• No results found

R e g e l s rgl

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "R e g e l s rgl"

Copied!
59
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

032.00.25.32.00.rgl

R e g e l s

(2)
(3)

032.00.25.32.00.rgl

I n h o u d s o p g a v e

H o o f d s t u k 1 I n l e i d e n d e r e g e l s

Artikel 1 Begrippen 7

Artikel 2 Wijze van meten 11

H o o f d s t u k 2 B e s t e m m i n g s r e g e l s

Artikel 3 Agrarisch 15

Artikel 4 Groen 17

Artikel 5 Maatschappelijk 18

Artikel 6 Sport 19

Artikel 7 Verkeer en Verblijf 20

Artikel 8 Water 21

Artikel 9 Wonen 22

Artikel 10 Woongebied 24

Artikel 11 Leiding – Gas 27

Artikel 12 Waarde - Archeologie 29

H o o f d s t u k 3 A l g e m e n e r e g e l s

Artikel 13 Anti-dubbeltelbepaling 33

Artikel 14 Algemene gebruiksregels 34

Artikel 15 Algemene aanduidingsregels 35

Artikel 16 Algemene afwijkingsregels 36

Artikel 17 Overige regels 41

H o o f d s t u k 4 O v e r g a n g s - e n s l o t r e g e l s

Artikel 18 Overgangsrecht 45

Artikel 19 Slotregel 46

B i j l a g e n

(4)
(5)

032.00.25.32.00.rgl

H o o f d s t u k 1

I n l e i d e n d e r e g e l s

(6)
(7)

032.00.25.32.00.rgl - Bestemmingsplan 't Haantje - 21 februari 2011

Artikel 1 Begrippen 7

B e g r i p p e n

In deze regels wordt verstaan onder:

a . h e t p l a n :

het bestemmingsplan 't Haantje van de gemeente Coevorden;

b . b e s t e m m i n g s p l a n :

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0109.018BP00000-0003 met de bijbehorende regels en bijlagen;

c . a a n h u i s g e b o n d e n b e r o e p o f b e d r i j f :

een dienstverlenend beroep of bedrijf dat op kleine schaal in een wo- ning en/of daarbij behorende bijgebouwen wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbe- treffende beroeps- of bedrijfsuitoefening een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie;

d . b e b o u w i n g :

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

e. b e d a n d b r e a k f a s t v o o r z i e n i n g :

een kleinschalige aan de woonfunctie ondergeschikte accommodatie voor uitsluitend logies en ontbijt, met maximaal zes kamers en maxi- maal tien personen, die in beginsel deel uitmaakt van het hoofdgebouw en onder omstandigheden in een bijgebouw mag worden gerealiseerd, zonder dat er sprake is van een permanente woonsituatie;

f . b e d r i j f s w o n i n g :

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die kennelijk slechts is bedoeld voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van de grond ter plaat- se of het terrein, noodzakelijk is;

g. b e l e m m e r i n g e n s t r o o k :

strook – ook wel zakelijk recht strook genoemd - die is gereserveerd voor werkzaamheden van de leidingexploitant. In deze strook mag enkel bebouwing ten behoeve van de leiding worden gerealiseerd. Daarnaast mogen er zonder omgevingsvergunning geen grondroerende activiteiten plaatsvinden;

h . b e s t a a n d e :

1. het gebruik dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het be- stemmingsplan aanwezig is en/of bebouwing die op dat tijdstip

(8)

032.00.25.32.00.rgl - Bestemmingsplan 't Haantje - 21 februari 2011 Artikel 1 Begrippen

8

aanwezig of in uitvoering is, dan wel kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen;

2. het onder 1 bedoelde geldt niet voor zover sprake was van strijd met het voorheen geldende bestemmingsplan, de voorheen geldende beheersverordening, daaronder mede begrepen het overgangsrecht van het bestemmingsplan of de beheersverordening, of een andere planologische toestemming;

i . b e s t e m m i n g s g r e n s : de grens van een bestemmingsvlak;

j . b e s t e m m i n g s v l a k :

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

k . b o u w e n :

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of ver- anderen en het vergroten van een bouwwerk (alsmede het geheel of ge- deeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en vergroten van een standplaats);

l . b o u w g r e n s :

de grens van een bouwvlak;

m . b o u w p e r c e e l :

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelf- standige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

n . b o u w p e r c e e l g r e n s : de grens van een bouwperceel;

o . b o u w v l a k :

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;

p . b o u w w e r k :

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander ma- teriaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, het- zij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

q. b o u w w e r k t e n b e h o e v e v a n r e c r e a t i e f n a c h t v e r b l i j f : een bouwwerk dat naar de aard en inrichting is bedoeld voor recreatie- ve bewoning, met een met de grond verbonden constructie van enige omvang en met een plaatsgebonden karakter;

r . e r f :

een aaneengesloten terrein dat direct aansluit bij het hoofdgebouw;

(9)

032.00.25.32.00.rgl - Bestemmingsplan 't Haantje - 21 februari 2011

Artikel 1 Begrippen 9

s . g e b o u w :

elk bouwwerk of een onderdeel van een bouwwerk, dat een voor men- sen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omslo- ten ruimte vormt;

t . g e b r u i k e n :

het gebruiken, doen gebruiken en/of laten gebruiken;

u . g r o n d g e b o n d e n a g r a r i s c h b e d r i j f :

een agrarisch bedrijf, waarbij hoofdzakelijk gebruik wordt gemaakt van open grond;

v . h o o f d g e b o u w :

een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmeting, dan wel gelet op de bestemming, als het belangrijkste gebouw valt aan te merken, met inbegrip van aan- en uitbouwen;

w . k a m p e e r m i d d e l :

een onderkomen dat naar aard en inrichting is bedoeld voor recreatieve bewoning, maar zonder een met de grond verbonden constructie en zonder plaatsgebonden karakter;

x. k l e i n s c h a l i g k a m p e r e n :

verblijfsrecreatie met een kleinschalig karakter op een agrarisch bouw- perceel of op een woonperceel van ten minste 5.000 m2, in de vorm van een kampeerterrein voor maximaal 25 kampeermiddelen;

y. n a t w e e r o n d e r k o m e n :

een gebouw bestemd voor het realiseren van een kleinschalige voorzie- ning voor uitsluitend de gasten van de minicamping, niet zijnde een op de horeca gerichte voorziening als bedoeld in de Drank- en Horecawet;

z. o p g a a n d h o u t i g g e w a s :

gewas met de ontwikkeling van één of meer hoofdtakken, dat kan uit- groeien tot een boom, een meerstammige boom of een boomachtige struik met een hoogte van meer dan 2 m;

a a . p e i l :

1. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de bouwhoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoe- gang;

2. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de bouwhoogte van het terrein ter plaatse van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;

(10)

032.00.25.32.00.rgl - Bestemmingsplan 't Haantje - 21 februari 2011 Artikel 1 Begrippen

10

b b . s e k s i n r i c h t i n g :

een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen wor- den verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvin- den. Onder seksinrichting wordt in elk geval verstaan een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbios- coop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;

c c . v e r b l i j f s r e c r e a t i e m e t e e n k l e i n s c h a l i g k a r a k t e r : het houden van een kampeerterrein voor ten hoogste 25 kampeermidde- len, daaronder niet begrepen stacaravans;

d d . v o o r g e v e l :

de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien een gebouw met meerdere zijden aan een weg grenst, de als zodanig door burge- meester en wethouders aan te wijzen gevel;

e e . v o o r g e v e l r o o i l i j n :

de denkbeeldige lijn die de voorgevels van gebouwen en indien (nog) geen gebouwen aanwezig zijn, de voorgevelbouwgrenzen verbindt;

ff. w e g :

alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of pa- den met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten, alsmede de aan de wegen liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen;

g g . w o n i n g :

een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.

(11)

032.00.25.32.00.rgl - Bestemmingsplan 't Haantje - 21 februari 2011

Artikel 2 Wijze van meten 11

W i j z e v a n m e t e n

Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

a . d e d a k h e l l i n g :

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak; voorzover in de regels een dakhelling is voorgeschreven, is deze niet van toepassing op de horizontale gedeelten van afgeknotte daken, op de bovenste dak- vlakken van mansardekappen en op dakvlakken welke niet evenwijdig aan de noklijn zijn gelegen;

b . d e g o o t h o o g t e v a n e e n b o u w w e r k :

vanaf het peil tot aan de bovenkant goot- c.q. druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

c . d e i n h o u d v a n e e n b o u w w e r k :

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van da- ken en dakkapellen;

d . d e b o u w h o o g t e v a n e e n b o u w w e r k :

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

e . d e o p p e r v l a k t e v a n e e n b o u w w e r k :

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidings- muren; neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het af- gewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

f . d e a f s t a n d t o t d e ( z i j d e l i n g s e ) g r e n s v a n e e n b o u w - p e r c e e l :

vanaf enig punt van een bouwwerk tot de (zijdelingse) grens van een bouwperceel;

Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van de plaatsing van gebouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversie- ringen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de bouwgrens met niet meer dan 1,5 m wordt overschreden.

(12)

032.00.25.32.00.rgl - Bestemmingsplan 't Haantje - 21 februari 2011 Artikel 2 Wijze van meten

12

Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van de bouwhoogte worden liftschachten, antennes, ventilatiekanalen en schoorstenen buiten beschou- wing gelaten.

(13)

032.00.25.32.00.rgl

H o o f d s t u k 2

B e s t e m m i n g s r e g e l s

(14)
(15)

032.00.25.32.00.rgl - Bestemmingsplan 't Haantje - 21 februari 2011

Artikel 3 Agrarisch 15

A g r a r i s c h

3.1 B e s t e m m i n g s o m s c h r i j v i n g

De voor 'agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. de uitoefening van een grondgebonden agrarisch bedrijf;

b. waterlossing;

c. nutsvoorzieningen.

3.2 B o u w r e g e l s

a. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

1. de gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden ge- bouwd;

2. de goot- en bouwhoogte van de bedrijfsgebouwen bedragen ten hoogste respectievelijk 4,5 m en 8 m, dan wel de bestaande goot- en bouwhoogte indien deze hoger zijn;

b. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:

- de hoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 7,5 m.

3.3 N a d e r e e i s e n

Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

- de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;

- het straat- en bebouwingsbeeld;

- de verkeersveiligheid;

nadere eisen stellen ten aanzien van de situering, bouwhoogte en goothoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

3.4 A f w i j k e n v a n d e b o u w r e g e l s

Bij een omgevingsvergunning kan, mits geen onevenredige aantasting plaats- vindt van:

- de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;

- het straat- en bebouwingsbeeld;

- de verkeersveiligheid;

(16)

032.00.25.32.00.rgl - Bestemmingsplan 't Haantje - 21 februari 2011 Artikel 3 Agrarisch

16

worden afgeweken van het bepaalde in lid 3.2, sub a, onder 2 en 3 voor verho- ging van de goot- en bouwhoogte tot respectievelijk 6 m en 10,5 m, met dien verstande dat bij de aanvraag een erfinrichtingsplan wordt overlegd.

3.5 S p e c i f i e k e g e b r u i k s r e g e l s

Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 7.10 Wet ruimtelijke ordening en de bestemmingsomschrijving als bedoeld in lid 3.1 wordt in elk geval gerekend:

- het gebruik of laten gebruiken van gronden en bouwwerken voor een niet-grondgebonden agrarische bedrijfstak.

3.6 W i j z i g i n g s b e v o e g d h e i d

Burgemeester en wethouders kunnen, mits:

- dit niet leidt tot uitbreiding van het aantal woningen;

- geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de bedrijfsvoering en de ontwikkelingsmogelijkheden van nabijgelegen (agrarische) bedrijven en woningen.

het plan overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening wijzigen in die zin dat de bestemming, na bedrijfsbeëindiging van het grondgebonden agrarisch bedrijf, wordt gewijzigd in de bestemming Wonen als bedoeld in artikel 9.

(17)

032.00.25.32.00.rgl - Bestemmingsplan 't Haantje - 21 februari 2011

Artikel 4 Groen 17

G r o e n

4.1 B e s t e m m i n g s o m s c h r i j v i n g

De voor ‘groen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. groensingel;

met de daarbij behorende:

b. verkeers- en verblijfsvoorzieningen;

c. openbare nutsvoorzieningen.

4.2 B o u w r e g e l s

a. Het bouwen van gebouwen is verboden.

b. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:

- de hoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 5,5 m.

