• No results found

B e w e e g re d e n e n v a n u it “ k u n n e n ” (d e m id d e le n )

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "B e w e e g re d e n e n v a n u it “ k u n n e n ” (d e m id d e le n )"

Copied!
24
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BIJLAGEN

Bijlagen 1: Literatuurlijst

Boeken

Aedes (2003), Aedes Magazine dossier, vastgoedwaardering bij woningcorporaties

Boissevan, H. Bouwen aan rendement; Vastgoed binnen de beleggingsportefeuille, Het financiële dagblad Amsterdam/Antwerpen 2002

Bosse van, Rust, in het Veld (2000), Vastgoed rekenen met spreadsheets; Delftse Universitaire Pers, Management Studie Centrum

Broeke, R. van den, Strategisch voorraadbeleid: Informatievoorziening en instrumenten, Onderzoeksinstituut OTB 1998

Driel, A. van,Strategisch inzet van vastgoed, Arko, Nieuwegein 2003

Gool, P. van, P. Jager, R.M. Weisz, Onroerendgoed als belegging, Stenfert Kroese 2003

Keeris, W.G., Vastgoedbeheer Lexicon; begrippen, omschrijving, toelichting, Wolters Noordhoff 2001

Os, P. van, Mensen, stenen, geld: Het beleidsproces bij woningcorporaties, Rigo Research & Advies BV 2007

Publicaties

Cooper (2006), Wat is portefeuillemanagement?, Het Instituut voor Maatschappelijke Innovatie RIGO, Integraal Besturingssysteem Woningcorporaties, Zelfscan, Amsterdam

Deuten, J. (2007), SEV-Effectenkaart, SEV

Dolmans, G. (2007), Vastgoedrendement bij woningcorporaties; optimalisatiemogelijkheden in combinatie met maatschappelijk rendement, Master Thesis Amsterdam School of Real Estate

Jansen, J en Segeren, A. (2006), Woningcorporaties op de korrel genomen, Property Research Quarterly

Gruis, V. (2004), Financieel en maatschappelijk rendement in het voorraadbeleid, OTB Onderzoeksinstituut TU Delft

Gruis, V. (2007), Bedrijfsstijlen van woningcorporaties, OTB Onderzoeksinstituut TU Delft

(2)

Noordenne, M., Vastgoedbeleid van woningcorporaties kan veel dynamischer, Aedesmagazine April 2006

Koolma, H. (2008), Corporaties In Beweging; Enige bespiegelingen over de werking en functie van strategie, Discussiepaper ASRE onderzoeksseminar

Os, P. (2006), Handreiking Transparantiemethodiek, RIGO Research & Advies BV

Os, P. (2006), De Transparantiemethodiek; Advies voor inrichting en gebruik, RIGO Research &

Advies BV

Os, P. (2008), Vastgoedbeleid van woningcorporaties doorgelicht, RIGO Research & Advies BV

Paardekooper, V., Resultaten themaonderzoek portefeuillebeleid, CFV

RIGO Research & Advies BV (2005), Simulatie en prognosemodel voor woningcorporaties, Amsterdam RIGO Research & Advies BV, Vastgoedbeleid bij woningcorporaties; een procesbenadering,

Amsterdam

Straub, A. (2001), Technisch beheer door woningcorporaties in de 21e eeuw; Professioneel, klantgericht en duurzaam, OTB onderzoeksinstituut TU Delft

Tegel, K. e.a. (2006), Verkennende studie “Beweegredenen woningcorporaties” deel 1 literatuur en hypotheses, KPMG Woningcorporaties/Ministerie VROM

Tegel, K. e.a. (2006), Verkennende studie “Beweegredenen woningcorporaties” deel 2 veldonderzoek, KPMG Woningcorporaties/Ministerie VROM

Vos, A., de (2005), Fabel onrendabel, Kei-kenniscentrum stedelijke vernieuwing

Vulperhorst, L. (1999), De kern van de zaak; Maatschappelijk ondernemen door woningcorporaties, Amsterdam

Wonen Limburg (2004), Stappenplan Strategisch Voorraadbeleid Internet

www.aedesnet.nl

www.asre.nl

www.balancedscorecard.nl

www.beleids8baan.nl

www.cfv.nl

www.hybrideorganisaties.nl

www.kei-centrum.nl

(3)

www.rigo.nl

www.vrom.nl

www.wsw.nl

Interviews

Deiman, E., Brinkgroep

Gruis, V., TU Delft/OTB onderzoeksinstituut (telefonisch) Os, P., van, RIGO

Peters, D., Brinkgroep Schippers, C., Brinkgroep

(4)

Bijlagen 2: Begripsbepaling

Beleid: Datgene wat je wilt bereiken en over de weg waarlangs je het wilt bereiken. Het beleid handelt over doel en strategie (Van Os, 2007).

