• No results found

R e g e l s rgl

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "R e g e l s rgl"

Copied!
27
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

R e g e l s

(2)
(3)

I n h o u d s o p g a v e

H o o f d s t u k 1 I n l e i d e n d e r e g e l s

Artikel 1 Begrippen 7

Artikel 2 Wijze van meten 10

H o o f d s t u k 2 B e s t e m m i n g s r e g e l s

Artikel 3 Woongebied 13

H o o f d s t u k 3 A l g e m e n e r e g e l s

Artikel 4 Anti-dubbeltelbepaling 19

Artikel 5 Algemene afwijkingsregels 20

Artikel 6 Overige regels 21

H o o f d s t u k 4 O v e r g a n g s - e n s l o t r e g e l s

Artikel 7 Overgangsrecht 25

Artikel 8 Slotregel 26

(4)
(5)

H o o f d s t u k 1

I n l e i d e n d e r e g e l s

(6)
(7)

A r t i k e l 1 B e g r i p p e n

In deze regels wordt verstaan onder:

a. p l a n :

het bestemmingsplan woningen aan de Kruisweg en de Oosterweg te Den Andel van de gemeente Winsum;

b. b e s t e m m i n g p l a n :

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0053.BPDA2011INBR1-VA01 met de bijbehorende regels;

c. a a n - e n u i t b o u w :

een aan het (hoofd)gebouw aanwezig gebouw dat ruimtelijk onderge- schikt is aan dat (hoofd)gebouw, maar in functioneel opzicht deel uit- maakt van dat (hoofd)gebouw;

d. a a n d u i d i n g :

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aange- duid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

e. a a n d u i d i n g s g r e n s :

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

f. a a n h u i s v e r b o n d e n b e r o e p e n / o f b e d r i j f :

een dienstverlenend beroep en/of bedrijf, dat in een woning wordt uit- geoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;

g. b e s t a a n d :

1. het gebruik dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het be- stemmingsplan aanwezig is en/of bebouwing die op dat tijdstip aan- wezig of in uitvoering is, dan wel kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning;

2. het onder 1 bedoelde geldt niet voorzover sprake was van strijd met het voorheen geldende bestemmingsplan, de voorheen geldende Be- heersverordening, daaronder mede begrepen het overgangsrecht van het bestemmingsplan of een andere planologische toestemming;

h. b e s t e m m i n g s g r e n s :

de grens van een bestemmingsvlak;

(8)

275.00.11.02.00.rgl - Bestemmingsplan woningen aan de Kruisweg en de Oosterweg te Den Andel - 7 februari 2012

Artikel 1 Begrippen 8

i. b e s t e m m i n g s v l a k :

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

j. b o u w e n :

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of ver- anderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of ge- deeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

k. b o u w g r e n s :

de grens van een bouwvlak;

l. b o u w p e r c e e l :

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelf- standige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

m. b o u w p e r c e e l g r e n s : de grens van een bouwperceel;

n. b o u w v l a k :

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebou- wen zijnde, zijn toegelaten;

o. b o u w w e r k :

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander ma- teriaal, die hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

p. b i j g e b o u w :

een gebouw, dat zowel ruimtelijk als functioneel ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen (hoofd)gebouw en ten dienste staat van dat (hoofd)gebouw;

q. d e t a i l h a n d e l :

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling voor de verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan perso- nen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending an- ders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

r. erf:

al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is ge- legen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voorzover een bestem- mingsplan of een beheersverordening van toepassing is, deze die inrich- ting niet verbieden;

(9)

s. e r k e r :

een hoek- of rondvormig uitgebouwd deel van een hoofdgebouw, bouw- kundig bestaande uit een ‘lichte’ constructie met een overwegende transparante uitstraling;

t. g e b o u w :

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

u. h o o f d g e b o u w :

een gebouw dat, gelet op de bestemming, zowel ruimtelijk als functio- neel als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;

v. o v e r k a p p i n g :

elk bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder, dan wel met ten hoogste één wand;

w. p e i l :

1. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de bouwhoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;

2. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de bouwhoogte van het terrein ter plaatse van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;

x. s e k s i n r i c h t i n g :

een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden.

Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbios- coop, een seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische massagesa- lon, al dan niet in combinatie met elkaar;

y. v o o r g e v e l r o o i l i j n :

de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw;

z. w o n i n g / w o o n e e n h e i d :

een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.

(10)

275.00.11.02.00.rgl - Bestemmingsplan woningen aan de Kruisweg en de Oosterweg te Den Andel - 7 februari 2012

Artikel 2 Wijze van meten 10

A r t i k e l 2

W i j z e v a n m e t e n

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

a. d e d a k h e l l i n g :

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;

b. d e g o o t h o o g t e v a n e e n b o u w w e r k :

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

c. d e i n h o u d v a n e e n b o u w w e r k :

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken van dakkapellen;

d. d e b o u w h o o g t e v a n e e n b o u w w e r k :

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daar- mee gelijk te stellen bouwonderdelen;

e. d e o p p e r v l a k t e v a n e e n b o u w w e r k :

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidings- muren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het af- gewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

f. d e a f s t a n d t o t d e ( z i j d e l i n g s e ) g r e n s v a n e e n b o u w - p e r c e e l :

vanaf enig punt van een bouwwerk tot de (zijdelingse) grens van een bouwperceel.

Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van de plaatsing van gebouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversie- ringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de over- schrijding niet meer dan 1 m bedraagt.

(11)

H o o f d s t u k 2

B e s t e m m i n g s r e g e l s

(12)
(13)

A r t i k e l 3 W o o n g e b i e d

3.1 B e s t e m m i n g s o m s c h r i j v i n g

De voor 'woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. wonen;

b. aan huis verbonden beroepen en/of bedrijven;

c. groenvoorzieningen, speelvoorzieningen en waterpartijen;

d. openbare nutsvoorzieningen;

3.2 B o u w r e g e l s

a. Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

1. als hoofdgebouwen mogen uitsluitend woningen worden gebouwd;

2. hoofdgebouwen worden uitsluitend binnen het bouwvlak gebouwd;

3. per bouwvlak is ten hoogste één hoofdgebouw toegestaan;

4. de goot- en bouwhoogte van een hoofdgebouw bedraagt ten hoogste 3,5 m respectievelijk 9 m;

5. de dakhelling van een hoofdgebouw bedraagt ten minste 30° en ten hoogste 55°, dan wel ten minste de dakhelling van de bestaande wo- ning indien deze minder dan 30° bedraagt;

6. ten hoogste 50% van het bouwperceel mag worden bebouwd.

b. Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

1. gebouwen moeten met een redelijke verspringing (minimaal 2 m) achter de naar de weg gekeerde gevel van de woning worden ge- bouwd;

2. de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen worden ten minste 1 m vanaf de zijdelingse perceelgrens, dan wel op de zijde- lingse perceelgrens gebouwd;

3. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen, bijgebou- wen en overkappingen bij een hoofdgebouw zal ten hoogste 100 m2 bedragen, met dien verstande dat:

- de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen, bijge- bouwen en overkappingen ten hoogste 50% van de oppervlakte van het bouwperceel, voorzover gelegen achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouwen verminderd met de oppervlakte van het hoofdgebouw, zal bedragen, dan wel ten hoogste het percentage aan bestaande bebouwing indien dit meer bedraagt;

4. de bouwhoogte van een aan- of uitbouw, bijgebouw of overkappin- gen zal ten hoogste 6,5 m bedragen.

(14)

275.00.11.02.00.rgl - Bestemmingsplan woningen aan de Kruisweg en de Oosterweg te Den Andel - 7 februari 2012

Artikel 3 Woongebied 14

c. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

1. de bouwhoogte bedraagt voor vlaggenmasten ten hoogste 9 m;

2. de bouwhoogte bedraagt voor overige bouwwerken ten hoogste 3 m;

3. de bouwhoogte van terreinafscheidingen bedraagt voor de voorgevel- rooilijn ten hoogste 1 m en daarachter ten hoogste 2 m, met dien verstande dat de bouwhoogte op zijerven die grenzen aan een open- bare weg (niet zijnde een brandgang tussen twee gebouwen) of openbaar groengebied op een afstand van 1 m of minder uit de per- ceelgrens ten hoogste 1 m bedraagt.

3.3 N a d e r e e i s e n

Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op:

- de invloed van de bebouwing op het stedenbouwkundig beeld;

- de belangen ten opzichte van de bewoonbaarheid van aangrenzende woningen en tuinen waaronder bezonning, lichtval en privacy;

- de verkeersveiligheid;

nadere eisen stellen aan:

- de oriëntatie van gebouwen op de percelen;

- de afstand van de gebouwen tot de kant van de weg;

- de onderlinge afstand van de gebouwen.

3.4 A f w i j k e n v a n d e b o u w r e g e l s

Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

- de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;

- het bebouwingsbeeld;

- de verkeersveiligheid;

bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

- l i d 3 . 2 , o n d e r a , s u b 2 :

en toestaan dat een hoofdgebouw gedeeltelijk buiten het bouwvlak wordt gebouwd, mits:

- de horizontale diepte van het gedeelte van het hoofdgebouw dat buiten het bouwvlak wordt gebouwd, ten hoogste 3 m zal bedragen;

- l i d 3 . 2 , o n d e r a , s u b 4 :

en toestaan dat de goothoogte van een hoofdgebouw wordt vergroot tot ten hoogste 4,50 m;

- l i d 3 . 2 , o n d e r c , s u b 1 :

tot een bouwhoogte van 15 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van reclamemasten niet meer dan 6 m mag bedragen.

