schreeuwerige koppen hebben met veel foto’s, wordt van de kwaliteitspers een rustigere opmaak en inhoud verwacht. Mijn verwachting is dan ook dat er in de populaire kranten meer sprake zal zijn van trial by media. Er zijn daarentegen wetenschappers die menen dat de scheidslijn tussen de kwaliteitspers en de populaire pers aan het vervagen is.7 Dit wordt

tabloidisering genoemd: ‘Tabloidisation involves a shift to new and more entertainment-oriented kinds of content, and a shift from verbal to visual priorities’, aldus mediaonderzoekster Anna-Kaisa Oikarinen.8 Daarnaast stellen Communicatiewetenschappers Bakker en Scholten dat het verschil tussen de kwaliteitskranten en de populaire kranten in Nederland lang niet zo groot is als in het buitenland.9 Op basis hiervan valt juist te verwachten dat de berichtgeving over de zaak-Holloway in de kwaliteitspers en de populaire pers niet veel verschilt.

Met deze scriptie wil ik een bijdrage leveren aan het onderzoek naar trial by media.

Wetenschappelijk onderzoek heeft zich tot nu toe geconcentreerd op wat trial by media inhoudt, maar heeft nog geen vastomlijnde methode ontwikkeld om het begrip vast te stellen. Met deze scriptie wil ik een stap in die richting zetten en hoop te kunnen zeggen of nog meer media schuldig zijn aan trial by media in de zaak van Natalee Holloway. Een belangrijk thema binnen deze scriptie is het verschil tussen de kwaliteitspers en de populaire pers. Door twee kwaliteitskranten en twee populaire kranten te onderzoeken wordt inzichtelijk hoe de vier kranten omgaan met trial by media.

5 Trouw, ‘De volksjury heft gesproken’, 05-02-08 6 Trouw, ‘De volksjury heft gesproken’, 05-02-08;

De Volkskrant, ‘Als getuige kan De Vries rol spelen’, 01-02-08;

De Volkskrant, ‘De 'bekentenis' alleen is weinig waard; De zaak-Natalee Holloway Justitie komt in actie op basis van aanwijzingen uit televisie-uitzending’ 04-02-08;

De Volkskrant, ‘Wees veel kritischer op De Vries’, 04-02-08.

7 McChesney, R. W. (2000), Rich media, poor democracy. Communication politics in dubious times. New York The New Press, 33.

8 Oikarinen, A. (2002), News vs Gossips: “Does it matter if the line disappears?” Stockholm: Stockholm University, 6.

(7)

Zo kan er ook iets gezegd worden over het verschil tussen de kwaliteitspers en de populaire pers op de Nederlandse dagbladenmarkt. De volgende onderzoeksvraag staat centraal in deze scriptie:

In hoeverre is er sprake van trial by media in de verslaggeving rondom de vermissing van Natalee Holloway in de kwaliteitskranten Trouw en de Volkskrant en in de populaire kranten De Telegraaf en het Algemeen Dagblad?

(8)

2. Theoretisch kader

Dit hoofdstuk bespreekt de literatuur die relevant is voor dit onderzoek en is opgedeeld in vijf delen. Allereerst wordt het begrip trial by media geduid en worden de bezwaren ervan besproken.

Vervolgens wordt dieper in gegaan op het verschil tussen de kwaliteitskranten en de populaire kranten en wat de kenmerken, oorzaken en gevolgen van tabloidisering zijn in verband met trial by media. Daarna wordt er een historische schets van de vier kranten gegeven om duidelijk te maken waarom zij tot de categorie kwaliteitskrant of populaire krant horen. De derde paragraaf geeft een korte historische schets van de misdaadjournalistiek en bespreekt de rol van de journalistiek in misdaadzaken. Afsluitend komt de theorie over mediahypes aan bod en haar relatie met trial by media.

2.1 Trial by media

Trial by media is de term die vaak gebruikt wordt voor een zaak of persoon die door veelvuldige en soms suggestieve media-aandacht terechtstaat voor het publiek in plaats van voor de rechtbank.10 Sociologen Machado en Santos baseren zich bij deze formulering op de definitie die criminoloog Ray Surette in zijn boek ‘Media, crime and Criminal Justice’ aan een mediatrial geeft: ‘a regional or national news event in which the media co-opt the criminal justice system as a source of high drama and entertainment.’11Uit de definities van Surette en Machados en Santos komt naar voren dat er bij mediatrials sprake is van grote media-aandacht voor geruchtmakende rechtszaken en van

misdaadverslaggeving waarin de focus ligt op drama en entertainment. Kenmerkend voor mediatrials is dat sensatie boven informatie komt. De structuur en inhoud van succesvolle

entertainmentprogramma’s wordt toegepast op een mediatrial om deze zo sensationeel mogelijk te maken. Dagbladen maken de berichtgeving sensationeler door veel foto’s te gebruiken en er worden grote koppen boven de artikelen geplaatst.12

Serialization

Ray Surette stelt dat mediatrials voldoen aan drie kenmerken: serialization, personification en commodification. Surette is beknopt over serialization, ook andere wetenschappelijke artikelen leggen het begrip niet verder uit. In de scriptie Holleeder: “mietje”of mythe: Trial by media en mythevorming in het Kolbakproces van Nikki Sterkenburg wordt dit begrip verder uitgewerkt. Sterkenburg legt uit dat in de informatica serialization het bewaren van content (informatie), in een

10 Machado, H., Santos, P. (2009), ‘The disappearance of Madeleine McCann: Public drama and trial by media in the Portugese press’, in: Crime, Media, Culture, 5(2)

(9)

storage medium (hier: het geheugen van het publiek) is. Vanwaar het later weer verkregen kan worden om opnieuw geconstrueerd te worden.13

Er is volgens Sterkenbrug sprake van serialization als: ‘de media verslag doen van een

bepaalde zaak over een langere tijdsperiode, waarbij er vanuit gegaan wordt dat de lezer of kijker de zaak al langer volgt en waarbij er een bepaalde mate van voorkennis verondersteld wordt. De

nieuwsconsument neemt hierbij nieuwe informatie tot zich en gebruikt deze om een nieuw geheel te construeren met de informatie die hij al had.’14 Serialization is dus te herkennen aan de continuïteit van de berichtgeving. Ook boeken die vooraf aan een proces verschijnen of specials die achtergrond informatie bieden laten zien dat er sprake is van serialization. Daarnaast kunnen er websites

gelanceerd worden waarop media nog gemakkelijker nieuws over de zaak naar hun doelgroep brengen. Serialization wordt soms gekenmerkt door speciale banners die de serie herkenbaar maken. Op berichtniveau kan er ook gekeken worden of er sprake is van serialization: door te tellen hoeveel procent van het bericht oude informatie geeft. Want stel dat een bericht voor een merendeel oude informatie bevat die de zaak opnieuw bij het publiek uitlegt, dan wordt er bij de lezer weinig voorkennis verondersteld.

Er is geen sprake van serialization als er alleen maar wordt bericht over iemands arrestatie, de procesdag en de uitspraak. Wel is er sprake van serialization als binnen die periode een tijd lang veel media-aandacht is, waardoor het publiek warm gehouden wordt. Algemeen kan gezegd worden: hoe meer een onderwerp in het nieuws is tijdens het onderzoek, hoe meer er sprake is van een serie.

Personification

Het tweede kenmerk van Surette is personification, het gaat erom dat de focus ligt op het

persoonlijke. Volgens Surette hebben media de neiging te focussen op iemands persoonlijkheid en emoties.

‘Judges, lawyers, police, witnesses, jurors and defendants are interviewed, photographed and frequently raised to celebrity status. Personalities, personal relationships, physical appearances, and idiosyncrasies are commented on regardless of legal relevance... And text is characterized by conjecture and sensationalism. A media trial is, in effect, a dramatic miniseries developed around a real criminal case.’15

(10)

In het geval van de rechtszaak van O.J. Simpson was er bijvoorbeeld ontzettend veel aandacht voor Marcia Clark, zij leidde het team van openbare aanklagers. Door journalisten werd er uitgebreid geschreven over haar twee mislukte huwelijken, haar permanentje, welke rokjes ze droeg en de vraag of ze haar baan wel kon combineren met de zorg voor twee kleine kinderen. Ook advocaat Johnie Cochran junior stond veel in de belangstelling.16 Allemaal informatie, vaak persoonlijk of vertrouwelijk die geen nut voor de zaak heeft en ook geen algemeen belang kent, maar toch wordt gepubliceerd.

Personification richt zich niet alleen op iemands persoonlijkheid, maar geeft ook vertrouwelijke informatie. Deskundigen wordt om uitleg gevraagd en er wordt druk gezocht naar informatie over de psyche van de verdachte.

Betrokkenen worden in grote zaken beroemdheden en ook familieleden kunnen in de belangstelling komen te staan, zelfs als zij de publiciteit niet opzoeken. Het noemen van namen en het focussen op persoonlijkheid is een belangrijke keuze van de journalist.

In een rechtbankverslag wordt er vaak alleen gesproken over ‘de officier van justitie’ of ‘de advocaat van de verdachte’. In grotere zaken willen aanklagers zich graag als crimefighters

presenteren en worden advocaten en openbare aanklagers bij naam genoemd.17 Zij zijn op dat moment vooral bezig met de beeldvorming over zichzelf in plaats van zich te concentreren op de zaak. Ze willen naam maken met een grote zaak en zoeken de media vaak op.