Benchmark: Methode om resultaten en/of prestaties te vergelijken binnen de beleggingsportefeuille van een vermogensbeheerder (Van Gool e.a., 2007).

Directe rendement: Het directe rendement wordt uitgedrukt in de BAR staat voor Bruto AanvangsRendement. Hier worden de opbrengsten die over een bepaalde termijn worden gerealiseerd gedeeld door de investering of de waarde bij aanvang van de termijn. Voor woningen geldt de bruto of netto huur in het betreffende jaar. Bij de netto huur wordt er gesproken over de NAR (Netto AanvangsRendement).

Ideale portefeuille bij corporaties: is voor iedere corporatie verschillend. Ideale portefeuille betekent dat het huidige portefeuillemanagement voldoet aan de EIGEN gestelde doelstellingen wat betreft het risico/rendement, de vastgoedportefeuille en het maatschappelijk resultaat. (Daarnaast betekent ideaal of het lukt om de gestelde doelstellingen te bereiken en op welke manier dit gebeurd).

Indirecte rendement: Dit is de waardegroei of krimp die over een termijn wordt gerealiseerd, gedeeld door de investering of waarde bij aanvang van de termijn.

Internal Rate of Return (IRR): Het financiële rendement dat ‘gemiddeld’ over de hele exploitatieperiode wordt behaald.

Moderne Portefeuille Theorie: Het totaal aan theorieën en inzichten op het terrein van de portfolio- analyse ten behoeve van het samenstellen van een optimale portefeuille per asset, waarbij de theorie gebaseerd is op de reductie van het te lopen beleggingsrisico door middel van diversificatie binnen de betreffende beleggingsportefeuille (Keeris 2001).

Netto contante waarde (NCW): De huidige waarde die aan de toekomstige opbrengsten wordt toegerekend.

Portefeuillemanagement: Een dynamisch besluitvormingsproces waarin een organisatie (corporatie) continu projecten evalueert, selecteert en prioriteert. Projecten kunnen worden versneld of juist worden stopgezet door beschikbare middelen (tijd, geld) te verdelen. Het proces kenmerkt zich door onzekere en aan verandering onderhevige informatie, meerdere doelen, strategische overwegingen en gevoeligheden en verschillende beslissers (Cooper, 2006).

Of een wat kortere uitleg geeft Van Driel, 2003: Het vastgoedbeleid op stellen en vast leggen in een strategisch beleggingsplan.

(5)

Portefeuillestrategie: Strategische hoofdlijnen voor de vastgoedportefeuille. Benoemt maatschappelijke doelstellingen, geeft een ‘smart’ veranderopgave voor de middellange termijn.

Gebaseerd op externe informatie, omgeving en interne informatie. Schetst ontwikkelkader op hoofdlijnen voor projectontwikkeling en de bestaande voorraad.

(V. Paardekoper, CFV)

Strategisch niveau: Realiseren van de doelstellingen van de organisatie van direct en indirect vastgoedvermogen binnen de totale vermogensmix.

Het bepalen van de na te streven samenstelling van de vastgoedportefeuille in categorale en geografische zin, gegeven de (middel-)lange termijn verplichtingen en omvangsdoelstelling en in relatie tot het risicoprofiel en het te verwachten rendement. Daarnaast het verbeteren van de structuur van de organisatie, de wegen waarlangs dit moet plaatsvinden en welke middelen daarvoor nodig zijn. Hans van Tartwijk website

Tactisch niveau: Het periodiek samenstellen van een middellange termijn beleidsplan: binnen de randvoorwaarden van de gemaakte strategische keuzen, inbreng van de actuele marktsituatie en met een partijenselectie voor de uitvoering van de werkzaamheden. Het zelf sturen en uitvoeren van de essentiële activiteiten zoals huurdersmanagement, voorbereiden en tot stand brengen van acquisities en disposities en het begeleiden van nieuwbouw en groot onderhoud. Dit niveau vertaalt het algemeen geformuleerde vastgoedbeleid naar een concreet beleid voor woningen, winkels en kantoren. Hans van Tartwijk webiste

Total Rate of Return (TRR): De TRR is de som van het indirecte en het directe rendement.

