RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK IN HET KADER VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE
EDUCATIE
DruPPels
Plaats : Hoogvliet Rotterdam
LRKP nummer : 434550267
Onderzoeksnummer : 287813 Datum onderzoek : 11 april 2016
1 INLEIDING . . . 5
2 BEVINDINGEN . . . 7
3 CONCLUSIE. . . 10
4 REACTIE VAN KIES: BESTUUR EN/OF HOUDER . . . 11
BIJLAGE 1 OORDELEN . . . 12
INHOUDSOPGAVE
Op 11 april 2016 heeft de inspectie kinderdagverblijf DruPPels onderzocht. Het onderzoek is gedaan vanwege het toezicht van de Inspectie van het Onderwijs op de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (vve). De inspectie monitort in 2013 en 2015/2016 de kwaliteit van vve in de 37 grote gemeenten (G37). Vve is bedoeld voor jonge kinderen die onvoldoende zijn toegerust voor een soepele instroom in groep 3 van het basisonderwijs, waardoor ze grote kans lopen om achterop te raken.
Tijdens het onderzoek heeft de inspectie de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie beoordeeld met een set indicatoren, waarmee zij overeenkomstig de Wet op het Onderwijstoezicht (WOT) kan beoordelen of de vve-locaties op belangrijke onderdelen vve van voldoende kwaliteit biedt. Deze indicatoren hebben betrekking op:
• De voorwaarden voor vve
• De ouders
• De kwaliteit van de educatie:
- Het vve-programma, zoals dat wordt aangeboden - Het pedagogisch klimaat
- Het educatief handelen
• De ontwikkeling, zorg en begeleiding
• De kwaliteitszorg
• De doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool
• De resultaten van vve
Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten:
• Analyse van de door de locatie ingevulde digitale vragenlijst.
• Analyse van documenten en gegevens over de locatie die de inspectie voorafgaand aan het onderzoek heeft opgevraagd.
• Vve-locatiebezoek, waarbij:
◦ documenten, handelingsplannen en groepsplannen zijn bestudeerd;
◦ enkele groepsbezoeken zijn uitgevoerd. Deze vve-bezoeken vonden plaats in de groepen Minnie en Mickey.
◦ gesprekken met de directie, ouders, pedagogisch medewerkers en/of leerkrachten en de intern begeleider(s) en een
vertegenwoordiging van het bestuur zijn gevoerd.
INLEIDING 1
Onderzoeksopzet
De inspectie heeft zich bij haar onderzoek onder andere gebaseerd op het Toezichtkader vve 2010. Dit document is te vinden op
www.onderwijsinspectie.nl.
In hoofdstuk 2 van dit rapport beschrijft de inspectie de bevindingen die uit haar onderzoek naar voren zijn gekomen. Bij de geconstateerde verbeterpunten is tevens een onderbouwing opgenomen. In hoofdstuk 3 volgt de conclusie. In hoofdstuk 4 geeft het bestuur zijn reactie op de bevindingen van de inspectie.
Bijlage 1 van dit rapport bevat een overzicht van de bij dit onderzoek gebruikte indicatoren en de bevindingen van de inspectie daarover.
Toezichtkader
Opbouw rapport
Uit het overzicht in bijlage 1 valt op te maken dat de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie op de meeste aspecten op orde is, te weten de condities, de kwaliteit van de uitvoering van vve, en kwaliteitszorg binnen de voor- en vroegschool.
Daarnaast zijn enkele verbeterpunten geconstateerd op de volgende aspecten:
ouders, ontwikkeling, begeleiding en zorg, en de doorgaande lijn.
Totaalbeeld
Kinderdagverblijf DruPPels van KindeRdam Kinderopvang bevindt zich in de deelgemeente Hoogvliet van de gemeente Rotterdam. De locatie heeft twee groepen, een horizontale en een verticale. Circa 20% van de kinderen zijn doelgroeppeuters.