Commodification

De commodification is moeilijker te meten, omdat het hier gaat in hoeverre de berichtgeving ‘hapklaar’ wordt gemaakt. Van nieuws wordt een ‘commodity’, een verkoopbaar product gemaakt. Surette beschrijft het begrip als volgt: ‘The for-profit packaging and marketing of crime information for popular consumption.’18 Berichtgeving wordt voorgeschoteld in ‘hapklare brokken’, zonder dat het publiek gestimuleerd wordt om zelf een afweging te maken.

De aflevering van Peter R. de Vries waarin hij de verborgen camerabeelden van Patrick van Eem uitzendt, is volgens Isis van Nunen een goed voorbeeld van commodification. Van Nunen schreef haar masterthesis over trial by media in de zaak-Holloway voor de opleiding Film- en

Televisiewetenschappen aan de Universiteit Utrecht.19 Volgens haar zegt Peter R. de Vries in de uitzending dat hij het aan de kijker overlaat om te oordelen over Van der Sloots schuld. Maar

16 Dijk, van, J., en Kaaij, van der, M. (1995), O.J. Simpson: het proces van de eeuw, Utrecht: kwadraat, 65-66. 17 Pritchard, D. (1986) ‘Homicide and bargained justice: The Agenda-Setting Effect of Crime News on Prosecutors’, in: Public Opinion Quarterly 50(2): 144-145.

18 Surette, R. (2010), Media, crime and criminal justice, 220.

(11)

tegelijkertijd is zijn argumentatie zo geconstrueerd dat er niet anders geconcludeerd kan worden dan dat Van der Sloot schuldig is.20 Nunen illustreert dit met een citaat van de voice-over van het

programma van De Vries:

‘natuurlijk is de enige uitweg in deze situatie om te zeggen dat het allemaal verzonnen is, omdat onze infiltrant Patrick het graag wilde horen. Maar juist in jouw situatie ligt het niet voor de hand dat je daaraan tegemoet bent gekomen, integendeel. Je maakt bij niemand op de wereld een goede indruk door te zeggen dat je een jong meisje dat in jouw armen is doodgegaan, zo snel mogelijk als oud vuil in de oceaan hebt gedumpt. (...) Zoiets beken je in mijn ogen alleen als het ook zo is gebeurd. Als het de ongemakkelijke waarheid is.’21

Bovenstaand voorbeeld laat goed zien wat er met commodification wordt bedoeld. Het nieuws wordt in hapklare brokjes aan de lezer/kijker voorgeschoteld. Het publiek wordt niet gestimuleerd om zelf over de zaak na te denken met als gevolg dat het publiek gemakkelijk de mening van de media over neemt.

Voorbeeld: zaak Lucia de Berk

Een voorbeeld van trial by media in de krantenjournalistiek is de onterechte veroordeling van de verpleegkundige Lucia de Berk. Hoewel enkele kranten destijds aan haar veroordeling twijfelden, berichtte de media suggestief over De Berk.22 De verpleegster werd in 2003 veroordeeld tot levenslang en in juni 2004 werd ze in hoger beroep veroordeeld tot levenslang met tbs voor zeven moorden en drie pogingen tot moord. Bijzonder aan deze zaak was dat het enige bewijs tegen De Berk een statistische kansberekening was. Volgens wetenschappers was de kans dat er zoveel patiënten tijdens haar dienst een natuurlijke dood waren gestorven 1 op 342 miljoen. Daarnaast beschreven haar collega’s haar als ‘verdacht’, maar hard bewijs was er niet, want niemand had Lucia de Berk ooit op iets illegaals betrapt. In april 2010 werd De Berk vrijgesproken en concludeerde het gerechtshof dat er sprake was van justitiële dwaling. Veel media hebben wel bericht over de

vrijspraak, maar hebben niet geschreven over de manier waarop ze met haar eerste veroordeling zijn omgegaan. In veel artikelen werd naar De Berk gerefereerd met bijnamen als ‘engel des doods’ en ‘zuster des doods’. 23

20 Idem

21 “De ontmaskering van Joran van der Sloot”, Peter R. de Vries, misdaadverslaggever, SBS6, 3 februari 2008

22 Bakker, C. (2012), Het heksenproces tegen Lucia de Berk, waarheidsvinding of winstbejag. Onderzoek naar de berichtgeving in De Telegraaf en NRC Handelsblad over het strafproces tegen de Haagse verpleegkundige Lucia de Berk, RUG: Masterscriptie Journalistiek.

(12)

Bas Knoop van het weblog De Nieuwe Reporter stelt dat de media in deze zaak aan suggestieve beeldvorming hebben gedaan. Aan de hand van rechtbanktekeningen wil de reporter aantonen dat De Berk als heks werd neergezet.24 De rechtbanktekeningen uit 2003 laten de verpleegster zien met ‘ingevallen wangen, afhangende mondhoeken en een grote spitse neus.25 Andere tekeningen zijn volgens hem niet anders.

Wanneer De Berk op 14 april verschijnt in de talkshow van Pauw en Witteman, ziet het Nederlands publiek een heel andere vrouw: ‘een aardige vrouw met een zacht gezicht, grote neus en pretoogjes.’26

Na de vrijspraak van De Berk werden de tekeningen al gauw onderwerp van discussie. De auteur van de nieuwe reporter haalt hierbij een column van Nico Dijkshoorn aan uit dagblad De Pers: ‘Een heks. Op de meeste tekeningen was zij afgebeeld als iemand die je wilt verbranden. Steen om de nek en kijken of ze blijft drijven. Wij hebben de laatste zes jaar van de kranten precies gekregen die ze dachten dat we wilden zien. De Engel des Doods. Maar ja, Engelen des doos verkopen kranten.’27 Tekenaar Aloys Oosterwijk, die De Berk ook meerdere malen portretteerde voor het ANP, gaf in een item van het NCRV-programma Man Bijt Hond toe dat De Berk er ‘toch wat vriendelijker uitziet dan ze jarenlang is afgebeeld.’ ‘Maar die neus hadden we goed.’ In de betreffende uitzending gaf Oosterwijk aan dat hij zich De Berk uit de rechtszaal herinnerde als ‘een gespannen vrouw die vaak

24 Zie: http://www.denieuwereporter.nl/2010/04/media-maakten-heks-van-lucia-de-berk/ (laatst geraadpleegd op 2 januari 2013)

25 Ibid.,

26 Zie: http://www.denieuwereporter.nl/2010/04/media-maakten-heks-van-lucia-de-berk/ (laatst geraadpleegd op 2 januari 2013), zie ook:

http://rechtbankverslaggever.wordpress.com/2010/05/01/lucia-de-b-van-moordenaar-tot-mens/

(laatst geraadpleegd op 2 januari 2013)

27 Via: http://www.denieuwereporter.nl/2010/04/media-maakten-heks-van-lucia-de-berk/ (laatst geraadpleegd op 2 januari 2013)

Gepubliceerd op 17 juni 2008 in NRC Handelsblad.

(13)

haar hoofd tussen haar schouders had geklemd’. “Gelukkig lacht ze nu weer. De Engel des Doods is verleden tijd.”28

2.1.1 Bezwaren trial by media

Bovenstaand voorbeeld van Lucia de B. laat goed zien wat trial by media in een zaak teweeg kan brengen. Hoewel Lucia de B. geen mensen heeft vermoord, is zij jarenlang neergezet als sluwe moordenaar en werden haar predikaten toegekend als ‘zuster des doods’ en ‘engel des doods’. Haar hele leven is veranderd door deze zaak. ‘Ik was vrij. Maar ik wist dat ik getekend was voor het leven’, zei Lucia hierover in een interview met Chantal Bakker.29

Er was sprake van justitiële dwaling in het proces tegen De Berk. Maar ook de media hebben een beslissende rol gespeeld in de veroordeling van Lucia (voor het publiek). Volgens Chrisje Brants, Hoogleraar Straf- en Strafprocesrecht zijn media zich niet bewust van het feit dat ze iemand een eerlijk proces kunnen ontnemen. Volgens haar is het niet onmogelijk dat veel media aandacht een rechter beïnvloedt:

‘Specifiek onderzoek bestaat niet. Wel laat onderzoek naar justitiële dwalingen zien dat veel fouten die uiteindelijk tot vergissingen leiden, in het vooronderzoek worden gemaakt wanneer de zaak om welke reden dan ook geruchtmakend is en de opsporingsinstanties zich gedwongen voelen snel met een oplossing te komen.’30

Het risico van trial by media is volgens Brants een van de redenen waarom audiovisuele media maar mondjesmaat worden toegelaten in de rechtszaal. De verdachte zal dan niet voor de rechter, maar via de media voor het volk terechtstaan. Dat zich vervolgens een wellicht niet meer uitwisbare mening vormt over de persoon en schuldvraag.31

Brants hekelt de jacht op primeurs en daarmee de verruwing van journalistiekethische principes. Hoogleraar Mediarecht, Gerard Schuijt, sluit zich bij Brants aan. Hij zegt dat de

berichtgeving rondom rechtszaken in Nederland in het algemeen wel goed is, maar dat er een aantal uitschieters is. In het geval van Volkert van der G. waren de media volgens het Hof niet schuldig aan de hoeveelheid publiciteit die hij kreeg, maar zijn wel de mist in gegaan door onjuistheden en aantijgingen te publiceren die niet bewezen waren.32

28 Zie: http://www.denieuwereporter.nl/2010/04/media-maakten-heks-van-lucia-de-berk/ (laatst geraadpleegd op 2 januari 2013)

29 Bakker, C. (2012), Het heksenproces tegen Lucia de Berk, waarheidsvinding of winstbejag, 6. 30 Brants, C. (2005), ‘Trial by media: publiciteit in het vooronderzoek’, 60.

