• No results found

BESLUIT Nederlandse Mededingingsautoriteit

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "BESLUIT Nederlandse Mededingingsautoriteit"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BESLUIT

Nummer 103937/45

Betreft zaak: bezwaarschrift Heros Energy B.V.

Beslissing op bezwaar tegen het besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit van 12 december 2012, kenmerk 103937/5, inzake de afwijzing van de aanvraag van Heros Energy B.V. tot verlening van een ontheffing op grond van artikel 15, tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998.

I

Verloop van de procedure

1. Op 14 september 2011 heeft Heros Energy B.V. (hierna: Heros) bij de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) een aanvraag ingediend tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 15, tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998 (hierna: E-wet).

2. Bij besluit van 12 december 2011 heeft de Raad, namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, de aanvraag van Heros afgewezen (hierna: het bestreden besluit). 3. Op 20 januari 2012 heeft Heros, op nader aan te voeren gronden, bezwaar gemaakt tegen het

bestreden besluit. Op 20 maart 2012 heeft Heros haar aanvullende gronden van bezwaar ingediend. Daarbij is tevens verzocht om een vergoeding van proceskosten op grond van artikel 7:15 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb).

4. Op 12 april 2012 is ten kantore van de NMa een hoorzitting gehouden. Tijdens deze

hoorzitting heeft Heros haar aanvraag nader toegelicht. De Raad heeft tijdens de hoorzitting aan Heros verzocht om aanvullende gegevens ter onderbouwing van de aanvraag te

verstrekken. Bij brief van 15 mei 2012 is het verslag van de hoorzitting naar partijen gestuurd. 5. Bij brief van 10 mei 2012 heeft Heros aanvullende gegevens overgelegd.

(2)

7. De aanvraag van Heros heeft voor belanghebbenden ter inzage gelegen. De terinzagelegging is aangekondigd in de Staatscourant van 27 juni 2012, nr. 13211.

II Juridisch

kader

8. Voor het juridisch kader wordt verwezen naar randnummer 2 tot en met 12 van het bestreden besluit.

III

Bestreden besluit

9. De Raad heeft in het bestreden besluit de aanvraag van Heros om een ontheffing te verlenen op grond van artikel 15, tweede lid van de E-wet, afgewezen.

10. De Raad heeft in het bestreden besluit - samengevat - het volgende vastgesteld:

- er is sprake van een elektriciteitsnet in de zin van artikel 1, eerste lid, onderdeel i, van de E-wet;

- Heros is eigenaar van dit netwerk;

- het net valt niet onder de bagatelbepaling zoals bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de E-wet;

- het net maakt geen onderdeel uit van het landelijk hoogspanningsnet zoals bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de E-wet;

- er is een beperkt aantal afnemers aangesloten op het net van Heros, en; - Heros is geen netbeheerder of verbonden aan een netbeheerder in een

groepsmaatschappij zoals bedoeld in artikel 15, tweede lid onderdeel d van de E-wet.

11. In het bestreden besluit heeft de Raad geoordeeld dat geen sprake is van een situatie als genoemd in artikel 15, tweede lid, aanhef en onder a, b of c van de E-wet. Om die reden heeft de Raad de aanvraag van Heros afgewezen.

IV Bezwaar

Heros

(3)

13. Heros heeft tijdens de hoorzitting van 12 april 2012 en bij brief van 10 mei 2012 nadere informatie overgelegd en haar aanvraag onderbouwd.

VI Beoordeling

14. Om voor een ontheffing op grond van artikel 15, tweede lid, van de E-wet in aanmerking te komen, dient de aanvrager te voldoen aan ten minste één van de in dat lid onder a tot en met c genoemde voorwaarden. Door Heros wordt een beroep gedaan op artikel 15, tweede lid, onderdeel a, van de E-wet. Hierna beoordeelt de Raad of Heros voldoet aan de in dat onderdeel gestelde voorwaarden.

15. Voor een ontheffing op grond van artikel 15, tweede lid, onderdeel a, van de E-wet dient te worden aangetoond dat het net bestemd is om de aanvrager te voorzien van elektriciteit dan wel om het centrale bedrijfsproces te ondersteunen.

16. In het bestreden besluit heeft de Raad vastgesteld dat het net niet is bestemd om de

aanvrager van elektriciteit te voorzien. De door Heros in bezwaar verstrekte informatie noopt niet tot een ander oordeel. Het net van Heros is bestemd om de aangeslotenen te voorzien van elektriciteit. Desgevraagd heeft Heros op de hoorzitting nader onderbouwd dat Heros zorg draagt voor het beheer van het net en de distributie van elektriciteit. De Raad oordeelt dat het net aldus niet is bestemd om Heros te voorzien van elektriciteit.

