RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK IN HET KADER VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE
EDUCATIE
PC Het Gebouw
Plaats : Leiden
LRKP nummer : 146330201
Onderzoeksnummer : 289241 Datum onderzoek : 26 mei 2016
1 INLEIDING . . . 5
2 BEVINDINGEN . . . 7
3 CONCLUSIE. . . 12
4 REACTIE VAN KIES: BESTUUR EN/OF HOUDER . . . 13
BIJLAGE 1 OORDELEN . . . 14
INHOUDSOPGAVE
Op 26 mei 2015 heeft de inspectie peutercentrum Het Gebouw onderzocht. Het onderzoek is gedaan vanwege het toezicht van de Inspectie van het Onderwijs op de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (vve). De inspectie monitort in 2013 en 2015/2016 de kwaliteit van vve in de 37 grote gemeenten (G37). Vve is bedoeld voor jonge kinderen die het risico lopen onvoldoende toegerust te zijn voor een soepele instroom in groep 3 van het basisonderwijs, waardoor ze grote kans lopen om achterop te raken.
Tijdens het onderzoek heeft de inspectie de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie beoordeeld met een set indicatoren, waarmee zij overeenkomstig de Wet op het Onderwijstoezicht (WOT) kan beoordelen of de vve-locaties op belangrijke onderdelen vve van voldoende kwaliteit biedt. Deze indicatoren hebben betrekking op:
• De voorwaarden voor vve
• De ouders
• De kwaliteit van de educatie:
- Het vve-programma, zoals dat wordt aangeboden - Het pedagogisch klimaat
- Het educatief handelen
• De ontwikkeling, zorg en begeleiding
• De kwaliteitszorg
• De doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool
• De resultaten van vve
Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten:
• Analyse van de door de locatie ingevulde digitale vragenlijst.
• Analyse van documenten en gegevens over de locatie die de inspectie voorafgaand aan het onderzoek heeft opgevraagd.
• Vve-locatiebezoek, waarbij:
◦ documenten, handelingsplannen en groepsplannen zijn bestudeerd;
◦ enkele groepsbezoeken zijn uitgevoerd. Deze vve-bezoeken vonden plaats in de groepen Blauw, Geel en Peuterspeelklas;
◦ gesprekken met de directie, ouders, pedagogisch medewerkers en de teamleider/coach en een vertegenwoordiging van het bestuur zijn gevoerd.
INLEIDING 1
Onderzoeksopzet
De inspectie heeft zich bij haar onderzoek onder andere gebaseerd op het Toezichtkader vve 2010. Dit document is te vinden op
www.onderwijsinspectie.nl.
In hoofdstuk 2 van dit rapport beschrijft de inspectie de bevindingen die uit haar onderzoek naar voren zijn gekomen. Bij de geconstateerde verbeterpunten is tevens een onderbouwing opgenomen. In hoofdstuk 3 volgt de conclusie. In hoofdstuk 4 geeft het bestuur zijn reactie op de bevindingen van de inspectie.
Bijlage 1 van dit rapport bevat een overzicht van de bij dit onderzoek gebruikte indicatoren en de bevindingen van de inspectie daarover.
Toezichtkader
Opbouw rapport
Uit het overzicht in bijlage 1 valt op te maken dat de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie op de meeste aspecten op orde is, te weten condities, ouders, pedagogisch klimaat, educatief handelen, ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen en de doorgaande lijn.
Daarnaast zijn enkele verbeterpunten geconstateerd op de volgende aspecten:
de uitvoering van vve, de ontwikkeling, begeleiding en zorg en de kwaliteitszorg binnen de voorschool.