(6)

Bijlagen 3: Advertentie voor portefeuillemanager

Een grote corporatie in Den Haag omschrijft de functie portefeuillemanager als volgt:

De vacature omschrijving voor een portefeuillemanager voor strategie en vastgoed bij een middelgrote corporatie in het Oosten van Nederland is als volgt omschreven:

“Als portefeuillemanager vertaal je de portefeuillestrategie en beleidskaders naar een gebiedsstrategie en de daarbij gewenste Product Markt Combinaties voor je deelportefeuille. Deze gebiedsstrategie is de basis voor de exploitatiebegroting die onder jouw verantwoordelijkheid en regie tot stand komt en wordt uitgevoerd. Je adviseert de directie over acquisities, disposities en

maatschappelijke investeringen in je aandachtsgebied.

De afdeling Strategie & Vastgoed regisseren de gewenste veranderingen binnen het woningbezit van de corporatie. Strategische keuzes rondom verkoop, verhuur, onderhoud, sloop en nieuwbouw worden op de afdeling voorbereid”.

“Je bent verantwoordelijk voor de jaarlijkse realisatie van het vastgoedplan en het programma ontwikkelplan en al het onderzoek/analyse dat hiervoor noodzakelijk is.

Je zorgt voor analyse van demografische en vastgoedmarktgegevens en je stuurt de samenstelling van de vastgoedportefeuille op enerzijds de volkshuisvestelijke functies -met name lange termijn- en anderzijds op rendementsmogelijkheden en waardeontwikkeling.

Daarnaast adviseer je over gewenste investeringen en geeft richting aan de acquisitieactiviteiten.

Je adviseert over gewenste ingrepen in de vastgoedportefeuille. Formuleert duidelijke kaders op basis van het gewenste rendement en bent als opdrachtgever verantwoordelijk voor het propertymanagement; Tevens geef je impuls en input aan strategie en beleid van de corporatie

als vastgoedonderneming;

Je geeft gevraagd en ongevraagd advies bij acquisitie, haalbaarheidsonderzoeken, ontwerp en realisatie. Je formuleert advies vanuit het beleggingsperspectief bij het eerste en tweede directievoorstel”.

(7)

Bijlagen 4: Vragenlijstlijst

Algemene info

1. Naam van uw corporatie (De naam is van belang, omdat voor dit onderzoek tevens openbare gegevens van “Corporatie in Perspectief” van het Centraal Fonds Volkshuisvesting worden verwerkt)

………

(de resultaten van de enquête worden anoniem verwerkt in het afstudeerrapport). Vul de enquête aub naar waarheid in, er zijn geen foute antwoorden

2. Uw naam (is niet verplicht):

………..

3. Uw functie:

………..

De doelstellingen van uw organisatie

4. Geef aan welk van de vier kaders op dit assenstelsel het beste past bij uw corporatie.

Bestendiger

Vernieuwer

B e w e e g re d e n e n v a n u it “ w il le n ” (d e i d e o lo g ie )

(Publieke oriëntatie: traditionele taakstelling, wat moet)

(Marktoriëntatie: innovatie, wat kan)

(Acties worden afgestemd op maatschappelijke doelen en beleid) (Economische afwegingen, waarde ontwikkeling, geld, kosten, efficiency)

B e w e e g re d e n e n v a n u it “ k u n n e n ” (d e m id d e le n )

A B

D

C

(8)

o A o B o C o D

Portefeuillemanagement bij uw corporatie

5. Portefeuillemanagement is een veelomvattend begrip. Welk van de onderstaande beschrijvingen dekt voor uw corporatie het beste de inhoud?

o A o B o C o D o E

Organisatiestructuur

6. Hoe is het portefeuillemanagement bij uw corporatie georganiseerd? (Zie vraag 5 voor uw definitie van portefeuillemanagement)

o Portefeuillemanagement heeft een staffunctie die adviseert aan de directie/management o Portefeuillemanagement is een separaat bedrijfsonderdeel

o Portefeuillemanagement is niet separaat georganiseerd o Anders, namelijk:

A: “De Strateeg” B: “De Econoom” C: “De Manager”

