• No results found

Van Waeyenberg, H. & De Rick, K. (2015) Instroom in de horecasector vanuit horeca-opleidingen (Nevenproduct), SSL/2015.22/4.3

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Van Waeyenberg, H. & De Rick, K. (2015) Instroom in de horecasector vanuit horeca-opleidingen (Nevenproduct), SSL/2015.22/4.3"

Copied!
109
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

INSTROOM IN DE

HORECASECTOR VANUIT

HORECA-OPLEIDINGEN

(2)
(3)

INSTROOM IN DE HORECASECTOR

VANUIT HORECA-OPLEIDINGEN

H. Van Waeyenberg & K. De Rick

Research paper SSL/2015.22/4.3

Leuven, februari 2016

(4)

Het Steunpunt Studie- en Schoolloopbanen is een samenwerkingsverband van KU Leuven, UGent, VUB, Lessius Hogeschool en HUB.

Gelieve naar deze publicatie te verwijzen als volgt:

Van Waeyenberg, H., & De Rick, K. (2016). Instroom in de horecasector vanuit horeca-opleidingen, Leuven: Steunpunt Studie- en Schoolloopbanen.

Voor meer informatie over deze publicatie katleen.derick@kuleuven.be; hanne.vanwaeyenberg@kuleuven.be

Deze publicatie kwam tot stand met de steun van de Vlaamse Gemeenschap, Programma Steunpunten voor Beleidsrelevant Onderzoek.

In deze publicatie wordt de mening van de auteur weergegeven en niet die van de Vlaamse overheid. De Vlaamse overheid is niet aansprakelijk voor het gebruik dat kan worden gemaakt van de

opgenomen gegevens.

D/2016/4718/typ het depotnummer – ISBN typ het ISBN nummer

© 2016STEUNPUNT STUDIE- EN SCHOOLLOOPBANEN

p.a. Secretariaat Steunpunt Studie- en Schoolloopbanen HIVA - Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving Parkstraat 47 bus 5300, BE 3000 Leuven

(5)

5 INHOUD

Inhoud

Lijst tabellen 9 Lijst grafieken 11 Lijst figuren 13 Inleiding 15

1 | Doel en opzet van het onderzoek 17

1.1 Doel van het onderzoek 17

1.2 Onderzoeksvragen 17

1.3 Onderzoeksopzet 18

1.3.1 Afbakening van de onderzoeksgroep 18

1.3.2 Gegevens 19

1.3.2.1 Variabelen 19

1.3.2.2 Definiëring van kwalificaties in een horeca-opleiding 19

1.3.2.3 Definiëring van intredejob 21

1.3.3 Statistische analyses 21

2 | Beschrijving van de schoolverlaters 23

2.1 Omvang van de groep gekwalificeerde schoolverlaters uit een horeca-opleiding 23

2.2 Verdeling over studiedomeinen, -niveaus en studierichtingen 23

2.3 Gevolgde opleidingen binnen het secundair onderwijs na de horeca-studie 24 2.4 Socio-demografische kenmerken op het moment van schoolverlaten 28

2.4.1 Geslacht 28

2.4.2 Herkomst 29

2.4.3 Woonplaats 30

2.4.4 Gezinspositie 30

2.5 Conclusies en aanbevelingen 30

3 | Het eerste jaar na schoolverlaten 31

3.1 Tewerkstelling in de horecasector 32

3.1.1 De groep intreders in de horecasector 32

3.1.2 Aantal kwartalen van tewerkstelling tijdens het eerste jaar 33

3.2 De vroege intreders 35

3.2.1 Activiteiten 35

3.2.2 Verband tussen de activiteiten en de opleiding 35

3.2.3 Type werknemer en regime 36

3.3 De late intreders 36

3.3.1 Kenmerken van de tewerkstelling binnen de horeca 36

3.3.1.1 Activiteiten 36

3.3.1.2 Verband tussen de activiteiten en de opleiding 37

3.3.1.3 Type werknemer en regime 37

3.3.2 Werkervaring buiten de horeca 37

3.3.2.1 Omvang van de groep late intreders met werkervaring 37

3.3.2.2 Sectorgroep van de eerste job buiten de horecasector 38

3.3.2.3 Type werknemers en regime in de eerste job 38

3.3.2.4 Vergelijking van de kenmerken van de eerste job en de job in de horeca 39

3.4 Zelfstandige in de horeca 39

3.5 De niet-intreders 40

(6)

