• No results found

Inlagen. Vel Tweede Kamer,

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Inlagen. Vel Tweede Kamer,"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

[ïeo. 3.]

M E M O R I E V A N T O E L I C H T I N G .

Hot wets-ontwerp houdende nadere bepalingen omtrent de heffing vim hot v u u r - , ton- en bakengeld staat in een onmiddellijk verband met dat tot vervanging van het regt van patent door eene algemeene inkomstenbelasting.

Volgens art. 2 der wet van 13 Augustus 1849 (Staatsblad n°. 40) wordt thans voor de heffing van het v u u r - , ton- en bakengeld voor de binnenstoombooten en andere bin- nenvaartuigen als grondslag genomen de tonnenmaat, zoo als die voor de heffing van het patentregt is vastgesteld bij

§ 2 dor X V I d e tabel, gevoegd bij de wet van 22 April 1852 (Staatsblad n". 61).

Met de intrekking dier tabel vervalt dus tevens de grondslag voor de heffing van bedoeld vuur-, ton- en bakengeld.

Het tegenwoordig ontwerp strekt om in de gaping, welke hierdoor zal ontstaan te voorzien, in gelijken geest als bij de wet vun 14 Julij 1855 (Staatsblad n°. 105) is geschied ten opzigte van het v u u r - , ton en bakengeld voor de zeeschepen in verband met de afschaffing van het ton- nengeld.

Zoo als blijkt bij vergelijking met de §§ 2 , 12, 1 3 , 14, 16, 17 en 2b der genoemde tabel, wordt met de voorge- stelde bepalingen in hoofdzaak niet anders beoogd dan bestendiging van den bestaanden toestand, voor zoo ver die noodig is ter verzekering van het v u u r - , ton- en b a - kengeld.

Bijzondere toelichting schijnen de artikelen van het ont- werp dus niet te vereischen. Echter moet worden opge- inerkt d a t , met het oog op de mindere voordeelen, die na de afschaffing van het patentregt door te lage aangifte van de belastbare inhoudsruimte der vaartuigen te behalen zullen zijn, het branden van de gemeten vaartuigen, voorge- schreven bij § 15 der meergenoemde tabel, naar het schijnt zonder bezwaar kan vervallen, even als de beperking der geldigheid van de meetbrieven tot 5 j a a r . (Vergelijk § 12 der tabel.)

Met het oog op deze wijzigingen, in verband met de thans bestaande administrative regeling van het werk der scheopsmetingen, komt het wenschelijk voor om de b e - voegdheid tot ambtshalve hermeting van vaartuigen voortaan niet meer te bepalen tot de ambtenaren, belast mot het toozigt op de metingen, maar die bovoegdheid ook uit te strekken tot de scheepsmeters zelven.

De Minister van Finantien,

V A N BOSSE.

[45. l.j

V E R S L A G D E R C O M M I S S I E belast met het on- derioek van de rekeningen over 1868 van de voor en ten laste van de fondsen voor de vernieuwing van spoorstaven, dwarsliggers enz. der Staatsspoorwegen gedane ontvangsten en verevende vorderingen, uitge- bragt in de zitting van den 28sten Jnnij 1870.

(De rekeningen lijn gedrukt onder n ' . 1 5 1 der Zitting 1868—1869.)

Deze rekeningen, welke beide door de Algemeene Reken- Unmer den 26sten April 1869 finaal zijn opgenomen en gesloten, hebben aan uwe Commissie geene reden tot opmerkingen gegeven.

Uwo Commissie heeft de eer voor te stellen deze reke- uingen voor kennisgeving aan te nemen, met toezending

Hijblad van de Nederlandsche Staats-courant. — 1 8 6 9 — 1 8 7 0 .

van een afschrift van dit Verslag aan den Minister van Binnenlandsche Zaken.

Aldus vastgesteld den 28ston Junij J870.

V A N H O U T E N . S T I E L T J E S . M I R A N D O L L E .

S A A Y M A N S V A D E R . S M I T Z .

[136. 4.]

V E R S L A G D E R C O M M I S S I E belast met het on- der zoek van de rekeningen over 1869 van de voor en ten laste van de fondsen voor de vernieuwing van spoorstaven, dwarsliggers enz. der Staatsspoorwegen gedane ontvangsten en verevende vorderingen; uitge- bragt in de zitting van den 28sten Junij 1873.