31 Brants, C. (2005), ‘Trial by media en publiciteit in het vooronderzoek’, in: J.M. Reijntjes, Praktisch strafrecht, Nijmegen: Wolff Legal Publishers, 50.

(14)

Nog een kritiekpunt van trial by media is dat de media zelf rechercheren. Brants vindt dat hiervoor uitgekeken moet worden, omdat de informatie waarop een journalist zich baseert anders is dan wat in een zitting wordt besproken. Ook kan de informatie eenzijdig zijn, mogelijk onwaar en in ieder geval niet goed gecontroleerd.33 ‘Een proces dat op de juiste wijze in de rechtszaal wordt gevoerd, blijft in ieder geval een eerlijk proces. Dat kun je vaak niet zeggen van het terechtstaan in de krant.’34 Wanneer media slecht geïnformeerd zijn slaan ze de plank nog weleens mis. Ook al wordt iemand na publicatie alsnog onschuldig bevonden en komt er rectificatie, dan nog blijven veel mensen in de schuld geloven, ervan overtuigd dat waar rook is ook wel vuur zal zijn, stelt Parool-Journalist Bart Middelburg.35

Journalisten eigenen zich ook opsporingsmethoden toe. Peter R. de Vries is een goed voorbeeld. Dit kan gevaarlijke situaties opleveren: ‘Openbaarheid kan resulteren in een hetze tegen de verdachte of tegen andere procesdeelnemers als de zaak zich niet ontwikkelt in een richting die het publiek gewenst acht.’36

Brants sluit bovendien niet uit dat de kans op een eerlijk proces wordt beïnvloed door trial by media. De vele media-aandacht leidt ertoe dat officiers van justitie zich graag als crimefighter presenteren.37 Andere procesdeelnemers kunnen de media aanwenden om een grote zaak te winnen. Betrokkenen bij een proces proberen hun gelijk in de media te halen, in plaats van in de rechtszaal. Het lekken van informatie is hier een onderdeel van. 38

2.1.2 Voorkomen van Trial by media

Om trial by media te voorkomen, inclusief bovengenoemde gevolgen moet volgens Machado en Santos de pers zich in grote zaken afstandelijker opstellen. ‘High profile mediatized criminal cases have the potential to linger in the public memory and become cultural references which may effect longterm public representations of crime and justice.’39 Zij concluderen ook dat de zaak rond Madelain McCann een voorbeeld is van ‘commodified product of an emotional collective

consensus.’40 Ze bedoelen dat media een beslissende rol kunnen spelen in hoe het publiek tegen een

33 Brants, C. (2005), Trial by media: publiciteit in het vooronderzoek, 46. 34 Idem.

35 Middelburg, B. (2005), Onderwereld-p.r.: hoe misdaad de media manipuleert, Amsterdam: Pandora, 67.

36 Malsch, M. en Nijboer, J.F. (2005), De zichtbaarheid van de openbaarheid in de strafrechtspleging, Deventer: Kluwer, 26.

37 Brants, C. (2005), ‘Trial by media: publiciteit in het vooronderzoek’, 46. 38 Ibid., 48.

(15)

zaak aankijkt. Door te letten op de lexicale keuzes die gemaakt zijn in een tekst, kan volgens de onderzoekers onderzocht worden of er sprake is van sturend taalgebruik en dus van trial by media.41

2.2 Tabloidisering: hapklare maagvulling

Deze paragraaf legt het begrip tabloidisering uit. Duidelijk wordt hoe de kwaliteitskranten zich verhouden tot de populaire kranten en er wordt een korte geschiedenis van de vier gekozen kranten gegeven om de verschillen en overeenkomsten tussen de kranten een historisch fundament te geven.

Onderscheid tussen kranten wordt vaak gemaakt door ze als ‘kwaliteitskrant’ of als ‘populaire krant’ te bestempelen.42 Kwaliteit is een lastig definieerbaar begrip. Het onderscheid tussen kwaliteits- en populaire kranten is vooral herkenbaar aan de verschillende invulling van een krant, zoals

taalgebruik, nieuwsselectie en lay-out.43

Communicatiewetenschappers Peter Dahlgren en Colin Sparks stellen dat kwaliteitskranten vooral over het politieke en economische leven berichten. Ook is er meer internationaal nieuws en kijken kwaliteitskranten meer naar de lange termijn en zijn de artikelen langer.44

Politicoloog Patrick Stouthuysen stelt dat het onderscheid tussen kwaliteitskranten en populaire kranten ook te herkennen is aan de uiterlijke kenmerken: een kwaliteitskrant heeft een sobere opmaak met weinig foto’s en minder sensationele koppen.45 In Nederland behoort Trouw samen met onder andere de Volkskrant, NRC Handelsblad en het Financiële Dagblad tot de kwaliteitspers.

Tegenover de kwaliteitskrant, staat de populaire krant. Ook het begrip ‘populair’ is moeilijk te omschrijven. Wat voor de een populair is, is voor de andere verwerpelijk. Internationaal gezien wordt de populaire pers geassocieerd met schreeuwerige koppen, veel foto’s en een

tabloidformaat.46 In Nederland worden bijvoorbeeld De Telegraaf en het Algemeen Dagblad beschouwd als populaire kranten.

41 Idem.

42 Motké (2011), Trial by Media: de botsing tussen Vrouwe Media en Vrouwe Justitia. Onderzoek naar de berichtgeving van de Vlaamse kranten Het Laatste Nieuws en De Standaard over de rechtszaak van de parachutemoord, RUG: Masterscriptie Journalistiek, 12.

43 Idem.

44 Dahlgren, P & Sparks, C. (1992), Journalism and popular culture. Londen: Sage Publications, 38-39. via Motké, S. (2011), Trial by Media: de botsing tussen Vrouwe Media en Vrouwe Justitia, 12.

45 Stouthuysen, P. (1999), ‘Cultuurpessimisten hebben ongelijk. De vermeende verpulping van de

kwaliteitskrant’, Ons Erfdeel 42: 342. via: Motké, S. (2011), Trial by Media: de botsing tussen Vrouwe Media en Vrouwe Justitia, 12.

(16)

Hoewel de verschillen op papier groot zijn tussen kwaliteitskranten en populaire kranten, vindt er steeds meer overlap plaats. Door grote concurrentie en doordat de krantenwereld in zwaar weer zit, wordt er steeds vaker gekozen voor gemakkelijk, sensationeel nieuws. Dagbladbedrijven houden steeds meer rekening met voorkeuren en behoeften van lezers en adverteerders.47 Het zijn bedrijven die als voornaamste doel hebben winst te maken. Het nieuws dat het meeste oplevert wordt gebracht.48

Deze homogenisering van de media, waarbij de grens tussen kwaliteitspers en de populaire pers vervaagt, wordt veroorzaakt doordat budgetten dalen. Hierdoor zijn er minder reporters beschikbaar en vindt er minder controle plaats. Goedkoop nieuws, waarbij succes verzekerd is krijgt steeds grotere prioriteit.49 Sensationele onderwerpen zoals misdaad komen hierdoor steeds meer in kranten. Volgens de Britse communicatiewetenschapper Neil Postman is de komst van de televisie ook van invloed op de sensationalisering van de pers. Hij stelt dat door de introductie van

commerciële tv-zenders, dagbladbedrijven hun stijl moesten veranderden, omdat anders belangrijke adverteerders werden weggekaapt door televisieprogramma’s. Het gevolg was dat de krant als doel kreeg om zijn lezer vooral niet te vervelen, omdat deze anders direct ‘wegzapt’. De focus komt hierdoor te liggen op dramatische titels, trivia en bekendheden.50

In Nederland speelt volgens mediahistoricus Huub Wijfjes de veranderende maatschappij ook een rol bij de werkwijze van kranten. Het publiek vindt tegenwoordig andere zaken belangrijk dan vroeger en de journalistiek is hierdoor veranderd.51 Communicatiedeskundige Kees Brants en politicoloog Philip van Praag noemen dit ‘medialogic’: de media identificeren zich eerder met de publieke zaak dan met een bepaalde partij. En wat het electoraat op grond daarvan zou moeten weten. Er is sprake van een trustee model, waarbij journalisten het nieuws verzorgen waarvan zij denken dat het publiek het nodig heeft.52

De veranderende manier van berichtgeving door bovengenoemde zaken wordt

´tabloidisering´ genoemd: ‘Tabloidisation involves a shift to new and more entertainment-oriented kinds of content, and a shift from verbal to visual priorities’, aldus mediaonderzoekster Anna-Kaisa

47 Bolle, M. (2009), Welk nieuws haalt de krant Een crossnationaal onderzoek naar de mate van

commercialisering van Amerikaanse en Nederlandse kwaliteitskranten vanaf 1960. Masterthesis Media en Journalistiek, Erasmus universiteit Rotterdam.

48 Bourdieu, P. (1998), Over televisie. Amsterdam: Boom. 47.

49 McChesney, R. W. (2000), Rich media, poor democracy. Communication politics in dubious times. New York The New Press, 33.

50 Postman, N. (2000), ‘The Social Effect of Commercial Television’, in R. Andersen & L. Strate (Eds.), Critical Studies in Media commercialism. Oxford University Press, 47-54.

