• No results found

college van burgemeester en schepenen Zitting van 3 oktober 2014

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "college van burgemeester en schepenen Zitting van 3 oktober 2014"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

beraadslaging/proces verbaal Kopie

college van burgemeester en schepenen

Zitting van 3 oktober 2014

Besluit GOEDGEKEURD

A-punten stadsontwikkeling

Samenstelling

De heer Bart De Wever, burgemeester

De heer Koen Kennis, schepen; de heer Philip Heylen, schepen; de heer Ludo Van Campenhout, schepen; de heer Claude Marinower, schepen; de heer Marc Van Peel, schepen; de heer Rob Van de Velde, schepen; mevrouw Nabilla Ait Daoud, schepen; de heer Fons Duchateau, schepen

De heer Roel Verhaert, stadssecretaris Iedereen aanwezig, behalve:

De heer Philip Heylen, schepen; de heer Marc Van Peel, schepen

225 2014_CBS_09887

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

Loodswezensite, district Antwerpen - Proces- en richtnota - Goedkeuring

Motivering

Gekoppelde besluiten

1134 - Programma Masterplan Scheldekaaien. Principeovereenkomst herinrichting Scheldekaaien. Goedkeuring. Concretisering beleidsrichtlijn

8556 - Programma Masterplan Scheldekaaien. Definitief ontwerp Masterplan. Goedkeuring.

Concretisering beleidsrichtlijn Aanleiding en context

Masterplan Scheldekaaien

In 2005 keurde de Vlaamse regering het geactualiseerde Sigmaplan goed, waarin bepaald wordt dat de waterkering ter hoogte van de stad Antwerpen van 8,35 meter TAW (Tweede Algemene

Waterpassing) tot 9,25 meter TAW wordt opgehoogd om de stad Antwerpen in de toekomst te blijven beschermen tegen overstromingen.

Op 9 juli 2010 (jaarnummer 8556) keurde het college het Masterplan Scheldekaaien goed. Het Masterplan Scheldekaaien vormt het richtinggevend document voor alle uitvoeringsprojecten bij de heraanleg van de Scheldekaaien. In het Masterplan Scheldekaaien wordt de zone van het

Bonapartedok en het Loodswezen beschouwd als scharnierpunt tussen de centrale kaaizone en het Eilandje. Het Bonapartedok, met doorzicht naar het MAS, doorbreekt hier de continuïteit van de 100 meter brede kaaistrook. Daardoor worden het Loodswezen en zijn omgeving losgesneden van de stad Antwerpen en vormt het zo een unieke plek langs de kaaien met een bijzondere band met de rivier. Bovendien zou de voormalige Bonapartesluis ook een uitgelezen opstapplaats kunnen zijn voor watertransport en wordt er voor het Loodswezen uitgekeken naar een interessante

herbestemming.

Principeovereenkomst Scheldekaaien

Op 20 september 2010 (jaarnummer 1134) en op 20 december 2010 (jaarnummer 1713) keurde de gemeenteraad de principeovereenkomst Scheldekaaien goed. De principeovereenkomst regelt de

(2)

samenwerking tussen de stad Antwerpen en Waterwegen en Zeekanaal nv ("W&Z") met het oog op de inrichting van de Scheldekaaien conform het Masterplan Scheldekaaien. De partijen maken onder meer afspraken met betrekking tot de verdeling van kosten en nieuwe opbrengsten.

Loodswezensite

Het Vlaams Gewest kende in 1997 aan de stad Antwerpen een concessie toe op de Scheldekaaien voor een periode van 100 jaar. Deze concessie heeft echter geen betrekking op het kaaigedeelte ter hoogte van het Loodswezen. Dezelfde concessie bepaalde dat de Loodswezensite door de stad Antwerpen aan Vlaanderen zou verkocht worden.