Deze rekeningen welke , beide door de Algemeene Reken- kamer den 7don April 1870 finaal zijn opgenomen en gesloten, hebbon aan uwo Commissie geene reden tot opmerkingen gegeven.

U w e Commissie heeft de eer voor te stellen deze reke- ningen voor kennisgeving aan te nemen, met toezending van een afschrift van dit Verslag aan den Minister van Binnenlandsche Zaken.

Aldus vastgesteld den 28sten Junij 1870.

V A N H O U T E N . S T I E L T J E S . M I R A N D O L L E .

S A A Y M A N S V A D E R . S M I T Z .

[164. 1.]

K O N I N K L I J K E B O O D S C H A P , ingekomen in de zitting van den I9den Julij 1870.

MIJNE HEEREN !

Ingevolge het 14de artikel dor wet van den 5den Maart 1852 (Staatsblad n°. 45) wordt aan U hiernevens mede- gedeeld de overeenkomstig dat artikel door de Algemeene Commissie van Liquidatie der zaken van de voormalige W e e s - en Momboirkamers afgelegde en door de Algemeene Rekenkamer opgenomen en gesloten rekening over het j a a r 1869.

E n hiermede, Mijne Heeren! bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.

Het L o o , den 9den Julij 1870.

W I L L E M . Aan

de Tweede Kamer ier Staten-Generaal.

[164. 2.]

R E K E N I N G EN V E R A N T W O O R D I N G van do Algemeene Commissie van Liquidatie der zaken betreffende de voormalige W e e s - on Momboirka- m e r s , ingesteld bij de wet van den 5den M a a r t 1852 (Staatsblad n°. 4 5 ) , over het j a a r 1869.

O N T V A N G .

(2)

/

Rekening der Algemeene Commissie van Eiquidatie der zaken van de voormalige W e e s - e n Momboirkamers over 186'J.

O N T V A N G .

Saldo op 1°. Januari) 1 8 6 9 .

A. Gelden in de consignatiekas ter beschikking van de Algemeene Commissie van Liquidatie aanwezig

B. Saldo onder den secretaris der Algemeene Commissie verbleven

Dit saldo is den 30sten Januarij 1869 in de consignatiekas gestort, tegen daarvoor door den betaalmeester te 's Gravenhage onder n°. 434 afgegeven quitantie

H O O F D S T U K I .

Overgenomene gereede gelden van de ontbondene besturen der voormalige

N Wees- en Momboirkamers.

T e Gouda

H O O F D S T U K I I .

Te-gelde-making van inschrijvingen op de grootboeken der nationale schuld, effecten en waarden van verschillenden aard, mitsgaders

verkoop van vaste goederen.

A. Te-gelde-making van inschrijving op de grootboeken der nationale schuld, effecten en waarden van verschillenden aard.

f' 200 kapitaal inschrijving op het grootboek der 2 Vj percents nationale schuld Overeenkomstig de nota wegens verkoop, overgelegd by den bylaag-

staat n°. 1.

B. Verkoop van vaste goederen.

Voor dit onderwerp is niets in ontvang te breDgen.

H O O F D S T U K I I I .

Aflossing van effecten en waarden van verschillenden aard.

Voor het onderwerp van dit hoofdstuk is niets in ontvang te brengen.

H O O F D S T U K I V .

Renten van inschrijvingen, effecten en waarden van verschillenden aard.

De nommers voor de posten geplaatst, zijn de volgnommers waarbij de inschrij- vingen , effecten en waarden op den kapitaalstaat voorkomen.)

1. van f 5 055 400,00; inschrijving op het grootboek der 2'/2 percents nationale schuld ten name van de Algemeene Commissie van Liquidatie 6 maanden, verschenen 1 Januarij 1869

1. » 5 1 4 9 900,00; inschrijving als voren.

6 maanden, verschenen 1 Julij 1869

2. » 102 100,00; inschrijving op het grootboek der 3 percents nationale schuld, ten name van de Algemeene Commissie van Liquidatie.

6 maanden, verschenen 1 Maart 1869 6 maanden, verschenen 1 September 1869

3 . i) 632800,00; inschrijving op het grootboek der4 percents nationale schuld, ten name van de Algemeene Commissie van Liquidatie.

6 maanden, verschenen 1 April 1869 6 maanden, verschenen 1 October 1869

114,305

63 192,50

64 373,75

1 531,50 1 531,50

12 656,00 12 656,00

Transporteren j f 155 941,25 f

2 976,96 6

143,15

114,30 &

3 234,42

(3)

O N T V A N G . 3

Por transport

1

f 155 941,25 f 3 234,42 4. van f 100,00; certificaat van deelgeving en inschrijving op het grootboek

der 2 ' /: percents nationale schuld.

