• No results found

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING. OSG Nieuw Zuid Locatie Hugo de Groot Afdelingen vmbo-t, havo en vwo

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING. OSG Nieuw Zuid Locatie Hugo de Groot Afdelingen vmbo-t, havo en vwo"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

RAPPORT VAN BEVINDINGEN

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING OSG Nieuw Zuid

Locatie Hugo de Groot Afdelingen vmbo-t, havo en vwo

Plaats: Rotterdam BRIN-nummer: 02LB-8 Registratienummer: 3416940

(2)

1. INLEIDING

De Inspectie van het Onderwijs heeft op woensdag 3 oktober 2012 een onderzoek naar

kwaliteitsverbetering uitgevoerd op afdelingen vmbo-t, havo en vwo van de locatie Hugo de Groot van het OSG Nieuw-Zuid. Doel van het onderzoek is om de voortgang in het verbetertraject vast te stellen.

Toezichthistorie

Bij het kwaliteitsonderzoek in 2009 werd de onderwijskwaliteit van alle drie de afdelingen van de vestiging Hugo de Groot van het OSG Nieuw-Zuid als zwak beoordeeld. Oorzaak hiervan waren de onvoldoende resultaten. Verder werden de kwaliteitszorg en het taalbeleid als onvoldoende beoordeeld. In 2010 en 2011 werden voortgangsgesprekken gevoerd. In mei 2012 werd een gesprek met het bevoegd gezag van BOOR gevoerd over het vervolg van het toezicht. Hierbij werd vastgesteld dat de school mogelijk zeer zwak kon worden indien de resultaten niet sterk zouden verbeteren.

Onderzoeksopzet

De inspectie heeft de opbrengsten, de kwaliteitszorg en de in 2009 als onvoldoende beoordeelde normindicator (taalbeleid) onderzocht.

Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten:

- Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn.

- Analyse van documenten die betrekking hebben op zelfevaluatie-activiteiten van de school en van andere documenten die de school voorafgaand aan het schoolbezoek heeft

toegestuurd en tijdens het schoolbezoek heeft overhandigd.

- Schoolbezoek, waarbij in een aantal groepen de onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van lessen. Bovendien heeft de inspectie over de kwaliteit van de indicatoren gesprekken gevoerd met het management, de zorgcoördinator en met docenten.

- Aan het eind van het schoolbezoek heeft de inspectie de bevindingen van het onderzoek besproken met de directie.

Toezichtkader

De inspectie heeft zich bij haar onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader vo 2011.

In het jaarwerkplan verantwoordt de inspectie welke wettelijke aspecten zijn onderzocht. Deze documenten zijn te vinden op www.onderwijsinspectie.nl.

Opbouw rapport

In hoofdstuk 2 zijn de bevindingen uit het onderzoek naar de onderwijskwaliteit weergegeven. Dit wordt gevolgd door een paragraaf waarin het oordeel van de inspectie wordt toegelicht en waar mogelijk de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven. Hoofdstuk 3 geeft het

toezichtarrangement weer.

(3)

2. BEVINDINGEN

2.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel

In onderstaande tabel vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader voortgezet onderwijs. De indicatoren met een asterisk zijn de

normindicatoren; zij spelen een beslissende rol bij de beoordeling van de kwaliteit van het onderwijs.

De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is.

Legenda:

1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed

5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten)

De inspectie heeft daarnaast onderzocht of wordt voldaan aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften. Of de school wel of niet voldoet aan deze wettelijke vereisten wordt tot uitdrukking gebracht met de score ‘ja’ of ‘nee’.

Resultaten

1 2 3 4 5

1.1 * De leerlingen behalen in de onderbouw het

opleidingsniveau dat mag worden verwacht. 

1.2 * De leerlingen lopen weinig vertraging op in de

bovenbouw van de opleiding vmbo-g/t. 

1.2 * De leerlingen lopen weinig vertraging op in de

bovenbouw van de opleiding havo. 

1.2 * De leerlingen lopen weinig vertraging op in de

bovenbouw van de opleiding vwo. 

1.3 * De leerlingen van de opleiding vmbo-g/t behalen voor het centraal examen de cijfers die mogen worden

verwacht. 