17. Tijdens de hoorzitting van 12 april 2012 heeft Heros nader toegelicht dat de infrastructuur op het net van Heros is ontwikkeld voor het invoeden en verbruik van elektriciteit ten behoeve van de bedrijfsprocessen van Goes on Green B.V., Lijnco Green Energy B.V. en Heros Sluiskil B.V. Volgens Heros hangt de onderlinge verwevenheid van de diverse bedrijfsprocessen van de aangeslotenen samen met de wens om op een doelmatige wijze te voorkomen dat de installaties van Heros Sluiskil B.V. een te grote negatieve invloed hebben op de

spanningskwaliteit in het net van de netbeheerder.

18. Uit de toelichting van Heros maakt de Raad op dat de installaties van Heros Sluiskil B.V. zodanig zijn uitgevoerd dat het gebruik ervan leidt tot harmonische vervormingen. Deze vervormingen kunnen leiden tot storingen in het net van de regionale netbeheerder. Daarnaast voldoet de arbeidsfactor (cosinus phi) van de individuele installaties van Heros Sluiskil B.V. niet aan de eisen die de netbeheerder daar aan stelt.

19. De wijze waarop het net van Heros is vormgegeven zorgt ervoor dat de harmonische vervormingen worden gedempt voordat deze het aansluitpunt met het openbare net

(4)

haar net zelf kan beheren. Zonder ontheffing kan geen gebruik worden gemaakt van de dempende werking van het net omdat in dat geval de spanningskwaliteit op orde moet zijn op het punt waar de installaties van de aangeslotenen op het net van Heros zijn aangesloten. Heros Sluiskil B.V. is in dat geval verplicht om aanzienlijk te investeren ter compensatie van de harmonische vervormingen.

20. Daarnaast wordt de afwijkende arbeidsfactor (cosinus phi) gedempt door de installaties van andere aangeslotenen op het net van Heros. Om te voorkomen dat Heros Sluiskil B.V. grote investeringen moet doen in de verbetering van de arbeidsfactor van haar installaties is Lijnco Green Energy B.V. op het net van Heros aangesloten. De elektriciteitsproductie van Lijnco Green Energy B.V. heeft tot gevolg dat Heros de verslechtering van de arbeidsfactor

compenseert vóór de aansluiting op het net van de netbeheerder. Als het net van Heros zou worden beheerd door de regionale netbeheerder heeft dat tot gevolg dat Heros Sluiskil B.V. direct is aangesloten op het openbare net. Heros Sluiskil B.V. zou in dat geval aanvullende investeringen moeten plegen ten behoeve van de spanningskwaliteit terwijl deze niet nodig zijn indien Heros het net zelf beheert. Daarnaast maken de aangeslotenen gebruik van elkaars halffabricaten en restproducten. Heros heeft ter onderbouwing van haar stelling nadere gegevens verstrekt.

21. De Raad oordeelt op grond van het voorgaande dat sprake is van een hoge mate van verwevenheid van bedrijfsprocessen met andere aangeslotenen. Heros voldoet daarmee aan de voorwaarden als bedoeld in artikel 15, tweede lid, aanhef en onder a van de E-wet. 22. Er zijn bij de Raad geen feiten en omstandigheden bekend, die ondanks dat wordt voldaan

aan de voorwaarden van artikel 15, tweede lid, aanhef en onder a van de E-wet aan de verlening van een ontheffing in de weg staan.

VII Conclusie

23. De Raad ziet in het bovenstaande aanleiding de aanvraag tot het verlenen van een ontheffing op grond van artikel 15, tweede lid van de E-wet, in bezwaar toe te wijzen. Dit betekent dat het bestreden besluit wordt herroepen.

(5)

VIII Besluit

De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie:

I.

Verklaart het bezwaar van Heros Energy B.V. gegrond;

II.

Verstaat dat de Nederlandse Mededingingsautoriteit aan Heros Energy B.V. een bedrag van EUR 874 vergoedt, in verband met de kosten die zij in verband met de behandeling van het bezwaar redelijkerwijs heeft moeten maken;

III.

Herroept het besluit van 12 december 2011 met kenmerk 103937/5, voor zover daarbij is vastgesteld dat geen sprake is van een situatie als genoemd in artikel 15, tweede lid aanhef en onder a van de Elektriciteitswet 1998;

IV.