1,235 1,235 5. » 11300,00; certificaten van deelgeving in inschrijvingen op het groot-

boek der 4 percents nationale schuld.

223,74 223,74 6. » 800,00; obligatien ten laste der stad Haarlem, rentende 2 '/s per cent.

7,50 9. » 24 000,00; obligatien ten laste der stad Haarlem en ten behoeve van

de weeskamer aldaar, dd. 4 Maart 1800, rentende 27j per cent.

600,00 7. .» 1 680,00, of 280 ponden Vlaamsch; obligatien ten laste der stad

Goes, rentende 3 per cent, betaalbaar met 1 per cent.

8. » 490 000,00; obligatien ten laste der stad Amsterdam en ten behoeve van de weeskamer aldaar.

De renten zijn het laatst in 1834 betaald.

» De Commissie heeft de aanspraken der weeskamer op de verschenen en niet betaalde renten, doen gelden, zoo wel bij de sommatien beteekend op 4 Maart 1853, 2 M a a r t 1858, 3 Maart 1863 en 29 Februarij 1868, als bij haar debat van de rekening en verantwoording tusschen burge- meester en wethouders der stad Amsterdam en de Com- missie in regten nog aanbangig".

10. » 800,00; obligatien ten laste der stad Veere en ten behoeve van de weeskamer aldaar, de dato 27 Mei of 1 Julij 1785.

» De renten zijn verschuldigd sedert 6 October 1797, en worden ten gevolge van den ongunstigen toestand der finantien van de stad Veere niet betaald".

11. » 200,00; verbandbrief dd. 14 September 178G, ten behoeve van den uitlandigen F . Man en B. Scherens, benevens A. V e r r i è r e , ten laste van de Groote Kerk te B r e d a , rentende 3 per cent.

Zonder eenig blijk van immer gedane rentebetaling.

12. » 1000,00; obligatie aan toonder ten laste W. G. Deutz, dd. 1 Mei 1753 , zonder vaste renten.

De laatste uitdeeling is in 1861 ontvangen.

13. i 800,00; obligatie aan toonder ten laste J a n van Ryneveld en Soonen, dd. 1 Julij 1772, zonder vaste rente.

N a 1838 geen dividend betaald.

14. » 970,30; Schuldbekentenis van den makelaar en notaris G. J . Ten Brummeler te Gouda, ten behoeve van de weeskamer a l d a a r , de dato 21 Januarij 1845.

Renteloos.

15. » 600,00; obligatie ten laste Cornelis van der Helm Boddaert, als directeur van plantagien in de kolonie van Essoquebo en Demerary, rentende 5 per cent.

De rente te goed sedert 1 Januarij 1841.

Transporteren

156 998,70 600,00; obligatie ten laste Cornelis van der Helm Boddaert, als

directeur van plantagien in de kolonie van Essoquebo en Demerary, rentende 5 per cent.

De rente te goed sedert 1 Januarij 1841.

Transporteren »

156 998,70 600,00; obligatie ten laste Cornelis van der Helm Boddaert, als

directeur van plantagien in de kolonie van Essoquebo en Demerary, rentende 5 per cent.

De rente te goed sedert 1 Januarij 1841.

Transporteren » f 160 233,12

(4)

183648

Rekening der Algemeene Commissie van Liquidatie der zaken van de voormalige Wees-en Momboirkamers over 1869.

O N T V A N G .

Per transport n f 160 233,12 H O O F D S T U K V.

Inkomsten van vaste goederen.

Huurpenningen over 12 maanden verschenen den eersten Junuarij 1870, over 7 bunders, 80 roeden en 10 ellen landerijen, gelegen in de gemeente Weesper-

f 520,00 Krfpacht op een in genoemden polder gelegen stuk land waarop de poldermolen

staat en waarvan J . Pronk erfpachter i s , over 12 m a a n d e n , verschenen

1°. Mei 1869 8,00 8,00

528,00 H O O F D S T U K V I .

Inhoudingen ingevolge art. 12 van het Koninklijk besluit van 25 Augustus 1852 (Staatsblad n°. 142).

Do inhoudingen op uitkeeringen aan derden, die daaraan bevorens bij de wees- kamers waren onderworpen en op den bijlaagstaat n°. 2 , bij de daartoe betrek-

n 251,16»

H O O F D S T U K V I I . Ontvangsten van verschillenden aard.

