• No results found

JaarverslagDeJongeAkademie2014.pdf — Language Shared

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "JaarverslagDeJongeAkademie2014.pdf — Language Shared"

Copied!
48
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Amsterdam, maart 2015 bestuur De Jonge Akademie

(2)

VERANTWOORDING

Conform het reglement van De Jonge Akademie (DJA), zoals vastgesteld door de KNAW, presenteert het bestuur van De Jonge Akademie hierbij het jaarverslag 2014 van De Jonge Akademie, inclusief financiële verantwoording. Dit jaarverslag 2014 is besproken en goedgekeurd in de algemene ledenvergadering van De Jonge Akademie, gehouden op 26 maart 2015 in het Trippenhuis in Amsterdam.

(3)

INHOUD

1 Inleiding 5

2 Algemeen 6

2.1 Doelstellingen van De Jonge Akademie 6

2.2 Verwezenlijking doelstellingen in 2014 6

2.3 Ledenvergaderingen 7

2.4 Tracés 8

2.5 Permanente en tijdelijke commissies 9

2.6 Bestuur 9

2.7 Organogram 10

3. Tracé wetenschapsbeleid 11

3.1 Visie wetenschapsbeleid en IBO 11

3.2 Stuurbaarheid van wetenschap door de markt & topsectoren 13

3.3 What is Scientific Quality? 13

3.4 Stuurbaarheid van wetenschap door de markt & topsectoren 13

3.5 Overige activiteiten 14

4. Tracé wetenschap & maatschappij 15

4.1 Strategie van het tracé Wetenschap en Maatschappij 15

4.2 Kennis Op Straat 15

4.3 FastFacts video’s 16

4.4 Faces of Science 16

4.5 Radio op Woensdag 16

4.6 Deelname diverse publieksbijeenkomsten en bijdrage aan de media 17

5. Tracé inhoud en interdisciplinariteit 18

5.1 Gewetenschap: theater- en discussieprogramma 18 5.2 Symposium over het Congres van Wenen 1815: 18

de geboorte van een Europese Veiligheidsculstuur

5.3 InterScience 19

5.4 Publicatie Interdisciplinair Onderzoek 19

5.5 Korte lezingen op ledenbijeenkomsten 19

5.6 Samenwerking KNAW 19

6. Tracé Internationalisering 20

6.1 Who gets carried away by Europe? 20

Een prijsvraag van Europa’s Jonge Academies

6.2 Expedition Mundus 21

6.3 Bijwonen internationale bijeenkomsten 21

7. Commissies van De Jonge Akademie 22

7.1 DJA Beurscommissie 22

7.2 Selectiecommissie 22

8. Financiële verantwoording 24

Bijlagen:

1. DJA ledenoverzicht 2014 26

2. DJA alumni, overzicht 2014 29

(4)

4. Wetenschappelijke voordrachten tijdens ledenvergaderingen 32 5. Samenstelling bestuur, tracés en commissies 2014 33

6. Besteding DJA Beurzen 2014 35

7. Besteding DJA Beurzen 2013 41

8. Besteding DJA Beurzen 2012 44

9. Hoogleraarbenoemingen, persoonsgebonden subsidies en prijzen, 47 deelname aan raden, commissies, jury’s & beoordelingscommissies van de KNAW in 2014

(5)

1

0B

INLEIDING

De Jonge Akademie is een dynamisch, creatief en innovatief platform van jonge

topwetenschappers met visie op wetenschap en wetenschapsbeleid. De Jonge Akademie organiseert inspirerende en uitdagende activiteiten voor verschillende doelgroepen op het gebied van wetenschapsbeleid, interdisciplinariteit en wetenschap en maatschappij. De Jonge Akademie is een platform dat naar een breed publiek een realistisch beeld van wetenschap uitdraagt als interessant, zinvol en uitdagend.

De Jonge Akademie is een uniek gezelschap, niet alleen vanwege de dynamiek en creativiteit die tot uitdrukking komen in haar activiteiten, maar ook vanwege haar evenwichtige samenstelling – De Jonge Akademie herbergt wetenschappers die actief zijn op alle terreinen van de wetenschap. Deze wetenschappers vinden in De Jonge Akademie een bijzonder forum om (interdisciplinaire) contacten te leggen, een kader waarbinnen zij hun wetenschappelijke ideeën naar de samenleving kunnen uitdragen, internationaal kunnen samenwerken en een raamwerk waarbinnen zij kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van het wetenschapsbeleid.

Binnen dit algemene kader heeft De Jonge Akademie in 2014 een groot aantal activiteiten ontplooid. Zij heeft dit vooral gedaan vanuit het organisatorische raamwerk van de vier “tracés”: Inhoud & Interdisciplinariteit (I&I), Wetenschapsbeleid (WB), Wetenschap & Maatschappij (W&M) en Internationalisering (I). Hiernaast vonden er diverse activiteiten plaats via het Beurzenprogramma van De Jonge Akademie.

Het jaar 2014 is voor De Jonge Akademie een actief jaar geweest, waarbij ten aanzien van wetenschapsbeleid het Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) over onderzoek en de wetenschapsvisie van OCW centraal stonden. Hiernaast is onder andere het

wetenschapsspel Moendoes uitgegeven in het Engels (Mundus), zodat het door andere landen kan worden vertaald. Ook is Gewetenschap uitgebracht, een theater- en

discussieprogramma over wetenschappelijke integriteit.

Binnen de wetenschappelijke wereld is nu breed bekend wat De Jonge Akademie is en er wordt ook het een en ander van haar verwacht. Zo wordt zij regelmatig gevraagd om haar opinie en/of visie te geven op het gebied van wetenschapsbeleid en worden leden vaak benaderd voor het leveren van een bijdrage in de media of voor het geven van een presentatie.

We brengen alle voor De Jonge Akademie relevante groepen zo goed mogelijk op de hoogte van onze activiteiten via mondeling contact, via de website, via bijeenkomsten of via sociale media (Twitter: rond de 4600 volgers, Facebook: rond de 600 deelnemers). In dit jaarverslag geeft De Jonge Akademie aan op welke manier zij in 2014 uitdrukking heeft gegeven aan haar doelstellingen en welke activiteiten zij in dit kader heeft

ontplooid. In hoofdstuk 2 is als eerste een algemene verslaglegging te vinden, waarin de belangrijkste activiteiten en gebeurtenissen worden besproken. In de hoofdstukken daarna (hoofdstukken 3 t/m 7) komen de activiteiten van de vier tracés

Wetenschapsbeleid (WB), Wetenschap & Maatschappij (W&M) en Inhoud &

Interdisciplinariteit (I&I), Internationalisering (I) en de verschillende commissies aan de orde. In hoofdstuk 8 staat de financiële verantwoording over het boekjaar 2014.

(6)

2

1B

ALGEMEEN

2.1

Doelstellingen van De Jonge Akademie

De KNAW heeft in 2005 een genootschap opgericht voor jonge onderzoekers – De Jonge Akademie – waarbij de KNAW in het bijzonder de volgende vier doelstellingen

nastreefde:

1. Jonge onderzoekers actief in aanraking brengen met vakgebieden buiten het eigen specialisme en met de mogelijkheden van interdisciplinair onderzoek. 2. Jonge onderzoekers aanmoedigen visies te ontwikkelen en uit te dragen op de

toekomst van het eigen vakgebied en de samenwerking met andere vakgebieden, evenals op het te voeren wetenschapsbeleid.

3. Jonge onderzoekers stimuleren hun wetenschappelijke inzichten in de maatschappij uit te dragen.

4. Jonge onderzoekers steunen in hun eigen ontwikkeling als wetenschapsbeoefenaar.

De Jonge Akademie heeft haar activiteiten nauw toegesneden op deze vier hoofddoelen.

De Jonge Akademie:

• brengt onderzoekers actief in aanraking met vakgebieden buiten het eigen specialisme, en stimuleert op deze manier interdisciplinair onderzoek.

• vraagt leden actief bij te dragen aan de toekomst van het eigen vakgebied en

aangrenzende vakgebieden en visie te ontwikkelen op het te voeren wetenschapsbeleid. • overlegt met en geeft advies op het gebied van wetenschapsbeleid aan wetenschappelijke

organisaties en ministeries.

• draagt fascinatie voor wetenschap en wetenschappelijke inzichten uit naar samenleving en onderwijs, en heeft aandacht voor valorisatie in de breedste zin van het woord. • heeft een beurzenprogramma om onderzoekers van De Jonge Akademie financieel te

ondersteunen binnen de in het kader genoemde doelstellingen van De Jonge Akademie. In 2014 zijn talrijke activiteiten en acties ondernomen om bovenstaande doelstellingen te realiseren. In paragraaf 2.2 geven wij een overzicht van de realisatie van de

doelstellingen uit het werkplan 2013. In de paragrafen 2.2 – 2.7 gaan wij nader in op de organisatie en verschillende onderdelen van De Jonge Akademie, zoals de

ledenvergadering en tracés. De verschillende activiteiten komen meer uitgebreid aan de orde in de hoofdstukken 3 tot en met 7.

2.2 Verwezenlijking van de doelstellingen in 2014

Er zijn verschillende doelstellingen voor 2014 geformuleerd in het werkplan van De Jonge Akademie, waar De Jonge Akademie zich op wilde richten:

- Het vasthouden van het niveau van activiteiten bij het tracé Wetenschap en Maatschappij en het tracé Wetenschapsbeleid.

De activiteiten zijn in 2014 bij beide tracés op niveau gebleven. Op het gebied van wetenschapsbeleid is veel aandacht gegaan naar het IBO en de wetenschapsvisie. Bij het tracé Wetenschap en Maatschappij zijn onder andere nieuwe lijnen uitgezet om in de

(7)

toekomst beter te kunnen bepalen op welke activiteiten dit tracé zich wil richten. Zie verder de hoofstukken 3 en 4.