Verleent aan Heros Energy B.V. een ontheffing van de verplichting tot het aanwijzen van een netbeheerder voor het elektriciteitsnet gelegen op de locatie van het bedrijfsterrein van Heros Ecopark Terneuzen B.V. gelegen aan de Oostkade 5 te Sluiskil, onder de volgende voorschriften;

1. Tenzij in deze voorschriften anders gedefinieerd, zijn de definities uit de Elektriciteitswet 1998 van toepassing. In deze ontheffing en de daarop rustende voorschriften wordt verstaan onder:

a. Allocatie: Het toerekenen van elektriciteitsverbruik, in voorkomende gevallen op basis van profielen, aan een erkende programmaverantwoordelijke partij overeenkomstig hoofdstuk 4 van de Meetcode Elektriciteit. Het

elektriciteitsverbruik wordt op kwartierbasis toegerekend aan een programmaverantwoordelijke partij. Hiervoor moet ten minste een

administratie worden bijgehouden waarin de gegevens per aansluiting worden vastgelegd.

b. Reconciliatie: Het verrekenen over een bepaalde periode op basis van het verschil tussen het met behulp van profielen berekende verbruik en het vastgestelde werkelijke verbruik. Er wordt verrekend tegen een gewogen marktprijs per kWh, vastgesteld op basis van bijlage 6 van de Systeemcode. c. Switchverzoek: Inleiding van een procedure die ertoe leidt dat aangeslotenen

van leverancier kunnen wisselen.

d. Aansluitingenregister: Het beheren door de ontheffinghouder van een

administratie voor het eigen net conform de bepalingen uit paragraaf 2.1 van de Informatiecode Elektriciteit en Gas, waarin wordt vastgelegd welke onderdelen er minimaal in deze administratie worden vastgelegd.

(6)

hoofdstuk 4 van de Informatiecode Elektriciteit en Gas.

2. De houder van de ontheffing verstrekt aan de Raad binnen twaalf weken de gegevens en inlichtingen die de Raad redelijkerwijs kan vorderen ten behoeve van het toezicht op de naleving door de houder van de ontheffing van het bij of krachtens de Elektriciteitswet 1998 bepaalde.

3. Naam- en adreswijzigingen, wijzigingen in de economische eigendomsverhouding van het net, wijzigingen met betrekking tot het net, de voorwaarden waaronder deze ontheffing is verleend en alle andere wijzigingen die van invloed kunnen zijn op deze ontheffing worden minimaal tien werkdagen voorafgaand aan de wijziging onverwijld door de houder van de ontheffing aan de Raad gemeld.

4. De houder van de ontheffing is verplicht om degene die reeds is aangesloten op het net die daarom verzoekt, een aanbod te doen om met gebruikmaking van het door hem beheerde net ten behoeve van de verzoeker transport van elektriciteit uit te voeren, tenzij de houder van de ontheffing voor het gevraagde transport redelijkerwijs geen capaciteit ter beschikking heeft. In dergelijke gevallen wordt een weigering transport uit te voeren met redenen omkleed.

5. De voorwaarden en tarieven waartegen de aansluiting en het transport van elektriciteit worden uitgevoerd zijn objectief, transparant en worden niet-discriminatoir toegepast en deze worden op gepaste wijze vooraf bekendgemaakt. De houder van de ontheffing draagt er zorg voor dat de afnemers van zijn net te allen tijde transparante informatie kunnen verkrijgen over deze geldende tarieven en voorwaarden. Tevens draagt de houder van de ontheffing er zorg voor dat de afnemers die op zijn net zijn aangesloten een overzicht ontvangen waarop de tarieven overzichtelijk en begrijpelijk zijn gespecificeerd. Hierbij maakt hij in elk geval onderscheid tussen de tarieven in verband met de

aansluiting, het transport van elektriciteit, systeemdiensten en, indien van toepassing, de meettarieven.

