• No results found

BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 8.25f tweede lid van de wet Luchtvaart.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 8.25f tweede lid van de wet Luchtvaart."

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BESLUIT

Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 8.25f tweede lid van de wet Luchtvaart.

Nummer 104355/13

104357/5 104358/7

Betreft zaak: Opschortingsbesluit tarieven Schiphol per 1 april 2013

Nederlandse Mededingingsautoriteit

1 Op 27 en 28 november 2012 heeft de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) drie aanvragen als bedoeld in artikel 8.25f eerste lid van de Wet luchtvaart (hierna de aanvragen), ontvangen. In de aanvragen wordt de Raad verzocht om vast te stellen of de in de aanvragen genoemde tarieven en voorwaarden van de NV Luchthaven Schiphol (hierna: Schiphol), in strijd zijn met de bij of krachtens de Wet luchtvaart gestelde regels.

De mededeling van de vaststelling van de tarieven en voorwaarden van Schiphol, waartegen deze aanvragen gericht zijn (hierna: de tarieven en voorwaarden), heeft plaatsgevonden op

31 oktober 2012 en de voorgenomen datum van inwerkingtreding van deze tarieven en voorwaarden is 1 april 2013.

De aanvragers verzoeken de NMa te beoordelen of de volgende tarieven en voorwaarden voldoen aan het bij op krachtens de wet Luchtvaart bepaalde:

1) de Security Service Charge (SSC)

2) de voorwaarden voor toewijzing van ‘gates’ op de H-pier (RASAS)1 3) het tarief voor ‘disconnected’ afhandeling

4) de kosten voor de verbouwing van Lounge 2; 5) de wettelijke verrekening (art 8.25d lid 9 Wlv);

6) de wijze van toepassing van het kostentoerekeningsysteem (KTS) op verschillende kostenposten door Schiphol;

7) de beperking van aansprakelijkheid door Schiphol in bepaalde schadegevallen.

(2)

Openbare versie

2 Voordat de Raad inhoudelijk besluit op de genoemde drie aanvragen, dient de Raad op grond van

artikel 8.25f, tweede lid van de Wet luchtvaart binnen vier weken omtrent de opschorting van de inwerkingtreding van de tarieven en voorwaarden te besluiten. De tarieven en voorwaarden treden namelijk op grond van artikel 8.25f, lid 1 van de Wet luchtvaart als gevolg van de aanvraag voorlopig niet in werking.

Krachtens het tweede lid van art 8.25f Wlv wijst de Raad binnen vier weken na ontvangst van de aanvraag (een deel van) de tarieven en voorwaarden aan, waarvan de opschorting van de inwerkingtreding, gelet op de inhoud van de aanvraag, noodzakelijk blijft. De niet-aangewezen tarieven en voorwaarden treden van rechtswege in werking op de door Schiphol voorgenomen ingangsdatum, in casu op 1 april 2013.

Beoordelingskader

De Raad beoordeelt in dit besluit of voortduring van de opschorting van (een deel van) de tarieven en voorwaarden per 1 april 2013 noodzakelijk is, in geval de Raad na die datum zou besluiten op één of meerdere aanvragen ten gronde.

De Raad neemt hierbij allereerst de tekst van de aanvraag in beschouwing, overeenkomstig artikel 8.25f, tweede lid, Wet luchtvaart. Daarnaast betrekt de Raad onder andere bij zijn beoordeling de mogelijkheid dat de opschorting van de inwerkingtreding van de tarieven en voorwaarden niet alleen gevolgen heeft voor de aanvrager, maar ook voor Schiphol en andere gebruikers2.

Beoordeling

In geen van de aanvragen is een expliciet verzoek tot opschorting van de tarieven en voorwaarden opgenomen of is anderszins aannemelijk gemaakt dat de opschorting van de inwerkingtreding van (een deel van) de tarieven en voorwaarden noodzakelijk is. Ook is de Raad niet gebleken van feiten en omstandigheden die een opschorting noodzakelijk maken.

