Vraag nr. 156 van 23 mei 2001
van mevrouw ANN DE MARTELAER VHM-commissarissen – Functionering
De Vlaamse Huisvestingsmaatschappij (VHM) heeft het toezicht op de socialehuisvestingsmaat-schappijen (SHM), waarvan er 118 in aantal zijn. Het eerstelijnstoezicht van de VHM bij de ven-nootschappen ter plaatse gebeurt door de V H M-c o m m i s s a r i s s e n . Dit zijn ambtenaren van buiten de V H M , die worden aangesteld door de Vlaamse regering. Dit vrijwillig mandaat vervullen zij naast hun normale dagtaak. Ze bewaken de na-leving van de wetten en statuten en het algemeen belang.
Uit de gegevens van de VHM blijkt dat sedert 1999 veertien SHM's niet meer beschikken over een commissaris en dat achttien commissarissen geen of slechts één rapport hebben ingediend. Slechts 65 V H M-commissarissen zouden een rapport hebben ingediend.
1. Wanneer en op welke wijze brachten de veer-tien SHM's die niet meer beschikken over een commissaris, de VHM hiervan op de hoogte ? Welke reden werd opgegeven voor het beëindi-gen van deze functie ?
2. Welke stappen werden er ondernomen om deze commissarissen te vervangen ?
3. Zijn de commissarissen die geen of slechts één rapport hebben ingediend, nog in functie ? Hoe werd hierop gereageerd door de VHM ? Op welke wijze werden zij vergoed ?
4. Heeft de VHM informatie over de resterende 21 SHM's die niet in deze telling zijn opgeno-men (14 + 18 + 65 = 97) ?
Antwoord
1. In de handleiding voor V H M - c o m m i s s a r i s s e n die de VHM aan de commissaris bij zijn/haar aanstelling ter beschikking stelt, staat vermeld dat het op de eerste plaats de V H M - c o m m i s s a-ris zelf is die zowel de minister(s) onder wie de VHM ressorteert, de V H M , als de belangheb-bende socialehuisvestingsmaatschappij in
ken-nis dient te stellen van zijn ontslag en eventueel ook van de beweegredenen.
In de gevallen waarop hier wordt gealludeerd, waren het bijgevolg de commissarissen zelf (be-halve uiteraard bij overlijden) die de VHM heb-ben ingelicht. Als redenen voor het ontslag wer-den onder meer opgegeven : p e n s i o n e r i n g, g e-z o n d h e i d s r e d e n e n , onverenigbaarheid tussen nieuw beroep en mandaat van V H M - c o m m i s s a-r i s, te moeilijke combinatie gezinsleven en man-daat VHM-commissaris.
Daardoor was bij 21 socialehuisvestingsmaat-schappijen (op een totaal van 118) inderdaad het mandaat van VHM-commissaris vacant. 2. De vervanging en/of opvulling van de vacatures
werd gekoppeld aan de benoeming van de op-drachthouders zoals bepaald in artikel 44 van de Vlaamse Wooncode.
Op 2 mei jongstleden heeft de Vlaamse regering een ontwerpdecreet goedgekeurd dat, b i n n e n het decreet op de Vlaamse Wo o n c o d e, e n e r z i j d s de figuur van opdrachthouder wijzigt in die zin dat opdrachthouders zullen worden belast met een uitsluitend coördinerende en ondersteunen-de opdracht, en anondersteunen-derzijds ondersteunen-de figuur van toe-zichthouder voor de sociale huisvesting in het leven roept. Deze toezichthouders zullen in-staan voor het toezicht op de socialehuisves-t i n g s m a a socialehuisves-t s c h a p p i j e n , (verenigingen van) ge-m e e n t e n , O C M W ' s, sociale verhuurkantoren, het VOB en het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen ( VOB : Vlaams Overleg Bewo -nersbelangen – red.).