1.3 * De leerlingen van de opleiding havo behalen voor het

centraal examen de cijfers die mogen worden verwacht.  1.3 * De leerlingen van de opleiding vwo behalen voor het

centraal examen de cijfers die mogen worden verwacht.  1.4 * Bij de opleiding vmbo-g/t zijn de verschillen tussen het

cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het

centraal examen van een aanvaardbaar niveau.  1.4 * Bij de opleiding havo zijn de verschillen tussen het cijfer

voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal

examen van een aanvaardbaar niveau. 

1.4 * Bij de opleiding vwo zijn de verschillen tussen het cijfer

(4)

Leerstofaanbod

1 2 3 4

2.3 * De school met een substantieel percentage taalzwakke leerlingen heeft bij alle vakken een aanbod aan leerinhouden dat past bij de

talige onderwijsbehoeften van deze leerlingen. 

Kwaliteitszorg

1 2 3 4

9.1 De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar

leerlingenpopulatie. 

9.2 De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen.  9.3 De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces.  9.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten.  9.5 De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces.  9.6 De school waarborgt de kwaliteit van het schoolexamen en van

andere toetsinstrumenten. 

(5)

2.2 Beoordeling Algemeen beeld

De school heeft haar opbrengsten bij de laatste examens (2012) enorm verbeterd. Het gaat er nu om deze verbetering vast te houden. De bij het vorige onderzoek (in 2009) werden het taalbeleid en de kwaliteitszorg als onvoldoende beoordeeld. Het taalbeleid is nu als voldoend beoordeeld. De kwaliteitszorg is voldoende, wel zijn er nog twee indicatoren als onvoldoende beoordeeld. De inspanningen van directie en leraren hebben tot duidelijke verbeteringen in de kwaliteit geleid.

Toelichting

Het bovenstaande algemene oordeel van de inspectie wordt hieronder toegelicht. Daarbij komen voor zover van toepassing achtereenvolgens de in de inleiding genoemde aspecten aan bod: de opbrengsten, het taalbeleid en de kwaliteitszorg.

Opbrengsten

De examenresultaten zijn in 2012 sterk verbeterd. Het bovenbouwrendement vertoont ook verbetering, het onderbouwrendement nog niet. Hieronder volgt een toelichting per opbrengst- indicator en tenslotte een perspectief voor de toekomst.

Onderbouwrendement.

Op de opbrengstenkaart 2010, was het onderbouwrendement ruim boven het landelijk gemiddelde (bolletje 5). Op de laatste twee opbrengstenkaarten (2011 en 2012) was het onderbouwrendement ruim beneden het landelijk gemiddelde (bolletje 1).

Volgens de gegevens van de school (adviesformulier basisschool V8) zijn in het huidige schooljaar (2012-2013) 34 leerlingen in de derde klas geplaatst. Van de 17 leerlingen die in vmbo-(g)t zijn geplaatst hadden 7 een g(t) advies, 5 een gemengd advies vmbo g(t) of havo, 6 een havo advies, 1 een gemengd advies havo of vwo en 2 een vwo advies. Van de 7 leerlingen die in de derde klas havo zijn geplaatst hadden 6 een havo advies en 1 een gemengd advies havo of vwo. Van de 6 leerlingen die in de derde klas vwo zijn geplaatst hadden 3 een gemengd advies havo of vwo en 3 een vwo advies. Met name het feit dat van de 21 leerlingen die in de derde klas vmbo-g(t) zijn geplaatst 14 een hogere advies meekregen van de basisschool zal waarschijnlijk weer resulteren in een onvoldoende onderbouwrendement op de opbrengstenkaart 2013.

De school heeft in 2010 de plaatsing van leerlingen in d

e

brugklas vergeleken met de citoscores.

Hieruit bleek dat meer dan een kwart van de leerlingen die in vmbo-tl geplaatst waren niet de benodigde cito-score had. Het beleid is toen aangepast met als gevolg een grote daling van het onderbouwrendement. De school heeft twijfels over de kwaliteit van de adviezen van de

basisscholen. Op de aansluiting po-vo te verbeteren wordt nu de mogelijkheid onderzocht om zelf een basisschool te starten om zo de doorgaande leerlijnen van peutergroep tot eindexamen voortgezet onderwijs te verbeteren.