(18)

032.00.25.32.00.rgl - Bestemmingsplan 't Haantje - 21 februari 2011 Artikel 5 Maatschappelijk

18

A r t i k e l 5

M a a t s c h a p p e l i j k

5.1 B e s t e m m i n g s o m s c h r i j v i n g

De voor 'maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. religieuze, educatieve, sociaal-culturele en medische voorzieningen;

b. sportieve recreatie;

c. groen- en speelvoorzieningen;

d. verkeers- en verblijfsvoorzieningen;

e. openbare nutsvoorzieningen.

5.2 B o u w r e g e l s

a. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

1. de gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden ge- bouwd;

2. de goot- en bouwhoogte van de gebouwen bedragen ten hoogste res- pectievelijk 6 m en 9 m; dan wel de bestaande goot- en bouwhoogte indien deze hoger zijn;

b. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:

- de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 5,5 m.

5.3 N a d e r e e i s e n

Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

- de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;

- het straat- en bebouwingsbeeld;

- de verkeersveiligheid;

nadere eisen stellen ten aanzien van:

a. de situering, bouwhoogte, goothoogte en dakhellingen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

b. erfafscheidingen;

c. de afstand van de bebouwing tot de bouwperceelgrenzen.

(19)

032.00.25.32.00.rgl - Bestemmingsplan 't Haantje - 21 februari 2011

Artikel 6 Sport 19

S p o r t

6.1 B e s t e m m i n g s o m s c h r i j v i n g

De voor 'sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. sport- en speelvelden;

b. groen- en speelvoorzieningen;

c. verkeers- en verblijfsvoorzieningen;

d. openbare nutsvoorzieningen.

6.2 B o u w r e g e l s

a. Het bouwen van gebouwen is verboden.

b. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:

- de hoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 8 m.

6.3 N a d e r e e i s e n

Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

- de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;

- het straat- en bebouwingsbeeld;

- de verkeersveiligheid;

nadere eisen stellen ten aanzien van:

- de situering en de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

(20)

032.00.25.32.00.rgl - Bestemmingsplan 't Haantje - 21 februari 2011 Artikel 7 Verkeer en Verblijf

20

A r t i k e l 7

V e r k e e r e n V e r b l i j f

7.1 B e s t e m m i n g s o m s c h r i j v i n g

De voor 'verkeer - verblijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor wegen met een niet-doorgaande verkeersfunctie, voet- en fietspaden, parkeervoorzienin- gen, groenvoorzieningen en straatmeubilair.

De wegen mogen worden ingericht voor de aanleg van ten hoogste twee rij- stroken.

7.2 B o u w r e g e l s

a. Het bouwen van gebouwen is verboden.

b. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:

- de hoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 8 m.

7.3 N a d e r e e i s e n

Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

- de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;

- het straat- en bebouwingsbeeld;

- de verkeersveiligheid;

nadere eisen stellen ten aanzien van:

a. de situering en de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

b. het aantal en de situering van parkeervoorzieningen.

(21)

032.00.25.32.00.rgl - Bestemmingsplan 't Haantje - 21 februari 2011

Artikel 8 Water 21

W a t e r

8.1 B e s t e m m i n g s o m s c h r i j v i n g

De voor 'water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. water met de bijbehorende bruggen en kunstwerken;

b. openbare nutsvoorzieningen.

8.2 B o u w r e g e l s

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:

- de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 2 m en voor bruggen niet meer dan 5,5 m.

8.3 N a d e r e e i s e n

Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

- de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;

- het straat- en bebouwingsbeeld;

- de verkeersveiligheid;

nadere eisen stellen ten aanzien van de situering van bouwwerken, geen ge- bouwen zijnde.

(22)

032.00.25.32.00.rgl - Bestemmingsplan 't Haantje - 21 februari 2011 Artikel 9 Wonen

22

A r t i k e l 9 W o n e n

9.1 B e s t e m m i n g s o m s c h r i j v i n g

De voor 'wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. wonen;

b. aan huis gebonden beroep of bedrijf.

9.2 B o u w r e g e l s

a. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

1. de gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak, dan wel bin- nen het als 'erf' aangeduide gebied te worden gebouwd, waarbij de woning uitsluitend binnen het bouwvlak mag worden gebouwd;

2. de goot- en bouwhoogte van de woning bedragen ten hoogste respec- tievelijk 6 m en 10,5 m, dan wel de bestaande goot- en bouwhoogte indien deze hoger zijn;

3. de dakhelling van de woning bedraagt ten minste 45°, dan wel de bestaande dakhelling indien deze kleiner is;

4. ten hoogste 50% van het bouwperceel mag met gebouwen worden bebouwd en tot een gezamenlijke oppervlakte van ten hoogste 200 m² indien het bouwperceel niet groter is dan 500 m². Bij een bouwperceelgrootte van meer dan 500 m², maar niet meer dan 1.000 m² bedraagt de gezamenlijke oppervlakte ten hoogste 300 m² en bij een bouwperceelgrootte van meer dan 1.000 m² bedraagt de gezamenlijke oppervlakte ten hoogste 400 m²;

5. binnen het als 'erf' aangeduide gebied bedragen de goot- en bouw- hoogte van de gebouwen ten hoogste respectievelijk 3 m en 6 m. De- ze gebouwen mogen uitsluitend vrijstaand van de panden ter plaatse van de aanduiding ‘karakteristiek’ worden gebouwd;

6. ter plaatse van de aanduiding 'erf' bedraagt de afstand van de ge- bouwen tot de perceelgrens ten minste 1 m, tenzij in de perceel- grens wordt gebouwd.

7. ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' dient - in afwijking in zoverre van het vorenstaande - de uitwendige hoofdvorm, bestaande uit goot- en bouwhoogte en dakhelling te worden gehandhaafd.

b. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:

- de hoogte bedraagt ten hoogste 5,5 m;

- de bouwhoogte van terreinafscheidingen bedraagt voor de voor- gevelrooilijn ten hoogste 1 m en daarachter ten hoogste 2 m met dien verstande dat de bouwhoogte op zijerven die grenzen aan

(23)

032.00.25.32.00.rgl - Bestemmingsplan 't Haantje - 21 februari 2011

Artikel 9 Wonen 23

der uit de perceelgrens ten hoogste 1 m bedraagt.