51 Wijfjes, H. (2001), ’Journalistiek in transitie’, Ons Erfdeel, 44(1): 65-66.

(17)

Oikarinen.53 De term ‘tabloidisering’ is afgeleid van de term ‘tabloid’, een kleiner formaat krant.54 ‘Tabloidisering’ wordt vaak als een negatieve ontwikkeling gezien. Zo stellen mediadeskundigen Jay Blumler en Michael Gurevitch dat tabloidisering de democratische taak van de pers ondermijnt, de taak van sociale verantwoordelijkheid verwaarloost en de burger hierdoor niet goed wordt

geïnformeerd.55

Kort gezegd is het gevolg van tabloidisering dat de verschillen tussen kwaliteitskranten en populaire kranten niet meer zo groot zijn. Waar vroeger alleen de tabloids misdaadjournalistiek in hun pakket hadden, brengt tegenwoordig ook de kwaliteitspers misdaad nieuws. Ook andersom heeft er een verschuiving plaatsgevonden. De populaire pers is volgens Bletz en Lunshof dan ook niet minder betrouwbaar dan de kwaliteitspers. Door concurrentie met nieuwsrubrieken van radio en tv die zich ook op de massa richten en een beter opleidingsniveau van hun publiek, kan de populaire pers het zich niet meer veroorloven om de betrouwbaarheid van de krant niet serieus te nemen.56 De scheidslijn tussen de kwaliteitspers en de populaire pers is volgens journalisten Kussendrager en van der Lugt bovendien lang niet zo groot als in het buitenland.57

Sonny Motké heeft onderzocht of er sprake is van trial by media in de Belgische kranten De Standaard en Het Laatste Nieuws in de scriptie Trial by Media: de botsing tussen Vrouwe Media en Vrouwe Justitia. Hij onderzocht de berichtgeving van de Vlaamse kranten over de rechtszaak van de parachutemoord en zette een kwaliteitskrant tegenover een populaire krant. Zijn conclusie luidt dat er in Vlaanderen wel degelijk nog een scheidslijn is te trekken tussen de kwaliteitspers en de

populaire pers wat betreft berichtgeving.58 En hoewel beide kranten volgens hem enigszins schuldig waren aan trial by media, was het verschil groot en kwam er in de populaire krant Het Laatste Nieuws meer en frequenter kenmerken voor van trial by media.59

2.2.1 Trouw

‘Door de betrokken wijze waarop de krant het nieuws brengt, de doorgaans kalme toonzetting, de degelijke analyses, bezonnen commentaren en informatieve achtergronden dwingt de krant respect

53 Oikarinen, A. (2002), News vs Gossips: “Does it matter if the line disappears?” Stockholm: Stockholm University, 6.

54 Fang, I. (1997), A history of mass communication, Newton: Butterworth-Heinemann, 104. 55 Blumler, J.G. & Gurevitch, M. (1995). The crisis of public communication. Londen: Routledge, 1. 56 Bletz, J., Lunshof, K. ,e.a. (1992), Journalistiek- nieuws brengen of nieuws maken? Groningen/Houten: Kluwer, 73-74.

57 Kussendrager, N., & Lugt, van der, D. (2007), Basisboek journalistiek: Achtergronden, genres, vaardigheden. Groningen: Uitgeverij Wolters-Noordhoff. 21.

(18)

af in journalistieke zin, als ‘kwaliteitskrant’’.60 In het redactiestatuut staat dat het uitgangspunt van de krant wordt bepaald ‘door het streven de samenleving, nationaal en internationaal, journalistiek te benaderen vanuit de overtuiging dat deze fundamentele kritiek behoeft, in zoverre ze de

verwerkelijking belemmert van de oproep van de Bijbel tot gerechtigheid, vrede, vrijheid en

naastenliefde.’ De berichtgeving focust zich op sociale, ethische en religieuze thema’s. Ook is er een grote rol voor levensbeschouwing: de krant neemt vanuit een sociaalchristelijk perspectief stelling.61 Trouw wil meegaan met de tijd, maar tegelijkertijd loyaal blijven aan de oorspronkelijke waarden. Dit doet zij sinds de jaren negentig ondermeer met het dagelijkse katern ‘de Verdieping’. 62 Trouw heeft een oplage van ruim 90.000 per dag.63

Korte geschiedenis van Trouw

In de Tweede Wereldoorlog verscheen de krant voor het eerst op 18 februari 1943, onder de naam Oranje bode. De krant was illegaal en het initiatief van een groep orthodox protestantse

verzetsmensen om het protestants-christelijke gedachtegoed te laten blijven horen.

Na de Tweede Wereldoorlog verscheen Trouw voor het eerst als dagblad. De krant had nauwe banden met de Antirevolutionaire Partij (ARP) en liet dan ook een duidelijk christelijk-nationaal geluid horen.

In de jaren ’60 vond bij Trouw een omslag plaats. Dat was vooral te merken doordat de krant meer afstand nam van de politieke en sociale erfenis van ARP-oprichter Abraham Kuyper.64 Zoekend naar een eigen onafhankelijke koers, verwijderde Trouw zich ook van de Gereformeerde kerken. Bruins Slot zei aan de vooravond van het vijfentwintig jarig jubileum van Trouw hierover het volgende: ‘Ik ga ervan uit dat protestantse christenen over alles geïnformeerd willen worden en niet voorgepreveld willen krijgen wat ze moeten vinden.’65 Opvattingen die tot dan toe vanzelfsprekend leken, werden ter discussie gesteld.66 In de veranderende maatschappij, veranderde de wereld van de christelijk gereformeerden, de grootste groep lezers van Trouw, enorm. Zekerheden op het gebied van geloof, politiek en gezin verdwenen. Hierdoor kwam Trouw in een lastige positie: enerzijds moest de krant met de veranderende maatschappij meegaan en vernieuwen, anderzijds moest de krant er

60 Ybema, S. (2003), De koers van de krant. Vertogen over identiteit bij Trouw en de Volkskrant. Academisch proefschrift Vrije Universiteit Amsterdam, 7.

61 Ibid., 43. 62 Ibid., 37.

63 www.hoi-online.nl (laatst geraadpleegd op 19-06-2013)

64 Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO) (2003). Medialogica. Over het krachtenveld tussen burgers, media en politiek. Den Haag: 75.

(19)

voor zorgen dat bestaande Trouw-lezers niet van de krant vervreemdden. Een lastige taak: zowel oude als nieuwe lezers tevreden stellen en tegelijkertijd de identiteit afvlakken en aanscherpen.67 In de jaren ’70 en ’80 ontwikkelde Trouw zich tot een gerespecteerde kwaliteitskrant, met een stabiele, maar langzaam ouder en kleiner wordende lezerskring. 68 Eind jaren ’90 werd de basis gelegd voor een ‘nieuwe krant’: het dagelijkse achtergrondkatern ‘de Verdieping’. ‘Het nieuwskatern moet compact en zakelijk worden geschreven, een streven waarmee Trouw, toch al een krant met minder redactionele pagina’s dan haar concurrenten, wil inspelen op de trend dat lezers steeds minder tijd hebben of nemen voor de krant maar wel een volledig overzicht wensen van het nieuws. In het tweede katern, de Verdieping, krijgen lezers in langere artikelen de achtergronden van het nieuws belicht en worden in columns en op de podiumpagina in ingezonden brieven verschillende meningen voorgeschoteld.’69

In het eerste nummer van de vernieuwde krant, begin januari 1999, staat in de bijgevoegde leeswijzer: ‘Geworteld in de christelijke traditie, blijft Trouw de krant die een bron van bezinning en inspiratie wil zijn voor iedereen, kerkelijk of niet-kerkelijk, die behoefte heeft aan morele en spirituele oriëntatie.’70Deze vernieuwingspoging in de jaren ’90 zorgde voor een lichte oplagestijging.71

Hoewel Trouw de nauwe banden met de kerk en politiek heeft verbroken, heeft de krant niet rigoureus met het eigen verleden gebroken. ‘In haar opinies kan de krant nog geregeld vanuit een christelijk-sociaal perspectief stelling nemen en in haar berichtgeving en beschouwingen toont Trouw bijzondere belangstelling voor sociale, ethische en religieuze vraagstukken.’72

In 2005 vond de meest recente vernieuwing plaats: als een van de eerste kranten van Nederland maakte Trouw de stap naar tabloid.