Bovenbouwrendement

Het bovenbouwrendement is op alle drie afdelingen vmbo-tl, havo en vwo gemiddeld over de laatste drie opbrengstenkaarten onvoldoende. Het aantal leerlingen dat vanaf het derde leerjaar naar het diploma doorstroomt zonder zittenblijven is de laatste jaar wel gestegen. Op het vmbo-tl van 51% op de opbrengstenkant 2011 tot 66% op de opbrengstenkaart 2012. Dit is echter nog wel beneden het landelijk gemiddelde. Op de havo van 22% op de opbrengstenkaart 2011 tot 48% op

(6)

Centraal examencijfers

De gemiddelde centraal examencijfers voor vmbo, havo en vwo zijn de afgelopen twee jaar sterk gestegen. Op de afdeling vmbo-tl van 5,7 in 2010 en 5,9 in 2011 tot 6,4 in 2012. Op de afdeling havo van 5,2 in 2010 tot 6,1 in 2011 en 6,2 in 2012. Op de afdeling vwo van 4,7 in 2010 tot 5,7 in 2011 en 6,3 in 2012. Te verwachten is dat op de opbrengstenkaart 2013 de gemiddelde CE-cijfers van het eindexamen 2012 op het niveau van het landelijk gemiddelde zullen zijn maar gemiddeld over drie jaar nog niet. Gezien de duidelijk stijgende lijn in de centrale examen cijfers, heeft de school een prestatie van formaat geleverd.

Verschil schoolexamen – centraal examen

Bij de eindexamens van 2012 is het verschil tussen het schoolexamen en het centraal examen op alle afdelingen zeer sterk verkleind. Op de afdeling vmbo-tl van 0,57 in 2010 en 0,59 in 2011 tot 0,18 in 2012. Op de afdeling havo van 0,99 in 2010 tot 0,55 in 2011 en -0,04 in 2012. Op de afdeling vwo van 1,56 in 2010 en 1,23 in 2011 tot 0,33 in 2012. Op de opbrengstenkaart 2013 zal het verschil SE-CE voor de afdelingen vmbo-tl en havo over drie jaar gemiddeld voldoende zijn (kleiner dan 0,5). Voor de afdeling vwo zal dit nog niet het geval zijn vanwege de hele grote verschillen in 2010 en 2011.

Perspectief opbrengsten

De CE-cijfers en het verschil SE-CE zijn sterk verbeterd. Bij bekend worden van de

examenresultaten 2013 (september 2013) zal duidelijk worden of deze verbetering bestendig is.

Gezien de positieve oordelen op kwaliteitszorg is het dan een mogelijkheid dat de inspectie de laatste twee oordelen zwaarder weegt. Het eind oordeel van de opbrengsten is echter ook afhankelijk van de rendementsontwikkelingen. Ook hier moet sprake zijn van een bestendige verbetering.

Lesbezoeken

De inspectie heeft tijdens dit onderzoek acht lesbezoeken uitgevoerd. Tijdens deze lesbezoeken werd het oordeel uit het onderzoek van 2009, dat het pedagogisch-didactisch handelen van voldoende kwaliteit is, bevestigd. Een opvallend sterk punt was het inhoudelijke niveau van de lessen, er werd niet op het laagste niveau les gegeven.

Taalbeleid

Bij het kwaliteitsonderzoek in 2009 werd het taalbeleid als onvoldoende beoordeeld. De sectie Nederlands heeft een Nota “taalbeleid 2010-2015” opgesteld. Het belangrijkste aspect hiervan is de uitbreiding van het aantal lessen Nederlands. De onderbouw krijgt 6 lesuren Nederlands per week plus nog een lesuur per week robuust lezen. De bovenbouw krijgt 5 lesuren Nederlands per week. De ontwikkeling van de leerlingen wordt gevolgd met diataal toetsen. Ondanks deze inzet van de school blijft de taalontwikkeling in sommige gevallen problematisch voor redenen waar de school geen controle over heeft. Vooral bij leerlingen die buiten de school weinig met de

Nederlandse taal in aanraking komen.

Het taalbeleid wordt als voldoende beoordeeld. Wat nog ontbreekt is een taalbeleid gericht op andere vakken dan Nederlands. Dit bleek ook uit de lesbezoeken. De school is dit ‘taalgericht vakonderwijs’, nu aan het opzetten.

(7)

De kwaliteitszorg

Bij het kwaliteitsonderzoek van 2009 werd de kwaliteitszorg als onvoldoende beoordeeld. Dit aspect wordt nu als voldoende beoordeeld. De school werkt planmatig aan verbeteringen.