9.3 N a d e r e e i s e n

Burgemeester en wethouders kunnen, met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:

- de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;

- het straat- en bebouwingsbeeld;

- de bouwvorm van de panden ter plaatse van de aanduiding 'karakteris- tiek';

- de verkeersveiligheid;

nadere eisen stellen ten aanzien van:

a. de situering, bouwhoogte, goothoogte en dakhellingen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

b. erfafscheidingen;

c. de afstand van de bebouwing tot de bouwperceelgrenzen.

9.4 A f w i j k e n v a n d e b o u w r e g e l s

Bij een omgevingsvergunning kan, mits geen onevenredige aantasting plaats- vindt van:

- de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;

- het straat- en bebouwingsbeeld;

- de bouwvorm van de panden ter plaatse van de aanduiding ‘karakteris- tiek’;

- de verkeersveiligheid;

worden afgeweken van het bepaalde in lid 9.2, sub a, onder 1 voor het her- bouwen of verbouwen van een woning, waarbij binnen het bestaande hoofdge- bouw maximaal twee wooneenheden worden gecreëerd, met dien verstande dat bij de aanvraag een erfinrichtingsplan wordt overlegd en dat de hoofdvorm van karakteristieke bebouwing moet worden gehandhaafd.

9.5 S p e c i f i e k e g e b r u i k s r e g e l s

Tot een gebruik in strijd met de bestemmingsomschrijving als bedoeld in lid 9.1, wordt in elk geval gerekend:

- bewoning en het voor bedrijfsmatig medegebruik aanwenden van de van de woning vrijstaande gebouwen.

(24)

032.00.25.32.00.rgl - Bestemmingsplan 't Haantje - 21 februari 2011 Artikel 10 Woongebied

24

A r t i k e l 1 0 W o o n g e b i e d

10.1 B e s t e m m i n g s o m s c h r i j v i n g

De voor 'woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. wonen;

b. aan huis gebonden beroep of bedrijf;

c. verkeers- en verblijfsvoorzieningen;

d. openbare nutsvoorzieningen;

e. waterlossing.

10.2 B o u w r e g e l s

a. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

1. de voorgevel en het verlengde ervan van de woning dient als de bouwgrens te worden beschouwd, welke niet door het oprichten van gebouwen mag worden overschreden;

2. indien geen naar de weg gekeerde gevel van een woning aanwezig is, stelt het college van burgemeester en wethouders een bouwgrens, passend in het bebouwingsbeeld, vast;

3. indien meerdere naar de weg gekeerde gevels van een woning aan- wezig zijn, bepaalt het college van burgemeester en wethouders welke gevel de voorgevel is, passend in het bebouwingsbeeld;

4. het aantal woningen bedraagt niet meer dan het bestaande aantal, met uitzondering van de in het plan aangegeven nieuw te bouwen woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van woon- gebied - nieuwbouwlocatie', op deze gronden mogen uitsluitend vrij- staande woningen worden gebouwd;

5. indien de zijdelingse perceelsgrens grenst aan een weg, mogen geen gebouwen worden opgericht binnen een afstand van 5 m van de weg;

6. in het gebied binnen een afstand van 3 m uit de zijdelingse perceel- grens van de niet aangebouwde zijgevel van de woning dienen de ge- bouwen ten minste 3 m achter de voorgevel en het verlengde ervan van de woning te worden gebouwd;

7. in het gebied binnen een afstand van 3 m ten opzichte van de zijde- lingse perceelgrens van de niet aangebouwde zijgevel van de woning en/of in het gebied binnen een afstand van 8 m ten opzichte van de achterperceelgrens bedragen de goot- en bouwhoogte ten hoogste respectievelijk 3 m en 6 m;

8. in het gebied op een afstand van meer dan 3 m ten opzichte van de zijdelingse perceelgrens van de niet aangebouwde zijgevel van de woning en/of in een gebied op een afstand van meer dan 8 m ten op-

(25)

032.00.25.32.00.rgl - Bestemmingsplan 't Haantje - 21 februari 2011

Artikel 10 Woongebied 25

ten hoogste respectievelijk 6 m en 10,5 m;

9. ten hoogste 50% van het bouwperceel mag worden bebouwd en tot een gezamenlijke oppervlakte van ten hoogste 200 m², indien het bouwperceel niet groter is dan 500 m². Bij een bouwperceelgrootte van meer dan 500 m², maar niet meer dan 1.000 m² bedraagt de ge- zamenlijke oppervlakte ten hoogste 300 m² en bij een bouwperceel- grootte van meer dan 1.000 m² bedraagt de gezamenlijke oppervlakte ten hoogste 400 m²;

10. in het onder 6 bedoelde gebied bedraagt de afstand van de gebou- wen tot de perceelgrens ten minste 1 m, tenzij in de perceelgrens wordt gebouwd.

b. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende bepaling:

- de bouwhoogte bedraagt ten hoogste 5,5 m;

- de bouwhoogte van terreinafscheidingen bedraagt voor de voorgevel- rooilijn ten hoogste 1 m en daarachter ten hoogste 2 m, met dien verstande dat de bouwhoogte op zijerven die grenzen aan een open- baar toegankelijk gebied op een afstand van 1 m of minder uit de perceelgrens ten hoogste 1 m bedraagt.

10.3 N a d e r e e i s e n

Burgemeester en wethouders kunnen, met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:

- de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;

- het straat- en bebouwingsbeeld;

- de verkeersveiligheid;

nadere eisen stellen ten aanzien van:

a. de situering, bouwhoogte, goothoogte en dakhellingen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

b. het aantal en de situering van parkeervoorzieningen;

c. erfafscheidingen;

d. de afstand van de bebouwing tot de bouwperceelgrenzen.

10.4 A f w i j k e n v a n d e b o u w r e g e l s

Bij een omgevingsvergunning kan, mits geen onevenredige aantasting plaats- vindt van:

- de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;

- het straat- en bebouwingsbeeld;

- de verkeersveiligheid;

(26)

032.00.25.32.00.rgl - Bestemmingsplan 't Haantje - 21 februari 2011 Artikel 10 Woongebied

26

worden afgeweken van het bepaalde in:

- l i d 1 0 . 2 , s u b a , o n d e r 6 :

voor het bouwen tot (het verlengde van) de naar de weg gekeerde gevel van de woning, dan wel tot 3 m voor deze gevel;

- l i d 1 0 . 2 , s u b a , o n d e r 7 e n 8 :

voor een andere afstandsmaat dan de voorgeschreven afstand van 8 m, indien de kavelgrootte, dan wel de situering van de kavel in relatie tot de omgeving zich hier niet tegen verzetten.