- In 2014 wilde De Jonge Akademie de ‘inhoud’ meer centraal stellen en vanuit hier ideeën verder ontwikkelen. Het is het wetenschappelijke onderzoek waar leden van elkaar veel meer over willen weten, waarop zij elkaar willen vinden en waardoor zij geïnspireerd raken om nieuwe activiteiten op te zetten.

Hier zijn bij de ledenvergaderingen series korte lezingen voor opgezet. De eerste keer rondom uitdagingen in je onderzoek, de tweede keer in de vorm van duo-lezingen over verschillende onderwerpen en de derde keer over ervaringen met interdisciplinariteit. Hiernaast is er gewerkt aan het opzetten van een nieuw format, InterScience. Hierbij wil De Jonge Akademie toegankelijke lezingen houden over diverse onderwerpen, vanuit meerdere perspectieven. In samenwerking met de KNAW is in november 2014 het symposium over het Congres van Wenen georganiseerd.

- Alumnibeleid moet nog krachtiger worden ingevuld. We zijn op zoek naar manieren om de alumnileden van De Jonge Akademie te blijven ontmoeten en alumnileden op een passende wijze te betrekken bij De Jonge Akademie. Mogelijk is het centraal stellen van de inhoud, ook de manier om alumnileden blijvend te interesseren.

Het alumnibeleid is samen met de alumni en leden op papier gezet en er is in 2014 in NEMO een evenement georganiseerd door de generatie uittredende leden uit 2009, ‘Van Bus naar Bussemaker’. Ook zijn er duo-lezingen gehouden op het ledenweekend van alumnileden en leden. Verder zijn plannen voorbereid in 2014 om bij 10-jarige jubileum in 2015

gezamenlijk met de 10 generaties te vieren.

- Het onderwerp internationalisering was eerder ondergebracht in een commissie. De Jonge Akademie wilde kijken of een apart vierde tracé zou kunnen worden opgericht. Op ledenvergaderingen zouden dan twee keer twee tracés parallel kunnen lopen. Het uitgangspunt is dat De Jonge Akademie vanuit een nationaal perspectief internationaal samenwerkt.

Om het onderwerp internationalisering meer aandacht te geven is een nieuw tracé opgericht, internationalisering. Dit tracé heeft in 2014 vier keer vergaderd. Het tracé heeft al activiteiten ontplooid, waaronder het uitbrengen van Mundus en aandacht voor internationale samenwerking, maar moet nog een weg vinden naast de andere tracés, temeer omdat onderwerpen vaak ook op de agenda’s van de andere drie tracés kunnen worden geplaatst.

2.3 Ledenvergaderingen

De Jonge Akademie heeft in 2014 vijf ledenvergaderingen gehouden. De vergaderingen vonden plaats op 4 februari, 26 maart (voorafgaand aan de installatiebijeenkomst), 23 en 24 mei (in Westelbeers bij Tilburg), 20 september (bij de Technische Universiteit

Eindhoven) en 20 november 2014. De ledenvergaderingen van De Jonge Akademie bestaan steeds uit verschillende onderdelen. Zij hebben een plenair gedeelte om DJA-breed de strategie uit te zetten, inhoudelijke discussies te voeren en beslissingen te nemen. Daarnaast zijn er parallelle sessies voor de verschillende tracés. Ook zijn er waar mogelijk inhoudelijke lezingen, verzorgd door leden van De Jonge Akademie. Verder is er ruimte voor informele contacten, tijdens de borrel of de lunch. Na afloop van de

ledenvergadering wordt een etentje georganiseerd.

Op 4 februari 2014 zijn er op de ledenvergadering vier korte lezingen: de uitdaging binnen je onderzoek (Marijke Haverkorn, Claes de Vreese, Andrea Evers en Matthijs van Veelen). Hiernaast zijn er presentaties geweest rondom resultaten van het onderzoek naar de kwaliteit van promotietrajecten en arbeidsmarktvoorbereiding vanuit het Rathenau Instituut en PNN en rondom een Amendement Open Access van (Dirk Visser, Hoogleraar Intellectuele Eigendomsrecht).

(8)

De installatiebijeenkomst van 10 nieuwe leden vond plaats op 20 maart 2014. Hans Clevers, president van de KNAW, installeerde de tien nieuwe leden van De Jonge Akademie. Een voor een stelden zij zichzelf voor door middel van

sprankelende en boeiende pitches. Jelle Reumer, hoogleraar paleontologie en directeur Natuurhistorisch Museum Rotterdam, droeg een onderhoudende column voor over het thema van de bijeenkomst: grenzen

verleggen - de grenzeloze wetenschap. Traditiegetrouw kreeg de nieuwe lichting leden de

opdracht een nieuwe activiteit voor De Jonge Akademie te bedenken. De kersverse lichting haakte actueel in op de nog te installeren Akademie van Kunsten en nodigden kunstenaars uit om samen na te denken over een project op het gebied van kunst en wetenschap, waarbij de ontmoeting centraal zal staan.

Op 24 en 25 mei is een ledenweekend

georganiseerd. Er zijn duo-lezingen gehouden door leden en alumni: maximaal 10 minuten per persoon (8 minuten lezing, 2 minuten vraagstelling). Juliëtte Walma van der Molen en Maarten Kleinhans gaven een lezing:

Wetenschap en het basisonderwijs. Bé Breij en Lotte Jensen

over Het uiten van verborgen kritiek: van klassieke retorica

tot Nederlandse verzetsliteratuur. Maaike Kroon en Hilde Bras gaven gezamenlijk een

lezing over scheiden vanuit de Scheikunde en vanuit de Sociologie. Yigal Pinto besprak de vraag: Hoe groot is de stap van ‘evidence based’ medicine naar

een ‘evidence based’ society? En tot slot gaven Rens

Vliegenthart en Christian Lange de lezing over Islam en de

Nederlandse samenleving. Naast de duo-lezingen was er een

eerste voorstelling/lezing van het theaterstuk Gewetenschap door theatergroep Pandemonia. ’s Avonds was er een diner

met ongeveer 28 gasten uit wetenschap, politiek, beleid, bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en de media over de publieke rol van wetenschap, rondom de onderwerpen: economie en democratie; accountability en transparantie; maatschappelijke vraagsturing; democratie en wetenschap. Op 25 mei was aansluitend de ledenvergadering, waarbij we onder andere Moendoes hebben gespeeld onder begeleiding van Tamara van Gog.

In 2014 is de “ledenvergadering op locatie” op 20 september georganiseerd door de leden van de Technische Universiteit Eindhoven. We gingen van start met lezingen van de promovendi over onderzoek van Bettina Speckmann (informatica), gevolgd door een rondleiding (incl. proefjes over onderzoek van Maaike Kroon op het gebied van

scheikundige technologie). Hierna is een lunch geweest met het College van Bestuur van de TU Eindhoven over carrièreperspectieven in de wetenschap met als discussievragen: Hoe behoud je talent voor Nederland? Moet er een talentenbeleid komen en zo ja, hoe moet dit eruit zien? Welk beleid moet er zijn rondom internationalisering in het onderwijs? Er is hierna een lezing geweest van Barend Vermeulen van het Rathenau Instituut: “Overvloed en onbehagen: onrust in de Nederlandse wetenschap”

Op 20 november is de laatste ledenvergadering van het jaar gehouden met korte lezingen over ervaringen met interdisciplinariteit van Barbara Vis, Willem Schinkel, Andrea Evers, Antoine Buyse en Herman Paul. Na afloop is het feest ‘Spelen in NEMO’ geweest met een grote opkomst van alumni.

2.4 Tracés

Binnen de tracés wordt het leeuwendeel van het werk verricht voor de verschillende thematische activiteiten waar De Jonge Akademie zich sterk voor maakt. De Jonge Akademie heeft vier interdisciplinair samengestelde tracés: Inhoud en

Interdisciplinariteit (I&I); Wetenschapsbeleid (WB), Wetenschap en Maatschappij (W&M) en Internationalisering (I). Elk lid van De Jonge Akademie is actief in tenminste één tracé. Het is mogelijk om gedurende het lidmaatschap van DJA van tracé te wisselen.

(9)

De vier tracés waarbinnen activiteiten worden verricht, sluiten aan bij de hiervoor kort samengevatte doelstellingen van De Jonge Akademie (zie de inleiding van dit hoofdstuk). De activiteiten van de verschillende tracés zullen worden toegelicht in hoofdstuk 3, 4, 5 en 6.

De tracéindeling is voor De Jonge Akademie nog steeds de best mogelijke. Deze zorgt voor kruisbestuiving en biedt ook ruimte voor activiteiten die niet per se binnen één tracé vallen, zoals activiteiten op het gebied van onderwijs. Naast de tracés is er de

mogelijkheid om in kleinere groepen activiteiten op te zetten, waarbij financiering aangevraagd kan worden via het DJA Beurzenprogramma.

2.5 Permanente en tijdelijke commissies

De Jonge Akademie beschikte in 2014 over twee permanente commissies: de selectiecommissie die nieuwe leden uit de genomineerden selecteert (bestaande uit: voorzitter DJA (technisch voorzitter), twee leden van De Jonge Akademie en twee leden van de KNAW) en de DJA-Projectbeurscommissie. Voor activiteiten zoals Mundus, Kennis op Straat en Gewetenschap (theater rondom dilemma’s in de wetenschap), zijn steeds aparte projectwerkgroepen geweest.

De werkzaamheden van de DJA-Projectbeurscommissie en de selectiecommissie worden besproken in hoofdstuk 7.