6 INHOUD

3.5.1.1 Waar werken de niet-intreders in de horecasector in hun eerste job? 40

3.5.1.2 Type werknemer en regime 41

3.5.2 Niet-intreders zonder werkervaring 43

3.6 Vergelijking van intreders en niet-intreders 43

3.6.1 Geslacht 43

3.6.2 Herkomst 44

3.6.3 Gezinspositie 45

3.6.4 Opleiding 46

3.7 Determinanten van de kans op tewerkstelling in de horecasector 48 3.8 Samenvatting: waar komen de schoolverlaters terecht op de arbeidsmarkt? 50

3.9 Conclusies en aanbevelingen 52

4 | De tewerkstelling van schoolverlaters op langere termijn 55

4.1 Tewerkstelling op langere termijn 57

4.1.1 Mate van tewerkstelling 57

4.1.1.1 Algemeen beeld 57

4.1.1.2 Verband tussen tewerkstelling en opleiding 57

4.1.2 Mate van tewerkstelling in de horeca 58

4.1.2.1 Algemeen beeld 58

4.1.2.2 Verband met socio-demografische kenmerken 60

4.1.2.3 Verband met opleidingskenmerken 64

4.1.3 Determinanten van de kans op tewerkstelling in de horecasector 67

4.2 Tewerkstelling in de horecasector 69

4.2.1 Activiteiten 69

4.2.2 Kenmerken van jobs binnen de horecasector 70

4.2.2.1 Regime 70

4.2.2.2 Loon 73

4.2.3 Duurzaamheid van tewerkstelling in de sector 73

4.3 Tewerkstelling in de horecasector als zelfstandige 75

4.4 Tewerkstelling buiten de horecasector 75

4.5 Vergelijking van horecawerknemers en niet-horecawerknemers 77

4.5.1 Type werknemer 77 4.5.2 Regime 77 4.5.3 Statuut 77 4.5.4 Loon 77 4.6 De niet-werkenden 79 4.7 Samenvatting 80 4.8 Conclusie en aanbevelingen 83

5 | Uitbreiding: schoolverlaters uit het Buitengewoon Secundair Onderwijs 85

5.1 Beschrijving van de schoolverlaters uit het BUSO 85

5.1.1 Omvang van de groep schoolverlaters uit het BUSO 85

5.1.2 Socio-demografische kenmerken 86

5.2 Het eerste jaar na schoolverlaten 88

5.2.1 Tewerkstelling in de horeca 88

5.2.1.1 Kenmerken van de tewerkstelling binnen de horeca voor de vroege intreders 88 5.2.1.2 Kenmerken van de tewerkstelling binnen de horeca voor de late intreders 89

5.2.2 Niet-intreders 90

5.2.2.1 Niet-intreders met werkervaring 90

5.2.2.2 Niet-intreders zonder werkervaring 92

5.2.3 Vergelijking van intreders en niet-intreders 92

5.2.3.1 Geslacht 92

5.2.3.2 Herkomst 93

5.2.3.3 Gezinspositie 94

5.3 De tewerkstelling van schoolverlaters op langere termijn 96

5.3.1 Mate van tewerkstelling in de horeca 96

5.3.2 De niet-werkenden 97

5.3.3 Verband met socio-demografische kenmerken 97

5.3.4 Activiteiten van werkenden in de horeca 101

5.3.5 Activiteiten van werkenden buiten de horeca 101

5.3.6 Vergelijking jobkenmerken van horecawerknemers en

niet-horecawerknemers 102

5.3.6.1 Type werknemer 102

(7)

7 INHOUD 5.3.6.3 Statuut 102 5.3.6.4 Gemiddeld loondeciel 102 6 | Bijlage 105 Referenties 109

(8)
(9)