2.2.2 de Volkskrant

De Volkskrant wordt algemeen beschouwd als een kwaliteitskrant en heeft een betaalde oplage van ruim 230.000 per dag.73 De Volkskrant is een ‘progressieve, veranderingsgezinde krant’, aldus de eigen website. Ook is de krant volgens de website ‘eigenzinnig en onconventioneel, houdt haar zelfbewuste lezers betrokken en daagt ze uit, zodat zij het beste uit zichzelf en anderen halen.’ Oud-hoofdredacteur Pieter Broertjes schreef in 2006 ter gelegenheid van het uitkomen van de 25.000e

67 Ibid., 53. 68 Ibid., 35. 69 Idem. 70 Ibid. 37. 71 Ibid., 12. 72 Ibid., 29.

(20)

editie van de krant: ‘De redactie wil een spannende, dwarse krant maken, een krant waarin veel gebeurt. Niet voorspelbaar zijn, ook niet wat betreft onze politieke voorkeur.’74

Korte geschiedenis van de Volkskrant

In 1919 werd het weekblad de Volkskrant opgericht als orgaan van de rooms-katholieke vakbeweging en groeide vervolgens in twee jaar tijd uit tot dagblad. De krant had een grote en volgzame

katholieke achterban. Vanaf het einde van 1941 verscheen de krant tijdelijk niet meer: de nazi’s wilden dat de Volkskrant een belangrijke rol zou spelen in het onder Duitse invloed brengen van de confessionele pers. Daar waren zowel redacteuren, abonnees als andere medewerkers het niet mee eens: ze vertrokken in groten getale bij de krant.75

In 1944 ontstonden er geluiden om de krant opnieuw te laten verschijnen. Het initiatief kwam van een groepje mensen dat de katholieke pers wilde reorganiseren. Onder hen was de leider van de toentertijd verboden katholieke vakbeweging, A.C. de Bruijn. De nieuwe krant was een groot succes, want de abonnees stroomden met duizenden tegelijk toe.76

Toen in de jaren zestig de ontzuiling en ontkerkelijking begon, was de Volkskrant één van de aanjagers van dit proces.77 In 1965 werd de onderkop van de krant ‘Katholiek Dagblad voor Nederland’ afgeschaft, dat was misschien wel het duidelijkste teken van de ontzuiling bij de Volkskrant.78 De krant had de vrees dat de voormalige onderkop haar groei zou kunnen

belemmeren.79 De krant bleef echter wel duidelijk een katholieke identiteit behouden. Maar in de jaren die volgden ging de krant zich kritischer opstellen tegenover de katholieke kerk. Waar eerst geloof en de betekenis daarvan als hoofdzaak werd gezien, werd het voortaan een bijzaak.80 In deze jaren professionaliseerde de krant ook en werd dikker. De krant legde zich steeds meer toe op complete financieel-economische verslaggeving. De redactie groeide snel en werd uitgebreid met academici, terwijl daarvoor voornamelijk katholieke zelfopgeleide journalisten de krant maakten.81 In de jaren negentig veranderde de krant, onder invloed van de nieuwe hoofdredacteur Pieter Broertjes. De krant moest lichter van toon zijn, minder vakbondsnieuws brengen en meer aandacht hebben voor populaire cultuur. Daarnaast werd de werkwijze van de krant professioneler.82

74 Korteweg, A., Bruin, W., Elshout, A., e.a. (2006), Tussen de regels. Vijf jaar verslaggeving in de Volkskrant. Amsterdam: J.M. Meulenhof. 9.

75 Vree, van, F. (1996), De metamorfose van een dagblad. Amsterdam: J.M. Meulenhof, 17. 76 Ibid., 23.

77 Ibid., 7.

78 Plasse, van de, J. (2005), Kroniek van de Nederlandse dagblad- en opiniepers, 36. 79 Vree, van, F. (1996), De metamorfose van een dagblad, 63.

80 Ibid., 72.

81 http://nl.wikipedia.org/wiki/De_Volkskrant via: www.volkskrant.nl ‘Over de Volkskrant’ (laatst geraadpleegd op 19-06-2013).

(21)

De krant probeerde het linkse karakter van zich af te schudden en een lichte oplage stijging was het gevolg.83

In 1995 schreef toenmalig hoofdredacteur Van Gessel in Een beeld van een dagblad - de Volkskrant dat de Volkskrant ernaar streeft een kwaliteitskrant te zijn. Volgens hem leggen kwaliteitskranten de nadruk op zakelijke, genuanceerde berichtgeving. De presentatie van de

berichtgeving is sober, zonder veel sensatiezucht. Het gaat niet om een sensationeel effect, maar om goede en eerlijke informatie. Daar tegenover staan de populaire kranten die juist veel aandacht geven aan spectaculaire gebeurtenissen (ongelukken, misdaad, sportevenementen) en geven veel ruimte aan privé-nieuws.84 Ybema spreekt voor zijn proefschrift De koers van de krant met een aantal redactieleden van de Volkskrant en zij laten weten dat ze er nog naar steeds streven om en

kwaliteitskrant te zijn. Ze zijn volgens Ybema bang dat de krant teveel opschuift richting de populaire kranten.85 Het is een terugkerend thema, toen de krant nog een katholieke vakbondskrant was werd er al gediscussieerd of de redactie er voor kiest om een kwaliteitskrant te zijn of meer een algemeen volksblad wil zijn.86 De krant vindt een middenweg: ‘Wanneer de Volkskrant schrijft over

de ‘lage cultuur’, moet zij de ‘hoge cultuur’ als standaard blijven stellen bij de presentatie. Kortom: de onderwerpen van een populaire krant, maar de toon, de stijl en de smaak van een

kwaliteitskrant.’87

Vanaf het einde van de jaren negentig kreeg de Volkskrant het net als veel andere betaalde dagbladen zwaar doordat de advertentie- en abonnementsinkomsten daalden. In 1999 verscheen voor het eerst Volkskrant Magazine in het weekend als los tijdschrift. De jaren daarna veranderden ondermeer de stijl, de inhoud en de vormgeving van de krant in een poging het tij te keren.

Commentaar op de Volkskrant wordt gegeven omdat zij ‘een bindend en inspirerend

perspectief mist.’88 Een verslaggeefster tegen Ybema: ‘De redactie zou een voorbeeld moeten nemen aan concurrent NRC Handelsblad dat de laatste jaren veel over criminaliteit is gaan schrijven en hier journalistiek mee ‘scoort’. ‘Je kan zeggen: nou okay, da’s hùn punt, maar laten wij nou eens kijken waar wíj mee aan de slag willen.’89

83 Wijfjes, H. (2004) Journalistiek in Nederland, 1850-2000, 455.

84 Gessel, H.(1995) Een beeld van een dagblad – de Volkskrant 15. Via: Ybema, S. (2003). De koers van de krant 112-113.

85 Ybema, S. (2003). De koers van de krant, 113. 86 Ibid., 106.

(22)

2.2.3 De Telegraaf

De Telegraaf is een populaire krant en van oudsher onafhankelijk. De krant was in ieder geval nooit gebonden aan een ideologie. Toch stak de krant haar mening nooit onder stoelen of banken en maakte ze altijd duidelijk of ze het ergens wel of niet mee eens was. In de nieuwsselectie is in de loop der jaren weinig veranderd: de meeste aandacht wordt besteed aan misdaad, sport, entertainment en financieel-economisch nieuws. Het onderscheid tussen feit en mening bestaat in de krant niet erg duidelijk en emotie speelt altijd een belangrijke rol in de artikelen.90 De Telegraaf is momenteel de grootste krant van Nederland met een oplage ruim 500.000 exemplaren.91

Korte geschiedenis van De Telegraaf

Het ochtendblad De Telegraaf werd in 1893 opgericht door de voormalige legerkapitein Henry Tindal. Hij wilde een tegenhanger maken voor het liberale en chique Algemeen Handelsblad. De nieuwe krant richtte zich op dezelfde lezerskring als die van het Handelsblad, maar dan als ‘neutraal ochtendblad’, met een grote belangstelling voor handel en nijverheid.92 Haar politieke voorkeur verhulde de krant niet: de koers was hervormingsgezind en vooruitstrevend van aard. De

journalistieke stijl van de krant verschilde van de andere kranten: gebaseerd op de vanuit Engeland overgewaaide Angelsaksische traditie, onderscheidde De Telegraaf zich door een levendige

schrijfstijl, reportages van de straat en met veel oog voor het menselijk perspectief. Daarnaast verscheen er ook het zogenaamde ‘kopblad’ De Courant, speciaal bedoeld voor het minder bedeelde volk door onder meer de zeer lage verkoopprijs.93

Tegen het einde van de negentiende eeuw nam de belangstelling voor criminaliteit in de dagbladpers over de gehele linie toe. In De Telegraaf is de misdaad nooit ver weg.94 Misdaadnieuws had bij De Telegraaf al vroeg een prominente plek in de krant. Het wordt ook opvallender

gepresenteerd dan andere nieuwsitems.95

Lange tijd ging het voortvarend met De Telegraaf, daar komt echter een einde aan in 1901. Dit werd veroorzaak door de prijzenoorlog van het Handelsblad en de NRC. Wanneer De Telegraaf haar prijzen verhoogt, antwoorden de liberale dagbladen met een fikse prijsverlaging. De krant was hierdoor niet veel goedkoper meer dan haar concurrenten en de kwaliteit van de krant werd door de bezuinigingsdrift van Tindal minder. De prijzenoorlog en de bezuinigingsdrift van Tindal betekende de

90 Ibid., 455-456.

91 www.hoi-online.nl (laatst geraadpleegd op 19-06-2013). 92 Wolf, M. (2009), Het geheim van De Telegraaf, 24. 93 Idem.