10.5 S p e c i f i e k e g e b r u i k s r e g e l s

Tot een gebruik in strijd met de bestemmingsomschrijving als bedoeld in lid 10.1, wordt in elk geval gerekend:

- bewoning en het voor bedrijfsmatig medegebruik aanwenden van de van de woning vrijstaande gebouwen.

(27)

032.00.25.32.00.rgl - Bestemmingsplan 't Haantje - 21 februari 2011

Artikel 11 Leiding – Gas 27

L e i d i n g – G a s

11.1 B e s t e m m i n g s o m s c h r i j v i n g

De voor 'leiding - gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorko- mende bestemming(en), mede bestemd voor een aardgastransportleiding met de daarbij behorende belemmeringenstrook.

11.2 B o u w r e g e l s

a. In afwijking van het bepaalde bij de andere voor die gronden voorko- mende bestemming(en) mag niet worden gebouwd, anders dan ten be- hoeve van deze bestemming.

b. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

c. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:

- de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 2 m bedragen.

11.3 A f w i j k e n v a n d e b o u w r e g e l s

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 11.2 voor het bouwen ten behoeve van de andere daar voorkomende be- stemming(en) indien de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt ge- schaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder. Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend in- dien geen kwetsbare objecten worden toegelaten.

11.4 O m g e v i n g s v e r g u n n i n g v o o r h e t u i t v o e r e n v a n w e r - k e n , g e e n b o u w w e r k z i j n d e , o f v a n w e r k z a a m h e d e n

a. Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde en/of werkzaamheden uit te voeren:

- het aanbrengen van hoogopgaande en/of diepwortelende beplanting, waaronder rietbeplanting;

- het wijzigen van het maaiveldniveau door ontgronding of ophoging;

het verrichten van graafwerkzaamheden anders dan normaal spit- en ploegwerk;

(28)

032.00.25.32.00.rgl - Bestemmingsplan 't Haantje - 21 februari 2011 Artikel 11 Leiding – Gas

28

- diepploegen;

- het aanbrengen van gesloten verhardingen;

- het indrijven van voorwerpen in de bodem;

- het permanent opslaan van goederen waaronder ook begrepen het opslaan van afvalstoffen;

- het aanleggen van waterlopen of het vergraven, verruimen of dem- pen van bestaande waterlopen.

b. Het bepaalde in lid 11.4, onder a is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die:

- normaal onderhoud en beheer betreffen, waaronder normaal spit- en voegwerk, anders dan diepploegen;

- reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;

- mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergun- ning.

c. De werken en/of werkzaamheden als bedoeld in lid 11.4, sub a zijn slechts toelaatbaar indien en voorzover dit niet strijdig is met de belan- gen van de leiding;

e. Alvorens een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 11.4 sub a te verle- nen wordt advies ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder.

(29)

032.00.25.32.00.rgl - Bestemmingsplan 't Haantje - 21 februari 2011

Artikel 12 Waarde - Archeologie 29

W a a r d e - A r c h e o l o g i e

12.1 B e s t e m m i n g s o m s c h r i j v i n g

De voor 'waarde - archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de an- dere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud van ar- cheologische waarden, voorzover de gronden een 'hoge trefkans' hebben (zogenaamde IKAW-terreinen); zie hiervoor ook de in bijlage 1 opgenomen Kaart Archeologische Waarden.

12.2 B o u w r e g e l s

a. Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in lid 12.1 omschreven gronden de volgende werken, geen bouwwer- ken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

- het uitvoeren van grondbewerkingen dieper dan 0,3 m met een op- pervlakte groter dan of gelijk aan 100 m2, zoals afgraven, diepploe- gen, egaliseren, frezen, scheuren van grasland, aanleg of rooien van bos of boomgaard, aanbrengen van oppervlakteverhardingen, aan- leggen van drainage, aanbrengen en verwijderen van funderingen.

b. Voorzover de in lid 12.2, sub a genoemde werken en werkzaamheden, dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werk- zaamheden kunnen leiden tot een verstoring van archeologische waar- den, kan de vergunning worden verleend indien aan de vergunning de volgende voorschriften worden verbonden:

- de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische waarden in de bodem behouden kunnen blijven;

- de verplichting tot het doen van opgravingen;

- de verplichting de uitvoering van de werken of werkzaamheden te laten begeleiden door een daartoe bevoegd archeologisch bureau dat werkt conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie.

c. De omgevingsvergunning wordt niet eerder verleend dan nadat de aan- vrager een (onderzoeks)rapport heeft overgelegd, waarin de archeologi- sche waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in vol- doende mate is vastgesteld, met dien verstande dat geen archeologisch onderzoek is vereist wanneer door de deskundige, genoemd in lid 12.2, sub d, is aangegeven dat onderzoek niet noodzakelijk is.

d. Alvorens over de omgevingsvergunning te beslissen, voeren burgemees- ter en wethouders overleg met de provinciaal archeoloog.

(30)

032.00.25.32.00.rgl - Bestemmingsplan 't Haantje - 21 februari 2011 Artikel 12 Waarde - Archeologie

30

e. Het in lid 12.2, sub a bedoelde verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die het normale onderhoud betreffen of die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het be- stemmingsplan;

f. Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 12.2, sub c in die zin dat geen archeologisch onderzoek is vereist voor het uitvoeren van grondbewerkingen met een oppervlakte van meer dan 100 m², doch niet meer dan 500 m² (uitsluitend in geval het een binnen het bestemmingsplangebied of bouwvlak aaneengesloten project betreft van ten hoogste 500 m², dat niet kan worden opgedeeld in deeluitwerkingen).

12.3 W i j z i g i n g s b e v o e g d h e i d

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in de zin dat de be- stemming Waarde – Archeologie wordt verwijderd, mits na voldoende onder- zoek van de vindplaats en het inwinnen van deskundigenadvies blijkt dat voor de archeologisch waardevolle gebieden de waardebepalende elementen niet zijn te handhaven in relatie tot de functie van de gronden en de gebouwen en de aanwezige bodemvondsten naar elders zijn overgebracht.