9 LIJST TABELLEN

Lijst tabellen

Tabel 2.1 Indeling populatie schoolverlaters naar kwalificatie, studiedomein, niveau

en richting; n=963 24

Tabel 2.2 Schooljaar waarin het laatste studiebewijs van de horeca-opleiding

behaald werd, n=963 25

Tabel 2.3 Behalen van een leerbewijs na de horecastudie in een opleiding van een ander studiegebied (binnen het secundair onderwijs) 27 Tabel 2.4 Socio-demografische kenmerken van de schoolverlaters, op 31/12 28 Tabel 2.5 Verdeling herkomst naar kwalificatie, n = 925, in kolom% 30 Tabel 3.1 Werkenden in de horeca tijdens intredejaar, n = 963 (totale groep

schoolverlaters) 32

Tabel 3.2 Uitsplitsing intreders naar kwalificatie, in kolom% 33

Tabel 3.3 Activiteiten van de vroege intreders, n=398 35

Tabel 3.4 Type werknemer en regime van de vroege intreders, n=398 36

Tabel 3.5 Activiteiten van de late intreders, n=171 37

Tabel 3.6 Contractvorm (regime) van de late intreders, n=171 37 Tabel 3.7 Verdeling van de intreders in de horecasector naar het kwartaal van

intrede op de arbeidsmarkt, n=569 (totale groep intreders in de

horecasector), in absolute aantallen 38

Tabel 3.8 Werkervaring buiten de horecasector bij de late instromers in de

horecasector, n=171 38

Tabel 3.9 Type en regime van de eerste job van de late intreders met een eerste

werkervaring buiten de horeca, n=65 39

Tabel 3.10 Vergelijking van de contractvorm (regime) van de intredejob buiten de horecasector en de intredejob in de horecasector nNH = 65; nH = 67 39

Tabel 3.11 Sectorgroep van de intredejob voor schoolverlaters die niet in de

horecasector intreden in het intredejaar, n=274 41

Tabel 3.12 Contractvorm (regime) van de intreders buiten de horeca, n=263 42 Tabel 3.13 Vergelijking van type werknemer en regime, naar intrede-categorie, in

kolom% 42

Tabel 3.14 Arbeidspositie van de schoolverlaters die tijdens het intredejaar niet op de

arbeidsmarkt intreden, n=109 43

Tabel 4.1 Tewerkstelling naar gevolgde opleiding, op drie momenten na

schoolverlaten, n=963, in rij% 58

Tabel 4.2 Arbeidspositie één jaar, drie jaar en vijf jaar na schoolverlaten, n=963, in

absolute aantallen 59

Tabel 4.3 Aandeel volledig en gedeeltelijk gekwalificeerden die in de horeca aan

het werk zijn, in % 60

Tabel 4.4 Overzicht tewerkstelling naar persoonskenmerken 61

Tabel 4.5 Overzicht tewerkstelling naar opleidingskenmerken 65 Tabel 4.6 Uitsplitsing van de schoolverlaters die werkend zijn als werknemer binnen

(10)

10 LIJST TABELLEN

Tabel 4.7 Gemiddeld loondeciel uitgesplitst naar de socio-demografische kenmerken voor de werkenden in de horecasector één jaar, drie jaar en vijf jaar na

schoolverlaten 73

Tabel 4.8 Sectorgroep van schoolverlaters die tijdens het eerste jaar na schoolverlaten intreden maar niet in de horecasector, nj1 = 302, nj3 = 382, nj5 = 447, in kolom% 76

Tabel 4.9 Jobkenmerken naar sector, in kolom% 78

Tabel 4.10 Arbeidspositie voor schoolverlaters die niet werkzaam zijn op de

arbeidsmarkt, nj1 = 298, nj3 = 219, nj5 = 200 79

Tabel 4.11 Overzicht aandeel werkenden binnen horecasector als werknemer en

zelfstandige, n=963 80

Tabel 5.1 Socio-demografische kenmerken van de schoolverlaters, op 31/12 87 Tabel 5.2 Aandeel werkenden in de horeca tijdens het intredejaar 88 Tabel 5.3 Verdeling werkenden in de horeca naar vroege intreders, late intreders en

zelfstandigen in de horeca 88

Tabel 5.4 Activiteiten van de vroege intreders 89

Tabel 5.5 Type werknemer en regime van de vroege intreders 89

Tabel 5.6 Type werknemer en regime van de late intreders 90

Tabel 5.7 Verdeling schoolverlaters naar arbeidspositie 90

Tabel 5.8 Sectorgroep van de intredejob voor schoolverlaters die niet in de

horecasector intreden tijdens het intredejaar 91

Tabel 5.9 Type werknemer en regime van de intreders buiten de horeca 91 Tabel 5.10 Arbeidspositie van de schoolverlaters die tijdens het intredejaar niet op de