Schrijfloonen bedoeld bjj art. 20 van het Koninklijk besluit van 25 Augustus 1852

n 2,10

n 2,10

TOTAAL . . . n f 161014,385

(5)

UITGAAF.

H O O F D S T U K I.

Aankoop van inschrijvingen op het grootboek der 2 ' / , percents nationale schuld.

Overeenkomstig de ten deze overgelegde nota's wegens aankoop van 21/, percents nationale schuld, te zamen getrokken in bijlage n°. 3.

f 225 000 kapitaal

H O O F D S T U K I I . Uitkeeringen aan derden.

Nominatief en met omschrijving vermeld op den bij deze gevoegden verzamelstaat (bijlage n°. 2) '

H O O F D S T U K I I I .

Uitgaven krachtens art. 7 der wet van 5 Maart 1852 (Staatsblad nc. 45) en artt. 3 en 19 van het Koninklijk besluit van den losten

Augustus 1852 (Staatsblad n°. 142).

Vermeld op den ten deze overgelegden verzamelstaat, (bijlage nc. 4) als:

wegens schadevergoeding, toelagen en bolooningon aan den voorzitter, de leden en den secretaris en de geëmploijeerden der Algemeene Commissie van Liquidatie, alsmede wegens toelage aan den Rijksadvocaat te 's Gravenhage, ten gezamenlijke bedrage van

wegens reis- en verblijfkosten aan de leden en aan een geëmploijeerde der voornoemde Commissie, ter somma van

wegens tractementen aan ondergeschikte ambtenaren bij 'de ontbonden wees- kamer te Amsterdam, ter somma van

wegens pensioenen en uitkeeringen aan voormalige ambtenaron bij de ontbonden weeskamers of aan hunne nagelatene betrekkingen

*

T e zamen . . . . en blijkens de ten deze gevoegde door den secretaris der Algemeene Commissie

van Liquidatie afgelegde en goedgekeurde rekening en verantwoording van dagelijksche voor geen uitstel vatbare uitgaven (bijlage n°. 5)

H O O F D S T U K I V .

Grondlasten en andere uitgaven betreffende vaste goederen .

Vermeld op den bijlaagstaat n°. 6, en daarin uitgetrokken:

wegens grondlasten, ter somma van

wegens polder- en dijklasten, ten bedrage van

H O O F D S T U K V.

Onderwerpen van verschillenden aard.

Uitgaven ten gevolge de voortduring van de dienst der beambten van de voor- malige weeskamer te Amsterdam

Kosten van regtsgeding

(Verzameld op den bij deze gevoegden verzamelstaat, bijlage n°. 7.) Betaalde provisie ten gevolge van den verkoop van inschrijving op het grootboek

der 2'/2 percents nationale schuld, vermeld op den bij deze gevoegden bijlaag- staat n°. 1 , ten bedrage van

Transporteren

10 670,00

661,875

1 080,00

Nihil.

12 411,875

379,27

35,47 27,72

69,60 172,77

0,45

f 128 406,12r.

5 861,05*

12 791,145

63,19

242,82

147 364,335

Bijblad van de Nederlandsche Staats-courant. — 1869—1870.

(6)

^83650

Rekening der Algemeene Commissie van Liquidatie der zaken van de voormalige Wees- en Momboirkamers over 1 8 6 9 .

UITGAAF.

P e r transport H O O F D S T U K V I .

f 147 364,835 P e r transport

H O O F D S T U K V I .

147 364,835

Baten ingevolge art. 10 der wet van den bden Maart 1852 (Staatsblad n°. 45) aan den Staat vervallen en in 's Rijks schatkist overgebragt.

Blijkens het ten deze overgelegde ontvangbewijs van den Minister van Finantien, en herkomstig van de voormalige weeskamers van:

Delft f 138,93

GO.475 138,93

GO.475

199,405 Saldo op den 3 1 s t e n D e c e m b e r 1 8 6 9 .

199,405

A. Gelden in de consignatiekas ter beschikking van de Algemeene Commissie van

f 13 229,916 B. Saldo onder den secretaris der Algemeene Commissie verbleven, blijkens de

bij hoofdstuk I I I van de uitgaaf vermelde rekening en verantwoording. . . 220,73

13 450,645 13 450,645

TOTAAL. f f 161014,385

De Algemeene Commissie van Liquidatie der zaken van de voormalige Wees- en Momboirkamers verklaart dat d e n rekening getrouwelijk is opgemaakt en in allen deele overeenkomstig met hare boeken ; zoomede dat in ontvang al datgene is verantwoord hetwelk daarin behoort te zijn opgenomen , zonder iets te hebben verzwegen of achter- gehouden , en evenmin onder de gedane betalingen iets ter kwader trouw in uitgaat is gebragt.

