EEN BIJZONDERE VERZAMELING – LES 1
L E S G R O E P 3 - L E E R L I J N E R F G O E D
Algemene informatie ---
Groep: groep 3
Tijdsduur: 45 minuten
Type: erfgoed van jezelf
Vakgebieden: erfgoed, beeldend
Onderwerp(en): verzameling, expositie, betekenis
Woordenschat:
Kerndoelen PO: 55 en 56
Competenties SLO Leerplankader: met alle zintuigen openstellen voor erfgoedaspecten in binnen- en buitenschoolse situaties, associaties aan eigen ervaringen, begeleid onderzoeken en benoemen, onder begeleiding de mogelijke betekenis van erfgoed in relatie tot zijn eigen leefwereld en zijn eigen identiteit benoemen
Korte uitleg van de les ---
In een klassengesprek leren de kinderen dat er verschillende redenen zijn om spullen te bewaren en te verzamelen. De leerlingen gaan hun eigen klassenverzameling aanleggen en met de voorwerpen een tentoonstelling maken.
Benodigdheden ---
Lesbrief
Powerpoint presentatie
Lapjes stof
Stevige kartonnen dozen of blokjes hout
Gekleurd papier
Stevig wit papier en zwarte stift
Organisatie ---
Lesbrief doorlezen
Powerpoint presentatie klaarzetten
Teken-/knutselmateriaal klaarzetten
Doelstellingen ---
NA DEZE LES
Weten leerlingen dat er verschillende soorten verzamelingen zijn.
Weten de leerlingen dat er verschillende redenen zijn om spullen te verzamelen.
Zijn de leerlingen zich ervan bewust dat sommige voorwerpen van betekenis kunnen zijn voor iemand.
Hebben de leerlingen een tentoonstelling gemaakt van bijzondere voorwerpen.
UITWERKING VAN DE LES
Inleiding ---
INTRODUCTIE Lees het gedicht voor:
Rommel
Dopjes van de colaflesjes,
scheermes-doosjes zonder mesjes,
En ook nog: marspapiertjes kauwgumplaatjes, zeven korte rode draadjes.
Dopjes van de colaflesjes,
scheermesdoosjes zonder mesjes, marspapiertjes, kauwgumplaatjes zeven korte rode draadjes
En ook nog: sinasrietjes in een zakje elastiekjes aan een takje.
Dopjes van de colaflesjes,
scheermesdoosjes zonder mesjes, marspapiertjes, kauwgumplaatjes, zeven korte rode draadjes,
sinasrietjes in een zakje, elastiekjes aan een takje.
En ook nog: schroeven, spijkers, moeren, stekkers met daaraan nog snoeren.
Als ik je dan zeg:
‘dat is toch niets meer waard?’
Als ik dan zeg:
‘moet dat nu echt bewaard?’
Dan weet ik dat je zegt:
‘nee echt
dat mag niet weg!’
omdat je dat spaart.
INLEIDING
Vraag of de leerlingen een voorwerp bij zich hebben dat ze hebben bewaard. Veel kinderen hebben wel iets bij zich in de zak, of een sleutelhanger aan het rugzakje, of een leuk gummetje in het etui, een opgeraapte kastanje of een steentje.
Verzamel de voorwerpen die de leerlingen bij zich hebben. Laat de kinderen vertellen waarom ze het bewaard hebben: waar hebben ze het gevonden? Hebben ze het van iemand gekregen? Was het voor een speciale gelegenheid? Etc.
Wie heeft thuis een verzameling?
Waarom horen die voorwerpen bij elkaar?
Horen de voorwerpen die we zojuist verzameld hebben ook bij elkaar?
Laat eventueel de voorbeelden zien van verzamelingen uit de buurt:
- Afb. 1: Salli Cullimore uit Aalsmeer verzamelt de cadeautjes die je bij een Happy Meal krijgt.
Voor haar verzameling heeft ze een eigen museum gemaakt: het Happy Meal museum.
- Afb. 2. Evert Zuiderent uit Amstelveen verzamelt ansichtkaarten uit de buurt. Evert vindt de geschiedenis van Amstelveen interessant.
Bedenk met de leerlingen wat de verschillende redenen kunnen zijn om spullen te verzamelen:
omdat ze mooi zijn, omdat ze bijzonder zijn, of omdat ze een verhaal vertellen. Is dat een persoonlijk verhaal, of een verhaal dat voor veel mensen geldt?