- Bepalen van de ‘ideale’

portefeuille op de lange termijn

- Top-down benadering:

het vertalen van de strategie op portefeuille niveau naar complex- niveau

- Match van de vraag met het huidige aanbod - Strategie bepaalt welke projecten worden uitgevoerd -Doorrekenen van scenario’s in de portefeuille

- Sturen op waarde ontwikkeling van de portefeuille - De investerings- beslissingen zijn vooral financieel gedreven - Rendementseisen stellen -“Gezonde kasstroom is de beste strategie om de doelgroep op de lange termijn te bedienen”

- Altijd op zoek naar verbeteringen in de bestaande portefeuille - Bottom-up benadering:

de strategie is een optelsom van keuzes op complexniveau

- Nadrukkelijke koppeling met het onderhoud- en beheerbeleid

D: “De Burgemeester” E: “De Ontwikkelaar”

- Het belang van de stakeholders bepaalt onze acties

- Een wij staan “midden in de maatschappij”

mentaliteit

- Veel en goed contact met zorginstellingen,

gemeente, wijk, bewoners en collega corporaties

- Onze lange termijn visie biedt een globaal kader - Zoeken naar kansrijke ontwikkelingen in de markt

- Er is altijd ruimte voor

“mooie” projecten

(9)

Organisatie: taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden

7. Wie is er verantwoordelijk voor de beslissingen t.a.v. het portefeuillemanagement? Geef dit aan op een schaal van 0-3.

0 = niet van toepassing 1 = niet/weinig betrokken 2 = betrokken

3 = eindverantwoordelijke:

o Directie/management

o Portefeuillemanager/portfoliomanager o Financial controller

o (Manager) wonen, beheer en verhuur o (Manager) onderhoud en kwaliteit o (Manager) vastgoed

o (Manager) strategie en beleid o (Manager) projectontwikkeling o Anders n.l.,

8. Hoeveel fte wordt er (ongeveer) besteed aan het uit van het portefeuillemanagement?

………….

Strategie

Vragen over de portefeuillestrategie

9. Heeft uw corporatie een portefeuillestrategie?

o Wij hebben geen portefeuillestrategie (want de toekomst is onvoorspelbaar)

o Wij hebben een duidelijke visie en dit geeft voldoende kader voor investeringsbeslissingen o De strategie is formeel vastgesteld en werkt door op stads- en wijkniveau

o De strategie is formeel vastgesteld en werkt door op complex/project niveau o Anders, namelijk:

Doelstellingen van de corporatie met betrekking tot de portefeuille

10. Welk van de onderstaande antwoorden zijn van toepassing op de portefeuillestrategie? Geef dit aan op een schaal van 1-3.

1 = niet aanwezig/niet duidelijk 2 = kan duidelijker

3 = duidelijk.

o De portefeuillestrategie is bekend binnen uw organisatie/afdeling o De portefeuillestrategie heeft draagvlak binnen uw organisatie/afdeling o De inhoud van de doelstellingen bevat toetsbare elementen

o De portefeuillestrategie is haalbaar

o De portefeuillestrategie heeft een start moment en een eind moment

(10)

De klanten en de producten van de corporatie

11. Heeft uw corporatie gegevens beschikbaar over haar doelgroep? Geef dit aan op een schaal van 1-3.

1 = niet (goed) in beeld 2 = redelijk in beeld 3 = goed in beeld.

o Leeftijd, levensfase (starter, senior, …)

o Huishoudsamenstelling (alleenstaand, gezin met kinderen, ...) o Inkomen

o Verhuisbehoefte

o Woonwensen (kenmerken van de woning) o Demografische ontwikkeling

12. Heeft uw corporatie de onderstaande gegevens beschikbaar van de vastgoedportefeuille? Geef dit aan op een schaal van 1-3.

1 = niet (goed) in beeld 2 = redelijk in beeld 3 = goed in beeld.

o Vastgoedtype (appartement, eengezinswoning met tuin, ...) o Maximaal redelijke huur en wws-punten

o Grootte (m2 BVO, m2 GBO, aantal kamers, ...) o Leegstand, verhuurbaarheid, populariteit o Klanttevredenheid

o Staat van onderhoud en het bouwjaar

o Voorzieningen in de omgeving (winkels, OV, ...)

