• No results found

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ. IJsselcollege, locatie Alkenlaan, afdeling vwo

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ. IJsselcollege, locatie Alkenlaan, afdeling vwo"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

RAPPORT VAN BEVINDINGEN

ONDERZOEK BIJ

IJsselcollege, locatie Alkenlaan, afdeling vwo

Plaats: Capelle aan den IJssel BRIN-nummer: 20BH-0

Registratienummer: 2875124-v2

Onderzoek uitgevoerd op: 26 november 2009 Conceptrapport verzonden op: 18 januari 2010 Rapport vastgesteld te Utrecht op: 8 maart 2010

Reproductie van het rapport zonder toestemming van de inspectie of de school/instelling vindt niet plaats anders dan in zijn volledige vorm.

(2)
(3)

1. INLEIDING

De Inspectie van het Onderwijs heeft op 26 november 2009 een onderzoek uitgevoerd op het IJssel College, locatie Alkenlaan, afdeling vwoom na te gaan of er sprake is van

tekortkomingen in de kwaliteit van het onderwijs en de naleving van wet- en regelgeving.

Aanleiding

De aanleiding voor dit onderzoek is het volgende.

De inspectie heeft voor het IJssel College, locatie Alkenlaan, afdeling vwo een risicoanalyse uitgevoerd. Uit deze analyse kwam naar voren dat de opbrengsten onvoldoende zijn op het IJssel College, locatie Alkenlaan, afdeling vwo. Op 25 juni 2009 heeft de inspectie de

uitkomsten van deze risicoanalyse met het bevoegd gezag besproken. Naar aanleiding van dit gesprek is besloten een onderzoek uit te voeren om eventuele tekortkomingen vast te stellen.

In dit onderzoek wordt tevens voor enkele wettelijke voorschriften nagegaan of de school hieraan voldoet.

Toezichthistorie

De school is op 16 februari 2006 bezocht in het kader van een jaarlijks onderzoek. In dat onderzoek is geconstateerd dat de op het vwo behaalde gemiddelde examencijfers laag zijn en dat er sprake is van grote discrepanties tussen de schoolexamencijfers en de behaalde cijfers op het centraal examen.

Op 27 maart 2007 is de school opnieuw bezocht in het kader van een periodiek kwaliteitsonderzoek. Ook in dit onderzoek werd geconstateerd dat de gemiddelde examencijfers voor de afdeling vwo laag zijn. Daarbij werd ook de kwaliteitszorg als

onvoldoende beoordeeld. Er was weliswaar sprake van een positieve ontwikkeling ten aanzien van de kwaliteitszorg, maar een duidelijke prioritering op basis van een heldere

sterkte/zwakte analyse ontbrak nog.

(4)

Onderzoeksopzet

Van het kernkader zijn voor het aspect kwaliteitszorg alle indicatoren beoordeeld, voor de overige aspecten zijn de normindicatoren en een aantal observatie indicatoren beoordeeld.

Normindicator 2.3 (specifiek talig leerstofaanbod) is niet beoordeeld, aangezien de school geen substantieel percentage niet-Nederlandstalige of taalzwakke leerlingen heeft.

Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten:

• Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn.

• Analyse van documenten die betrekking hebben op zelfevaluatie-activiteiten van de school en van andere documenten die de school voorafgaand aan het schoolbezoek heeft

toegestuurd, te weten:

• Plan van Aanpak vwo, mei 2009,

• Overzicht beleidsaspecten veiligheid,

• Analyse Opbrengsten van de schooljaren 2000-2001 t/m 2008-2009,

• Beleidsnotitie kwaliteitsimpuls Taal en rekenen,

• Schoolgids 2009-2010,

• Schoolplan 2009-2014,

• Zorgplan 2009-2010,

• Rapportage Schoolindex Leerlingentevredenheid, april 2009.

• Schoolbezoek, waarbij in een aantal groepen de onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van lessen in de afdeling vwo.