Totaalbeeld
Peutercentrum Het Gebouw (PC Het Gebouw) is medio 2013 gestart. Op het moment van het bezoek zijn er vijf peutergroepen en een peuterklas. PC Het Gebouw is samen met drie basisscholen en instellingen voor zorg, educatie en andere sociaal-maatschappelijke voorzieningen ondergebracht in het brede scholengebouw 'Het Gebouw'. Er is sprake van een goede samenwerking tussen voorschool en de vroegscholen. De nieuwe coach, die ook teamleider is, voert een handelings- en opbrengstgerichte wijze van werken in. Dit heeft gevolgen voor de professionele cultuur van de voorschool, en voor de zorg en begeleiding, en de kwaliteitszorg. Door deze kwaliteitsslag zal de doorgaande lijn tussen PC Het gebouw en de vroegscholen optimaler zijn. Een externe instantie
ondersteunt PC Het Gebouw met de verbetering van de zorgstructuur en de doorgaande lijn met de vroegscholen. De veranderingen zijn vastgelegd in het beleid van de houder en zijn regelmatig onderwerp van gesprek.
Toelichting
Condities
Er is een recent GGD-rapport beschikbaar. PC Het Gebouw voldoet aan alle condities. De GGD heeft geen afwijkingen geconstateerd. Het
lukt omstandigheden te realiseren om de taalontwikkeling van alle kinderen te stimuleren. De moderne speelzalen zijn prettig ingericht met aantrekkelijke materialen en werk- en eettafels. De "hoeken" zijn voldoende ontwikkeld en worden afhankelijk van het thema ingericht. Alle pedagogisch medewerkers en de coach zijn voor het vve-programma gecertificeerd. De leiding, coach en pedagogisch medewerkers beschouwen ouders als partners bij de ontwikkeling van de kinderen. Dit komt in de praktijk ook tot uiting. Dagelijks is er
‘inloopcontact’ met ouders en voor informatie over het thema worden er
BEVINDINGEN
2
koffieochtenden georganiseerd. Een groot deel van de ouders (ca. 75%) bezoekt deze bijeenkomsten.
Ouders
PC Het Gebouw heeft een ouderbeleid, informeert ouders vooraf en heeft een intakeformulier. Het ouderbeleid is in lijn gebracht met het beleid van de houder, Stichting Kinderenpeelzalen Leiden en omgeving (SPL). Zo gelden voor PC Het Gebouw de concrete doelen van SPL en is de houder bezig het
intakeformulier om aan te passen, zodat het in lijn is met haar beleid. Ook de organisatie van bijeenkomsten voor ouders en de informatievoorziening wordt in lijn gebracht met het ouderbeleid van de houder.
De inspectie heeft de indicatoren B2, B4, B5, B6 en B7 als ‘goed’ beoordeeld. De ouders geven aan dat zij vooraf uitgebreid worden geïnformeerd. Ook koppelen zij terug bij de pedagogische medewerkers welke activiteiten ze thuis met de kinderen gedaan hebben. Daarnaast nemen ouders bij de inloop samen met hun kind deel aan activiteiten in de groep. Ook nemen ouders samen met hun kind deel aan activiteiten in het kader van het thema. Tijdens dit onderzoek was dat de kunstroute in PC Het Gebouw en de vroegscholen. De Kunstroute heeft PC Het Gebouw samen met de vroegscholen, basisscholen en ketenpartners georganiseerd.
Ouders worden uitgebreid geïnformeerd over hun kind. In het gesprek met de inspectie hebben twee ouders aangegeven dat zij de observatiegegevens bekijken, bespreken en concrete afspraken voor de verdere ontwikkeling van hun kind(eren) maken. Ook houden de pedagogisch medewerkers rekening met de thuistaal van de kinderen. Er wordt ouders ondersteuning geboden in het aanleren van de Nederlandse taal en er wordt structureel nagegaan of de ouders de informatie hebben begrepen.
Kwaliteit van de uitvoering van vve
De kwaliteit van de uitvoering heeft betrekking op het aangeboden programma, het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de pedagogisch
medewerkers. Het oordeel over deze aspecten van de voorschoolse educatie zijn voldoende tot goed met twee aandachtspunten.
Voor de uitvoering van het integrale vve-programma is er een heldere themaplanning. De uitgangspunten van het programma komen in alle
activiteiten tot uiting. Voorts is het aanbod gericht op de taalontwikkeling van de kinderen. De pedagogisch medewerkers lokken de kinderen uit om te praten. Zo
heeft de inspectie tijdens het onderzoek gezien dat de kinderen de tekst van een lied nazingen en uitbeelden.