De Raad stelt voorts het volgende vast. De opschorting van het tarief genoemd in punt 1 hierboven zou feitelijk betekenen dat de huidige, hogere, SSC blijft gelden. Daarnaast stelt de Raad vast dat opschorting van de tarieven of voorwaarden als genoemd in de punten 2, 3 en 7, feitelijk zou betekenen dat de huidige, eensluidende, tarieven en voorwaarden blijven gelden. Opschorting zou daarmee voor de gebruikers geen verschil maken, of zelfs zorgen dat de gebruikers in het nadeel zijn. 2 Gebruikers in de zin van artikel 1 sub e van het Besluit exploitatie luchthaven Schiphol; te weten:

“een luchtvaartmaatschappij, alsmede een persoon of rechtspersoon die vluchten uitvoert, niet zijnde een luchtvaartmaatschappij.”

(3)

Openbare versie

3 Voor de punten 4, 5 en 6 geldt dat deze zien op een mogelijke schending van het vereiste van

kostenoriëntatie, bepaald in artikel 8.25d, vierde lid van de Wet luchtvaart.

De bestreden kostenposten hebben een uitwerking op de hoogte van de algemene kostenbasis die Schiphol mag hanteren voor het bepalen van het totaal van de tarieven. Daarmee hebben deze kosten mogelijk impact op alle tarieven zoals deze zijn vastgesteld door Schiphol, waardoor de Raad genoopt zou zijn alle tarieven opgeschort te laten blijven na 1 april 2013.

De Raad acht zulks in beginsel disproportioneel. Deze kostenposten worden overgeslagen in alle tarieven die samenhangen met luchtvaartactiviteiten die Schiphol hanteert en worden daarmee uitgesmeerd over alle gebruikers. De materiële impact van deze kostenposten op de tarieven voor een enkele gebruiker of alle gebruikers tezamen lijkt niet dusdanig groot dat het ervoor zou kunnen zorgen dat de tarieven voor een gebruiker à priori niet draagbaar zouden zijn of dat zijn operaties op de luchthaven Schiphol ernstig bemoeilijkt zouden worden.

Bovendien wijst de Raad er op dat hij voornemens is om zijn besluit ten gronde op de ingediende aanvragen vóór 1 april 2013 te nemen.

Gelet op bovenstaande overwegingen, wijst de Raad geen tarieven en voorwaarden aan waarvoor de opschorting noodzakelijk blijft tot het moment dat zij beslist op de aanvraag ten gronde. De tarieven en voorwaarden treden daarmee in beginsel op de door Schiphol voorgenomen ingangsdatum, te weten op 1 april 2013, in werking.

Besluit

Gezien het voorgaande besluit de Raad om geen tarieven of voorwaarden aan te wijzen, waarvoor opschorting van de inwerkingtreding na 1 april 2013 noodzakelijk blijft.

Den Haag,

Datum: w.g. 18 december 2012

De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, namens deze:

Chris Fonteijn

(4)

Openbare versie

4

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na bekendmaking daarvan beroep instellen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven, Postbus 20021, 2500 EA,

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na de dag van bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd

Partijen baseren het verzoek tot ontheffing als bedoeld in artikel 40, eerste lid, van de Mededingingswet op het feit dat Kia Nederland op 6 april 2009 in staat van faillissement is

Gelet op de geringe toevoeging van Friesland Bank aan het marktaandeel van Rabobank op de hiervoor beschreven (mogelijke) markten voor betaalkaarten is er geen reden om aan te

De Raad stelt vast dat de gedragingen van de tien betrokken ondernemingen, zoals omschreven in paragraaf 3.2, welke daarna kort zijn aangeduid met de afspraak tot het

Op bovenvermelde datum heeft de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin

Nu het College het besluit van 3 december 2009 heeft vernietigd op de beroepsgrond van TenneT dat het tarief voor afnemers met maximaal 600 uur bedrijfstijd in strijd is met

Naar aanleiding van deze onderzoeksactiviteiten, alsmede naar aanleiding van informatie die in het kader van de clementieregeling bij de NMa is ingediend door een

Nu uit de Boetebekendmaking installatiedeelsector op zichzelf niet volgt op grond van welke concrete feiten en omstandigheden voor de installatiesector is volstaan met een maximaal