(23)

nekslag voor De Telegraaf.96 De krant was niet veel meer waard en werd in de uitverkoop gedaan door de drukkerij. Een jonge ondernemer, Hak Holdert kocht de krant op. De krant bleef

onafhankelijk, zowel op politiek als kerkelijk gebied. Toch vonden er ook veranderingen plaats. De krant werd gevarieerder en toegankelijker. Holdert voerde een prijsverlaging door en de krant werd dikker. De grootste verandering vond echter plaats op de redactie. Holdert was in staat door een verandering van de oprichtingsakte om zonder enige vorm van overleg met de hoofdredactie medewerkers aan te trekken en even makkelijk weer te ontslaan. Dit deed hij dan ook geregeld.97

Enkele jaren later maakte de krant op belangrijke momenten wisselende keuzes op politiek gebied: in de Eerste Wereldoorlog nam de krant een anti- Duitse en progeallieerde houding in.98 In de Tweede Wereldoorlog werd eerder gecollaboreerd met de Duitsers, onder meer door pro-Duitse berichten in de krant te zetten.99 De krant probeerde tussen de regels door verzet te plegen en sommige redacteuren pleegden daadwerkelijk verzet tegen de Duitse overheersing. Zelfs nadat in oktober 1944 de krant werd overgenomen door SS´er Cees van der Heijden, waren er nog steeds redactieleden die actief waren in de illegaliteit.100 Het beeld dat de krant in de laatste jaren volkomen ‘fout’ is geweest houdt dan ook geen stand. Na de oorlog kreeg De Telegraaf te maken met perszuivering. De krant kreeg een verschijningsverbod opgelegd, maar na vier jaar werd dit ingetrokken.101 Na de herverschijning in 1949 gaat de krant door met haar stijl van voor de oorlog. ‘Meer nog dan in de jaren dertig krijgt het lichte, verstrooiende nieuws ruim baan.’102

Tijdens de verzuiling trok een onafhankelijke krant zoals De Telegraaf veel lezers. De stijging van de welvaart en het toenemende belang van het individu hielden verband met het ontstaan van de moderne consumptiegoederen. Er werd steeds meer waarde gehecht aan luxe, lifestyle en vrijetijdsbesteding. Als onafhankelijke krant kon De Telegraaf hier gemakkelijk op inspelen. In de jaren zestig werd de inhoud luchtiger en toegankelijker, en De Telegraaf ontwikkelde zich tot een echte massakrant.103

2.2.4 Het Algemeen Dagblad

Het Algemeen Dagblad wordt algemeen beschouwd als een populaire krant. Het is met haar oplage van ruim 380.000 exemplaren per dag de één na grootste krant van Nederland.104 Het AD is sinds haar oprichting een neutrale krant zonder politieke of religieuze binding. Volgens het redactiestatuut

96 Ibid., 61.

97 Wolf, M. (2009), Het geheim van de Telegraaf, 68-69. 98 Ibid., 124

99 Ibid., 246. 100 Ibid., 247.

101 Wijfjes, H. (2004), Journalistiek in Nederland, 1850-2000. 246. 102 Wolf, M. (2009), Het geheim van De Telegraaf, 348.

103 Ibid., 424.

(24)

dient de krant 'een populair, betrouwbaar, onafhankelijk landelijk ochtendblad' te zijn. De naam Algemeen Dagblad moet aangeven dat de krant een zo breed mogelijke lezerskring wil bereiken en zich niet wil binden aan een politieke of godsdienstige overtuiging.105

Korte geschiedenis van het Algemeen Dagblad

De krant werd in 1946 als zusje van de Nieuwe Rotterdamse Courant opgericht door Willem Pluygers en Jan Versnel. Versnel werkte, voordat hij de eerste hoofdredacteur van het AD werd, als journalist voor de Nieuwe Rotterdamse Courant. Pluygers begon zijn carrière in de krantenwereld bij diezelfde krant en hij schopte het tot bedrijfsleider en directiesecretaris van de Nieuwe Rotterdamse Courant. Het eerste nummer van het AD verscheen op 29 april 1946.106 Lange tijd was het AD, na De Telegraaf, de tweede krant van Nederland. Vanaf eind jaren tachtig verloor de krant lezers. Dat proces werd vanaf 1993 versterkt door de abrupte koerswijziging van toenmalig hoofdredacteur Peter van Dijk. Van Dijk wilde van de krant een familie-krant maken en investeerde veel in de ontwikkeling van bijlagen.107

In 2005 fuseerde de krant met kleinere regionale kranten. Sinds de fusie verschijnt het AD op tabloidformaat. Na een kort hoofdredacteurschap van Oscar Garschagen, die de titel op de voorpagina voorzag van `Nederlands populairste kwaliteitskrant', werd ombudsman Willem Ammerlaan in een periode van grote onrust op de redactie gevraagd de nieuwe hoofdredacteur te worden. Ammerlaan herstelde de rust, maar bleef slechts twee jaar bij de krant. Ammerlaans opvolger Jan Bonjer gooide daarna het roer om. Inmiddels was de Volkskrant het Algemeen Dagblad voorbij gestreefd als tweede krant van Nederland. Bonjer schrapte het predikaat 'kwaliteitskrant' in 2004 en richtte zich weer nadrukkelijk op concurrentie met De Telegraaf. Ook dit leidde tot veel nieuwe opzeggingen van abonnees, van wie velen zich na 1993 hadden aangemeld.108

De fusie in 2005 met zeven regionale kranten zorgde ervoor dat het AD weer de op een na grootste betaalde krant van Nederland werd.109

105 Bouwmeester, P. (2006), De Gouden Greep van ‘Woeste Willem’: de roerige geschiedenis van het zelfstandige Algemeen Dagblad. ‘s-Hertogenbosch: Adr. Heinen. 13.

106 Plasse, van de, J. (2005), Kroniek van de Nederlandse dagblad- en opiniepers, 83. 107 Bouwmeester, P. (2006), De gouden greep van ‘Woeste Willem’, 57-59. en

http://www.kranten.com/krant.html/ad (laatst geraadpleegd op 19-06-2013).

108 http://www.kranten.com/krant.html/ad (laatst geraadpleegd op 19-06-2013).

(25)

2.3 Misdaadjournalistiek

In deze paragraaf wordt een overzicht geven van de misdaadjournalistiek in Nederland. Ik heb hierbij veel gehad aan de scriptie van Daniël Heeringa: van onderwereldbankier tot mediafiguur. Onderzoek naar de berichtgeving over Willem Endstra in Het Parool, de Volkskrant en Quote.

Vanaf de jaren zeventig groeide de onthullingsjournalistiek in Nederland. Eerder was hier geen budget voor. De extra inkomsten kwamen uit de verhoging van abonnementsprijzen en overheidssteun. Hierdoor konden journalisten worden aangesteld die het grootste deel van hun tijd bezig waren met onderzoek. 110 Ook culturele redenen zorgden ervoor dat de onthullingsjournalistiek zich kon ontwikkelen. De houding van de pers ten opzichte van de overheid veranderde in de jaren zeventig. Waar de pers en journalisten eerst nog gezagsgetrouw te werk gingen, werden zij

halverwege de jaren zeventig kritischer ten opzichte van de overheid.111

In de jaren tachtig waren er journalisten die zich volledig bezighielden met

misdaadverslaggeving. Een goed voorbeeld hiervan is Peter R. de Vries, destijds verslaggever bij De Telegraaf. In de jaren negentig nam de berichtgeving over misdaad sterk toe. De Telegraaf was koploper in 1997 wat betreft misdaadnieuws. Een vergelijking van de voorpagina’s in mei 1997 leerde dat De Telegraaf 34 misdaadberichten plaatst, Algemeen Dagblad 9, Trouw 7 en de Volkskrant slechts 2.112

Misdaadjournalistiek op de televisie is in Nederland groot gemaakt door Peter R. de Vries. Het eerste Nederlandse Misdaadprogramma Crimetime werd in 1991 door hem in samenwerking met Jaap Jongbloed gemaakt. Het succes van De Vries bleef niet onopgemerkt. Ook in andere programma’s werd misdaad een vast onderdeel, zoals bij RTL Boulevard waar geregeld misdaadjournalisten aanschuiven.113

Een nieuwe stap in de misdaadjournalistiek was de ontwikkeling van magazines

gespecialiseerd in misdaadverslaggeving. En de laatste jaren is de misdaadjournalistiek op internet in opmars.114 Veel misdaadverslaggevers hebben een eigen website of weblog. Een voorbeeld hiervan is de weblog zittingszaal 14, waar rechtbankverslaggever Rob Zijlstra regelmatig schrijft over wat hij in de rechtszaal meemaakt.115

Misdaadnieuws is een opkomend proces geweest. De misdaadjournalistiek is door de eeuwen heen flink veranderd, maar lijkt altijd al in verband te zijn gebracht met sensatie.116 Niet alleen de populaire pers brengt misdaadnieuws. Zowel televisie als kranten, de populaire- en de

110 Idem. 111 Ibidem 12. 112 Ibid., 14. 113 Ibid., 16. 114 Ibid., 14.

(26)

kwaliteitspers berichten steeds meer over misdaad.117 Nieuws over misdaad heeft volgens Kees Brants een grote amusementswaarde.118 Dit komt volgens Lloyd Chiasson Jr.,

communicatiewetenschapper, door de simpelheid van zo’n onderwerp: iemand is schuldig of niet, het is heel zwart wit. Er is bestraffing en er is gerechtigheid.119

2.4 Mediahypes

Mediasocioloog Peter Vasterman refereert in Mediahype aan het principe trial by media.120 Als media actief deelnemen aan het maken van nieuws en zelf gaan opsporen en berechten, worden zij actieve participanten in het maatschappelijke constructieproces.121 Terwijl de media actief participeren in het proces van opsporing, waarheidsvinding en veroordeling, creëren ze onrechtvaardigheid omdat het kan leiden tot tunnelvisie.122

De laatste jaren worden bepaalde nieuwsonderwerpen steeds vaker als een mediahype bestempeld. In zijn eerste poging om mediahypes te definiëren komt Vasterman tot de conclusie dat ‘een mediahype zich kenmerkt door een hijgerig soort berichtgeving. Deze berichtgeving zou

gebaseerd zijn op halve waarheden en snelle oordelen.’ Toch is buitenproportioneel veel aandacht voor een onderwerp geen opzichzelfstaande eigenschap van een mediahype. We kunnen dus stellen dat wanneer er veel aandacht is voor een bepaald onderwerp er niet meteen van uit kan worden gegaan dat er sprake is van een mediahype.123

‘Bij een hype is de journalistieke zoektocht uitsluitend gericht op bevestiging van een perspectief, waardoor de negatieve feiten, interpretaties en opinies de berichtgeving zullen domineren. Ook hier hebben de media te weinig aandacht voor andere gebeurtenissen en interpretaties die in een andere richting wijzen.’124

Door zo bovenop een zaak te duiken wordt veel druk op het opsporingsapparaat en het OM gelegd. Dit kan vervolgens ook binnen deze instanties leiden tot tunnelvisie, omdat een zaak waar een publiek meekijkt snel opgelost moet worden. De aandacht ligt hierdoor snel bij een verdachte, naar wie al het bewijs wordt geredeneerd en waarbij opsporingsinstanties geen oog meer hebben

117 Brants, K. (2008), ‘Risico’s, schandalen en publiciteit. De nieuwswaardigheid van de falende overheid’. Proces, Tijdschrift voor Strafrechtspleging, 87(2), 47-55.