• Bovendien heeft de inspectie over de kwaliteit van de indicatoren gesprekken gevoerd met de directie, de voorzitter van de projectgroep kwaliteitszorg en de zorgcoördinator.

• Op uw school is verder een gesprek gevoerd met leraren.

• Aan het eind van het schoolbezoek heeft de inspectie de bevindingen van het onderzoek besproken met de directie.

Toezichtkader

De inspectie heeft zich bij haar onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader Voortgezet Onderwijs 2009.

In het jaarwerkplan 2008 verantwoordt de inspectie welke wettelijke aspecten zijn onderzocht Al deze documenten zijn te vinden op www.onderwijsinspectie.nl.

Opbouw rapport

In hoofdstuk 2 zijn de bevindingen uit het onderzoek op het gebied van de onderwijskwaliteit en de wettelijke voorschriften weergegeven. Dit wordt gevolgd door een beschouwing waarin tekortkomingen worden toegelicht en waar mogelijk de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven. Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer.

(5)

BEVINDINGEN

IJssel College, locatie Alkenlaan, afdeling vwo 2.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel

In onderstaande tabel vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader voortgezet onderwijs. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator

gerealiseerd is. De inspectie heeft daarnaast onderzocht of wordt voldaan aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften.

Legenda:

1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed

5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten)

In de tabel wet- en regelgeving is in de waardering tot uitdrukking gebracht of de school wel of niet voldoet aan de genoemde wettelijke vereisten.

Resultaten

1 2 3 4 5

1.1 * De leerlingen behalen in de onderbouw het opleidingsniveau

dat mag worden verwacht.  

1.2 * De leerlingen lopen weinig vertraging op in de bovenbouw van

de opleiding vwo.  

1.3 * De leerlingen van de opleiding vwo behalen voor het centraal examen de cijfers die mogen worden verwacht.   1.4 * Bij de opleiding vwo zijn de verschillen tussen het cijfer voor

het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen van een aanvaardbaar niveau.



Leerstofaanbod

1 2 3 4

2.1 * De aangeboden leerinhouden in de onderbouw voldoen aan de

wettelijke vereisten. 

2.2 * De aangeboden leerinhouden in de bovenbouw zijn dekkend voor de

examenprogramma’s. 

2.3 * De school met een substantieel percentage taalzwakke leerlingen heeft bij alle vakken een leerstofaanbod dat past bij de talige onderwijsbehoeften van deze leerlingen.

2.5 De school heeft een aanbod gericht op bevordering van actief burgerschap en sociale integratie, met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennismaking met de diversiteit in de

samenleving.



Tijd

1 2 3 4

3.3 De leerlingen maken efficiënt gebruik van de onderwijstijd. 

(6)

Schoolklimaat

1 2 3 4

4.4 * De school heeft inzicht in de veiligheidsbeleving van leerlingen en personeel en in de incidenten die zich op het gebied van sociale veiligheid op de school voordoen.



4.7 * Het personeel van de school zorgt ervoor dat de leerlingen op een

respectvolle manier met elkaar en anderen omgaan. 

4.8 * De mentoren stimuleren het welbevinden en de motivatie van de

leerlingen. 

Didactisch handelen

1 2 3 4

5.1 * De leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof. 

5.2 * De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. 

5.3 * De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten.  Afstemming

1 2 3 4

6.2 De leraren stemmen de instructie af op verschillen in ontwikkeling

tussen de leerlingen. 

6.3 De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen in

ontwikkeling tussen de leerlingen. 

6.4 De leraren stemmen de onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling

tussen de leerlingen. 

Zorg

1 2 3 4

7.1 * De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen.



Begeleiding

1 2 3 4

8.2 * De school voert de zorg planmatig uit. 

Kwaliteitszorg

1 2 3 4

9.1 De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar

leerlingenpopulatie. 

9.2 De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen.  9.3 De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces. 

9.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 

9.5 De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces.  9.6 De school waarborgt de kwaliteit van het schoolexamen en van andere

toetsinstrumenten. 

9.7 De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de

gerealiseerde onderwijskwaliteit. 