De Loodswezensite is sinds 2004 eigendom van het Vlaams Gewest. Momenteel zijn hier Vlaamse diensten gehuisvest, zij verhuizen echter vanaf 2016 naar de Imalso-site op Linkeroever.

Participatiemaatschappij Vlaanderen ("PMV") kreeg van de Vlaamse Regering de opdracht om de Loodswezensite te valoriseren.

Samenwerkingskader gebiedsontwikkeling Loodswezensite

Op 28 april 2014 keurde de gemeenteraad het samenwerkingskader (de 'term sheet' tussen de stad Antwerpen en het Vlaams Gewest) en het ruimtelijk kader voor de toekomstige ontwikkeling op de Loodswezensite goed.

De stad Antwerpen en het Vlaams Gewest realiseren daarbij samen een kwalitatieve herontwikkeling van de Loodswezensite op een financieel haalbare wijze.

Het samenwerkingskader omvat de afspraken tussen de partijen (de stad Antwerpen ondersteund door AG VESPA en het Vlaams Gewest ondersteund door PMV en Waterwegen & Zeekanaal nv) met betrekking tot de doelstelling, de projectorganisatie, het ruimtelijk kader, het ruimtelijk uitvoeringsplan, de vermarkting, de vastgoedstructurering en de verdeling van kosten en baten.

Noodzaak opmaak RUP Loodswezensite

De ruimtelijke visie voor de herontwikkeling van de zone Loodswezen is uitgezet in het strategisch Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen (s-RSA) en werd verder geconcretiseerd in het Masterplan Scheldekaaien en binnen het samenwerkingskader tussen stad en Vlaams Gewest. Om een globale ontwikkeling van de Loodswezensite binnen deze krachtlijnen mogelijk te maken is een

herbestemming van de gronden op de Loodswezensite noodzakelijk en wordt een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) opgemaakt.

Momenteel is op de Scheldekaaien het gewestplan van kracht. De Loodswezensite wordt in het gewestplan bestemd als gebied voor gemeenschapsvoorziening- en dienstverleningsgebied. Net ten zuiden van de Loodswezensite is het gebied ingekleurd als oeverstrook met bijzondere bestemming.

Proces- en richtnota, een eerste stap bij opmaak RUP

De stad Antwerpen staat in voor de opmaak van een RUP. Het RUP-proces wordt maximaal vervlochten met de marktbevraging voor het aantrekken van een private partner voor de ontwikkeling van de Loodswezensite.

De proces- en richtnota is de eerste stap in de standaardprocedure bij de opmaak van een RUP. In de proces- en richtnota wordt het gemeentelijk RUP gekaderd binnen de bestaande en juridische

context. Deze nota bepaalt tevens de contour van het RUP en doet een voorstel voor de krachtlijnen van het RUP.

Juridische grond

Art. 2.2.13 en volgende van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) die de procedure

(3)

Regelgeving: bevoegdheid

Art. 2.2.13.§1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening zegt dat het college belast is met het opmaken van gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen en de nodige maatregelen tot opmaak neemt.

Het collegebesluit van 10 juli 2008 (jaarnummer 8600) dat de decretale procedure van opmaak van een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan aanvult. In dit collegebesluit wordt de goedkeuring door het college van proces- en richtnota vermeld.

Argumentatie

Contour van het plangebied voor het RUP

Het plangebied voor het RUP Loodswezen omvat de voormalige gebouwen en gronden van het Loodswezen aan de Tavernierkaai en het zuidelijk aangrenzende stuk van de Scheldekaaien waar vandaag een rotatieparking georganiseerd is.

Het plangebied is gelegen tussen de Schelde aan de westzijde, de Rijnkaai met de Waagnatie aan de noordzijde, het Bonapartedok met het MAS en het Schipperskwartier in het oosten en de kaaien met aansluitend de binnenstad in het zuiden.