Belangrijke documenten die dit aantonen zijn onder anderen de aanbiedingsbrieven VMBO-TL, HAVO en VWO uit 2010, het schoolplan 2011-2015 en de verschillende actieplannen waaronder taalbeleid en verzuimbeleid.

Maatregelen die de school heeft genomen om de resultaten te verbeteren zijn:

 het aanpassen van de toelating en determinatie, waardoor het ‘kansen bieden’

beleid is beëindigd.

 Het aanpassen van de lesrooster, waardoor er meer lessen Nederlands, wiskunde en Engels worden gegeven.

 Het versterken van het personeelsbeleid, waardoor goede docenten gestimuleerd worden en slechte docenten vervangen.

 Veel aandacht besteden aan examentraining.

 Het verbeteren van het verzuimbeleid.

 Het opstellen en uitvoeren van een taalbeleid en rekenbeleid.

 Het versterken van de rol van de vaksecties.

 Afspraken vaststellen omtrent de kwaliteit van de toetsen en normering.

Een belangrijke ontwikkeling sinds 2009 is de positionering van de vaksecties. Deze dragen steeds meer verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het onderwijs. Een voorbeeld hiervan is de procedure rond de waarborg van de kwaliteit van toetsen en schoolexamens. De sectie is verantwoordelijk en legt de afspraken hieromtrent vast in de sectiemappen. De sectiemappen worden voorgelegd aan de schoolleiding. De schoolexamens worden door de sectie gemaakt, door de sectievoorzitter ondertekend en aan de schoolleiding voorgelegd.

De school heeft de resultaten van de leerlingen in beeld. Wat nog ontbreekt aan de kwaliteitszorg is de evaluatie en borging van het onderwijsleerproces. De school heeft 13 kenmerken voor de

‘Hugo les’ opgesteld en afgesproken dat docenten lesgeven vanuit de gedachtegoed van de 5 rollen van de docent. Op individueel niveau wordt in de personeelscyclus hier ook aandacht aan besteed.

Op schoolniveau is er echter geen systematische evaluatie of waarborg van het onderwijsproces. In hoeverre de doelstelling van een ‘Hugo les’ of de 5 rollen van de docent wordt gerealiseerd wordt niet structureel geëvalueerd.

(8)

3. TOEZICHTARRANGEMENT

De kwaliteit van het onderwijs heeft duidelijk positieve impulsen gekregen maar vertoont nog tekortkomingen in de opbrengsten en is als zwak beoordeeld. Om deze reden handhaaft de Inspectie van het Onderwijs aan de afdeling vmbo-tl, havo en vwo van de locatie Hugo de Groot van het OSG Nieuw-Zuid het aangepast arrangement. De afdelingen blijven hiermee onder intensief toezicht. Met het bevoegd gezag is afgesproken dat de opbrengsten op de

opbrengstenkaart 2014 van voldoende niveau zijn. Hieraan voorafgaand voert de inspectie opnieuw een afsluitend onderzoek naar de kwaliteitsverbetering (okv) uit om na te gaan of de

tekortkomingen zijn opgeheven.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

1.2* De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van

De school realiseert zich dat het begrijpend lezen in de school meer aandacht nodig heeft en zet zich in om achterstanden op dit terrein weg te werken..

De inspectie stelde naar aanleiding van dit onderzoek vast (rapport vastgesteld op 6 januari 2015) dat de opbrengsten weliswaar voldoende waren, maar dat de onderwijskwaliteit op

Om na te gaan of de eerder vastgestelde tekortkomingen zijn opgeheven en de kwaliteit van het onderwijs weer voldoende is, hebben wij nu een afsluitend onderzoek naar

De inspectie beoordeelt de kwaliteit van het onderwijs op het IJssel College, locatie Alkenlaan, afdeling vwo als zwak vanwege de onvoldoende opbrengsten.. Hoewel alle normindicatoren

ontwikkeling van leerlingen te volgen en ook worden hier soms conclusies geformuleerd, maar deze zijn niet vertaald naar actiepunten voor de doelen op schoolniveau. Mede

In een periode van twee jaar heeft de school zich dusdanig verbeterd dat op grond van de resultaten van dit onderzoek naar kwaliteitsverbetering de inspectie alle

De Inspectie van het Onderwijs heeft op 29 september 2011 een onderzoek naar de kwaliteitsverbetering uitgevoerd op SBO Koningin Wilhelmina School te Amersfoort.. Daarbij is