De kwaliteit van de vve-voorziening is de afgelopen jaren sterk toegenomen en er staan nog enkele verbeterpunten op stapel, zoals de afstemming van het pedagogisch handelen.
Toelichting
Condities
Op basis van de GGD rapporten van 2014 en 2015 voldoet kinderdagverblijf de DruPPels aan de gestelde normen. Hoewel alle beroepskrachten op papier voldoende Nederlands spreken, is dit in de praktijk wel een aandachtspunt. Alle medewerkers zijn toereikend vve geschoold en het kinderdagverblijf hanteert een opleidingsplan dat voor alle vve-leidsters individueel afgestemd is.
Ouders
DruPPels heeft een ouderbeleidsplan dat jaarlijks wordt geëvalueerd. Een volgende stap in de ontwikkeling van DruPPels is het meenemen van de conclusies naar verbeterplannen. De voorschool stimuleert ouders om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen, maar gaat niet structureel na of de activiteiten thuis ook daadwerkelijk worden uitgevoerd. Jaarlijks informeert DruPPels de ouders over de ontwikkeling van hun kind. Daarmee voldoet zij niet aan de eisen van ten minste drie maal een ontwikkelingsgesprek in de
peuterperiode.
Kwaliteit van de uitvoering van vve
BEVINDINGEN
2
Ten opzichte van het onderzoek dat de inspectie in oktober 2013 heeft gedaan heeft DruPPels bij de uitvoering van de vve flinke verbeterslagen gemaakt. Zo differentiëren de medewerkers het aanbod op basis van de gegevens die zij met het observatiesysteem in kaart brengen. De kinderen worden in drie
niveaugroepen ingedeeld.
Qua inrichting zijn er verschillen te zien tussen beide groepen. Dat heeft ook te maken met het verschil van groepssamenstelling. Eén groep heeft enkel peuters van twee tot vier jaar de andere groep kinderen heeft van 0 tot 4 jaar. Om de verschillen te compenseren wordt er veel groepsdoorbroken gewerkt.
Winst kunnen de pedagogisch medewerkers nog maken door het taalgebruik van de kinderen te stimuleren door de meer af te wisselen met open en gesloten vragen. Goed voorbeeld taalgebruik is daarbij ook van belang. De inspectie beoordeelt dit als voldoende, maar deze is weliswaar mager.
De pedagogisch medewerkers stimuleren kinderen zelf oplossingen te zoeken en begeleiden hen daarin.
Ontwikkeling, begeleiding en zorg
De groepsoverzichten en groepsplannen helpen de medewerkers met de
weekplanning. De evaluatie van een themaplanning leidt tot aanpassingen in de aanpak bij een volgend thema, maar niet direct tot aanpassing in de
groepsplannen. De doelen die gesteld worden, zijn niet concreet en zijn
daardoor lastig te evalueren. Met name daardoor verloopt de doorvertaling van plannen naar daadwerkelijk handelen niet soepel. Voor de individuele kinderen die om bepaalde redenen een afwijkende aanpak krijgen, is niet helder welke concrete doelen nagestreefd worden en welk aanbod en begeleiding daarbij ingezet wordt.
Kwaliteitszorg binnen de voor- en vroegschool
Ten opzichte van het vorige inspectierapport heeft er ook bij de kwaliteitszorg een flinke ontwikkeling plaatsgevonden. DruPPels werken nu met jaarplannen die zowel op locatie als op groepsniveau worden geëvaluleerd en waarbij de evaluatie leidt tot verbeteractiviteiten. Een mooi voorbeeld daarvan zijn de afspraken rondom de inrichting van de groepen. Op locatieniveau is er een lijn uitgezet, maar op groepsniveau wordt die verschillend uitgevoerd, vanwege het verschil in populatie van de groepen.
Door middel van het vastleggen van regels en routines in een afsprakenboek en regelmatige consultaties wordt het beleid van DruPPels geborgd.