De pedagogisch medewerkers laten in het spel en hun handelen zien dat zij rekening houden met het ontwikkelingsniveau van de kinderen. De
inspectie beoordeelt het pedagogisch klimaat voor de kinderen als ‘goed’. De pedagogisch medewerkers verplaatsen zich in de leefwereld van de peuter om de taalontwikkeling te stimuleren. Dat betekent dat de kinderen bepalen hoe en in welke intensiteit de pedagogisch medewerkers de taal stimuleren. Zo krijgen de kinderen positieve ondersteuning en hebben de pedagogisch medewerkers hoge realistische verwachtingen van de kinderen. Voorts maken zij duidelijk aan de kinderen wat het effect van hun gedrag is op de anderen en benadrukken dat kinderen gewenst gedrag laten zien. Ook begeleiden ze de kinderen bij het oplossen van conflicten. Hierbij luisteren ze naar de kinderen, laten ze de kinderen zelf naar een oplossing zoeken (eventueel met hulp van suggesties of het stellen van open vragen) en sluiten het conflict af met een samenvatting.
De pedagogisch medewerkers houden bij hun educatief handelen rekening met het gedrag van de kinderen en zijn goed op elkaar ingespeeld. Zij observeren de kinderen en sluiten zoveel mogelijk aan op hun spontaniteit. Daarnaast zijn er gerichte activiteiten in een kleine groep of individueel om de taal- en
spelontwikkeling te stimuleren. Zo leren de kinderen de themawoorden op speelse wijze. De pedagogische medewerksters gaan op een respectvol om met de kinderen. Aan de kinderen wordt duidelijk gemaakt wat er van ze verwacht wordt als het gaat om gebruik van materiaal, luisteren en de omgang met andere kinderen. Ze stellen open vragen met het doel de kinderen te prikkelen, na te denken en zij stimuleren de mondelinge taalvaardigheid. Voor het
educatief handelen van de pedagogische medewerkers is een taakverdeling vastgelegd, die regelmatig wordt geëvalueerd en als nodig bijgesteld.
Hoewel de kwaliteit van vve over het geheel genomen voldoende is, is de
differentiatie van het aanbod een ontwikkelpunt. De pedagogisch medewerksters volgen het vve-programma nauwgezet, maar maken te weinig gebruik van de differentiatiemogelijkheden van het programma. Zo is in de planning van het thema en in de praktijk niet zichtbaar hoe er gedifferentieerd wordt naar leeftijd en ontwikkelingsniveau. De coach, die ook teamleider is heeft deze punten opgepakt en is bezig de differentiatie in orde te maken. Ook is zij bezig om vve in te richten voor de kinderen met meer dan gemiddelde capaciteiten, ‘de pientere kinderen’.
Ontwikkeling, begeleiding en zorg
De ontwikkeling, begeleiding en zorg heeft betrekking op het volgen van de brede ontwikkeling van taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen in de voorschool. En op de ontwikkeling, begeleiding en zorg van kinderen in de bredere zorgketen.
De houder heeft indicator D1.1 als aandachtspunt aangemerkt, omdat PC Het Gebouw het instrument om de brede ontwikkeling van de kinderen te volgen op eigen wijze gebruikt. De houder brengt verandering in deze situatie door een nieuw observatie-instrument in te voeren. De inspectie heeft het oordeel van de houder niet overgenomen en heeft de indicator D1.1 als voldoende beoordeeld, omdat de pedagogisch medewerkers tijdens het gesprek hebben laten zien dat zij de brede ontwikkeling van de kinderen wel volgen.
De inspectie is het wel met de houder eens dat de planmatige begeleiding onder de maat is. De voorschool gebruikt informatie uit de observaties te weinig om te bepalen welke kinderen extra zorg nodig hebben. Hierdoor is het niet mogelijk om de planmatige zorg voor de kinderen die dat nodig hebben adequaat te organiseren en te evalueren. De indicatoren D1.2 en D1.3 zijn daarom als verbeterpunten aangemerkt. Naast deze verbeterpunten is de specifieke aandacht voor de taalontwikkeling een sterk punt van PC Het Gebouw. Ouders worden altijd betrokken bij de taalverwerving van hun kind(eren). Voorts zijn de indicatoren van de externe zorg voldoende. Als er kinderen zijn die in hun ontwikkeling achterblijven, wordt dat gesignaleerd en besproken met de ouders.