2.6 Bestuur 2014

Binnen het bestuur zijn de voorzitter en vicevoorzitter verantwoordelijk voor coördinatie en algemene zaken. Hiernaast is de voorzitter ook technisch voorzitter van de

selectiecommissie. De overige bestuursleden zijn aanspreekpunt voor een tracé en voor de andere permanente en tijdelijke commissies. Het DJA-bestuur legt verantwoording af aan de algemene ledenbijeenkomst van De Jonge Akademie en aan het KNAW-bestuur. Het bestuur is een faciliterend bestuur. Het gaat er vooral om de ideeën en activiteiten die vanuit de leden worden geïnitieerd in goede banen te leiden en te coördineren. Daarnaast is het bestuur het eerste aanspreekpunt voor externe partijen en voor de KNAW.

Het bestuur van De Jonge Akademie is in 2014 ongeveer één keer per maand bij elkaar gekomen. Daarnaast heeft het bestuur een aantal keren telefonisch vergaderd. Verder heeft het bestuur van De Jonge Akademie tweemaal per jaar vergaderd met de president en vicepresidenten van de KNAW en het hoofd van de afdeling Genootschap Koen Hilberdink. Hiernaast is er regelmatig overleg met Marja van der Putten als

accountmanager voor de afdeling Communicatie van de KNAW en met Hugo van Bergen op het gebied van wetenschapsbeleid. Twee keer per jaar is er een overleg met de

secretarissen van de raden van de KNAW van de afdeling Beleidsadviezen Wetenschap en Kennis (BWK).

Het bestuur heeft in 2014 contacten onderhouden met het Ministerie van OCW, NWO, VSNU, diverse Jonge Akademies, The Global Young Academy, diverse Colleges van Bestuur van universiteiten en een veelheid aan andere functionarissen en partijen. Het bestuur werd tot 1 april gevormd door:

- Jeroen Geurts (voorzitter, technisch voorzitter selectiecommissie, coördinatie en algemene zaken)

- Bé Breij (vicevoorzitter, DJA-Beurzencommissie, coördinatie en algemene zaken en tracé Inhoud en Interdisciplinariteit)

(10)

- Gijs Wuite (tracé Wetenschapsbeleid)

- Appy Sluijs (tracé Wetenschap & Maatschappij) - Roberta d’ Alessandro (tracé Internationalisering).

Na 1 april was de samenstelling van het bestuur:

- Jeroen Geurts (voorzitter, technisch voorzitter selectiecommissie, coördinatie en algemene zaken)

- Bé Breij (vicevoorzitter, DJA-Beurzencommissie, coördinatie en algemene zaken en tracé Inhoud en Interdisciplinariteit, alumnibeleid)

- Willem Schinkel (tracé Wetenschapsbeleid) - Hilde Geurts (tracé Wetenschap & Maatschappij) - Roberta d’ Alessandro (tracé Internationalisering).

Het bestuur, de commissies en de tracés met hun activiteiten zijn ondersteund door Iris Koopmans (beleidsmedewerker/secretaris), Jeffrey Muskiet (secretariële en

organisatorische ondersteuning) en Rachel Basaur (DJA Beurzen). De afdeling

Communicatie van de KNAW heeft De Jonge Akademie op het gebied van communicatie ondersteuning geboden, in het bijzonder in de persoon van Marja van der Putten. Ook andere afdelingen, waaronder Financiën en Bureau Directie Ondersteuning hebben specifieke ondersteuning aan De Jonge Akademie verleend, waaronder op juridisch gebied.

(11)

3

2B

TRACÉ WETENSCHAPSBELEID

Een van de doelen van De Jonge Akademie is het aanmoedigen van jonge onderzoekers om “visies te ontwikkelen (…) op het te voeren wetenschapsbeleid”. De Jonge Akademie wil discussies over het nationale wetenschapsbeleid beïnvloeden door constructief te zijn. Zij zal steeds proberen om niet alleen met kritiek te komen, maar ook met verrassende en bruikbare oplossingen.

De Jonge Akademie wordt regelmatig gevraagd als formele of informele gesprekspartner of informant bij de bespreking van beleidsvoornemens of de voorbereiding van

beleidsevaluaties. Hiernaast hebben leden van De Jonge Akademie het initiatief genomen om in gesprek te gaan met diverse partijen, waaronder het Ministerie van OCW,

parlementariërs en medebelangen-behartigers, waaronder VSNU, WRR en PNN.

De Jonge Akademie heeft zich in 2014 intensief bezig gehouden met verschillende actuele discussies over wetenschapsbeleid. De wetenschapsvisie en het Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) over wetenschappelijk onderzoek zijn de meest prominente onderwerpen geweest. De Jonge Akademie heeft zich verder waar mogelijk ingezet voor het project Parlement en Wetenschap, een project van de Tweede kamer, KNAW, NWO, VSNU en De Jonge Akademie, dat op 1 oktober structureel van start is gegaan.

3.1 Visie wetenschapsbeleid en IBO

Op 13 februari heeft De Jonge Akademie haar eigen visie op wetenschapsbeleid

gepubliceerd. Hierin komt naar voren dat wetenschap diverse vormen van ‘waarde’ heeft, vele perspectieven biedt op de werkelijkheid en dat wetenschap grenzeloos en kleurrijk is. Er is geen enkel terrein in de samenleving dat niet beïnvloed wordt door wetenschap. Wetenschappers zijn zich er dan ook van bewust dat zij een grote verantwoordelijkheid hebben ten opzichte van de maatschappij. Van kennisinstellingen, met name

universiteiten, wordt veel gevraagd: excellent onderwijs, onderzoek en kennisvalorisatie. Wetenschap moet in haar eigen kracht kunnen staan en op eigen merites worden

beoordeeld. Deze hebben niet alleen betrekking op de intrinsieke waarden van wetenschap, maar ook op haar bijdrage aan de maatschappij. Ingegaan wordt op de onderwerpen:

- Zichtbaarheid.

Wetenschappers moeten zichtbaar maken wat zij betekenen voor de samenleving en welke processen ten grondslag liggen aan de ontwikkeling van kennis en inzicht.

- Wie moet de vragen stellen?

Er is vanuit de politiek een groeiende wens tot sturing in de keuze van onderwerpen en het stellen van prioriteiten voor de wetenschap. Dit is voor publiek gefinancierd onderzoek tot op zekere hoogte vanzelfsprekend. Maatschappelijke uitdagingen en vragen vormen vaak aanleiding tot wetenschappelijk onderzoek. Maar sturing kan leiden tot verlies aan breedte in vakgebieden, wat nadelige gevolgen heeft voor de kwaliteit van onderzoek en onderwijs op alle niveaus en voor innovatie op de langere termijn. Te strakke sturing heeft daardoor potentieel zeer nadelige gevolgen voor maatschappij en economie. Daarnaast mag sturing geen afbreuk doen aan de academische vrijheid.

- Sterke koppeling tussen onderwijs en onderzoek

Ontwikkeling van talent, persoonlijke vorming en kennisvergaring staan in onderwijs centraal. Kwaliteit moet dan ook voorop staan. Inspirerende leeromgevingen (geen lesfabrieken) zijn nodig, en een diversiteit aan opleidingen, zodat iedere leerling en

(12)

student zijn of haar weg kan vinden. De kwaliteit van onderwijs is gebaat bij een sterke koppeling tussen onderzoek en onderwijs. Ook voor het primair en secundair onderwijs is een sterke koppeling tussen onderwijs en onderzoek belangrijk. Leerlingen en leraren moeten binnen hun opleiding onderzoek leren doen en zich een onderzoekende houding eigen maken. Zo worden nieuwsgierigheid en creativiteit gestimuleerd, evenals de vaardigheid om nieuwe kennis te vergaren.

- Wetenschapsfinanciering

Gezien de ambitie van Nederland als kennissamenleving is een goede financiële basis voor alle vakgebieden en voor ongebonden, nieuwsgierigheidsgedreven onderzoek onontbeerlijk. Dit type onderzoek krijgt alleen op universiteiten en kennisinstellingen de ruimte. Het maakt universiteiten aantrekkelijk voor onderzoekers, studenten, bedrijven, maatschappelijke organisaties en het bredere publiek dat zich wil blijven bijscholen en informeren. Een goede balans tussen de eerste en de tweede geldstroom is noodzakelijk. Universiteiten bieden via de eerste geldstroom een stabiele en vruchtbare omgeving voor ongebonden, nieuwsgierigheidsgedreven en langjarig onderzoek binnen het hele

wetenschappelijke spectrum.

- Loopbaanbeleid kennisinstellingen: veelzijdiger!

In het huidige stelsel is het percentage medewerkers met tijdelijke contracten binnen bepaalde onderzoeksgebieden zo groot dat de stabiliteit van het onderzoek in gevaar komt en vele onderzoekers losse contracten op elkaar moeten stapelen. Om een

levensvatbaar en aantrekkelijk onderzoeksklimaat te kunnen bieden aan (inter)nationaal talent moet het aandeel vaste staf in kennisinstellingen niet verder worden verkleind, maar juist worden vergroot. Universiteiten en andere kennisinstellingen moeten streven naar invoering van het loopbaanbeginsel. Zij moeten meer mogelijkheden krijgen om actief talentvolle wetenschappers te scouten en hun talentvolle wetenschappers een aantrekkelijk aanbod te kunnen doen. Academische loopbanen moeten pluriformer worden. Naast het model van de toponderzoeker moeten carrièrepaden worden geopend voor excellente prestaties op andere gebieden binnen het universitaire bestel, zoals onderwijs, wetenschapscommunicatie en bestuur en beleid.

- Interdisciplinariteit

Door de complexiteit van wetenschappelijke en maatschappelijke uitdagingen neemt het belang van inter-, multi- en transdisciplinair onderzoek toe. Het wetenschapssysteem moet hier verder op worden ingericht, zo moet het onder andere gemakkelijker worden om voor een project vanuit meerdere disciplines aanvragen te doen bij NWO. Ook moeten er meer instrumenten van kennisuitwisseling komen waardoor onder andere best

practices beter worden geborgd. Tegelijkertijd moet er ook ruimte blijven voor

waardevolle monodisciplinariteit.