Vandaag hebben we een verzameling gemaakt voorwerpen die de leerlingen toevallig bij zich hadden. Leg uit dat de leerlingen voor de volgende les weer een verzameling gaan maken: een verzameling van bijzondere voorwerpen. Iedereen mag een bijzonder voorwerp meenemen. Met die voorwerpen gaan we dan een tentoonstelling maken. Het voorwerp dat de leerling mee naar school neemt mag iets moois of kostbaars zijn, maar dat hoeft niet. Het voorwerp mag ook bijzonder zijn omdat het onderdeel is van een bijzonder moment in het leven van de leerling.
Bijvoorbeeld:
- een souvenir uit een ander land
- een herinnering aan oma/opa die er niet meer is - een zwemdiploma, waar de leerling trots op is - een foto van een huisdier, etc.
EEN BIJZONDERE VERZAMELING – LES 2
L E S G R O E P 3 - L E E R L I J N E R F G O E D
Algemene informatie ---
Groep: groep 3
Tijdsduur: 45 minuten
Type: erfgoed van jezelf
Vakgebieden: erfgoed, beeldend
Onderwerp(en): verzameling, expositie, betekenis
Woordenschat:
Kerndoelen PO: 55 en 56
Competenties SLO Leerplankader: met alle zintuigen openstellen voor erfgoedaspecten in binnen- en buitenschoolse situaties, associaties aan eigen ervaringen, begeleid onderzoeken en benoemen, laten zien welke keuzes hij in de uitvoerende fase heeft gemaakt en kan praten over wat hij heeft verbeeld,
Korte uitleg van de les ---
De leerlingen categoriseren de voorwerpen die ze hebben meegenomen naar aanleiding van de eerste les over verzamelen. Vervolgens wordt er een tentoonstelling samengesteld.
Benodigdheden ---
Lesbrief
Lapjes stof
Stevige kartonnen dozen of blokjes hout
Gekleurd papier
Stevig wit papier en zwarte stift
Organisatie ---
Lesbrief doorlezen
Teken/knutselmateriaal klaarzetten
Doelstellingen ---
NA DEZE LES
Hebben de leerlingen een eigen tentoonstelling gemaakt.
Uitvoering ---
INLEIDING
Naar aanleiding van de vorige les over verzamelen hebben de leerlingen een voorwerp meegenomen.
Ga met de leerlingen in een kring zitten en zet de voorwerpen in het midden. Laat de kinderen kort hun voorwerp toelichten.
Vertel dat in een tentoonstelling de voorwerpen niet allemaal door elkaar heen staan, maar meestal met een aantal bij elkaar, omdat ze bij elkaar passen.
Bedenk met de leerlingen welke voorwerpen er bij elkaar passen. Kan je ze aan bepaalde thema’s of eigenschappen verbinden? Bijvoorbeeld:
- oude/nieuwe voorwerpen
- materiaal: voorwerpen van natuurlijke materialen/plastic/etc.
- herkomst: voorwerpen uit andere landen - vorm: grote/kleine/platte voorwerpen etc.
- de verhalen die bij de voorwerpen horen: herinneringen aan grootouders, herinneringen aan vakanties, prijzen, liefste speelgoed…
Verdeel de klas in groepjes aan de hand van de categorieën.
UITVOERING
Zorg ervoor dat er op verschillende plekken in het lokaal de mogelijkheid is om een tentoonstelling te maken. Wijs ieder groepje een plek aan. Laat de leerlingen per groep de tentoonstelling inrichten.
Zorg ervoor dat de objecten van de tentoonstelling op een of andere manier goed tot hun recht kunnen komen. Bijvoorbeeld:
- door hoogteverschil met behulp van omgekeerde dozen/blokjes hout/bakstenen. Laat de leerlingen de voorwerpen op een verhoging zetten.
- drapeer meerdere lappen stof over de tafels
- leg ieder voorwerp apart op een gekleurd a4. Met verschillende kleuren kunnen eventueel verschillende categorieën aangetoond worden.
EXTRA
Je kunt ook de leerlingen hun voorwerp in een schatkist/schoenendoos/pizzadoos laten presenteren.
Op de binnenzijde van de doos kunnen de leerlingen een zelfportret schilderen.
Evaluatie ---
EVALUATIE
Laat de leerlingen een rondleiding geven aan de andere groepjes over hun gedeelte van de tentoonstelling. Ieder kind vertelt over zijn of haar voorwerp. (Er kan natuurlijk ook een speciale rondleiding voor ouders en/of leerlingen van andere klassen gegeven worden!)
Laat ze ook vertellen over de manier waarop ze de tentoonstelling hebben ingericht. Welke voorwerpen vonden ze het belangrijkst? Hoe kan je dat zien?