De coach, die ook teamleider is, helpt de ouders met het organiseren van de extra zorg voor de kinderen.
Kwaliteitszorg
De kwaliteitszorg in de voorschool is in ontwikkeling. De coördinatie van vve in de voorschool is goed geregeld. Er is een nieuwe coach, die ook teamleider is aangesteld. Zij heeft de gehele kwaliteit van de voorschool in kaart gebracht, de verbeterpunten gepland en is zij gestart met de kwaliteitsverbetering. Zo moeten de jaarlijkse evaluatie van vve en de kwaliteit van vve nog geborgd worden. De inspectie heeft de indicatoren E2, E3 en E4 zijn als verbeterpunten aangemerkt. De kwaliteitsverbetering van de vve op PC Het Gebouw is
onderdeel van het kwaliteitsbeleid van de houder. Een belangrijk punt van dit beleid is de eenduidigheid van vve op alle voorscholen van de houder en de doorgaande lijn van vve tussen de voor- en vroegscholen. Verder wil de houder dat er opbrengstgerichter wordt gewerkt om zodoende de resultaten zichtbaar te
Doorgaande lijn
De doorgaande lijn tussen de voor- en vroegscholen in Het Gebouw is
goed ontwikkeld. Er is een VVE-netwerk opgericht waarin de leiding van PC Het Gebouw, de drie vroegscholen en de andere partners participeren. Dit netwerk is een goede basis om vve in de volle breedte en diepte te organiseren voor de kinderen en hun ouders. De warme overdracht en het aanbod is op elkaar afgestemd. Voor het aanbod is er een gezamenlijke planning, de
ouderactiviteiten worden samen uitgevoerd en het pedagogisch klimaat op elkaar afgestemd. Voor de interne begeleiding zijn er afspraken gemaakt over de zorgstructuur.
De peuterklas is een mooi voorbeeld van de doorgaande lijn van vve tussen de voor- en vroegscholen in Het Gebouw. De kinderen vanaf 3 jaar en 3 maanden komen in deze klas en krijgen vve en onderwijs grensvlak van de voor- en de vroegschool. Vve wordt in de peuterklas verzorgd door een leerkracht en een pedagogische medewerker. Op deze manier worden de kinderen goed
voorbereid op de vroegschool (groep 1). De samenwerking is goed en
professioneel opgezet. Dit is een verbetering ten opzichte van het onderzoek in 2013, want toen waren de indicatoren F5 en F7 verbeterpunten.
Opbrengsten
De Kinderenpeelzaal PC Het gebouw brengt de opbrengsten overeenkomstig de afspraken die gemaakt zijn met de gemeente Leiden in kaart.
De Inspectie van het Onderwijs constateert dat de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie op kinderenpeelzaal PC Het gebouw grotendeels op orde is. Uit het onderzoek is gebleken dat de vve-locatie enkele verbeterpunten kent.
CONCLUSIE
3
Dit rapport beschrijft de oordelen van de inspectie over de kwaliteit van het onderwijs op PC Het Gebouw.
Daarnaast heeft de inspectie de PC Het Gebouw gevraagd de oordelen van de inspectie te vertalen naar de ontwikkelingsrichting van de PC Het Gebouw.
Hieronder geeft het de houder haar reactie:
REACTIE VAN KIES: BESTUUR EN/OF HOUDER
4
In de onderstaande tabellen vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid.
De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is.
Legenda:
1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig. Deze kwalificatie geeft aan dat er écht iets verbeterd dient te worden.
2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn wenselijk. Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt.
3. Voldoende.
4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen. Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat andere voor- en/of vroegscholen hiervan kunnen leren.