- Internationalisering

Op het gebied van onderzoek, onderwijs en innovatie wordt de concurrentie groter, denk aan de te verwachten war for talent en de schaarste op het gebied van grondstoffen. Tegelijk liggen er ook kansen voor samenwerking. Verbondenheid met de samenleving op alle niveaus (regionaal, nationaal, Europees en mondiaal) is voor kennisinstellingen van steeds groter belang.

- Indicatoren en meetbaarheid

Bij het werken met kwaliteitsindicatoren moet minder nadruk worden gelegd op kwantiteit en meer op kwaliteit, en moet rekening worden gehouden met de eigenheid van verschillende wetenschapsgebieden. Indicatoren op de terreinen van onderzoek, onderwijs en impact op de samenleving, zullen in hun onderlinge samenhang moeten worden bekeken. Hierbij moet worden aangetekend dat alle indicatoren eigen problemen en beperkingen met zich meebrengen. Wetenschap is immers niet te vatten in een set waterdichte indicatoren en is slechts in beperkte mate meetbaar en stuurbaar. Daarom is peer review op dit moment het beste instrument dat kan worden toegepast voor het beoordelen van kwaliteit.

(13)

Leden van De Jonge Akademie zijn meerdere malen uitgenodigd geweest om een bijdrage te leveren aan de wetenschapsvisie van OCW. De Jonge Akademie herkent diverse punten in de wetenschapsvisie, zoals te lezen is in de ‘Reactie van De Jonge Akademie op de Wetenschapsvisie 2025: Keuzes voor de toekomst

.

In de wetenschapsvisie schetst het kabinet een welkome visie op het wetenschapsbeleid. De visie is responsief ten aanzien van de publieke discussie over wetenschap van de afgelopen jaren; discussies waar De Jonge Akademie zich actief in gemengd heeft. De visie schetst onder meer de vorming van een Nationale Wetenschapsagenda die vorm geeft aan het publiek belang van

wetenschap.

Naast bovenstaande reactie ten aanzien van de wetenschapsvisie heeft De Jonge Akademie in december 2014 de brief van de Spinozawinnaars ondersteund, waarin zorg uit werd gesproken over de reorganisatie bij NWO.

D

aarbij wordt er volgens hen ten onrechte van uitgegaan dat binnen NWO een verankering van kennis en expertise in verschillende wetenschappelijke deeldomeinen overbodig is. ‘Zowel voor de kwaliteit van het gezag van NWO alsook voor het draagvlak binnen de wetenschap in Nederland is het cruciaal dat erkende wetenschappers niet slechts een adviserende, maar veeleer een leidende rol spelen in het beleid van NWO.’

3.2 Stuurbaarheid van wetenschap & topsectoren

De Jonge Akademie publiceerde op 7 maart 2014 in de NRC het artikel Universiteit is beter dan Science Park. Wetenschap laat zich niet sturen door markt. De WRR heeft gelijk in haar rapport ‘Naar een lerende economie’: lerend vermogen is cruciaal voor onze economie. In dit artikel staat onder andere dat naast het ontluikende ‘regionale sciencepark’, de brede universiteit moet blijven. Deze is goed ingesteld op de

veranderende economie. Dat verklaart mede het succes van de Nederlandse wetenschap. Een citaat uit dit artikel: “Nieuwe kennis ontstaat niet als gevolg van economische vraag, terwijl economische meerwaarde daarentegen wel ontstaat uit vrij gegenereerde kennis. Wie geld wil verdienen moet universiteiten vooral niet geforceerd aan bedrijven

verbinden. Bedrijven profiteren alleen van spontane kennisproductie wanneer die spontaniteit niet bij voorbaat door economische kennisdoelen beperkt wordt.” In de marktgerichte benadering dreigen ook disciplines onder te sneeuwen die in de economie minder centraal staan, zoals in de geesteswetenschappen.

Op 6 juni 2014 heeft De Jonge Akademie in ScienceGuide een artikel geschreven dat betoogt dat de topsectoren in de huidige vorm niet te handhaven zijn in aanloop van het debat in de Kamer, Topsectoren zijn verzuild. De topsectoren zijn te verzuild en ze spreken een bijzonder klein deel van het wetenschappelijk potentieel aan. Bovendien beperken de topsectoren zich tot innovaties in economisch rendabele sectoren. De oplossing is simpel: ent de topsectoren op de grote maatschappelijke vraagstukken van deze tijd, verbind ze met elkaar en maak ze vraaggestuurd.

3.3 What is Scientific Quality?

De Jonge Akademie wil het debat over wetenschap verrijken met een substantiële

reflectie op de vraag wat kwaliteit van wetenschap is. In 2014 is er veel discussie geweest over kwaliteit van wetenschap in het

wetenschapsbeleid, onder andere ook in relatie tot de wetenschapsvisie van OCW en via Science in Transition. Op 11 december heeft Steve Woolgar (Oxford en Linnköping University) zijn visie gegeven over wat kwaliteit van wetenschap

(14)

symposium ook een artikel gepubliceerd over dit onderwerp in de Volkskrant, De onderzoekersonderzoeker.

3.4 Overige activiteiten Amendement Open Access

De Jonge Akademie wil het beschikbaar stellen van de wetenschappelijke publicaties in de vorm van Open Access stimuleren. Zij heeft als overtuiging dat publiek gefinancierd onderzoek vrij toegankelijk moet zijn voor het publiek, de samenleving. De leden van De Jonge Akademie hebben daarom hun steun uitgesproken voor het amendement bij het Wetsvoorstel auteurscontractenrecht d.d. 10 januari 2014 (Kamerstukken II 2013-2014, 33 308, nr. 8). Zij willen hiermee het beschikbaar stellen van wetenschappelijk werk in de vorm van open access faciliteren in de Auteurswet.

Parlement en Wetenschap

De Tweede Kamer en de wetenschapsorganisaties KNAW, De Jonge Akademie, NWO en VSNU hebben besloten om de ‘pilot Parlement en Wetenschap’ om te zetten in een structurele samenwerking. Wat drie jaar geleden begon als proefproject, wordt nu voor onbepaalde tijd voortgezet. De Kamer wil door de samenwerking haar kennispositie versterken; de wetenschapsorganisaties willen met wetenschappelijke kennis bijdragen aan het parlementaire proces.

De pilot Parlement en Wetenschap liep van november 2011 tot juli 2014 binnen het werkgebied van de vaste Kamercommissies voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid en voor Infrastructuur en Milieu. Na een evaluatie is besloten dat vanaf 1 oktober 2014 alle Kamercommissies gebruik kunnen maken van

drie instrumenten: de ontbijtbijeenkomst, de

wetenschappelijke factsheet en de netwerkverkenning. Een ontbijtbijeenkomst biedt de mogelijkheid om op informele wijze met wetenschappers van gedachten te wisselen over een thema. Een wetenschappelijke factsheet is een weergave van de wetenschappelijke stand van zaken op een beleids- of kennisterrein. De

netwerkverkenning is een document dat de Kamer snel een overzicht geeft van wetenschappers, onderzoeksgroepen en onderzoeksinstituten met expertise op een specifiek gebied, bijvoorbeeld ter voorbereiding op een rondetafelgesprek.

(15)

4

3B

TRACÉ WETENSCHAP & MAATSCHAPPIJ

Een van de doelstellingen van DJA is jonge onderzoekers te stimuleren hun wetenschappelijke inzichten in de maatschappij uit te dragen. Een belangrijke doelstelling van De Jonge Akademie is om wetenschap uit te dragen naar een breed publiek als interessant, zinvol en uitdagend “mensenwerk”.

In 2014 heeft De Jonge Akademie deze doelstelling gerealiseerd via verschillende activiteiten. Als eerste is nagedacht over de strategie van dit tracé (4.1). Hiernaast is in 2014 het project Kennis op Straat voortgezet (4.2). Het is een website om het aanvragen van korte inhoudelijke publiekslezingen mogelijk te maken. Lezingen die niet alleen een inhoudelijk thema willen overbrengen, maar ook de onderzoekende houding die aan wetenschap eigen is: de verwondering tastbaar maken. Het project om video’s te maken waarin onderzoek op een toegankelijke wijze wordt gepresenteerd, is opnieuw opgestart (4.3). De website van het project Faces of Science werd gelanceerd (4.4). De Jonge Akademie heeft voorts diverse publiekslezingen en mediapresentaties verzorgd (4.5).

4.1 Strategie van het tracé Wetenschap en Maatschappij

De Jonge Akademie doet veel aan outreach, maar dit is soms nogal versnipperd. Dit komt doordat er veel verzoeken van buiten binnenkomen voor mediaoptredens en voor samenwerking. Hoe kies je waar je wel of niet aan meedoet, wat worden de criteria van De Jonge Akademie om mee te doen aan activiteiten van derden of om eigen activiteiten op te zetten?

Een van de krachten van DJA is de mogelijkheid vanuit en samen met onderzoekers uit verschillende disciplines activiteiten te ontplooien. Graag zouden we deze kracht verder willen benutten door de leden meer gezamenlijk te laten optrekken, waarbij het ook gaat om aan het publiek het wetenschapsproces te laten zien. De meerwaarde van De Jonge Akademie is juist dat een divers palet van disciplines vertegenwoordigd is. De leden van Jonge Akademie communiceren over deze disciplines met elkaar. Maar wat verbindt al deze verschillende wetenschappers? Het zou goed zijn om te laten zien waar deze verbindingen liggen. De Jonge Akademie wil activiteiten ontplooien die de ze interconnectiviteit weergeven.