13. Heeft u inzicht in de transformatieopgave op de langere termijn (±5-10 jaar) en de financiële consequenties hiervan?

Met de transformatieopgave wordt bedoeld: de benodigde veranderingen in de huidige

portefeuille om tot de “ideale” portefeuille te komen (bijvoorbeeld sloop, renovatie, nieuwbouw of anders positioneren).

o Ja, ik heb inzicht in de zowel transformatieopgave en de financiële consequenties op de langere termijn

o Ja, ik heb inzicht in de transformatieopgave op de langere termijn

o Ja, ik heb inzicht in financiële consequenties van deze transformatieopgave op de langere termijn

o Nee, ik heb te weinig inzicht in de transformatieopgave en de financiële consequenties op de langere termijn

o Deze vraag is voor mij niet relevant

De externe omgeving

14. Wie zijn uw stakeholders en hoe belangrijk zijn deze stakeholders voor uw corporatie? Geef dit aan op een schaal van 0-3.

0 = geen stakeholder 1 = onbelangrijk 2 = redelijk belangrijk 3 = belangrijk.

(11)

o Zorginstellingen o Bewonersorganisaties o Gemeente/overheid o Collega corporaties o Ontwikkelaars

o Andere instellingen met een maatschappelijke doelstelling o Anders n.l.

Financieel

Financieel: de methode

15. Welke methode hanteert u bij het waarderen van het vastgoed in uw portefeuille?

o Historische kostprijs

o Bedrijfswaarde (op basis van WSW-parameters) o Beleidswaarde (uitpondwaarde)

o Marktwaarde, leegwaarde, vrije verkoopwaarde o WOZ-waarde

o Marktwaarde verhuurde staat o Aedex-waarde

o Anders, namelijk

16. Heeft u, ten aanzien van de hoogte van de onrendabele top of de IRR, vaststaand en bekend beleid voor nieuw te bouwen vastgoedobjecten?

o Nee, dit verschilt per project/complex

o Nee, ik baseer mijn onrendabele top op wat andere corporaties doen in de markt o Ja, deze kaders zijn bekend

o Anders, namelijk

17. Hoe bepaalt u of uw investering financieel gezien haalbaar is? Geef aan welke methode u het vaakst toepast.

o Bruto aanvangsrendement/Netto aanvangsrendement

o Discounted Cashflow/Netto Contante Waarde/Interne Rentabiliteit o Ik doe dit op basis van ervaring

o Anders, namelijk

Financieel: toekomstscenario’s en investeringen

18. Bent u in staat om scenario’s en varianten door te rekenen?

(Meerdere antwoorden mogelijk)

o Ja, de controller maakt (jaarlijks) een risico analyse en rekent scenario’s door o Het is mogelijk om verschillende varianten (renovatie, sloop, nieuwbouw, ...) op

portefeuilleniveau door te rekenen

o Het is mogelijk om verschillende varianten (renovatie, sloop, nieuwbouw, ...) op wijkniveau door te rekenen

(12)

o Het is mogelijk om verschillende varianten (renovatie, sloop, nieuwbouw, ...) op complexniveau door te rekenen

o Anders, namelijk

Informatie&Automatisering

19. Welk van de onderstaande antwoorden is van toepassing op uw informatiesysteem ter

ondersteuning van het portefeuillemanagement? Geef aan in hoeverre u tevreden bent met het systeem op een schaal van 1-3.

1 = niet tevreden 2 = kan beter 3 = tevreden

o Er is één goed werkend data/informatiesysteem met eenduidige termen o Alle portefeuille informatie is centraal georganiseerd in één systeem

o De data kunnen ieder moment opgeslagen, opgevraagd en aangepast worden o Het systeem is gebruiksvriendelijk

o Het systeem wordt met enige regelmaat (1-3 jaar) opgeschoond en bijgewerkt o Het systeem ondersteunt het berekenen van verschillende scenario’s en varianten

20. Welke informatiesystemen gebruikt u:

………..