BIJLAGE 1 OORDELEN
Condities 1 2 3 4
•
•
• Voldoende vve-tijd
• Kwaliteit pedagogisch medewerkers
•
•
•
• A0.1 Er is een recent GGD-rapport beschikbaar
A2 De groepsgrootte voldoet aan de maximumeisen (voorschool) A3 Beroepskracht - kind ratio ("dubbele bezetting")
A4.1 De peuters volgen gedurende voldoende tijd (per week) een vve-programma op de voorschool
A5.2 Alle beroepskrachten zijn toereikend gekwalificeerd (opleiding)
A5.3 Alle beroepskrachten spreken voldoende Nederlands A5.4 Alle beroepskrachten zijn toereikend vve-geschoold A5.5 Er is een jaarlijks vve-opleidingsplan
Ouders 1 2 3 4
•
•
•
•
• B1 Gericht vve-ouderbeleid
B2 Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd
B3 Intake
B4 Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen
B5 Participatie in vve-activiteiten in de voorschool/vroegschool
Ouders 1 2 3 4
• B7 Rekening houden met thuistaal
Kwaliteit van de uitvoering van vve 1 2 3 4
Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma
•
•
•
• Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat
•
•
•
•
• Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen
•
•
•
•
•
•
• C1.1 Een integraal vve-programma
C1.2 Werken met een doelgerichte planning
C1.3 Het activiteitenaanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend en geconcretiseerd
C1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd
C2.1 Het pedagogisch handelen van de pedagogisch medewerkers/
leerkrachten is respectvol
C2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten structureren en hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen
C2.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stimuleren de sociale vaardigheden en de persoonlijke competenties van de kinderen
C2.4 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de zelfstandigheid van de kinderen en tonen respect voor de autonomie van het kind
C2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel- en taal-uitlokkend
C3.1 Het educatief handelen van beide pedagogisch medewerkers/
leerkrachten is goed op elkaar afgestemd
C3.2 Er worden structureel effectieve en gerichte activiteiten voor de taalontwikkeling uitgevoerd
C3.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de interactie met en tussen kinderen
C3.4 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stimuleren actieve betrokkenheid van de kinderen en verrijken het spelen en werken
C3.5 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag (strategieën) bij de kinderen C3.6 Het gedrag van de pedagogisch medewerkers/leerkrachten
met de kinderen is responsief
C3.7 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stemmen de activiteiten af op verschillen in de ontwikkeling van de individuele kinderen
Ontwikkeling, begeleiding en zorg 1 2 3 4 Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep
•
•
•
• Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen
•
•
• D1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen
D1.2 De begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine (tutor)groep en het individuele kind
D1.3 De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg D1.4 Specifieke aandacht voor de taalontwikkeling bij begeleiding
en zorg
D2.1 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten hebben een overzicht van de kinderen die zorg nodig hebben die de voor- resp. vroegschool niet kan leveren, en van de aard van die zorg
D2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten zorgen dat kinderen aangemeld worden voor externe zorg wanneer de voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren D2.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten blijven de
ontwikkeling van kinderen met extra zorg bijhouden
Kwaliteitszorg binnen de voor- en de vroegschool 1 2 3 4
•
•
•
•
• E1 Er is vve-coördinatie op de voor- resp. vroegschool
E2 De voor- resp. vroegschool evalueert de kwaliteit van vve regelmatig
E3 De voor- resp. vroegschool evalueren de resultaten van vve E4 De voor- resp. vroegschool werkt planmatig aan vve-
verbetermaatregelen
E5 De voor- resp. vroegschool borgt de kwaliteit van haar vve- educatie
Doorgaande lijn 1 2 3 4
•
•
•
•
•
• F1 Er is vve-coördinatie tussen de voor- en vroegschool
F2 Er is concreet beleid om zoveel mogelijk kinderen te laten doorstromen naar een vroegschool
F3 De voor- en vroegschool zorgen voor een warme overdracht F4 Het aanbod van de voor- en vroegschool is op elkaar
afgestemd
F5 Het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd
F6 De manier om met de ouders om te gaan op de voor- en de vroegschool is op elkaar afgestemd
Doorgaande lijn 1 2 3 4 F7 De interne begeleiding en zorg zijn op de voor- en •
vroegschool op elkaar afgestemd
Opbrengsten van vve 1 2 3 4
•
• G1 De resultaten worden gemeten conform de gemeentelijke
afspraken
G2 De resultaten zijn van voldoende niveau