In afwachting van de implementatie van dit ont-werpdecreet en de effectieve aanstelling van be-doelde toezichthouders, dient de continuïteit in het toezicht verzekerd te blijven door de huidi-ge VHM-commissarissen.
Met het oog op een snelle en correcte tussen-tijdse oplossing voor de socialehuisvestingsmaatschappijen waar het mandaat van V H M -commissaris vacant was, heeft de Vlaamse rege-ring op 15 juni 2001 beslist aan reeds functione-rende commissarissen een bijkomend mandaat als plaatsvervangend commissaris bij bedoelde socialehuisvestingsmaatschappijen te verstrek-k e n , en dit tot de aanstelling van de toezicht-houders.
sociale huurwoningen over het dienstjaar 1999 hebben ingediend, zijn er nog zestien in functie. Een verslag met informatie aangaande de inge-diende rapporten werd, na voorlegging aan de raad van bestuur van de V H M , aan de bevoegde ministers overgezonden, met de vermelding van de commissarissen die geen rapport indienden. Daarnaast dienden de V H M - c o m m i s s a r i s s e n jaarlijks een vertrouwelijk verslag op te maken omtrent de activiteiten en de werking van de SHM waar zij als commissaris fungeren. Dit ver-trouwelijk rapport wordt punctueel door de be-trokken diensten van de VHM nagekeken en b e h a n d e l d . De VHM-commissarissen die dit verslag betreffende het dienstjaar 1999 niet tij-dig indienden, werden hier meermaals bij brief aan herinnerd.
Behoudens de toekenning van een zitpenning en eventueel de verplaatsingskosten, die door
de betrokken bouwmaatschappij worden ver-g o e d , wordt er sedert het jaar 1997 een jaarlijk-se forfaitaire toelage aan alle commissarisjaarlijk-sen u i t b e t a a l d , die ten laste wordt genomen door de V H M . Deze toelage werd vastgesteld analoog aan de bepalingen van het besluit van de Vlaamse regering van 27 januari 1988 houdende maatregelen tot harmonisatie van toelagen en presentiegelden aan commissarissen, g e m a c h t i g-den van financiën, afgevaardigg-den van de Vlaamse regering, voorzitters en leden van niet-adviserende bijzondere commissies of van raden van bestuur van instellingen en ondernemingen die onder de Vlaamse regering behoren, e n werd gebonden aan bepaalde maxima, c o n f o r m de categorie1waartoe de vennootschap behoort.
In dit referentiekader gelden volgende bedra-gen m.b.t. de forfaitaire toelage :
Vergoedingen (fr.) Categorie I Categorie II Categorie III
Forfaitaire toelage 30.000 45.000 60.000
VHM-commissaris
Deze bedragen worden tweejaarlijks geïn-d e x e e r geïn-d . Huigeïn-dige geïngeïn-dexeergeïn-de begeïn-dragen (per 1.1.2000) :
Vergoedingen (fr.) Categorie I Categorie II Categorie III
Forfaitaire toelage 38.047 57.070 76.094
VHM-commissaris
4. De resterende socialehuisvestingsmaatschappij-en waarop de Vlaamse volksvertegsocialehuisvestingsmaatschappij-enwoordiger a l l u d e e r t , behoren tot de koopsector, en leggen zich toe op kredietverlening en op de verkoop van sociale koopwoningen. De V H M - c o m m i s s a-rissen die een mandaat hebben bij deze sociale-huisvestingsmaatschappijen dienen jaarlijks al-leen een vertrouwelijk verslag op te stellen waarvan sprake onder punt 3.
1 Categorie I : VB-maatschappijen met een
patri-monium tot 500 huurwoningen KV-maatschappijen met een werkge-bied tot 100.00 inwoners
Categorie II : VB-maatschappijen met een patri-monium van 501 tot 1.000 huurwo-ningen
KV-maatschappijen met een werkge-bied van meer dan 100.000 inwoners. Categorie III : VB-maatschappijen met een
patri-monium van meer dan 1.000 huurwo-ningen