9.8 De school draagt zorg voor de kwaliteit van het onderwijs gericht op bevordering van actief burgerschap en sociale integratie, met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennismaking met de

diversiteit van de samenleving.



(7)

Wet- en regelgeving

1 2 3 4

N1 Door of namens het bestuur is de vastgestelde schoolgids naar de inspectie gestuurd en deze schoolgids bevat de verplichte onderdelen

(WVO art. 24a en 24c). 

N2 Door of namens het bestuur is het vastgestelde schoolplan naar de inspectie gestuurd en dit schoolplan bevat de verplichte onderdelen (WVO art. 24 en 24c).



N3 Door of namens het bestuur is het vastgestelde zorgplan van het samenwerkingsverband naar de inspectie gestuurd en dit zorgplan bevat de verplichte onderdelen (WVO art. 10h).



N4 Door of namens het bestuur zijn het Examenreglement en het PTA naar de inspectie gestuurd en beide voldoen inhoudelijk aan de wettelijke vereisten (Eindexamenbesluit art. 31).



N5 De geplande onderwijstijd voldoet aan de wettelijke vereisten (WVO

art. 10, lid 2; 10b, lid 2; 10d, lid 2; 10f, lid 3a; 11c, lid 1b; 12, lid 5). 

(8)

2.2 Beschouwing Algemeen beeld

De inspectie beoordeelt de kwaliteit van het onderwijs op het IJssel College, locatie Alkenlaan, afdeling vwo als zwak vanwege de onvoldoende opbrengsten. Hoewel alle normindicatoren voldoende zijn, is de inspectie voor twee aspecten kritisch over de kwaliteit: de mate waarin het onderwijs is afgestemd op de individuele leerling en de kwaliteitszorg.

Toelichting

Opbrengsten

De opbrengsten van het IJssel College, locatie Alkenlaan, afdeling vwo zijn onvoldoende. Twee van de vier opbrengsten-indicatoren zijn onvoldoende. Dat betreft het driejarig gemiddelde van de cijfers voor het centraal examen dat slecht is en het zeer grote verschil tussen de gemiddelde resultaten van het schoolexamen en de gemiddelde resultaten van het centraal schriftelijk examen. Hoewel er de laatste drie jaren fluctuaties zijn in de groepen van vakken waarbij onvoldoende examenresultaten worden behaald, vallen de elk jaar terugkerende slechte resultaten op voor met name de moderne vreemde talen en de economische vakken.

Kwaliteitszorg

De inspectie constateert een aantal tekortkomingen in de kwaliteitszorg, die deels zijn terug te voeren op de personele wisselingen de afgelopen jaren in het management van de school en in de docententeams. Met name de slechte examenresultaten en de grote discrepantie tussen het gemiddelde schoolexamencijfer en het gemiddelde examencijfer baren de school al langere tijd zorgen. Zoals bij eerdere inspectiebezoeken in 2006 en 2007 is geconstateerd, heeft de school stappen gezet ter verbetering van de kwaliteitszorg. Het heeft echter tot het voorjaar van 2009 geduurd voordat er ook daadwerkelijk een (smart geformuleerd) plan van aanpak lag. In dat plan, waarbij het onderwijsteam is betrokken, zijn speerpunten

geformuleerd voor de komende jaren. Aandacht voor de opbrengsten van de afdeling vwo en voor het pedagogisch-didactisch handelen van de docent zijn onderdelen van dit plan. Ook is de directie doende om het toelatings- en determinatiebeleid aan te scherpen, aangezien een deel van de populatie van het vwo bestaat uit relatief zwakkere leerlingen.

Inmiddels bevindt de school zich in de ‘do-fase’ van de PDCA-cyclus. Dit betekent dat de school nog geen volledige cyclus heeft doorlopen op grond waarvan kan worden vastgesteld of de kwaliteit van het onderwijsleerproces is geborgd.