Vanuit het tracé Wetenschap en Maatschappij willen leden zich richten op: - De dialoog met het publiek, waarbij we ook de nog niet bereikte groepen willen

benaderen;

- Interconnectiviteit, wat verbindt de verschillende leden uit diverse vakgebieden en hoe ontwikkelen we vanuit deze gedachte inspirerende activiteiten.

4.2 Kennis op Straat

Bij het initiatief Kennis op Straat van De Jonge Akademie verzorgen wetenschappers korte publiekslezingen. Met deze lezingen willen we niet alleen

een inhoudelijk thema overbrengen, maar ook de onderzoekende houding die wetenschap eigen is; de verwondering tastbaar maken. We willen laten zien hoe wetenschap werkt en hoe kennis wordt verworven. Met dit project willen we nieuwe inzichten uit diverse

(16)

vakgebieden delen met het publiek; van dode taal tot levende hersenen, van nanodeeltje tot supernova. Klik hier voor een korte impressie.

De pilot voor Kennis op Straat is goed verlopen en het project is daarom voortgezet. Het project wint langzaam aan bekendheid, maar deze bekendheid kan nog worden vergroot. Het aanbod van lezingen is op dit moment groot genoeg. Gedacht wordt aan het

verbreden van het aanbod naar duo-lezingen bij Kennis op Straat om de interconnectiviteit te vergroten.

4.3 Toegankelijke video’s over onderzoek

Een project vanuit 2010 is opnieuw leven ingeblazen, het uitbrengen van korte bondige video’s over het onderzoek van leden van De Jonge Akademie op internet. In

samenwerking met FastFacts zijn vanaf 26 november korte toegankelijke filmpjes over het onderzoek van leden van De Jonge Akademie uitgebracht. Voed je brein met de inzichten vanuit onderzoek van zes leden van De Jonge Akademie: de ongezonde invloed van dokter Google; magneetvelden als onzichtbare lijm van de Melkweg; exit

economische ongelijkheid; de geschiedenis van de ideale Nederlander; beter leven met autisme en baby’s uit het lab. Belangrijkste doel is het slaan van een brug naar de samenleving, door wetenschap op een aantrekkelijke wijze te presenteren. De filmpjes worden naast presentatie op de website van De Jonge Akademie, ook aangekondigd via De Volkskrant en gepresenteerd op de website van de Volkskrant (volkskrant.nl/akademie). De doelgroep is breed, van journalist, beleidsmedewerker, bedrijfsleven, tot student of patiënt. De video’s zijn bereikbaar en begrijpelijk voor iedereen via veel verschillende websites. Het project komt de zichtbaarheid van de wetenschapper, maar ook de zichtbaarheid en naamsbekendheid van De Jonge Akademie, ten goede. Naar de meeste video’s wordt door meer dan 2000 mensen gekeken. Het project wordt gefinancierd via de beurzenprogramma’s van De Jonge Akademie.

4.4 Faces of Science

Jonge onderzoekers geven een inkijkje in hun leven en de wetenschap aan de hand van filmpjes, blogs, artikelen en meer. Doel is jonge wetenschappers in de schijnwerpers te zetten en te laten zien wat het leven als wetenschapper inhoudt, vooral aan jongeren die staan voor een

studiekeuze, maar ook aan ieder ander die daarin geïnteresseerd is. Faces of Science in een project van KNAW, De Jonge Akademie en Kennislink in samenwerking met Fastfacts, gefinancierd door de wetenschappelijke auteurs van Elsevier, ondersteund door Lira Auteursfonds Reprorecht. De selectie van de leden van Faces of Science verloopt via de leden van de KNAW en De Jonge Akademie.

4.5 Radio op Woensdag

Er is in 2014 gestart met een vaste samenwerking met Radio1 EenVandaag, wetenschap op woensdag. Elke woensdag is er bij Radio1 een onderzoeker van de Jonge Akademie op bezoek om te vertellen over opmerkelijk wetenschappelijke nieuws uit laboratorium en universiteit.

(17)

4.6 Deelname diverse publieksbijeenkomsten en bijdragen in de media

Via aanwezigheid in de media, maar ook via deelname aan grote en kleine

publieksbijeenkomsten wil De Jonge Akademie een groter algemeen publiek bereiken. In 2014 hebben de leden van De Jonge Akademie diverse lezingen gegeven bij o.a. de verschillende Science Cafés in het land, Paradiso, Spui25, maar ook op diverse middelbare scholen en congressen voor leraren. Ook is De Jonge Akademie aanwezig geweest bij festivals. Dit jaar in samenwerking met de KNAW bij De Nacht van Kunst en Wetenschap in Groningen op 24 mei. Bij Extrema Outdoor in Eindhoven (12 juni) en bij de Wereldhavendagen (5, 6,7 september) in Rotterdam waren we aanwezig met een experiment rondom DNA en kiwi’s.

In de media zijn er bijdragen geweest van leden van De Jonge Akademie aan onder andere Pauw & Witteman, NOS Journaal, Jinek op Zondag, Buitenhof, Nieuwsuur, De wereld Draait Door, Hoe?Zo! Radio, NRC Handelsblad en diverse universiteitsbladen. Hiernaast is er een vaste special over De Jonge Akademie wetenschapsblog

Sciencepalooza, De Jonge Akademie over de knie. Ook loopt met New Scientist een interviewserie waarin onderzoekers van De Jonge Akademie en De Jonge Academie in België zich presenteren.

(18)

5

4B

TRACÉ INHOUD & INTERDISCIPLINARITEIT

Het tracé Inhoud en Interdisciplinariteit is een platform voor inhoudelijke uitwisseling en samenwerking. Een van de centrale doelen van DJA is om jonge onderzoekers actief in aanraking te brengen met vakgebieden buiten hun eigen specialisme en met de

mogelijkheden van interdisciplinair onderzoek. Maatschappelijke én wetenschappelijke vraagstukken vragen tenslotte om interdisciplinaire verbinding van kennis en inzichten en om samenwerking tussen wetenschappers uit uiteenlopende vakgebieden. Daarom buigt het tracé zich over interdisciplinaire thema’s die vragen om wetenschappelijke reflectie en maatschappelijke vragen die interdisciplinaire input behoeven.

Hierbij wordt ingegaan op de activiteiten in 2014.

5.1 Gewetenschap: theater- en discussieprogramma

Gewetenschap is het resultaat van het projectvoorstel van De Jonge Akademie generatie 2013. Met Gewetenschap wil De Jonge Akademie het maatschappelijke debat over wetenschappelijke integriteit verschuiven van de krantenkolommen naar de alledaagse praktijk van onderzoekers. En vooral diezelfde onderzoekers ertoe

aanzetten van gedachten te wisselen over de problemen, dilemma’s en verleidingen waar wetenschappers mee te maken kunnen krijgen. Het script is geschreven door

T

ony Maples op basis van interviews onder alle leden van De Jonge Akademie en uitgevoerd

door Pandemonia Science Theater. Het theaterstuk van een half uur dient als aanzet tot een discussie daarna van ruim een uur. Met Gewetenschap wil De Jonge Akademie bijdragen aan een klimaat waarin wetenschappers en beleidmakers elkaar scherp houden op integer wetenschappelijk gedrag, zoals omschreven in de Nederlandse Gedragscode Wetenschapsbeoefening (VSNU). In 2014 zijn er succesvolle voorstellingen geweest op de Universiteit van Amsterdam, Universiteit van Tilburg, Radboud Universiteit Nijmegen (twee voorstellingen), Universiteit Leiden en Rijksuniversiteit Groningen.

5.2 Symposium over het Congres van Wenen 1815: de geboorte van een Europese

Veiligheidscultuur

De KNAW en De Jonge Akademie organiseerden een conferentie over het Congres van Wenen van 5 tot en met 7 november 2014. Het programma bestond uit een

publieksbijeenkomst op de avond van 5 november in het Nationaal Archief in Den Haag en een tweedaags Congres in het Trippenhuis in Amsterdam. Vele onderzoekers hebben acte de présence gegeven en discussieerden over het Congres, de bijbehorende nieuwe diplomatieke cultuur, de herschikking van internationale allianties en de culturele nalatenschap hiervan.

Het Congres van Wenen, dat een einde maakte aan de langdurige Napoleontische oorlogen, vormt een mijlpaal in de Europese geschiedenis. Bij deze enerverende gelegenheid creëerden de Europese mogendheden de randvoorwaarden voor de bescherming van de ‘status quo’ en de regulering van

internationale conflicten door middel van een nieuw ‘politiek evenwicht’ – aldus het overheersende beeld in de vakliteratuur.

(19)

Het Congres markeerde echter ook het ontstaan van een nieuwe ‘Pax Europeana’, in het kader waarvan gemeenschappelijke Europese belangen gezamenlijk moesten worden verdedigd. De bijeenkomsten, die van september 1814 tot juni 1815 duurden, leverden een nieuwe orde van professionele diplomaten, informele werkwijzen en multilaterale samenwerkingen op. Er ontstond een compleet nieuwe cultuur van conflictbeheersing en -bemiddeling. Anders dan de vredesverdragen die in de decennia en eeuwen daarvoor werden gesloten, leidde deze Pax Europeana tot een reeks concrete multilaterale en zelfs echt internationale vredesprojecten die een duidelijke institutionele invulling kregen.

5.3

Publicatie Interdisciplinair Onderzoek

Centraal bij dit onderwerp interdisciplinair onderzoek staat wat interdisciplinariteit binnen verschillende vakgebieden betekent en hoe je interdisciplinariteit in onderzoek en onderwijs organiseert in de praktijk. In 2014 hebben wij gewerkt aan de voorbereidingen om hierover een handboek uit te geven met ervaringen en praktische adviezen. Er zijn hiervoor onder andere diverse interviews gehouden met leden. We willen hierover in gesprek gaan met relevante organisaties, zoals NWO.