Doorgaande lijn
In het vorige inspectierapport is de doorgaande lijn niet beoordeeld. De
contouren voor het pedagogisch klimaat en didactisch handelen op de voor- en
vroegschool zijn al wel beschreven, maar dit is nog geen vastgesteld beleid. De kinderen van DruPPels stromen door naar verschillende scholen. Er zijn wel afspraken gemaakt over aanbod en observatiesysteem. Bij kinderen die specifieke zorg behoeven is er een warme overdracht.
Opbrengsten
Het kinderdagverblijf heeft de resultaten van zijn vve-beleid aan de gemeente geleverd. De gemeente hanteert deze gegevens als een nulmeting om
gemeentelijke afspraken vast te kunnen leggen. De voorschool geeft aan dat zij de gegevens in oktober heeft geleverd, maar tot op heden geen terugkoppeling heeft ontvangen en heeft hierdoor geen zicht heeft of de resultaten van
voldoende niveau zijn?
De Inspectie van het Onderwijs constateert dat de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie op kinderdagverblijf DruPPels grotendeels op orde is. Uit het onderzoek is gebleken dat de vve-locatie op die gebieden nog
enkele verbeterpunten kent.
CONCLUSIE
3
Dit rapport beschrijft de oordelen van de inspectie over de kwaliteit van het onderwijs op DruPPels.
Daarnaast heeft de inspectie de voorschool gevraagd de oordelen van de inspectie te vertalen naar de ontwikkelingsrichting van de voorschool.
Hieronder geeft het de houder haar reactie:
Onlangs ontvingen wij het inspectierapport van uw onderzoek bij kinderdagverblijf Druppels d.d. 11 april 2016, in het kader van het toezicht van de Inspectie van het Onderwijs op de kwaliteit van de voor- en
vroegschoolse educatie. Het doet ons genoegen dat u concludeert dat de kwaliteit van de voor-en vroegschoolse educatie op verreweg de meeste onderdelen op deze locatie vooruit is gegaan. Dit bevestigt ons beeld dat de voortdurende inspanning die KindeRdam levert om te komen tot een doorlopend proces van kwaliteitsbewustwording en -verbetering, een positief effect heeft op de kwaliteit.
Uiteraard stellen wij de door u aangegeven kansen ter verbetering ook op prijs.
Kinderopvang Druppels werkt met een VVE programma, een groepsplan en een weekplanning, waarbij de SLO doelen het uitgangspunt zijn. Deze doelen zijn in de speelleeromgeving ook terug te vinden in de vorm van een doelenblad en denkwolkjes, als geheugensteun voor pedagogisch medewerkers en ter informatie voor de ouders van de kinderen. Uw advies om de gestelde doelen tijdens de evaluatie concreter te maken, zodat de individuele kinderen nog beter gevolgd kunnen worden, nemen wij graag ter harte. Inmiddels is er een
aangepast evaluatieformulier ontwikkeld.
In navolging van uw aandachtspunt over het volgen van de kinderen, is in de observatieplanning een extra observatiemoment toegevoegd, namelijk op 2,5 jarige leeftijd van het kind. Druppels gaat de komende periode ook inzetten op de thuisgerichte activiteiten voor ouders. In het evaluatieformulier wordt na elk thema besproken op welke manier de activiteiten teruggevraagd gaan worden, zodat er gerichte aandacht is voor dit onderdeel.
Tot slot adviseert u de concrete afstemming van het pedagogisch en educatief handelen binnen de voor- en vroegschool aan te scherpen, ter verbetering van de kwaliteit. Druppels is een onderdeel van IKC de Zalmplaat; wij zullen uw advies meenemen in dit samenwerkingsverband, ter verbetering van het pedagogisch en educatief handelen.
Het inspectierapport zal worden besproken met de teams en de Oudercommissie en komt ter inzage voor de ouders op onze website.
REACTIE VAN KIES: BESTUUR EN/OF HOUDER
4
In de onderstaande tabellen vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid.
De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is.
Legenda:
1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig Deze kwalificatie geeft aan dat er écht iets verbeterd dient te worden.
2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn wenselijk Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt.
3. Voldoende
4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat andere voor- en/of vroegscholen hiervan kunnen leren.