De school evalueert de opbrengsten jaarlijks. De bespreking van die evaluaties met het onderwijsteam en individuele docenten heeft een kortere traditie. In het schooljaar 2009-2010 is de directie gestart met de cyclus van functionerings- en beoordelingsgesprekken met docenten. De opbrengsten en het pedagogisch-didactisch handelen van de docent vormen hierbij vaste gespreksonderwerpen. Uit gesprekken van de inspectie met de docenten blijkt dat het bewustzijn bij de gemiddelde docent nog lacunes vertoont. De docenten zijn weliswaar voor hun eigen vakgebied op de hoogte van de examenresultaten en de eventuele

discrepanties tussen het schoolexamencijfer en het centraal examencijfer, maar hebben minder zicht op de andere opbrengstindicatoren en het totaal van de opbrengsten op afdeling- en schoolniveau.

(9)

De inspectie is van mening dat het toenemende opbrengstenbewustzijn bij de directie en docenten nog onvoldoende is verbonden met een systematische evaluatie van het onderwijsleerproces. De school maakt weliswaar gebruik van enquêtes onder personeel, leerlingen en ouders, maar het is niet altijd duidelijk hoe die informatie wordt aangewend als input voor het onderwijsleerproces. Daarbij geven zowel leerlingen als docenten aan dat de aansluiting tussen de onderbouw en de bovenbouw voor verbetering vatbaar is. De nadruk in de onderbouw ligt volgens hen nu nog te veel op reproductie, waardoor leerlingen in het vierde leerjaar moeite hebben om te kunnen voldoen aan de eisen die aan hen worden gesteld, omdat zij de benodigde vaardigheden missen. Ook zijn sommige docenten kritisch over het bevorderingsbeleid, waarbij leerlingen met zwakke leerresultaten soms toch worden bevorderd. Dit hangt deels samen met het aanname- en determinatiebeleid, dat de laatste tijd kritisch wordt geëvalueerd door de school.

Naar het oordeel van de inspectie toetst de schoolleiding nog onvoldoende systematisch of de kwaliteit van leren en onderwijzen voldoet aan de doelen zoals die zijn geformuleerd in het schoolplan. Weliswaar worden de procedures en afspraken in toenemende mate beschreven daar waar het gaat om de inrichting van het onderwijsleerproces, maar de procedures om te controleren of die afspraken worden nagekomen ontbreken nog. Hierdoor komt het voor dat verschillende docenten ook verschillende onderwijskundige keuzes maken.

Een belangrijke tekortkoming is de borging van de toetsing. Uit gesprekken met de directie en docenten blijkt dat er veel vrijheidsgraden zijn voor docenten bij het samenstellen van de toetsen. Hierdoor bestaat ook het reële gevaar dat de toetsen te gemakkelijk worden

aangepast aan het niveau van de populatie. Daarbij zijn er verschillen tussen secties over hoe toetsen worden samengesteld en volgens welke richtlijnen. De aanpassing van het toetsbeleid is één van de speerpunten in het eerder genoemde plan van aanpak.

De informatie over de gerealiseerde onderwijskwaliteit aan belanghebbenden is momenteel onvoldoende. Het betreft hier onder meer de informatievoorziening over de opbrengsten alsook over de verbetermaatregelen die de school inzet. De informatie in de schoolgids betreft uitsluitend de slagingspercentages en de eindoordelen van de inspectie per afdeling. De school kan zich hierin verbeteren. Te meer daar de school beschikt over de benodigde informatie.

Onderwijs

De wijze waarop docenten samenwerken bij de vormgeving van het onderwijs laat veel ruimte open voor het maken van eigen keuzes. Door het grote aantal wisselingen binnen de staf ontstond er bij personeelsleden onduidelijkheid over wie welke verantwoordelijkheden had voor welk onderdeel van het onderwijsbeleid. Bovendien kwam het regelmatig voor dat onderwijskundige ontwikkelingen in gang werden gezet en vervolgens niet werden afgerond.