5.4 Interscience

In 2014 zijn de voorbereidingen geweest voor Interscience. De Jonge Akademie

organiseert een serie symposia waarbij een onderwerp vanuit verschillende disciplines wordt belicht. Tijdens de bijeenkomsten geven alfa-, bèta- en gammawetenschappers én kunstenaars hun visie op een actueel thema. De symposia hebben als doel om de

meerwaarde van een interdisciplinaire benadering te laten zien. Het thema van de eerste bijeenkomst op 24 maart 2015 is: Conflict en oplossingen.

5.5 Korte lezingen op ledenbijeenkomsten

Er zijn op drie ledenbijeenkomsten series van korte lezingen gegeven om inhoudelijke uitwisseling tussen leden te stimuleren. De eerste ging over uitdagingen in je onderzoek, de tweede serie was in de vorm van duo-lezingen op het ledenweekend van De Jonge Akademie en de derde had als onderwerp ervaringen rondom interdisciplinariteit.

5.6 Samenwerking met de KNAW

Leden en alumni van De Jonge Akademie nemen verder deel in diverse commissies en jury’s van prijzen van de KNAW, waaronder de verschillende raden, de Commissie voor Basis- en Voortgezet Onderwijs, de Onderwijsprijs en de Heinekenprijzen, zie bijlage 9 voor een uitgebreid overzicht.

Hiernaast hebben leden van De Jonge Akademie actief deelgenomen aan diverse KNAW activiteiten, waaronder de dispuutsavonden en het verzorgen van presentaties op diverse KNAW bijeenkomsten, zoals mini symposia.

(20)

6 TRACḖ INTERNATIONALISERING

In september 2013 is besloten om een tracé internationalisering op te richten. In november 2013 is dit tracé voor de eerste keer bijeengekomen op de ledenbijeenkomst. In 2014 heeft het tracé geprobeerd zijn weg te vinden en zijn eerste activiteiten

ontplooid.

Het tracé heeft als doelstelling De Jonge Akademie een internationaal gezicht te geven. Hierbij zijn onder andere de volgende activiteiten relevant:

- het ontwikkelen van een wereldwijd netwerk van jonge wetenschappers (al dan niet via andere Jonge Akademies);

- het ontwikkelen van gezamenlijke projecten met internationale wetenschappers; - het ontwikkelen van een grotere internationale lobby, waarmee ook bijvoorbeeld de

Europese Unie of de Verenigde Naties kunnen worden benaderd.

Activiteiten in 2014 waren het organiseren van een internationale prijsvraag rondom Europa, tezamen met zeven andere jonge akademies. Hiernaast is de internationale uitgave van Moendoes uitgebracht, Mundus, en zijn er internationale bijeenkomsten bijgewoond. Ook zijn in 2014 de voorbereidingen getroffen voor een column die in 2015 voor het eerst verschijnt in samenwerking met Science Palooza. Wetenschappers met een buitenlandse achtergrond en Nederlandse wetenschappers in het buitenland kunnen als beste beschrijven hoe het is om in Nederland onderzoek te doen in vergelijking tot andere landen en vice versa. Waarin is Nederland bijzonder en waar loop je zoal tegenaan? Wat zijn de voordelen van het Nederlandse wetenschapssysteem en wat is in andere landen beter? Het zal een reeks met persoonlijke columns worden over

ervaringen en overwegingen over de grenzen heen.

6.1 Who gets carried away by Europe? Een prijsvraag van Europa’s Jonge Academies

Europa verenigt en verdeelt. Het doet ons dromen, maar trekt ook grenzen die ons leven beïnvloeden. Wat is de dynamiek van Europese integratie? Wie laat zich meeslepen door Europa en wie brengt het in verwarring? Leidt Europese integratie tot een echte

gemeenschap, of juist tot uitsluiting?

Met bovengenoemde prijsvraag willen de Jonge Academies van een aantal Europese landen (Jonge Academie (Vlaanderen/België), Det Unge Akademi (Denemarken), Die Junge Akademie (Duitsland), De Jonge Akademie (Nederland),

Akademia Młodych Uczonych (Polen), The RSE Young Academy of Scotland (Schotland/Verenigd Koninkrijk) en Sveriges Unga Akademi (Zweden), de dynamiek van Europa doorgronden: de doelen en processen die Europa voortstuwen en de mensen die dat raakt. Inzendingen mochten allerlei vormen aannemen, van academisch tot literair of kunstzinnig, en van print tot

audiovisuele of muzikale bijdragen, als ze maar voorzien zijn van

een tekstuele toelichting. Inzendingen waren welkom in het Nederlands, Deens, Engels, Frans, Duits, Italiaans, Pools, Spaans en Zweeds met als deadline 1 december 2014. Er is hiervoor een speciale website ontwikkeld www.AQuestionforEurope.eu. In 2015 worden de pirjswinnaars door een internationale jury, met daarin ook een vertegenwoordiging van De Jonge Akademie, geselecteerd en bekend gemaakt.

(21)

6.2 Expedition Mundus

In 2014 is de Engelse vertaling van Expeditie Moendoes uitgebracht om het spel

beschikbaar te stellen voor vertalingen en verspreiding in andere landen en talen, met als titel Expedition Mundus. Hiervoor is zowel de middelbare als lagere schoolversie vertaald. De Jonge Akademie en De Praktijk bezitten hierbij gezamenlijk auteursrecht. Er is een richtlijn ontwikkeld voor vertaling en uitbreiding van het spel en er wordt met standaardcontracten voor een licentie gewerkt. Ook is er een richtlijn voor vertalers opgezet.

Expeditie Moendoes is een spel waarbij leerlingen spelenderwijs kennis maken met het doen van wetenschappelijk onderzoek. Het spel laat

zien dat het in de wetenschap niet gaat om ‘heel veel weten’, maar juist om nieuwsgierigheid, creativiteit en logisch redeneren. Dat maakt Expeditie Moendoes uitermate geschikt als startpunt voor onderzoekend leren. De oorspronkelijke variant van het spel was bedoeld voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs, maar Expeditie Moendoes is sinds 2013 ook beschikbaar voor het primair onderwijs (vanaf groep 5).

Het spel begint met een verhaal over drie wetenschappers die op de planeet Moendoes terechtkomen en daar kennismaken met de bewoners. Vervolgens gaan de leerlingen zelf aan de slag en proberen zij aan de hand van plaatjes, teksten en andere bronnen allerlei vragen over Moendoes te beantwoorden. Een ontdekkingsreis in de klas dus. De wetenschappers gaan op onderzoek uit: hoe zit het hier met de zwaartekracht, en met de seizoenen? Zijn de lokale dieren gevaarlijk? Hoe zit de taal van de bewoners in elkaar? En wat betekenen die gele driehoekjes? Expeditie Moendoes is een spannend spel met opdrachtkaartjes, waarin leerlingen een onbekende planeet in kaart brengen. Ze moeten daarvoor informatie verzamelen, gegevens uitwisselen en conclusies publiceren: kortom, te werk gaan als een team wetenschappers.

6.3 Bijwonen internationale bijeenkomsten

Science Literacy: Science Communication and Science Outreach' 12 - 13 juni 2014 in Seoul, Korea

Roberta d’Alessandro heeft voor de KAST/ASM/IAP een lezing gegeven over Mundus, Kennis op Straat en andere projecten op het gebied van Wetenschapscommunicatie bij de 'Science Literacy: Science Communication and Science Outreach' tijdens de bijeenkomst in juni 2014 in Seoul, Korea. Deze KAST-ASM-IAP International Workshop is

georganiseerd door the Korean Academy of Science and Technology (KAST) and the Academy of Sciences Malaysia (ASM) en ondersteund door IAP – the global network of science academies, the Association of Academie, Societies of Sciences in Asia (AASSA) en de International Science, Technology en Innovation Centre (ISTIC) for South-South Cooperation onder auspiciën van de UNESCO.

Bijeenkomst European Young Academy in Barcelona

Tine De Moor is naar de jaarlijkse bijeenkomst geweest op 15 juli van de Young Academy of Europe met als onderwerp de rol van Jonge Akademies in Europa, waarover zij een lezing heeft gegeven. Andere deelnemers waren, Die Junge Akademie, The Global Young Academy en De Zweedse Jonge Akademie, zie ook

http://www.yacadeuro.org/annual_meeting/2014.htm.

Bijeenkomst Europese Jonge Akademies in Berlijn, 30 en 31 oktober Bettina Speckmann en Iris Koopmans hebben De Jonge Akademie in oktober

vertegenwoordigd bij een bijeenkomst van Europese Jonge Akademies in Berlijn. Het doel was het opzetten van een goede basis voor toekomstige uitwisseling en samenwerking.

(22)

Er waren leden en managers directors/beleidsmedewerkers van zes Europese Jonge Akademies aanwezig op uitnodiging van Die Junge Akademie: België, Denemarken, Schotland, Zweden, Polen en Nederland. De eerste dag zijn korte presentaties gehouden over de verschillende Jonge Akademies. De tweede dag is gesproken over alle

verschillende projecten en hoe andere Jonge Akademies hierbij kunnen aansluiten, alsook over Europese projecten en Europees wetenschapsbeleid.

(23)

7 COMMISSIES VAN DE JONGE AKADEMIE

Er zijn twee permanente commissies actief binnen DJA: de DJA Projectbeurscommissie en de Selectiecommissie. In dit hoofdstuk volgt een kort overzicht van de activiteiten binnen deze twee commissies.