118 Ibid., 49.

119 Chiasson Jr., L. (1997), ‘The Opening Statement’, in: Chiasson, r., L. (Eds), The press on Trial: Crimes and Trials as Media Events. Westport: Greenwood Press, ix.

120 Vasterman, P. (2004), Mediahype, Amsterdam: Aksant. 121 Ibid., 32.

122 Erickson, R.V. (1991), ‘Mass Media, Crime, Law and Justice. An institutional Approach’, in: The British Journal of Criminology 31(3): 222-224

(27)

voor andere mogelijkheden. Zo zijn justitie en politie niet bezig met waarheidsvinding, maar met het rond krijgen van bewijs tegen een bepaalde verdachte.125

Op basis van verschillende studies heeft Vasterman de volgende definitie aan het begrip mediahype gegeven:

‘Een mediahype is een mediabrede, snel piekende nieuwsgolf die één gebeurtenis als startpunt heeft en die voor het grootste deel het gevolg is van zichzelf versterkende processen bij de nieuwsproductie.’126

Er is sprake van een mediahype als journalisten nieuws van elkaar overnemen en het nieuws als het ware een eigen leven gaat leiden. Volgens Vasterman zijn de media de belangrijkste draaiveer voor de nieuwsgolf en niet het nieuws zelf. 127

125 Brants, C. (2005), “Trial by media: publiciteit in het vooronderzoek”, 60. 126 Ibid., 240.

(28)

3. De vermissingzaak van Natalee Holloway

In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de vermissingzaak van Natalee Holloway. Als eerste wordt er gekeken naar het verloop van de zaak. Vanaf welk moment was de zaak in het nieuws en wat gebeurde er tot nu toe? In dit hoofdstuk baseer ik mij op de artikelen uit de vier kranten en de uitzendingen van Peter R. de Vries.

Al vanaf het begin van de vermissing van de Amerikaanse scholiere Natalee Holloway is Joran van der Sloot hoofdverdachte. Op 30 mei 2005 ontmoette hij Natalee Holloway. Holloway en van der Sloot vertrokken die avond samen naar het strand en sindsdien ontbreekt er ieder spoor van de scholiere. Van der Sloot werd gearresteerd omdat hij als laatste is gezien met het meisje. Er volgt nu een chronologische beschrijving.

Op 30 mei 2005, de avond voor haar terugkeer naar Amerika, verdween Natalee. De overige scholieren stonden op het vliegveld te wachten op Holloway, maar ze kwam niet opdagen. Een grote zoekactie volgde meteen en haar spullen bleken nog allemaal op haar hotelkamer te liggen. Naast de politie op Aruba en de Amerikaanse FBI, hielpen familie en vrijwilligers mee aan de zoektocht. Op 5 juni werden twee portiers gearresteerd, op verdenking van betrokkenheid bij de verdwijning. Vier dagen later werden Van der Sloot en de gebroeders Deepak en Satish Kalpoe voor het eerst gearresteerd op verdenking van moord, doodslag of ontvoering met de dood tot gevolg. De vader van Joran van der Sloot, Paul van der Sloot werd op 24 juni gearresteerd op verdenking van medeplichtigheid. Twee dagen later werd hij weer vrijgelaten. Ook de gebroeders Kalpoe werden weer snel vrijgelaten, op 4 juli. Van der Sloot zit al die tijd nog vast. Op 4 juli werden ook Nederlandse F16’s ingezet om Natalee te vinden. Op 10 augustus deed Deepak Kalpoe aangifte tegen de moeder van Natalee. Zij zou hem lastigvallen op zijn werk en hij voelde zich bedreigd. Het OM zei nieuwe bewijzen te hebben tegen de gebroeders Kalpoe en zij werden op 26 augustus opnieuw in hechtenis genomen. Op 3 september werden alle drie de verdachten, Joran van der Sloot, Deepak en Satish Kalpoe, vrijgelaten wegens gebrek aan bewijs. Ze bleven nog wel verdachte in de zaak.

(29)

familie van der Sloot omdat zij deze verantwoordelijk achten voor de vermissing van Natalee. Op dezelfde dag werd een Arubaanse jongen in Utrecht gearresteerd, een bekende van Van der Sloot. Ook hij werd wegens gebrek aan bewijs niet lang vastgehouden.

In november 2006 besteedde Peter R. de Vries voor het eerst een lange uitzending aan Van der Sloots betrokkenheid bij de zaak. Volgens De Vries had Van der Sloot op cruciale punten gelogen. 21 november 2007 werd Van der Sloot opnieuw gearresteerd, ditmaal op verdenking van doodslag. Twee dagen later werd hij overgevlogen naar Aruba. En op 7 december werd hij weer vrijgelaten. 11 dagen later sloot de Arubaanse justitie de zaak. Er was te weinig bewijs om de verdachten te

vervolgen.

Op 31 januari 2008 claimde De Vries dat hij de zaak had opgelost. Wat er precies met Natalee is gebeurd wilde hij niet zeggen. Het enige dat hij zei is dat ze niet meer leeft. Het was de

vooraankondiging van de uitzending van 3 februari. Op 3 februari keken er zeven miljoen mensen naar de uitzending. Van der Sloot werd op 5 februari 2008 verhoord op een politiebureau in Rotterdam. De bekentenis van Van der Sloot in de uitzending van De Vries werd niet gezien als bewijs, omdat ze niet werd ondersteund door ander bewijs. Op 24 november dat jaar beweerde Van der Sloot in een interview met Fox News Channel dat hij het Amerikaanse meisje had verkocht aan een Venezolaan. Later trok hij ook dit verhaal weer in.

(30)

4. Analyse

In dit hoofdstuk wordt de onderzoeksopzet uitgelegd, daarna worden de onderzoeksvariabelen gedefinieerd en wordt het analyseschema gegeven. In het volgende hoofdstuk worden de resultaten gegeven van het onderzoek.

4.1 Onderzoeksopzet

Heel Nederland leek in de ban van Joran van der Sloot. Vooral toen Peter R. de Vries met een ´onthullende´ uitzending kwam over Van der Sloots betrokkenheid bij de vermissing van Natalee Holloway.

Van der Sloot is meermaals in het nieuws geweest, niet alleen rondom de vermissing van het Amerikaanse meisje in 2005, maar ook voor afpersing, vrouwenhandel en de moord op Stephanie Flores in 2010.

In dit onderzoek wordt gefocust op de betrokkenheid van Van der Sloot in de zaak Natalee Holloway. Hij is hier nooit gerechtelijk voor veroordeeld, maar de vraag rijst of hij door de media en het publiek wel veroordeeld is. De tijdspanne die ik zal behandelen loopt van 30 mei 2005, de datum waarop Natalee als vermist wordt opgegeven tot en met het einde van 2010. Op 24 november dat jaar verschijnt Van der Sloot opnieuw in de media in verband met de moord op Stephanie Flores en gaat vanaf dan de berichtgeving voornamelijk over dat feit. In totaal zijn er 68 artikelen geselecteerd van dagblad Trouw. Voor de Volkskrant zijn dit 75 artikelen, voor De Telegraaf zijn dit er 102 en voor het Algemeen Dagblad 97. In totaal zijn er voor dit onderzoek 342 artikelen geanalyseerd die zijn gevonden en geselecteerd met behulp van de online krantendatabank LexisNexis. Door te zoeken met de volgende termen: ‘Joran’, ‘Van der Sloot’, ‘Natalee’, ‘Holloway’, Er kwamen met deze

zoektermen aanvankelijk meer artikelen naar voren dan relevant voor dit onderzoek. Vervolgens zijn alleen de artikelen met als onderwerp de vermissing van Natalee Holloway in deze thesis

opgenomen.

4.2 Verantwoording krantenkeuze

Dagblad Trouw is gekozen, omdat het een kleine kwaliteitskrant is die erom bekend staat niet sensationeel te berichten. De verwachting is dat deze krant weinig trial by media heeft toegepast in de zaak rondom de verdwijning van Holloway.

(31)

De Telegraaf staat ver af van Trouw en de Volkskrant wat betreft stijl en berichtgeving en is daardoor interessant om ook te onderzoeken. De Telegraaf is de grootste krant van Nederland en wordt over het algemeen beschouwd als een populaire en entertainende krant.

De laatste krant die in dit onderzoek wordt behandeld is het Algemeen Dagblad, ook een populaire en entertainende krant die minder ver weg staat van De Telegraaf en ook minder ver van beide kwaliteitskranten. Bij De Telegraaf en het AD is de verwachting dat er meer kenmerken van trial by media in de berichtgeving te vinden is.