arbeidsmarkt intreden 92

Tabel 5.11 Arbeidspositie één jaar, drie jaar en vijf jaar na schoolverlaten, in absolute

aantallen 97

Tabel 5.12 Arbeidspositie voor schoolverlaters die niet werkzaam zijn op de

arbeidsmarkt, nj1 = 133, nj3 = 97, nj5 = 96 97

Tabel 5.13 Overzicht tewerkstelling naar persoonskenmerken 99

Tabel 5.14 Sectorgroep van schoolverlaters die tijdens het eerste jaar na

schoolverlaten intreden maar niet in de horecasector, nJ1 = 76, nJ3 = 113,

nJ5 = 113, in kolom% 102

Tabel 5.15 Jobkenmerken naar sector, in kolom% 103

Tabel 6.1 Intredejaar naar scholing 106

Tabel 6.2 Verdeling van de gezinspositie van de schoolverlaters, n=963, in absolute

aantallen 106

Tabel 6.3 Eerste jaar na schoolverlaten, naar scholing 106

Tabel 6.4 Derde jaar na schoolverlaten, naar scholing 107

(11)

11 LIJST GRAFIEKEN

Lijst grafieken

Grafiek 3.1 Aantal kwartalen waarin de schoolverlaters minstens één job binnen de horecasector uitvoerden (als werknemer of zelfstandige), n=963 34 Grafiek 3.2 Verdeling van de schoolverlaters naar intreders in de horecasector en

niet- intreders in de horecasector, n=963 40

Grafiek 3.3 Intrede naar geslacht, nman = 575; nvrouw = 363 44

Grafiek 3.4 Intrede naar herkomst, nBelg = 751; nEU = 84; nniet-EU = 15; nMaghreb = 44;

nandere = 31 45

Grafiek 3.5 Intrede naar gezinspositie nalleen = 42; ninw = 805; nsamen = 59; nandere = 29 46

Grafiek 3.6 Intrede naar studiedomein, n(1) = 101; n(2) = 212; n(3) = 302; n(4) = 160;

n(5) = 19; n(6) = 19; n(7) = 131 47

Grafiek 3.7 Uitkomst van de logistische regressieanalyse van de kans op tewerkstelling binnen de horecasector tijdens het intredejaar, n=924 49 Grafiek 4.1 Aandeel werkenden één jaar, drie jaar en vijf jaar na schoolverlaten,

uitgesplitst naar aandeel werkenden binnen horeca in ieder jaar, n=963 59 Grafiek 4.2 Overzicht van de resultaten van de logistische regressieanalyse 68 Grafiek 4.3 Aandeel schoolverlaters dat tijdens het intredejaar een job binnen de

horeca uitvoert op 30 juni 2009 (1 jaar), 30 juni 2011 (3 jaar) en 30 juni 2013

(3 jaar) binnen de horeca actief is, n=580 74

Grafiek 4.4 Samenvatting hoofdstuk 4 82

Grafiek 5.1 Intrede naar geslacht, nman = 92; nvrouw = 136 93

Grafiek 5.2 Intrede naar herkomst, nBelg = 161; nEU = 17; nniet-EU = 12; nMagh&Turk = 27;

nandere = 10 94

Grafiek 5.3 Intrede naar gezinspositie, nalleen = 7; ninw = 194; nsamen = 16; nandere = 11 95

Grafiek 5.4 Aandeel werkenden één jaar, drie jaar en vijf jaar na schoolverlaten,

(12)
(13)

13 LIJST FIGUREN

Lijst figuren

Figuur 2.1 Schooljaar waarin het laatste studiebewijs van de horeca-opleiding

behaald werd, n=963 26

Figuur 3.1 Mogelijke arbeidsposities tijdens het eerste jaar op de arbeidsmarkt 31 Figuur 3.2 Aandeel schoolverlaters dat intreedt in de horecasector als werknemer,

uitgesplitst naar het kwartaal van intrede, n=963 32

Figuur 3.3 Intrede in de horeca tijdens het eerste jaar na schoolverlaten 50

Figuur 3.4 Positie van niet-intreders in de horeca 51

Figuur 4.1 Onderzoeksopzet hoofdstuk 4 56

Figuur 4.2 Regime uitgesplitst naar de socio-demografische kenmerken voor de werkenden in de horecasector één jaar, drie jaar en vijf jaar na

schoolverlaten, weergegeven in absolute aantallen 71

(14)
(15)