(15)

3.5 S p e c i f i e k e g e b r u i k s r e g e l s

Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van deze bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval is begre- pen:

a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;

b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep en/of bedrijf, zodanig dat:

1. de bedrijfsvloeroppervlakte ten behoeve van een aan huis verbonden beroep of bedrijf meer bedraagt dan één derde deel van de opper- vlakte van de gebouwen op een bouwperceel, met een maximum op- pervlakte van 50 m²;

2. de woonfunctie onevenredig wordt aangetast;

3. degene die de activiteiten in de woning uitvoert, geen bewoner van de woning is;

4. er detailhandel plaatsvindt die geen verband houdt met het aan huis verbonden beroep of bedrijf;

5. de activiteiten qua aard, omvang en uitstraling niet passen in een woonomgeving;

6. de activiteiten meldingplichtig of vergunningplichtig zijn ingevolge de Wet milieubeheer;

7. de verkeers- en parkeerdruk in de naaste omgeving onevenredig toe- neemt en niet wordt geparkeerd op eigen terrein.

(16)
(17)

H o o f d s t u k 3

A l g e m e n e r e g e l s

(18)
(19)

A r t i k e l 4

A n t i - d u b b e l t e l b e p a l i n g

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouw- plan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

(20)

275.00.11.02.00.rgl - Bestemmingsplan woningen aan de Kruisweg en de Oosterweg te Den Andel - 7 februari 2012

Artikel 5 Algemene afwijkingsregels 20

A r t i k e l 5

A l g e m e n e a f w i j k i n g s r e g e l s

5.1 Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:

a. de in het plan gegeven maten en afmetingen tot niet meer dan 10%

van die maten en afmetingen;

b. het bepaalde in het plan voor het bouwen van antennes, waarvan de bouwhoogte ten hoogste 15 m mag bedragen en voor een centrale antenne tot een bouwhoogte van ten hoogste 25 m.

5.2 De onder 5.1 bedoelde omgevingsvergunning mogen niet leiden tot een onevenredige aantasting van:

- de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;

- het bebouwingsbeeld;

- de verkeersveiligheid.

(21)

A r t i k e l 6

O v e r i g e r e g e l s

P r o s t i t u t i e b e l e i d

Het bestemmingsplan verzet zich tegen het oprichten van een seksinrichting.

(22)
(23)

H o o f d s t u k 4

O v e r g a n g s - e n s l o t r e g e l s

(24)
(25)

A r t i k e l 7

O v e r g a n g s r e c h t

A O v e r g a n g s r e c h t b o u w w e r k e n

1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestem- mingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:

a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;

b. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergun- ning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan.

2. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.

3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar be- staan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn ge- bouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

B O v e r g a n g s r e c h t g e b r u i k

1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwer- kingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt on- derbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

(26)

275.00.11.02.00.rgl - Bestemmingsplan woningen aan de Kruisweg en de Oosterweg te Den Andel - 7 februari 2012

Artikel 8 Slotregel 26

A r t i k e l 8 S l o t r e g e l

Deze regels worden aangehaald als: ‘Regels van het bestemmingsplan wonin- gen aan de Kruisweg en de Oosterweg te Den Andel’.

(27)

C o l o f o n

O p d r a c h t g e v e r Gemeente Winsum

B e s t e m m i n g s p l a n BügelHajema Adviseurs

F o t o g r a f i e BügelHajema Adviseurs

P r o j e c t l e i d i n g Mevrouw A.M. Reessink MSc BügelHajema Adviseurs

P r o j e c t n u m m e r 275.00.11.02.00

BügelHajema Adviseurs bv Bureau voor Ruimtelijke Ordening en Milieu BNSP Vaart nz 48-50

Postbus 274 9400 AG Assen T 0592 316 206 F 0592 314 035

E assen@bugelhajema.nl W www.bugelhajema.nl Vestigingen te Assen, Leeuwarden en Amersfoort

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

het aantal woningen bedraagt niet meer dan het bestaande aantal, met uitzondering van de in het plan aangegeven nieuw te bouwen woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke

Volgens de heer Eilert is dit functioneel leeftijdsontslag niet van toepassing op mensen binnen de gemeente Westerwolde en het is zuur dat voor een voorziening moet worden

Dat daarom ook rivier de Amstel zo’n belangrijke functie had in de omgeving van Amstelland en Amsterdam: deze werd gebruikt om goederen of mensen te vervoeren van

De regievoerder neemt het initiatief voor de organisatie van de inrichting van het werkgeversservicepunt, en faciliteert deze organisatie en inrichting.. Het doel van de

Geld voor ander onderdak, eten of om terug te gaan naar mijn dorp bezit ik niet. Ik geloof niet, dat dit het plan is, dat God voor mij heeft, maar ik weet nu niet wat ik

Hij schetst het belang en de betekenis van de Slag bij Heiligerlee in het grotere geheel van de Tachtigjarige Oorlog en herinnert zich de vaderlandse geschiedenis uit zijn

 Zijn de leerlingen zich ervan bewust dat sommige voorwerpen van betekenis kunnen zijn voor iemand?.  Hebben de leerlingen een tentoonstelling gemaakt van

• Materiële schade (kleding, glasbraak,…) wordt niet door de schoolverzekering gedekt. Desnoods kan hiervoor, bij niet vrijwillige beschading, een beroep gedaan worden op