21. Wilt u benaderd worden door..

o Renee Beke, student en opsteller van deze vragenlijst om op bepaalde onderwerpen door te vragen

o Brink Groep om, bijvoorbeeld op een lunchbijeenkomst, te discussiëren met branchegenoten over portefeuillemanagement?

o Geen van beide

(13)

Bijlage 5: Uitkomsten vragenlijst

De respons in de 8 provincies is:

1 Zuid-Holland 7

2 Noord-Holland 4

3 Noord-Brabant 7

4 Drenthe 1

5 Overijssel 3

6 Groningen 2

7 Utrecht 2

8 Flevoland 1

27

4. Doelstellingen van uw corporatie

A: Sociale woningbeheerder 11

B: Sociale woningbelegger 5

C: Innovator 8

D: Maatschappelijke

vastgoedondernemer 3

27

De kleuren die hierboven gebruikt zijn om de doelstelingen van de corporatie weer te geven. Zullen in de rest van bijlage 5 terugkomen. Op deze manier is het duidelijk op welke manier de antwoorden worden vertegenwoordigd.

Vraag 1 tot en met 3 zijn algemene vragen, om deze reden wordt er begonnen met vraag 4.

Vraag 4: Doelstelling van uw corporatie

11

5 8

3 Sociale woningbeheerder

Sociale woningbelegger Innovator

Maatschappelijke vastgoedondernemer

(14)

Vraag 5: Portefeuillemanagement is een veelomvattend begrip. Welk van de onderstaande beschrijvingen dekt voor uw corporatie het best de inhoud?

0 2 4 6 8 10 12

Strateeg Econoom Manager Burgemeester Ontwikkelaar

6

2 3

1

2 1

1 4

1

1 2

3

Maatsch. VO Innovator Soc. Won.bel Soc. Won.beh.

vraag 6: Hoe is het portefeuillemanagement bij uw corporatie georganiseerd?

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9

Staffunctie:

adv. directie

Separaat Onderdeel van andere diensten

Anders, namelijk 5

1

5 1

1

1

2 3

1

2

2 1

2

Maatsch. VO Innovator Soc. Won.bel Soc. Won.beh.

vraag 7: Wie is er verantwoordelijk voor de beslissingen t.a.v. het portefeuillemanagement? Geef dit aan op een schaal van 0-3.

0 = niet van toepassing 1 = niet/weinig betrokken 2 = betrokken

3 = eindverantwoordelijke:

(15)

0 5 10 15 20 25 30

A B C D E F G H

0=n.v.t

1=niet/weinig betrokken 2=betrokken

3=eindverantwoordelijk

A: Directiemanagement

B: Portefeuille/portfoliomanager C: Financial controller

D: Wonen, beheer en verhuur E: Onderhoud en kwaliteit F: Vastgoed

G: Strategie en beleid H: Projectontwikeling

vraag 7: Wie is er verantwoordelijk voor de beslissingen t.a.v. het portefeuillemanagement?

Directie/man. P.manager Fin.controller Wonen, beheer en verhuur Onderhoud en kwaliteit Vastgoed Strategie en beleid Projectontwik keling

3

2 2 2 2 2 1 2

3

1 1 1

0 1 2

1 3

1

2 2

1

2 2

1 3

1

2 1

1

1 2

1

Maatsch. VO Innovator Soc. Won.bel Soc. Won.beh.

(16)

Vraag 8: Hoeveel fte wordt er (ongeveer) besteed aan het uitoefenen van het portefeuillemanagement?

0 1 2 3 4 5 6 7

0 tot 2 2 tot 4 4 tot 6 6 > moeilijk aan te geven

0 - 6.000 6.000 - 12.000 12.000 - 18.000 18.000 >

De organisatie van het portefeuillemanagement gekoppeld aan het aantal fte

0 2 4 6 8 10 12

0 tot 2 2 tot 4 4 tot 6 6 > Moeilijk aan

te geven

1 1 1 1

6

1 2

3

1 2

1

2 2

1

2

Anders

Staf f unctie adv. Directie Onderdeel van andere diensten Separaat

(17)

vraag 9: Heeft uw corporatie een portefeuillestrategie?

0 2 4 6 8 10 12

Geen p.strategie Duidelijke visie en dit geef t voldoende

kader

Formeel vastgesteld op stads- en

wijkniveau

Formeel vastgesteld op complex/project

niveau

Anders, namelijk

2 3

2 3

1 1

1

2

1 1

1

5

1 1

1

1

Maatsch. VO Innovator Soc. Won.bel Soc. Won.beh.

vraag 10: Welk van de onderstaande antwoorden zijn van toepassing op de portefeuillestrategie binnen uw organisatie/afdeling? Geef dit aan op een schaal van 1-3.

1 = niet aanwezig/niet duidelijk 2 = kan duidelijker

3 = duidelijk.