BIJLAGE 1 OORDELEN
Condities 1 2 3 4
• Voldoende vve-tijd
Kwaliteit pedagogisch medewerkers
A0.1 Er is een recent GGD-rapport beschikbaar
Ouders 1 2 3 4
•
•
•
•
•
•
• B1 Gericht vve-ouderbeleid
B2 Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd
B3 Intake
B4 Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen
B5 Participatie in vve-activiteiten in de voorschool/vroegschool B6 Informeren over de ontwikkeling van hun kind
B7 Rekening houden met thuistaal
Kwaliteit van de uitvoering van vve 1 2 3 4
Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma
•
•
•
• C1.1 Een integraal vve-programma
C1.2 Werken met een doelgerichte planning
C1.3 Het activiteitenaanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend en geconcretiseerd
C1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd
Kwaliteit van de uitvoering van vve 1 2 3 4 Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat
•
•
•
•
• Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen
•
•
•
•
•
•
• C2.1 Het pedagogisch handelen van de pedagogisch medewerkers/
leerkrachten is respectvol
C2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten structureren en hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen
C2.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stimuleren de sociale vaardigheden en de persoonlijke competenties van de kinderen
C2.4 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de zelfstandigheid van de kinderen en tonen respect voor de autonomie van het kind
C2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel- en taal-uitlokkend
C3.1 Het educatief handelen van beide pedagogisch medewerkers/
leerkrachten is goed op elkaar afgestemd
C3.2 Er worden structureel effectieve en gerichte activiteiten voor de taalontwikkeling uitgevoerd
C3.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de interactie met en tussen kinderen
C3.4 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stimuleren actieve betrokkenheid van de kinderen en verrijken het spelen en werken
C3.5 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag (strategieën) bij de kinderen C3.6 Het gedrag van de pedagogisch medewerkers/leerkrachten
met de kinderen is responsief
C3.7 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stemmen de activiteiten af op verschillen in de ontwikkeling van de individuele kinderen
Ontwikkeling, begeleiding en zorg 1 2 3 4
Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep
•
•
•
• Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen
D1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen D1.2 De begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine
(tutor)groep en het individuele kind
D1.3 De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg D1.4 Specifieke aandacht voor de taalontwikkeling bij begeleiding
en zorg
Ontwikkeling, begeleiding en zorg 1 2 3 4
•
•
• D2.1 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten hebben een
overzicht van de kinderen die zorg nodig hebben die de voor- resp. vroegschool niet kan leveren, en van de aard van die zorg
D2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten zorgen dat kinderen aangemeld worden voor externe zorg wanneer de voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren D2.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten blijven de
ontwikkeling van kinderen met extra zorg bijhouden
Kwaliteitszorg binnen de voor- en de vroegschool 1 2 3 4
•
•
•
•
• E1 Er is vve-coördinatie op de voor- resp. vroegschool
E2 De voor- resp. vroegschool evalueert de kwaliteit van vve regelmatig
E3 De voor- resp. vroegschool evalueren de resultaten van vve E4 De voor- resp. vroegschool werkt planmatig aan vve-
verbetermaatregelen
E5 De voor- resp. vroegschool borgt de kwaliteit van haar vve- educatie
Doorgaande lijn 1 2 3 4
•
•
•
•
•
•
• F1 Er is vve-coördinatie tussen de voor- en vroegschool
F2 Er is concreet beleid om zoveel mogelijk kinderen te laten doorstromen naar een vroegschool
F3 De voor- en vroegschool zorgen voor een warme overdracht F4 Het aanbod van de voor- en vroegschool is op elkaar
afgestemd
F5 Het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd
F6 De manier om met de ouders om te gaan op de voor- en de vroegschool is op elkaar afgestemd
F7 De interne begeleiding en zorg zijn op de voor- en vroegschool op elkaar afgestemd
Opbrengsten van vve 1 2 3 4
G1 De resultaten worden gemeten conform de gemeentelijke • afspraken