(31)

032.00.25.32.00.rgl

H o o f d s t u k 3

A l g e m e n e r e g e l s

(32)
(33)

032.00.25.32.00.rgl - Bestemmingsplan 't Haantje - 21 februari 2011

Artikel 13 Anti-dubbeltelbepaling 33

A n t i - d u b b e l t e l b e p a l i n g

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouw- plan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

(34)

032.00.25.32.00.rgl - Bestemmingsplan 't Haantje - 21 februari 2011 Artikel 14 Algemene gebruiksregels

34

A r t i k e l 1 4

A l g e m e n e g e b r u i k s r e g e l s

14.1 Onder strijdig gebruik wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijvingen, waaronder in ieder geval wordt begrepen:

a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van vrij kamperen, kleinschalig kamperen of een andere vorm van kleinscha- lige verblijfsrecreatie;

b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een bed and breakfastvoorziening;

c. het gebruik van de gronden en/of gebouwen voor een seksinrichting.

(35)

032.00.25.32.00.rgl - Bestemmingsplan 't Haantje - 21 februari 2011

Artikel 15 Algemene aanduidingsregels 35

A l g e m e n e a a n d u i d i n g s r e g e l s

M i l i e u z o n e - g r o n d w a t e r b e s c h e r m i n g s g e b i e d

Ter plaatse van de aanduiding ‘milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied‘

zijn de gronden, naast de aangegeven andere bestemmingen (basisbestem- ming) tevens bestemd voor de bescherming van de kwaliteit van het grondwa- ter ten behoeve van de openbare drinkwatervoorziening.

Voor de grondwaterbescherming is de Provinciale Omgevingsverordening Dren- the van toepassing. De verordening bevat regels ter bescherming van de kwali- teit van het grondwater met het oog op de waterwinning in de bij de verordening aangewezen gebieden.

(36)

032.00.25.32.00.rgl - Bestemmingsplan 't Haantje - 21 februari 2011 Artikel 16 Algemene afwijkingsregels

36

A r t i k e l 1 6

A l g e m e n e a f w i j k i n g s r e g e l s

16.1 A l g e m e e n

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

a. de in het plan gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages;

b. het bepaalde in het plan voor een geringe aanpassing van het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geven;

c. het bepaalde in het plan voor overschrijding van de bestemmingsgren- zen en bouwgrenzen, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;

d. het bepaalde in het plan voor het bouwen van openbare nutsgebouw- tjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncel- len, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes worden gebouwd, mits de inhoud per gebouwtje niet meer dan 50 m³ bedraagt;

d. het bepaalde in het plan voor het bouwen van antennemasten tot een hoogte van niet meer dan 30 m worden gebouwd;

e het bepaalde in het plan voor het realiseren van (ondergrondse) riole- ringswerken, zoals rioolputten en bergbezinkbassins tot maximaal 500 m³.

De onder a tot en met e bedoelde afwijkingen mogen niet leiden tot een one- venredige aantasting van:

- de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;

- het straat- en/of bebouwingsbeeld;

- de bouwvorm van de panden ter plaatse van de aanduiding 'karakteris- tiek';

- de verkeersveiligheid.

16.2 V o o r m a l i g e a g r a r i s c h e b e d r i j f s b e b o u w i n g

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in het plan voor het gebruiken van voormalige agrarische bedrijfsbebouwing voor de functies wonen, bedrijf, recreatie en zorg.

Voor het verlenen van de omgevingsvergunning gelden de volgende criteria:

a. de functie/activiteiten zijn uitsluitend toegestaan in combinatie met de woonfunctie;

b. de functie/activiteiten moeten plaatsvinden binnen de (bestaande) gebouwen;

(37)

032.00.25.32.00.rgl - Bestemmingsplan 't Haantje - 21 februari 2011

Artikel 16 Algemene afwijkingsregels 37

moet dit niet tot gevolg hebben dat hierdoor een onevenredige toename van het aantal verkeersbewegingen plaatsvindt of hierdoor dusdanig zwaar verkeer wordt aangetrokken waarop de bestaande (toeleidende) wegen niet zijn berekend;

d. de nieuwe functie/activiteiten mogen niet conflicteren met de in de Omgevingsvisie Drenthe genoemde kernkwaliteiten van natuur, land- schap, stilte en duisternis, aardkundig waardevol gebied, archeologie, cultuurhistorie en milieu- en leefomgevingskwaliteit;

e. de functie van bedrijf is alleen bedoeld voor ambachtelijke en dienst- verlenende bedrijven zoals omschreven in de categorieën 1 en 2 van de in bijlage 2 opgenomen Staat van bedrijven;

f. het onbebouwde erf mag niet voor opslag van goederen en materialen en/of het stallen van voertuigen/machines worden gebruikt.

16.3 W o o n r u i m t e i n b e s t a a n d e b e b o u w i n g

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in het plan voor het verwezenlijken van woonruimte in bestaande bebouwing.

Voor het verlenen van de omgevingsvergunning gelden de volgende criteria:

a. er moet voldoende parkeercapaciteit op het erf aanwezig zijn. Ook moet dit niet tot gevolg hebben dat hierdoor een onevenredige toename van het aantal verkeersbewegingen plaatsvindt of hierdoor dusdanig zwaar verkeer wordt aangetrokken waarop de bestaande (toeleidende) wegen niet zijn berekend;

b. het onbebouwde erf mag niet voor opslag van goederen en materialen en/of het stallen van voertuigen/machines worden gebruikt.

16.4 V e r n i e u w e n , v e r a n d e r e n o f u i t b r e i d e n v a n b e s t a a n - d e g e b o u w e n

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in het plan voor het geheel of gedeeltelijk vernieuwen, veranderen of uitbreiden van alle bij recht bestaande gebouwen.

Voor het verlenen van de omgevingsvergunning gelden de volgende criteria:

a. de vernieuwing, verandering of uitbreiding is passend binnen de be- staande stedenbouwkundige structuur;

b. er wordt een erfinrichtingsplan overlegd voorzover dit ruimtelijk rele- vant is;

c. er moet voldoende parkeercapaciteit op het erf aanwezig zijn. Ook moet dit niet tot gevolg hebben dat hierdoor een onevenredige toename van het aantal verkeersbewegingen plaatsvindt of hierdoor dusdanig zwaar verkeer wordt aangetrokken waarop de bestaande (toeleidende) wegen niet zijn berekend.