0 2 4 6 8 10 12 14 16 18

Is bekend Heeft draagvlak

De inhoud bevat toetsbare elementen

Geeft antwoord op

de wie, wat waar

vragen

Is haalbaar Er is een start/eind

moment

1=niet aanwezig/nietduidelijk 2=kan duidelijker

3=duidelijk

vraag 10: Welk van de onderstaande antwoorden zijn van toepassing op de portefeuillestrategie binnen uw organisatie/afdeling?

(18)

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9

Is bekend Heeft draagvlak De inhoud bevat toetsbare elementen

Geeft antwoord op de wie, wat waar vragen

Is haalbaar Er is een start/eind m oment

2 2 2

1

2 2

2 2

2

1

2

1

2 2

2

1

2

2

2 2

2

2

2

2

Maatsch. VO Innovator Soc. Won.bel Soc. Won.beh.

vraag 11: Heeft uw corporatie gegevens beschikbaar over haar doelgroep? Geef dit aan op een schaal van 1-3.

1 = niet (goed) in beeld 2 = redelijk in beeld 3 = goed in beeld.

0 2 4 6 8 10 12 14 16 18

Leeftijd, levensfase Huishoudsamenstelling Inkomen Verhuisbehoefte Woonwensen Demografische ontwikkeling 1=(niet) goed in beeld 2=redelijk in beeld 3=goed in beeld

(19)

vraag 11: Heeft uw corporatie gegevens beschikbaar over haar doelgroep?

vraag 12: Heeft uw corporatie de onderstaande gegevens beschikbaar van de vastgoedportefeuille?

Geef dit aan op een schaal van 1-3.

1 = niet (goed) in beeld 2 = redelijk in beeld 3 = goed in beeld.

2 2 3

8 6

2

13 13 13

17 17

15

12 12 11

2 4

10

Leeftijd, levensfase

Huishoud- sam enstelling

Inkom en Verhuisbehoefte Woonwensen Dem ografische ontwikkeling 1=niet (goed) in beeld 2=redelijk in beeld 3=goed in beeld

0 5 10 15 20 25 30

Vastgoedtype Max.redelijke huur en wws-punten

Grootte Leegstand, verhuurbaarheid,

populariteit

Klant- tevredenheid

Staat onderhoud en bouwjaar

Voorzieningen in de omgeving 1=(niet) goed in beeld 2=redelijk in beeld 3=goed in beeld 0

2 4 6 8 10 12 14 16

woningbeheerder woningbelegger innovator vastgoedondernemer

1=(niet) goed in beeld 2=redelijk in beeld 3=goed in beeld

(20)

Vraag 12: Heeft uw corporatie de onderstaande gegevens beschikbaar van de vastgoedportefeuille?

vraag 13: Heeft u inzicht in de transformatieopgave op de langere termijn (±5-10 jaar) en de financiële consequenties hiervan?

0 2 4 6 8 10 12 14 16

Ja i n b e id e n In d e t ra n sf o rm a ti e o p g a v e In f in a n ci ë le c o n se q u e n ti e s N e e , ik h e b t e w e in ig i n z ic h t D e z e v ra a g is n ie t re le v a n t

7

1

3 3

2 5

2

1 1

1

1

Maatsch. VO Innovator Soc. Won.bel Soc. Won.beh.

0 2 4 6 8 10 12 14 16 18

woningbeheerder woningbelegger innovator vastgoedondernemer

1=(niet) goed in beeld 2=redelijk in beeld 3=goed in beeld

(21)

vraag 14: Wie zijn uw stakeholders en hoe belangrijk zijn deze stakeholders voor uw corporatie? Geef dit aan op een schaal van 0-3.

0 = geen stakeholder 1 = onbelangrijk 2 = redelijk belangrijk 3 = belangrijk

0 5 10 15 20 25

Zorginstellingen BewonersorganisatiesGem eente/overheid Collega corporaties Ontwikkelaars Andere instel. m et m aatsch. doelstelling

0 1 2 3

vraag 15: Welke methode hanteert u bij het waarderen van het vastgoed in uw portefeuille?

0 2 4 6 8 10 12 14 16

Historische kostprijs

Bedrijfswaarde Marktwaarde, leegwaarde, vrije

verkoopwaarde

Aedex-waarde Anders, namelijk 2

5

1 1 2

3

2 7

1 1

2

Maatsch. VO Innovator Soc. Won.bel Soc. Won.beh.