In de gebouwen van het Loodswezen zijn momenteel de entiteiten van de Vlaamse Overheid met een watergebonden karakter gehuisvest. Deze entiteiten worden in het voorjaar van 2016 verhuisd naar de Imalso-site op Linkeroever. Momenteel zijn een 150-tal parkeerplaatsen ingericht tussen de gebouwen voor personeel en bezoekers van de functies die in de gebouwen zijn gehuisvest.

De gronden ten zuiden van het Loodswezen (binnen de contour van het uitgebreid plangebied) zijn in gebruik als rotatieparking (deels in open lucht en deels overdekt) en bieden plaats aan 579 wagens.

In principe is enkel een herbestemming noodzakelijk voor de site Loodswezen. Omdat de

reorganisatie van de site Loodswezen potentieel biedt om een deel van de parkeercapaciteit van de naastgelegen rotatieparking ondergronds te huisvesten, is er voor gekozen om de rotatieparking integraal mee op te nemen als onderdeel van het plangebied.

Globale ontwikkelingsvisie zoals opgenomen in de proces- en richtnota

Als algemeen uitgangspunt wordt geopteerd voor een versterking van de relatie tussen de kernstad en de Schelde en het omvormen van de Scheldekaaien tot een continue publieke ruimte. Ook het versterken van de cultuurhistorische betekenis en van de beeldkwaliteit van de Scheldekaaien is een belangrijke doelstelling. De herdefinitie van de Scheldekaaien gaat uit van onderling verbonden ruimten afgewisseld met publiek ingerichte gebouwen die samen een continuïteit in de stedelijke ruimte vormen. De Loodswezensite vormt het verbindingsstuk tussen het programma Kaaien-noord en het programma Kaaien-binnenstad. Hierop wordt een gebiedsgericht en aangepast functioneel programma geënt.

Om het publiek karakter op de Scheldekaaien te behouden is gekozen voor publieke invullingen voor de gebouwen die op de kaaivlakte staan, echter niet noodzakelijk met een publieke uitbating.

De Scheldekaaien vormen de belangrijkste publieke ruimte in de binnenstad en een privatisering van deze ruimte is niet wenselijk. Private functies zijn wel mogelijk voor zover ze publieksgericht zijn.

Concreet voor de site van het Loodswezen wordt uitgegaan van horeca, gemeenschapsvoorzieningen en vrijetijdsvoorzieningen als hoofdfuncties en detailhandel als nevenfunctie. Wonen en kantoor zijn daarbij niet gewenst omwille van het privatief karakter van deze functies. Conform het

(4)

1.

2.

3.

4.

5.

vergunningsbeleid is kantoorfunctie ondersteunend aan een hoofd- of nevenfunctie wel toegestaan tot maximum 25% van de oppervlakte van de desbetreffende functie. Een zelfstandige

kantoorfunctie is verboden.

Een watergerelateerd programma in de gebouwen kan een meerwaarde vormen gezien de directe (en historische) relatie van de gebouwen met de Schelde. De gedempte Bonapartesluis en het

Margueriedok kunnen ingeschakeld worden voor eventuele nautische activiteiten.

Het op te maken RUP maakt een onderscheid tussen de site Loodswezen en de bestaande rotatieparking.

De capaciteit van de bestaande rotatieparking kan ter plaatse behouden blijven en uitgebreid tot het gewenste aantal parkeerplaatsen. Optimalisatie van zowel de bestaande parking als de ontsluiting en integratie ervan in de globale visie voor de Scheldekaaien is evenwel aangewezen. Het op te maken RUP vormt hiervoor het nodig juridisch kader en maakt het mogelijk om de parking op een

kwalitatieve manier boven- of ondergronds (her)in te richten en/of een deel van de parkeerplaatsen te verplaatsen naar de site Loodswezen.

Uitgangspunten

De uitgangspunten uit het Ruimtelijk kader zoals vastgelegd tussen de stad Antwerpen en Vlaams Gewest werden integraal verwerkt in de proces- en richtnota.