(38)

032.00.25.32.00.rgl - Bestemmingsplan 't Haantje - 21 februari 2011 Artikel 16 Algemene afwijkingsregels

38

16.5 G e b r u i k v a n g r o n d e n

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in het plan voor het gebruik van gronden, dat het directe gevolg is van een voor een bepaalde bouwkundige situatie te verlenen omgevingsvergunning voor afwij- king van de bouwregels.

16.6 O n d e r z o e k s v e r p l i c h t i n g

a. Het bevoegd gezag kan bepalen dat een aanvraag voor een omgevings- vergunning bij een afwijking als bedoeld in artikel 16.2 tot en met 16.5 gepaard gaat met een door het bevoegd gezag nader te bepalen, door belanghebbende uit te voeren onderzoeken, die de ruimtelijke kwaliteit van het (bouw)project waarborgen.

b. Het bevoegd gezag beslist, op basis van de resultaten van de onder lid a genoemde onderzoeken, over de wenselijkheid van de te verlenen om- gevingsvergunning.

16.7 K l e i n s c h a l i g k a m p e r e n

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in het plan voor het gebruik van gronden ten behoeve van kleinschalig kamperen, met dien verstande dat:

a. de afstand van het kleinschalig kampeerterrein tot het dichtstbijzijnde kampeerterrein of terrein voor kleinschalig kamperen in beginsel ten minste 500 m bedraagt;

b. de afstand van het kleinschalig kampeerterrein tot de naastgelegen woning ten minste 50 m bedraagt;

c. de gronden van het kleinschalig kampeerterrein direct aansluiten aan het erf van de woning van de aanvrager;

d. het kleinschalig kampeerterrein in gebruik is in de periode van 15 maart tot en met 31 oktober en aangetoond wordt dat buiten deze periode het terrein leeg van kampeermiddelen zal zijn;

e. het terrein op een goede wijze landschappelijk wordt ingepast, afge- stemd op het gebiedseigen karakter;

f. geen onevenredige afbreuk plaatsvindt van:

1. de natuurlijke en landschappelijke waarden van het gebied en de di- recte omgeving daarvan;

2. de waardevolle essen in het gebied en de directe omgeving daarvan;

3. de stedenbouwkundige structuur van de bebouwing en omgeving;

g. de te realiseren voorzieningen alleen worden bestemd voor een nat- weeronderkomen en uitsluitend voor eigen gasten;

(39)

032.00.25.32.00.rgl - Bestemmingsplan 't Haantje - 21 februari 2011

Artikel 16 Algemene afwijkingsregels 39

zenlijkt en niet meer dan 100 m2 bedragen;

i. het parkeren van komende en gaande bezoekers van het kleinschalig kampeerterrein op eigen terrein plaatsvindt.

16.8 T i j d e l i j k g r o e p s k a m p e r e n

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in het plan voor het gebruik van gronden ten behoeve van tijdelijk groepskamperen, met dien verstande dat:

a. het tijdelijk groepskamperen plaatsvindt in de periode van 15 maart tot en met 31 oktober en aangetoond wordt dat buiten deze periode het terrein leeg zal zijn;

b. het aantal dagen per geval van tijdelijk groepskamperen ten hoogste tien bedraagt;

c. op de betreffende gronden geen bouwwerken voor recreatief nachtver- blijf worden geplaatst;

d. het terrein op een goede wijze landschappelijk wordt ingepast, afge- stemd op het gebiedseigen karakter.

16.9 G e b o u w e n t e n b e h o e v e v a n e e n k a m p e e r t e r r e i n

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in het plan voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van een kampeerterrein, in afwijking van de aan de grond gegeven bestemming, met dien verstande dat:

a. er een omgevingsvergunning is verleend als bedoeld in artikel 16.8 ten behoeve van het gebruik van de betreffende gronden voor verblijfsre- creatie in de vorm van kleinschalig kamperen;

b. voldoende is aangetoond dat de bestaande gebouwen op het perceel, waarin de voorzieningen voor het kleinschalig kamperen kunnen worden gerealiseerd, minder dan 50 m2 bedragen;

c. de oppervlakte van de nieuw te bouwen gebouwen niet meer dan 50 m2 per kampeerterrein bedraagt;

d. de goot- en bouwhoogten aansluiten bij de bestaande bebouwing;

e. geen onevenredige afbreuk plaatsvindt van:

1. de natuurlijke en landschappelijke waarden van het gebied en de di- recte omgeving daarvan;

2. de waardevolle essen in het gebied en de directe omgeving daarvan;

3. de stedenbouwkundige structuur van de bebouwing en omgeving.

(40)

032.00.25.32.00.rgl - Bestemmingsplan 't Haantje - 21 februari 2011 Artikel 16 Algemene afwijkingsregels

40

16.10 B e d a n d b r e a k f a s t v o o r z i e n i n g

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in het plan voor het realiseren van een bed and breakfastvoorziening waarbij aan de volgende voorwaarden moet worden voldaan:

a. de hoofdfunctie van het gebouw waarin een bed and breakfastvoorzie- ning wordt gevestigd, moet voor ‘wonen’ zijn bestemd, waartoe ook een bedrijfswoning is te rekenen. Ook moet deze voorziening ondergeschikt zijn aan de woonbestemming en moet de initiatiefnemer zelf de hoofd- bewoner van de woning zijn;

b. de bed and breakfastvoorziening dient in beginsel in het hoofdgebouw te worden gerealiseerd. Dit neemt niet weg dat onder omstandigheden een bed and breakfastvoorziening ook in een bijgebouw mogelijk moet zijn zonder dat er sprake is van een permanente woonsituatie. Dit bete- kent dat uit de bouwkundige inrichting van het bijgebouw, zo mogelijk af te lezen uit een hierop gebaseerde (inrichtings)tekening, expliciet moet blijken dat er sprake is van een bed and breakfastvoorziening;

c. ten behoeve van de bed and breakfastvoorziening moet op eigen terrein worden geparkeerd;

d. bij het realiseren van een bed and breakfastvoorziening moet aan de brandveiligheidseisen zoals die in de bouwverordening en het Bouwbe- sluit zijn opgenomen, worden voldaan.