7.1 De Jonge Akademie Projectbeurscommissie

Een belangrijke doelstelling van De Jonge Akademie is om de eigen ontwikkeling van de leden als wetenschappers te stimuleren. Naast de hierboven genoemde en hierna nog te bespreken activiteiten gebruikt De Jonge Akademie ook DJA-projectbeurzen om deze doelstelling te bereiken. De hoofddoelstelling van DJA projectbeurzen is om het voor leden van De Jonge Akademie mogelijk te maken om in onderlinge samenwerking plannen en ideeën uit te werken die passen binnen de doelstellingen van DJA, zoals deze naar voren zijn gebracht in het missiestatement van DJA (zie inleiding hoofdstuk 2). Plannen van de leden van De Jonge Akademie waarbij één of meer van de DJA-doelen gerealiseerd worden, kunnen voor financiering in aanmerking komen. Het project of de activiteit hoeft niet voor alle leden van De Jonge Akademie relevant te zijn (en is daarmee dus anders dan projecten gefinancierd uit algemene middelen van De Jonge Akademie). Het DJA-projectbeurssysteem bevat ook de mogelijkheid voor individuele leden om een individuele beurs aan te vragen. Deze beurzen hebben tot doel onderzoekers te steunen in hun eigen ontwikkeling als wetenschapsbeoefenaar, bijvoorbeeld om een buitenlands symposium te bezoeken of een gastdocentschap in het buitenland te vervullen.

De DJA Projectbeurscommissie is verantwoordelijk voor het toekennen van een gelimiteerd aantal beurzen (budget 100.000 € per jaar). In 2014 zijn twee rondes gehouden. In mei is € 125.183,55 aangevraagd en € 51.052 toegekend. In november is € 50.320 aangevraagd en toegekend.

In het jaarverslag worden de toegekende projecten binnen het DJA

projectbeursprogramma over de afgelopen drie jaar beschreven: 2014 (bijlage 6), 2013 (bijlage 7) en 2012 (bijlage 8).

Leden DJA Projectbeurscommissie:

Bé Breij (voorzitter en bestuursverantwoordelijke), Bettina Speckmann, Frank van Tubergen, Joris Dik en Dolf Weijers.

7.2 Selectiecommissie

De Selectiecommissie De Jonge Akademie bestaat uit vier leden, twee leden afkomstig uit DJA en twee leden afkomstig uit de KNAW (afdelingen natuurkunde en letterkunde). De selectiecommissie wordt voorgezeten door een technisch voorzitter. Dit voorzitterschap wordt ingevuld door de voorzitter van De Jonge Akademie. Selectiecommissie selecteert ieder jaar tien nieuwe leden voor De Jonge Akademie.

In 2014 zijn er in totaal 83 kandidaten voorgedragen, waarvan 50 man en 33 vrouw. Er zijn 20 kandidaten op gesprek geweest (7 vrouwen en 13 mannen). Van de gekozen tien kandidaten zijn er 5 vrouw en 5 man.

Tijdens de eerste selectieronde is een aantal criteria gehanteerd voor de beoordeling, zoals opgenomen in het Reglement Selectie De Jonge Akademie:

(24)

• Kwaliteit publicaties blijkend uit tijdschriften, impactscore of uitgever • Externe waardering blijkend uit invited lectures

• Externe waardering blijkend uit prijzen, NWO-subsidies, KNAW-fellowhips etc. • Vernieuwendheid en belang van het onderzoek

• Wetenschappelijke zelfstandigheid, ontwikkeling eigen onderzoekslijn

• Verbreding wetenschappelijke ideeën na promotie, niet beperkt tot één onderwerp • Internationale oriëntatie -> weggeweest tijdens of na promotie

• Interdisciplinariteit (bewust)

• Outreach (spin off, bedrijfjes, populariseringactiviteiten) • Bestuursactiviteiten

Op basis van deze beoordelingsronde zijn twintig kandidaten uitgenodigd voor een gesprek met de selectiecommissie. In de gespreksronde werd nadrukkelijk rekening gehouden met aspecten die specifiek voor De Jonge Akademie van belang zijn: een aanstekelijke fascinatie en passie voor wetenschappelijk onderzoek en daarover goed kunnen praten; actief willen zijn voor De Jonge Akademie en daarvoor interessante ideeën hebben; enthousiasme tonen voor onderwerpen als wetenschapsbeleid, wetenschap en maatschappij, interdisciplinaire samenwerking en internationalisering. Na de twintig gesprekken zijn er op basis van verdere discussie en speciale aandacht voor evenredige verdeling tussen mannen en vrouwen en verdeling over de

wetenschapsgebieden, tien kandidaten geselecteerd om lid te worden. In bijlage 3 wordt een overzicht gegeven van de in 2014 geselecteerde leden van De Jonge Akademie voor 2015.

Leden selectiecommissie kandidaten 2014:

Jeroen Geurts (technisch voorzitter), Erik Kwakkel (De Jonge Akademie), Irene Tieleman (De Jonge Akademie), Antal van den Bosch (KNAW, afd. letterkunde), Cisca Wijmenga (KNAW, afd. natuurkunde).

Evaluatie selectiecommissie 2014

De selectiecommissie stelt na evaluatie van de procedure voor om in het reglement een regel op te nemen dat een kandidaat maximaal voor twee selectierondes kan worden voorgedragen. De ledenvergadering heeft ingestemd met dit voorstel.

(25)

8 FINANCIËLE VERANTWOORDING

De KNAW-bijdrage voor De Jonge Akademie is in 2014 € 267.000. Deze bijdrage is door De Jonge Akademie begroot; de realisatie bedroeg € 184.077.

Ten aanzien van de post symposia/workshops is te zien dat kosten lager zijn uitgevallen (28.836 Euro) dan begroot (41.700 Euro). Publicatiekosten zijn in 2014 veel hoger uitgevallen (29.076 Euro) dan was gebudgetteerd (22.000Euro). De reiskosten (6914 Euro) zijn lager uitgevallen dan begroot (11.000 Euro). Met de nieuwe werkwijze op het gebied van reiskosten zijn minder declaraties ingediend. Vergoedingen voor

bestuursleden voor De Jonge Akademie sinds 2013 een nieuwe post, eerst waren de vergoedingen elders in de KNAW-begroting ondergebracht. De overige kosten via financiële administratie (salariskosten) en accountantskosten zijn in rekening gebracht voor de afronding van het project Moendoes Primair Onderwijs.

In de post congressubsidie zijn de standaardbeurzen en DJA beurzen van De Jonge Akademie opgenomen. Er zijn DJA beurzen aangevraagd in de eerste ronde voor 51.052 Euro en in tweede ronde voor 50.320 Euro. Ook zijn de reserveringen gemaakt voor de standaardbeurzen voor 2014. Er is echter rond de 70.000 Euro vanuit de

standaardbeurzen aan financiering terug geboekt, deze financiering is niet benut in eerdere jaren.

Rekening Jaarbudget Realisatie Werkelijk incl. Reserveringen periode 1-12

Ov. person. kst. via financiële adm. 0 8151

Publicatiekosten 22000 29076 Ov. beheerskosten 4400 348 Symposia/workshops 41700 28836 Reis- en verblijfkosten 11000 6914 Representatiekosten 1900 1154 Accountantskosten 0 2928 Vergoedingen besturen 32500 28750 Congressubsidie 162500 77920 Eindtotaal 276000 184077

(26)

Bijlage 1: De Jonge Akademie ledenoverzicht 2014 (leden 2010 -2014)

Naam Roepnaam (Hoofd)vakgebied Univ/Org Faculteit

Aartsma-Rus

prof. dr. A. Annemieke Genetica

LUMC

Afdeling Humane Genetica Betti,

prof. dr. A. Arianna

Logica, metafysica en hun geschiedenis

VU

Faculteit der Wijsbegeerte Bousema,

dr. T. Teun infectieziekten/epidemiologie RUN

Bras

prof. dr. H.A.J. Hilde Sociologie

WUR

Departement Maatschappijwetenschappen Bredenoord

dr. A.L. Annelien Medische Ethiek

UMCU

Julius Centrum, afd. Medical Humanities

Breij,

dr. B.M.C Bé

Latijnse letterkunde / Antieke retorica

RU Faculteit der Letteren

Brink,

prof. dr. G. van den Gijs Maag-darm-leverziekten AMC

Brinkman,

prof.dr.ir. A. Alexander Kwantumtransport in materie

UT

MESA+ Instituut voor Nanotechnologie Buyse

prof. dr. A.C. Antoine Rechten van de mens

UL

Studie- en informatiecentrum Mensenrechten, Faculteit REBO D’Alessandro,

prof. dr. R. Roberta Italiaanse taalkunde

UL

Leiden University Centre for Linguistics De Moor

prof. Dr. T. Tine Sociaal-economische geschiedenis

UU

Kenniscentrum Instituties van de Open Samenleving Dik prof. dr. J. Joris Kunstgeschiedenis, chemie en materiaalkunde TU Delft

Faculteit Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek & Technische Materiaalkunde Evers,

prof. dr. A. Andrea Gezondheids- en medische psychologie

UL

Instituut voor Psychologie, Sectie Gezondheids-, Medische en

Neuropsychologie Frankema,

Prof. Dr. E.H.P. Ewout

Geschiedenis / Economische wetenschappen

WUR

Social Sciences Group, Rural and Environmental History Geraerts,

dr. E. Elke

Klinische cognitie, forensische psychologie

EUR

(27)