6. De ontheffinghouder dient:

a. het door hem beheerde net in werking te hebben en te onderhouden; b. de veiligheid en betrouwbaarheid van zijn net en van het transport van

elektriciteit over dit net op de meest doelmatige wijze te waarborgen; c. de veiligheid bij het gebruik van toestellen en installaties die elektriciteit

verbruiken te bevorderen;

(7)

7. Derdentoegang

a. De houder van de ontheffing waarborgt een systeem van derdentoegang door een daadwerkelijke toegang tot zijn net voor degenen die zijn gevestigd binnen het geografisch gebied waarvoor ontheffing is verleend te bewerkstelligen en een vrije leverancierskeuze van zijn afnemers mogelijk te maken. De houder van de ontheffing maakt aan een ieder die zal worden aangesloten op het net of degene die reeds is aangesloten op het net op transparante wijze vooraf kenbaar hoe hij het systeem van derdentoegang zal regelen.

b. De houder van de ontheffing dient binnen een redelijke termijn na ontvangst van het eerste schriftelijke switchverzoek, alle hiervoor benodigde handelingen uit te voeren en systemen in werking te laten treden. Derdentoegang wordt in ieder geval geacht te zijn gewaarborgd, indien systemen in werking zijn voor het beheer van een aansluitingenregister, de verwerking van het switchverkeer, de uitvoering van allocatie en zo nodig reconciliatie en de afwikkeling van het daarvoor vereiste berichtenverkeer.

c. Onder een redelijke termijn zoals bedoeld in 7b wordt een termijn van uiterlijk zes maanden vanaf de ontvangst van het schriftelijke switchverzoek verstaan. d. Indien de ontheffinghouder meer dan zes maanden nodig heeft om het eerste

switchverzoek te kunnen realiseren, dan doet hij hiervan binnen vier weken vanaf het moment dat duidelijk is dat realisatie binnen zes maanden niet mogelijk is, gemotiveerd schriftelijk mededeling aan de verzoeker onder

vermelding van de termijn waarbinnen dit wel kan worden gerealiseerd en stuurt hij een afschrift van deze mededeling aan de Raad, tenzij de afwijkende termijn tot stand is gekomen in overleg en overeenstemming met de verzoeker. Van het bestaan van deze overeenstemming dient de ontheffinghouder desgewenst op verzoek van de Raad schriftelijk bewijs te overleggen.

e. Indien de ontheffinghouder na het eerste switchverzoek er voor heeft gekozen om dit af te handelen overeenkomstig de in 7b genoemde systemen, dan dienen opvolgende switchverzoeken van dezelfde afnemer te worden afgehandeld conform de termijnen en procedures van de Informatiecode Elektriciteit en Gas. f. Indien de ontheffinghouder na het eerste switchverzoek ervoor heeft gekozen

dit via een andere systematiek uit te voeren, dan overeenkomstig de in 7b genoemde systemen, dienen de opvolgende switchverzoeken van dezelfde afnemer te worden uitgevoerd binnen een redelijke termijn.

(8)

waarbinnen dit wel kan worden gerealiseerd en stuurt hij een afschrift van deze mededeling aan de Raad, tenzij de afwijkende termijn in overleg en

overeenstemming met de verzoeker tot stand is gekomen. Van het bestaan van deze overeenstemming dient de ontheffinghouder desgewenst op verzoek van de Raad schriftelijk bewijs te overleggen.

8. In het geval dat een afnemer van het net waarvoor ontheffing is verleend van leverancier wisselt, brengt de houder van de ontheffing voor deze switch geen kosten in rekening, behoudens voor zover de Elektriciteitswet 1998 daarin voorziet.

Datum: 10 juli 2012

De Minister van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie namens deze,

De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit voor deze,

W.g.

Chris Fonteijn

Voorzitter Raad van Bestuur

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Gelet op het voorgaande stelt de Raad de correctiefactor voor 2011 vast op 6%, waarmee de dotatie voor de reservering FLO en FLP, gelet op het besluit van de Raad op grond van

Nu het bestreden besluit niet wordt herroepen is ingevolge artikel 7:15 van de Awb geen grond voor vergoeding van de kosten die Stedin heeft moeten maken in de

Gelet op het voorgaande is er geen reden om aan te nemen dat als gevolg van de onderhavige concentratie op het gebied van de distributie en verkoop van tassen en accessoires

Partijen wijzen met betrekking tot de concurrentiekracht van LvGG op het gebied van persoonlijke verzorging en verpleging en huishoudelijke verzorging op het reeds aangehaalde

Gelet op het feit dat er lokaal geen overlap is, veelal alternatieve instellingen zijn gevestigd in gemeenten waar partijen een verzorgingshuis hebben en anders alternatieve

c. de netbeheerder beschikt over een daartoe strekkende ontheffing als bedoeld in artikel 16, eerste lid, of het bedrijf een aanvraag daartoe heeft ingediend en daarop nog niet is

Op 28 juni 2006 heeft de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de

De resultaten van dit onderzoek vormen de basis voor de beslissing of de dagmarge al niet afgebouwd wordt en zullen uiterlijk 31 oktober 2008 bekend worden gemaakt.. In het