Vier verschillende kranten die zo zijn gekozen dat ze een breed beeld vormen van de Nederlandse pers. Die bovendien de tegenstelling van de populaire pers en de kwaliteitspers weergeven. Een onderscheid dat zoals te lezen viel in het theoretisch kader aan het vervagen is. In het komende onderzoek zal blijken of en zo ja, in hoeverre kwaliteitskranten Trouw en de Volkskrant elementen hebben overgenomen van de populaire tegenhangers. En in hoeverre de populaire en

kwaliteitskranten naar elkaar zijn toegegroeid op de Nederlandse dagbladenmarkt. In dit onderzoek is bewust gekozen om de kwaliteitskranten tegenover de populaire kranten te zetten. Het heeft zo zijn nadelen om dit onderzoek per categorie te onderzoeken. Zoals later blijkt uit de

onderzoeksresultaten verschillen de resultaten binnen de categorie kwaliteitskrant of populaire krant weleens met elkaar. Dat zowel de Volkskrant als Trouw beide kwaliteitskranten zijn, wil nog niet zeggen dat zij hetzelfde omgaan in hun berichtgeving met trial by media en dit geldt natuurlijk ook voor de populaire kranten. Door de geschiedenis heen zijn er bij de verschillende kranten keuzes gemaakt in hoe ze met populair nieuws omgaan, hierdoor verschilt de berichtgeving binnen een categorie soms enorm en kan een krant de hele categorie naar beneden halen. Ook factoren als de journalistieke standaard maken dat kranten op een verschillende manier hun berichtgeving invullen. Toch zijn er binnen de categorieën voldoende overeenkomsten om de kwaliteitspers tegenover de populaire pers te zetten. Daarnaast is het niet onbelangrijk te noemen dat de kranten zichzelf ook indelen bij een van de categorieën.

4.3 Onderzoeksvariabelen gedefinieerd

Om de centrale onderzoeksvraag te beantwoorden wordt een kwantitatieve en kwalitatieve

(32)

medium, de lengte en het type item.128 Bij een inhoudsanalyse wordt er niet gekeken naar dé inhoud, maar naar een inhoud. Het is een selectieve lezing van het materiaal vanuit een bepaalde

vraagstelling. 129 Met behulp van onderzoeksvragen, gebaseerd op het theoretisch kader, worden vragen gesteld aan de gekozen artikelen. Hierdoor is het mogelijk om op een gecontroleerde manier te kijken naar de berichtgeving.

Uit het werk van Surette blijkt dat trial by media drie belangrijke kenmerken kent: serialization, personification en commodification. Om van het eerste kenmerk een meetbare variabele te maken moet worden gekeken naar het aantal artikelen dat geplaatst is. Daarbij is het belangrijk om te kijken naar het aantal artikelen per dag en periode. Ook moet er worden gekeken of er bepaalde banners of andere herkenningspunten zijn die deze zaak aanduiden. Daarnaast is het belangrijk om te kijken of er voorkennis nodig is om het artikel te begrijpen door te onderzoeken hoeveel er herhaald wordt in een artikel.

Voor personification wordt er gekeken naar de focus van het artikel: ‘persoon’ of ‘zaak’. Er wordt geteld hoe vaak de hoofdrolspelers in het proces het onderwerp zijn van het artikel en hoeveel citaten van deze personen worden gebruikt in de koppen. Belangrijk is ook om te kijken hoe vaak er wordt geschreven over het privéleven van de betrokkenen. Personificatie kenmerkt zich ook door van betrokkenen zogenoemde celebrities te maken, het geven van namen van advocaten en officieren van justitie is hier een voorbeeld van. Ze worden echte bekendheden in deze zaak. Bronnen die contact leggen met de media hebben daar altijd een belang bij. Een advocaat kan bijvoorbeeld naam willen maken door veel publiciteit te zoeken bij grote strafzaken. Advocaten en officieren van justitie kunnen zich ook presenteren als crimefighters: ze zijn dan vooral bezig met de beeldvorming over zichzelf in plaats van dat ze met de zaak bezig zijn.

Commodification wordt gemeten door naar de lengte van de artikelen te kijken, of de koppen citaten bevatten en welke lexicale keuzes er in een tekst gemaakt zijn. De lexicale keuzes zijn volgens de onderzoekers Machado en Santos een belangrijke indicator om te ontdekken of er sprake is van trial by media. Het taalgebruik heeft volgens hen invloed op de nadruk van het drama en de emotie. Het maakt nogal uit of Joran wordt bestempeld als ‘monster van Aruba’130 of als de moeder van Natalee wordt neergezet als ‘Aruba’s grootste nachtmerrie’131, in plaats van dat ze bij hun naam worden genoemd. Door te letten op de predikaten die betrokkenen krijgen toebedeeld, kan er

128 Hansen, A., Cottle, S., Negrine, R.,e.a. (1998), Mass communication research methods. Houndmills: Palgrave, 106-107.

129 Wester, F., Attenveldt, van, W. (2006). Inhoudsanalyse: Theorie en praktijk. Deventer: Kluwer, 16-17. 130 Trouw, ‘Misdaadbestrijding zonder emotie niet denkbaar’ 05-02-08.

(33)

volgens de onderzoekers onderzocht worden of er sprake is van sturend taalgebruik en dus van commodification en trial by media.132

Ook is het belangrijk om te kijken in welke genres Van der Sloot voorkomt. In een nieuwsbericht zal niet snel sprake zijn van commodification, maar wel in een analyse, betoog of ingezonden brief. Hoe meer er sprake is van genres die zich goed lenen voor het uitdrukken van een duidelijke mening of een betogende structuur, hoe meer er sprake is van trial by media.133

Machado en Santos geven als definitie van trial by media: ‘een zaak of persoon die door veelvuldige en soms suggestieve media-aandacht terechtstaat voor het publiek, in plaats van voor de rechtbank.’134 Omdat het moeilijk meten is of een artikel an sich suggestief is, worden er

verschillende eigenschappen van het artikel onder de loep gelegd. Of er sprake is van suggestieve berichtgeving wordt allereerst afgeleid door te kijken of er een mening in een artikel aanwezig is. Ook wordt er gekeken naar de toon van het artikel. Vaak wordt er bij suggestieve berichtgeving een oordeel uitgesproken over gebeurtenissen of personen en wordt er gebruik gemaakt van

beeldspraak.135 Als laatste wordt er gekeken naar de balans in de berichtgeving. Zijn de verschillende kanten van een zaak voldoende belicht of is er sprake van eenzijdige berichtgeving?

Bij de analyse van beeldspraak zijn ook andere stijlfiguren meegenomen zoals

spreekwoorden en gezegden. Een stijlfiguur is een middel om dat wat je wilt zeggen, treffender of sterker uit te drukken. Om de beeldspraak te meten zijn er vier categorieën te onderscheiden: ‘geen’, ‘weinig’, ‘middelmatig’, ‘veel’. Met ‘weinig’ beeldspraak wordt bedoeld dat er per 200 woorden één keer of minder gebruik wordt gemaakt van beeldspraak. ‘Middelmatig’ is het geval als er per 100 woorden één keer beeldspraak wordt gebruikt. Er is sprake van ‘veel’ beeldspraak als er meer dan één keer per 100 woorden beeldspraak voorkomt in het artikel.

Voor de kwalificatie van de variabele ‘herhaling’ is een zelfde soort onderverdeling gemaakt. Er is sprake van ‘weinig’ herhaling als er minder dan 10% herhaald wordt in een artikel. ‘Redelijk’ veel herhaling is er als er tussen de 10% en 20% herhaald wordt. Alles boven de 20% is ‘veel’ herhaling. Dit wordt berekend door naar het woordenaantal te kijken wat de zaak opnieuw uitlegt of wat in eerdere artikelen is voorgekomen te delen door het totale aantal woorden. Voor een eerlijke berichtgeving is het ook belangrijk dat er een balans is tussen de

verschillende sprekers in de tekst. Wanneer bepaalde bronnen vaker voorkomen dan andere, dan is de berichtgeving te eenzijdig.

132 Machado, H. & Santos, P. (2009), “The disappearance of Madelein McCann”, 147. 133 Sterkenburg , N. (2011), Holleeder: ‘mietje’ of mythe, 60.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Dit impliceert dat van de landelijke kranten de vier grote zijn gekozen (Algemeen Dagblad, Telegraaf, Volkskrant en NRC) en daarnaast de specifieke regionale dagbladen uit de

Het decreet betreff ende de bodemsanering en de bodem- bescherming (DBB).. Twee rechtsgronden

Deze ambitieniveaus bieden een terugvaloptie Het verdient aanbeveling om het ambitieniveau naar beneden bij te stellen als onvoldoende voldaan kan worden aan de voorwaarden voor

Een derde van de gemeenten heeft naast een collectief opleidingsbudget voor de gehele raad ook een persoonlijk opleidingsbudget (waarop individuele raadsleden aanspraak kunnen

Voor sommige instrumenten zijn voldoende alternatieven – zo hoeft een beperkt aantal mondelinge vragen in de meeste gevallen niet te betekenen dat raadsleden niet aan hun

Berekeningen door De Nederlandsche Bank (DNB, 2014) 15 laten zien dat een loonimpuls die niet het gevolg is van de gebruikelijke mechanismen binnen de economie

Als hij/zij een ernstige fout heeft gemaakt Als hij/zij niet integer is geweest Als inwoners gemeente geen vertrouwen meer hebben Als gemeenteraad geen vertrouwen meer heeft

Verder hebben kranten als De Telegraaf, maar ook het AD / Algemeen Dagblad, meer dan kranten als de Volkskrant en