Lopend onderzoek: MOBER en planMERscreening

Een aantal aspecten zijn in de proces- en richtnota nog niet uitgeklaard en dienen parallel met de opmaak van het RUP onderzocht te worden. De resultaten van de onderzoeken zullen in fase van voorontwerp-RUP waar nodig geïmplementeerd worden:

doorvertaling resultaten planMER-screening: op dit ogenblik is er nog geen zicht op de resultaten van de planMER-screening. Afhankelijk van de conclusies, kan bijsturing van initiële keuzes noodzakelijk blijken;

doorvertaling resultaten MOBER: op dit ogenblik is er nog geen zicht op de resultaten van de MOBER. Afhankelijk van de conclusies, kan bijsturing van initiële keuzes noodzakelijk blijken.

Een MOBER wordt opgemaakt voor het gebied Loodswezen en Montevideo waarbij de site Loodswezen prioritair onderzocht wordt.

Krachtlijnen voor het toekomstig RUP

De krachtlijnen voor het toekomstige grafisch plan en de bijhorende stedenbouwkundige voorschriften zijn gebaseerd op het Ruimtelijk kader Loodswezensite waarbij onderstaande elementen verder uitgewerkt zullen worden:

algemene bepalingen: algemene kwaliteitseisen; bepalingen aangaande waterkering; aspecten aangaande toegankelijkheid en parkeren;

publieke ruimte: afbakening van de zone die in de toekomst ontwikkeld moet worden als publieke ruimte aansluitend op het stedelijk weefsel en bijhorende kwantitatieve en kwalitatieve bepalingen enerzijds en als publieke ruimte langs de Schelde anderzijds en bijhorende kwantitatieve en kwalitatieve bepalingen;

publieke ruimte en/of rotatieparking: afbakening van een zone die ingericht moet worden conform de visie van het Masterplan Scheldekaaien en waarbinnen (gelijkgronds of

ongelijkgronds) de gewenste rotatieparkeercapaciteit gerealiseerd kan worden;

onroerend erfgoed: aanduiding van de te behouden gebouwen en andere elementen;

nieuwbouw volumes: afbakening van een zone waarbinnen bijkomende bebouwing evenals

(5)

1.

In de volgende fase worden deze krachtlijnen vertaald in een bestemmingsplan met voorschriften, het voorontwerp-RUP.

Financiële gevolgen Nee

Besluit Artikel 1

Het college keurt de proces- en richtnota voor het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Loodswezensite' goed.

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen voor de stad of het OCMW.

Bijlagen

Bijlage bij dit besluit:RUP_Loodswezen_procesenrichtnota.pdf

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Bijkomend wordt de bestaande woning op Lambermontstraat 8 voorzien van een terras ter hoogte van de achtergevel op de tweede verdieping, hiervoor wordt de bestaande achterbouw

De deputatie vraagt advies aan het college over een milieuvergunningsaanvraag klasse 1 door Vlaamse Overheid - Agentschap Wegen en Verkeer - afdeling Antwerpen - Lange Kievitstraat

bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de door haar gemachtigde

De heer Koen Kennis, schepen; de heer Philip Heylen, schepen; de heer Ludo Van Campenhout, schepen; de heer Claude Marinower, schepen; de heer Marc Van Peel, schepen; de heer Rob Van

Het college keurt bestek GAC/2014/2330 voor een raamcontract voor het leveren van strategisch advies, begeleiding en analyses bij marktonderzoek in de periode 2015 tot en met 2018

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college conform artikel 4.7.17 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kennis van het verslag van de gemeentelijk stedenbouwkundig

Samen met het verplaatsen van de openbare parkeerplaats voor personen met een handicap zal het onderbord van het verkeersbord E1 (verboden te parkeren) worden aangepast zodat

Het college keurt de collegiale brieven gericht aan de Vlaamse regering en de ministers van mobiliteit en leefmilieu goed waarin, samen met het overmaken van het