(22)

vraag 16: Heeft u, ten aanzien van de hoogte van de onrendabele top of de IRR, vaststaand en bekend beleid voor nieuw te bouwen vastgoedobjecten?

vraag 17: Hoe bepaalt u of uw investering financieel gezien haalbaar is? Geef aan het vaakst toepast.

0 2 4 6 8 10 12 14 16 18

BAR/NAR

2 2 1 1

0 5 10 15 20 25

Nee, dit verschilt 2

vraag 16: Heeft u, ten aanzien van de hoogte van de onrendabele top of de IRR, vaststaand en bekend beleid voor nieuw te bouwen vastgoedobjecten?

vraag 17: Hoe bepaalt u of uw investering financieel gezien haalbaar is? Geef aan

DCF/NCW/IRR Op basis van ervaring Anders, namelijk

7

1 3

6

1 1

Nee, dit verschilt Nee, ik baseer me op wat andere corporaties doen

Ja, bekend Anders, namelijk

3 7

5 6 3

vraag 16: Heeft u, ten aanzien van de hoogte van de onrendabele top of de IRR, vaststaand en

vraag 17: Hoe bepaalt u of uw investering financieel gezien haalbaar is? Geef aan welke methode u

Anders, namelijk

1 1

Maatsch. VO Innovator Soc. Won.bel Soc. Won.beh.

Anders, namelijk 1

Maatsch. VO Innovator Soc. Won.bel Soc. Won.beh.

(23)

vraag 18: Bent u in staat om scenario's en varianten door te rekenen?

(Meerdere antwoorden mogelijk)

0 2 4 6 8 10 12

Ja, de controller maakt risico analyse en rekent

scenario's door

Ja, verschillende varianten

op portefeuilleniveau

Ja, verschillende varianten op wijkniveau

Ja, verschillende varianten op complexniveau

Anders, namelijk

2

4 4

2 2

3 2

4

2

4

1

2

Maatsch. VO Innovator Soc. Won.bel Soc. Won.beh.

vraag 19: Welk van de onderstaande antwoorden is van toepassing op uw informatiesysteem ter ondersteuning van het portefeuillemanagement? Geef aan in hoeverre u tevreden bent met het systeem op een schaal van 1-3.

1 = niet tevreden 2 = kan beter 3 = tevreden

(24)

0 5 10 15 20 25

Één goed werkend data/

inf ormatiesysteem

Inf o is centraal georganiseerd

Opslaan/

aanpassen/

opvragen van data

Het systeem is gebruiksvriendelijk

Het systeem wordt opgeschoond/

bijgewerkt

Berekenen van verschillende

scenario's en varianten 1=niet tevreden 2=kan beter 3=tevreden

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De kleine Limburger verdedigde zich echter met verve al had de ervaren Hoogevener (evenals Simon Harmsma al voor de vierde keer van de partij) het wel beter kunnen doen.. Het werd

pokkenuitbraak vanaf 1870, die aan circa 23.000 mensen het leven kostte, werd de inenting echter weer verplicht gesteld en mochten kinderen dus alleen nog naar school als ze daar

1907 DUINBERGEN Door de aanleg van het gedeelte dijk in 1907 werd een schuiiinham gevormd waarvan sprake rond de eeuwwisseling.. Duinbergen had zijn zeedijk en kon

Daar kan je heel creatief mee zijn en ze afstemmen op jouw thema en het diner: kaas, vleeswaren, groentjes, dips,… Je gasten kunnen zichzelf bedienen, dus je hebt geen

Elektriciteit en Stadsverwarming wordt hierbij geconverteerd naar primair energieverbruik (de hoeveelheid energie die de voor de productie van deze energie wordt gebruikt) conform

D e inleider keurt het niet af dat het accountantskantoor, dat een belas- tingafdeling heeft, voor niet-clienten belastingzaken behandelt, in welk geval echter

Volgens Johnston Taylor is ‘de wounded healer een zorgverlener, die in zijn leven ook blessures heeft opgelopen, moeite en pijn heeft ervaren, verliezen heeft gekend?. Hij heeft

Voor deze opleiding komen we samen in een locatie waar deelnemers zich (max per 2) kunnen spreiden over verschillende lokalen met elk een eigen computer of laptop?. Zo krijgen