' s G r a v e n h a g e , den lilden Maart 1870.

(Get.) F . F . K A R S E B O O M , Voorzitter.

(Get.) v. D. L A A R , Secretaris.

(7)

Rekening der Algemeene Commissie van Liquidatie der zaken van de voormalige W e e s - e n Momboirkamers over 1SC9.

N°. 48/461.

De Algemeene Rekenkamer, de vorenstaande rekening en verantwoording met de overgelegde bescheiden onderzocht en tegen het dubbel van het grootboek der nationale schuld vergeleken hebbende:

Gelet op de bepalingen der wet van 5 Maart 1852 {Staatsblad nc. 45);

Gehoord het rapport der leden van de Eerste Tafel;

Heeft goedgevonden en verstaan:

Deze rekening en verantwoording op te nemen en te sluiten als volgt:

De ontvang wordt bepaald en aangenomen tot eene som van honderd een en zestig duizend veertien gulden, acht en dertig en een halve cent, zegge f 161 014,385

De uitgaat wordt vastgesteld en geleden tot eene som van honderd zeven en veertig duizend vijf honderd

drie en zestig gulden vier en zeventig cents, zegge 147 563,74

Zoodat de rekening een batig saldo oplevert van f 13 450,645 Welke som van dertien duizend vier honderd vijftig gulden vier en zestig en een halve cent door de Algemeene Commissie van Liquidatie der zaken van de voormalige \Vees- en Momboirkamers, bij hare rekening over den j a r e 1870 in ont- vang zal moeten verantwoord worden.

Afschrift dezer zal worden gezonden aan de Algemeene Commissie van Liquidatie voornoemd, niet het duplicaat der rekening en den kapitaalstaat, en aan den Minister van Finantien bij geleidende missive.

Gedaan in de vergadering der Algemeene Rekenkamer, op heden den 30sten Mei 1870.

(Get.) VAN Z U Y L E N . P I T S T E R . T e r ordonnantie van dezelve,

(get.) S P A N J A A R D . Voor eenluidend afschrift,

De Secretaris der Algemeene Rekenkamer, (get.) S P A N J A A R D .

Voor eensluidend afschrift,

De Secretaris der Algemeene Commissie van Liquidatie der zaken van de voormalige Wees- en Momboirkamers,

v. D. LAAR.

[164. 3 ]

KAPITAALSTAAT door de Algemeene Commissie van Liquidatie der zaken betreffende de voormalige Wees- en Momboirkamers overgelegd nevens bare rekening en verant- woording over het jaar 1869.

I N S C H R I J V I N G E N .

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

» verschillende ontvangsten en toevallige baten. Bovendien wordt u nog eene wet aangeboden tot verhooging van het IXde hoofdstuk B met i 47,262.695. Even als in vorige jaren

W a t kan de Com- missie in deze anders doen , dan aan de Kamer gelegen- huid geven al de stukken, die op deze zaak betrekking hebben , na te gaan en verder aan haar voorstellen den

Dit jaar is er één vacante plaats voor het bestuur vrij, indien er meerdere kandidaten zijn zal er Op het souper gestemd worden door de aanwezige leden welke

allen Mogen allen één zijn, Vader, zoals Gij in Mij zijt en Ik in U ben;... mogen zij ook één zijn

Kan, zoo vroeg men, deRegeering daarin te gemoet komen?" Dit punt i3 ernstig overwogen vóór dat de zaak hier in de Kamer kwam, en de Regeering heeft daaromtrent nagegaan, of

was, maar ik hoop, dat men het in de Kamer ook hierover eens zal zijn, dat men niet met enige lichtvaardigheid er toe mag overgaan deze gewichtige rechtsregel ter zijde te stellen.

opmaak mede, dat de ambtenaren op een weddeverhooging met ongeveer 10 % mochten rekenen. Daarop kwam de circulaire van 10 December met haar herinnering aan het Rijksplafond een

De argumenten, die pleiten voor een uitbreiding van het aantal leden van de Tweede Kamer, gelden in nog sterkere mate voor de Eerste Kamer. De bezwaren voor de kleine fracties