Geurts

prof. dr. J. J.G. Jeroen Klinische neurowetenschappen

VUmc

Afdeling Anatomie & Neurowetenschappen Geurts,

prof. dr. H. Hilde klinische neuropsychologie UvA

Gog,

prof. dr. T.A.J.M. van Tamara Onderwijspsychologie

EUR

Faculteit der Sociale Wetenschappen Graaf,

prof.dr. B. de Beatrice

Geschiedenis van Internationale

Relaties en Global Governance UU

Gzella,

prof dr. H. Holger Semitische talen UL

Faculteit der Geesteswetenschappen Hanson,

prof. dr. ir. R. Ronald

Nano-electronica / Quantuminformatie

TU Delft

Kavli Institute of Nancoscience

Haverkorn, dr. M. Marijke sterrenkunde RUN

Heiden,

prof. dr. G.J. van der Gert-Jan Wijsbegeerte, metafysica en kenleer

RU

Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Hoenderop

prof. dr. J.G.J. Joost Moleculaire nierfysiologie

RU Medische faculteit Hoogenraad,

prof. dr. C. Casper Moleculaire neurobiologie

UU

Faculteit Bètawetenschappen Jensen,

dr. L. Lotte Nederlandse taal en cultuur RUN

Katsonis

prof. dr. N.H. Nathalie Scheikunde, nanotechnologie

UT

MESA+, Institute for Nanotechnology Koenderink

prof. dr. A.F. Femius

Experimentele natuurkunde, optica, nanotechnologie

TOM-instituut AMOLF, Center for Nanophotonics, Kroon

prof.dr. ir. M.C. Maaike

Chemische scheidingen, thermodynamica

TU Eindhoven

Faculteit Scheikundige Technologie en Scheikunde

Kwakkel

dr. E. Erik Codicologie, paleografie

UL

Instituut voor Culturele Disciplines, Opleiding Engels Van Laarhoven prof. dr. H.W.M. Hanneke Medische oncologie/ religiewetenschappen AMC

Afdeling Medische Oncologie Lange,

prof. dr. C.R. Christian Islamitische en Arabische studies

UU

Departement Filosofie en Religiewetenschap Lentink,

dr.ir. D. David Biologische stromingsleer

Stanford University Experimentele Zoölogie

(28)

Letschert,

prof. dr. R. Rianne internationaal recht en victimologie UvT

Paul,

prof. dr. H. Herman historiografie en geschiedfilosofie UL/RUG

Repping,

prof. dr. S. Sjoerd humane voortplantingsbiologie AMC/UvA

Robeyns,

prof. dr. I.A.M. Ingrid Praktische filosofie

UU

Faculteit der Wijsbegeerte

Roest

dr. D. Diederik Theoretische natuurkunde

RUG

Centrum voor Theoretische Natuurkunde

Sack,

prof. dr. A.T. Alexander Psychologie, neurowetenschappen

UM

Faculty of Psychology & Neuroscience, Department of Cognitive Neuroscience

Schinkel,

prof. dr. W. Willem sociologie EUR

Sommer,

prof. dr. I.E.C. Iris Biologische aspecten van psychose

UMCU

Rudolf Magnus Institute of Neuroscience Speckmann,

prof. dr. B. Bettina Informatica, geometrische algoritmiek

TUE

Faculteit Wiskunde en Informatica Taylor,

prof. dr. M. Marika Theoretische Natuurkunde UvA

Tieleman,

prof. dr. B.I. Irene dierecologie RUG

Tubergen,

prof. dr. F. van Frank Migratie en integratie

UU

Faculteit Sociale Wetenschappen Veelen, van

prof.dr. M. Matthijs Economie, theoretische biologie

UvA

Faculteit Economie en Bedrijfskunde CREED

Vis

Prof. dr. B. Barbara Politicologie, economie

VU

Faculteit der sociale wetenschappen Vliegenthart

prof. dr. R. Rens Communicatiewetenschap

UvA

Afdeling communicatiewetenschap / ASCoR Weijers,

prof. dr. ing. D. Dolf Biochemie

WUR

Laboratorium voor Biochemie Werf,

(29)

Bijlage 2: Alumnileden van De Jonge Akademie

Naam Alumnus Universiteit/instelling

Jaar ingang lidmaatschap (vanaf april dat jaar)

Jaap Abbring Universiteit van Tilburg 2005

Reuven Agami Nederlands Kanker Instituut / Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis 2007

André Aleman Rijksuniversiteit Groningen 2009

Elske van den Akker-van

Marle Leids Universitair Medisch Centrum 2005

Marjolein van Asselt Universiteit van Maastricht, Onderzoeksraad voor Veiligheid 2005

Hester Bijl Technische Universiteit Delft 2005

Mischa Bonn Max Planck Institute for Polymer Research (Duitsland) 2005

Carlijn Bouten Technische Universiteit Eindhoven 2005

Monica Claes Universiteit van Tilburg 2009

Ronald Cramer Centrum voor Wiskunde en Informatica 2005

David de Cremer Erasmus Universiteit Rotterdam 2006

Eveline Crone Universiteit Leiden 2008

Petra van Dam Vrije Universiteit Amsterdam 2005

Nynke Dekker Technische Universiteit Delft 2006

Sarah Durston Universiteit Utrecht 2008

Elise Dusseldorp TNO 2005

Raymond van Ee Philips Research Laboratories, RUN 2005

Bernet Elzinga Universiteit Leiden 2007

Mirjam Ernestus Radboud Universiteit Nijmegen 2008

Ron Fouchier Erasmus MC 2005

Pascal Fries Ernst Strüngmann Institute (Duitsland ) 2007

René Geurts Wageningen Universiteit & Researchcentrum 2008

Oscar Gelderblom Universiteit Utrecht 2006

Janneke Gerards Radboud Universiteit Nijmegen 2005

Fokke Gerritsen Vrije Universiteit Amsterdam 2005

Marie-José Goumans Leiden Universitair Medisch Centrum 2009

Paul Groot Radboud Universiteit Nijmegen 2009

Bas ter Haar Romeny Universiteit Leiden 2005

Olivier Hekster Radboud Universiteit Nijmegen 2005

Janet van Hell Pennsylvania State University (V.S.) 2005

Kristin Henrard Erasmus Universiteit Rotterdam 2005

Amina Helmi Rijksuniversiteit Groningen 2007

Jennifer Herek Universiteit Twente 2005

Jan van Hest Radboud Universiteit Nijmegen 2005

Hans Hilgenkamp Universiteit Twente 2005

Suzanne Hulscher Universiteit Twente 2005

Catholijn Jonker Technische Universiteit Delft 2005

Bart Knols K&S Consulting 2005

Maarten Kleinhans Universiteit Utrecht 2008

Gijsje Koenderink FOM-instituut AMOLF 2008

Bert-Jaap Koops Universiteit van Tilburg 2005

Kobus Kuipers FOM-instituut AMOLF 2005

Bart Lambrecht Universiteit van Gent 2005

Mirjam Leunissen Dutch Data Design 2009

Christoph Lüthy Radboud Universiteit Nijmegen 2005

Huib Mansvelder Vrije Universiteit Amsterdam 2006

Kofi Makinwa TU Delft 2007

Lodi Nauta Rijksuniversiteit Groningen 2005

Wiro Niessen Erasmus MC / Technische Universiteit Delft 2005

Ariana Need Universiteit Twente 2007

Mihai Netea Universitair Medisch Centrum St. Radboud 2007

Tjerk Oosterkamp Universiteit Leiden 2009

Mark Peletier Technische Universiteit Eindhoven 2006

(30)

Yigal Pinto Academisch Medisch Centrum 2005

Danielle Posthuma Vrije Universiteit 2005

Joost Reek Universiteit van Amsterdam 2006

Pieter Roelfsema Nederlands Instituut voor Neurowetenschappen 2005

Jeroen Salman Universiteit Utrecht 2006

Niels Schiller Universiteit Leiden 2005

Monika Schmid Rijksuniversiteit Groningen 2005

Asghar Seyed Gohrab Universiteit Leiden 2007

Carla Sieburgh Radboud Universiteit Nijmegen 2005

Appy Sluijs Universiteit Utrecht 2009

Elies van Sliedregt Vrije Universiteit 2008

Jetse Stoorvogel Wageningen Universiteit & Researchcentrum 2005

Stefan Stremersch Erasmus Universiteit Rotterdam 2006

Marc Strous Max Planck Institute for Marine Microbiology 2007

Miranda van Turennout Openbaar Ministerie 2005

Lieven Vandersypen Technische Universiteit Delft 2008

Peter-Paul Verbeek Universiteit Twente 2009

Simon Verhulst Rijksuniversiteit Groningen 2005

Beate Volker Universiteit Utrecht 2005

Claes de Vreese Universiteit van Amsterdam 2009

Juliette Walma van der Molen Technische Universiteit Twente 2005

Bert Weckhuysen Universiteit Utrecht 2005

Wim van Westrenen Vrije Universiteit 2008

Wilfred van der Wiel Universiteit Twente 2007

Gijsje Koenderink FOM-instituut AMOLF 2008

Pieter Rein ten Wolde FOM-instituut AMOLF 2008

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Uit de grafiek komt naar voor dat bijna drie vierde van de groep schoolverlaters die tijdens het intredejaar werkend zijn in de horecasector, ook op één van de

af. Hiermee willen wij meer te weten komen over wat vakleerkrachten denken over onderwijs, de vakken die zij lesgeven en de klassen waaraan zij lesgeven. Deze

EVAL_INFO_01 observatie van de lessen 58 82,9% EVAL_INFO_02 lesplannen van de leerkrachten 41 58,6% EVAL_INFO_03 inbreng van de leerkracht zelf (vb. Alle items van deze

Alle items van deze schaal hebben een niet extreem gemiddelde en een goede spreiding (tabel 36).. De schaal heeft een normaal gemiddelde en volgt een normale

As already noted several times before, the type of first-cycle programme in which students have graduated strongly influences the probability of their entrance into a

Helaas wijzen de astronomische waarnemingen aan ons eigen universum nog niet direct naar dit voorstel – maar omgekeerd: we hebben óók geen bewijs voor het feit dat het heelal zich

De nieuwe kaart is gemaakt door het combineren van 256 uur aan waarnemingen van de noordelijke hemel. De onderzoekers hebben supercomputers met nieuwe algoritmen ingezet die het

Het zakken gaat geleidelijk, dus zelfs aan het eind van de barrière zal de golffunctie nog niet helemaal naar nul gezakt zijn, en er is dus een kans dat ons deeltje aan de andere kant