16.11 M i l i e u a s p e c t e n

Een omgevingsvergunning wordt niet verleend wanneer bedrijven door de af- wijking als bedoeld in artikel 16.2 tot en met 16.5 en 16.10, op basis van de milieuaspecten bodem, geluid, stof, geur en hindercirkels van nabijgelegen bedrijven, in hun bedrijfsvoering worden beperkt en/of belemmerd.

(41)

032.00.25.32.00.rgl - Bestemmingsplan 't Haantje - 21 februari 2011

Artikel 17 Overige regels 41

O v e r i g e r e g e l s

A f s t e m m i n g F l o r a - e n f a u n a w e t

Bij de beoordeling van de toelaatbaarheid van bouwwerken en/of andere acti- viteiten zal rekening worden gehouden met de mogelijke aanwezigheid van te beschermen planten- en diersoorten op grond van de Flora- en faunawet. In- dien uit gegevens, dan wel uit onderzoek blijkt dat sprake is van een be- schermde soort of van beschermde soorten en het bouwwerk en/of de activiteit beschadiging of vernieling van voortplantings- of rustplaatsen, dan wel ontworteling of vernieling veroorzaken, zal de betreffende (bouw)werk- zaamheid c.q. activiteit pas kunnen plaatsvinden nadat ontheffing, dan wel vrijstelling op grond van de Flora- en faunawet is verkregen.

(42)
(43)

032.00.25.32.00.rgl

H o o f d s t u k 4

O v e r g a n g s - e n s l o t r e g e l s

(44)
(45)

032.00.25.32.00.rgl - Bestemmingsplan 't Haantje - 21 februari 2011

Artikel 18 Overgangsrecht 45

O v e r g a n g s r e c h t

A . O v e r g a n g s r e c h t b o u w w e r k e n

1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestem- mingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt ver- groot:

a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;

b. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden ver- nieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan.

2. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.

3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar be- staan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn ge- bouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

B . O v e r g a n g s r e c h t g e b r u i k

1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

(46)

032.00.25.32.00.rgl - Bestemmingsplan 't Haantje - 21 februari 2011 Artikel 19 Slotregel

46

A r t i k e l 1 9 S l o t r e g e l

Deze regels kunnen worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 't Haantje.

(47)

B i j l a g e n

(48)
(49)

B i j l a g e 1 . K a a r t A r c h e o l o g i s c h e W a a r d e n

(50)
(51)
(52)
(53)

B i j l a g e 2 . S t a a t v a n b e d r i j v e n

(54)
(55)

SBI- 1993

SBI-

2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS

- - nummer GEUR STOF GELUID GEVAAR GROOTSTE AFSTAND CATEGORIE

01 01 -

LANDBOUW EN DIENSTVERLENING

T.B.V. DE LANDBOUW

014 016 4

- plantsoenendiensten en hoveniers-

bedrijven: b.o. <= 500 m² 30 10 30 10 30 2

15 10, 11 -

VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMID-

DELEN EN DRANKEN

1581 1071 0

Broodfabrieken, brood- en banket-

bakkerijen:

1581 1071 1

- v.c. < 7500 kg meel/week, bij

gebruik van charge-ovens 30 10 30 C 10 30 2 1593

t/m 1595

1102 t/m

1104 Vervaardiging van wijn, cider e.d. 10 0 30 C 0 30 2

18 14 -

VERVAARDIGING VAN KLEDING;

BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT 182 141

Vervaardiging van kleding en -

toebehoren (excl. van leer) 10 10 30 10 30 2

20 16 -

HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK

E.D.

205 162902

Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfa-

brieken 10 10 30 0 30 2

22 58 -

UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN

MEDIA

221 581 Uitgeverijen (kantoren) 0 0 10 0 10 1 2222.6 18129

Kleine drukkerijen en kopieerinrich-

tingen 10 0 30 0 30 2

2223 1814 A Grafische afwerking 0 0 10 0 10 1

2223 1814 B Binderijen 30 0 30 0 30 2

2224 1813 Grafische reproduktie en zetten 30 0 10 10 30 2 2225 1814 Overige grafische aktiviteiten 30 0 30 10 30 D 2 223 182

Reproduktiebedrijven opgenomen

media 0 0 10 0 10 1

24 20 -

VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE

PRODUKTEN

2442 2120 0 Farmaceutische produktenfabrieken:

2442 2120 2 - verbandmiddelenfabrieken 10 10 30 10 30 2

26 23 -

VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDE- WERK, CEMENT-, KALK- EN GIPS-

PRODUKTEN

262, 263

232,

234 0 Aardewerkfabrieken:

262, 263

232,

234 1

- vermogen elektrische ovens totaal

< 40 kW 10 10 30 10 30 2

30

26, 28,

33 -

VERVAARDIGING VAN KANTOORMA-

CHINES EN COMPUTERS

30 26, 28, A Kantoormachines- en computerfa- 30 10 30 10 30 2

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Op basis van het bovenstaande stellen wij het college voor bij gelegenheid van de begroting aan de raad voor te stellen de gemeentelijke bijdrage ongeclausuleerd ter beschikking

Volgens de heer Eilert is dit functioneel leeftijdsontslag niet van toepassing op mensen binnen de gemeente Westerwolde en het is zuur dat voor een voorziening moet worden

Een vergunning als bedoeld in lid 41.7.1 is slechts toelaatbaar, als aan de hand van een onderbouwing wordt aangetoond dat door die werken en/of werkzaamheden de natuur-

Dat daarom ook rivier de Amstel zo’n belangrijke functie had in de omgeving van Amstelland en Amsterdam: deze werd gebruikt om goederen of mensen te vervoeren van

De regievoerder neemt het initiatief voor de organisatie van de inrichting van het werkgeversservicepunt, en faciliteert deze organisatie en inrichting.. Het doel van de

 Zijn de leerlingen zich ervan bewust dat sommige voorwerpen van betekenis kunnen zijn voor iemand?.  Hebben de leerlingen een tentoonstelling gemaakt van

Sla, tomaat, komkommer, wortel, aardappelsla, pasta mayonaise en cocktail, Frans brood en boter.

De leerlingen gaan het verschil tussen de kleding van nu en vroeger onderzoeken door de kleding van vroeger te bekijken, te voelen en te dragen.. Bekijk met de leerlingen