De inspectie bezocht tijdens dit onderzoek een aantal lessen. De mate waarin het onderwijs in de reguliere, klassikale lessen is afgestemd op de individuele leerling, beoordeelt de inspectie voor twee van de drie gemeten indicatoren als onvoldoende. In sommige opzichten houdt de school in voldoende mate rekening met verschillen tussen leerlingen. Mede op basis van genormeerde toetsen wordt bij leerlingen van de brugklas vastgesteld of er sprake is van hiaten in de leerstof of van stoornissen. Via besprekingen van mentoren met teamleiders en de zorgfunctionarissen wordt vastgesteld welke ondersteuning nodig is. In de reguliere lessen wordt echter weinig rekening gehouden met die geconstateerde verschillen tussen leerlingen.

(10)

Er is over het algemeen nog veel sprake van een collectief aanbod. Er is geen beleid

geformuleerd over hoe in de reguliere lessen om te gaan met de zwakkere en met de betere leerlingen. Van de school mag worden verwacht dat er op dit punt met de docenten en de teams heldere afspraken worden gemaakt.

(11)

TOEZICHTARRANGEMENT

Tekortkomingen in de onderwijskwaliteit

De kwaliteit van het onderwijs vertoont belangrijke tekortkomingen en is als zwak beoordeeld.

Om deze reden kent de Inspectie van het Onderwijs aan het IJssel College, locatie Alkenlaan, afdeling vwo een aangepast arrangement toe. Het IJssel College, locatie Alkenlaan, afdeling vwo valt onder intensief toezicht. Met het bevoegd gezag is afgesproken dat de

onderwijskwaliteit in 2011 weer van voldoende niveau is. De inspectie voert in het derde kwartaal van 2011 opnieuw onderzoek uit om na te gaan of de tekortkomingen zijn

opgeheven. In aanvulling hierop maakt de inspectie nadere afspraken met het bevoegd gezag over te bereiken tussenresultaten en eventueel tussentijdse onderzoeken naar bereikte verbeteringen. Deze afspraken legt de inspectie vast in een toezichtplan.

Het bevoegd gezag dient binnen zes werkweken gerekend vanaf de vaststelling van het rapport een plan van aanpak aan de inspectie te sturen.

De inspectie beziet of het plan van aanpak voldoet aan de volgende kenmerken:

• de voorgenomen activiteiten sluiten aan bij de geconstateerde kwaliteitsproblemen;

• de activiteiten zijn voldoende concreet beschreven en gepland zodat de inspectie er in het vervolg van het toezicht op kan aansluiten;

• het is aannemelijk dat het plan van aanpak leidt tot een verbetering van de geconstateerde kwaliteitsproblemen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De Inspectie van het Onderwijs heeft op 6 november 2012 een onderzoek uitgevoerd op de afdeling vwo van CSG Calvijn, vestiging Vreewijk, om een oordeel te kunnen uitspreken over de

Tijdens het onderzoek naar kwaliteitsverbetering (OKV) dat is uitgevoerd op 27 maart 2008 stelde de inspectie vast dat de kwaliteit van het onderwijs op School Lievenshove, afdeling

Het systeem van kwaliteitszorg is voldoende. Het geeft aan het planmatig werken aan verbetering een stevige basis. De school borgt bereikte kwaliteit en verbeteringen vinden plaats

3.4 De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8.. 3.5 De leerinhouden in

De Inspectie van het Onderwijs heeft op 6 oktober 2009 een onderzoek uitgevoerd op het Kaj Munk College, afdeling vwo, om na te gaan of er sprake is van tekortkomingen in de

De Inspectie van het Onderwijs heeft op 19 mei 2009 een onderzoek uitgevoerd op het Comenius College unit Lijstersingel te Capelle aan den IJssel, afdeling havo om na te gaan of

Dat komt omdat de opbrengsten van de afdeling vwo onvoldoende zijn door een te grote discrepantie tussen gemiddelde cijfers voor de schoolexamens en gemiddelde cijfers voor

De Inspectie van het Onderwijs heeft op 10 november 2009 een onderzoek uitgevoerd op het Walburg College te Zwijndrecht, afdeling vwo om na te gaan of er sprake is van