15 INLEIDING

Inleiding

In dit rapport wordt de instroom op de arbeidsmarkt onderzocht van jongeren die in het secundair onderwijs een horeca-gerelateerde studierichting volgden. Eerst gaan we na hoe hun arbeidsmarktintrede tijdens het eerste jaar na schoolverlaten verloopt. Daarna wordt de arbeidsmarktpositie van deze schoolverlaters op langere termijn onderzocht. Hiervoor wordt op drie momenten in de tijd (met name één jaar na schoolverlaten, drie jaar na schoolverlaten en vijf jaar na schoolverlaten) gekeken waar de schoolverlaters zich op de arbeidsmarkt bevinden alsook wat de belangrijkste kenmerken zijn van hun job. We vergelijken in beide hoofdstukken de jongeren die in de horeca terechtkomen met de jongeren die niet in de horeca terechtkomen.

Deze studie is een case-study betreffende de mogelijkheden van een koppeling van onderwijs- en arbeidsmarktdata die plaatsvond in een samenwerking door het Steunpunt Studie- en Schoolloopbanen en het Steunpunt Werk en Sociale Eocnomie. De onderzoeksvragen werden opgesteld door HIVA, in samenwerking met Guidea.

(16)
(17)

17 HOOFDSTUK 1 | DOEL EN OPZET VAN HET ONDERZOEK

1 | Doel en opzet van het onderzoek

1.1 Doel van het onderzoek

Voor dit onderzoek gaan we na hoe de arbeidsmarktintrede van schoolverlaters uit een horeca-opleiding verloopt. Hiervoor volgen we de schoolverlaters over een periode die loopt tot vijf jaar na schoolverlaten. We zijn in het bijzonder geïnteresseerd in de mate waarin de horeca-opleiding rendeert voor de sector.

1.2 Onderzoeksvragen

De onderzoeksvragen die we willen beantwoorden, zijn de volgende:

1. Hoeveel jongeren verlaten het onderwijs met een kwalificatie van een horeca-opleiding?

1. Welk aandeel van schoolverlaters komt uit een horeca-opleiding?

2. Wat is de omvang van de groep volledig gekwalificeerde schoolverlaters en van de groep gedeeltelijk gekwalificeerden?

3. Verdeling van de jongeren over de verschillende horeca-opleidingen?

4. Socio-demografische kenmerken van deze jongeren (geslacht, herkomst en gezinspositie) 2. Overgang van het onderwijs naar de arbeidsmarkt (transities tijdens het eerste jaar na

schoolverlaten)

1. Hoe lang duurt het voor een jongere uit een horeca-opleiding instroomt op de arbeidsmarkt?

2. Is de eerste job een job in de horecasector of in een andere sector? 3. Hoelang heeft men tijdens het eerste jaar na schoolverlaten gewerkt? 4. Wat zijn de kenmerken van de job in de horeca?

(18)

18 HOOFDSTUK 1 | DOEL EN OPZET VAN HET ONDERZOEK

3. Arbeidssituatie na het gekwalificeerd verlaten van een horeca-opleiding: - 1 jaar na schoolverlaten;

- 3 jaar na schoolverlaten; - 5 jaar na schoolverlaten.

1. Hoeveel jongeren werken in de horeca?

2. Arbeidskenmerken van de jongeren die in de horeca werken (subsector van tewerkstelling, statuut, voltijds of deeltijds contract, loon):

- naar opleiding;

- naar socio-demografische kenmerken (geslacht, herkomst en gezinssituatie). 3. Arbeidskenmerken van de jongeren die niet in de horeca werken (sector en eventueel

subsector van tewerkstelling (al dan niet in lijn van hun horeca-opleiding/al dan niet verwant aan de horeca), statuut, voltijds of deeltijds contract, loon):

- naar opleiding;

- naar socio-demografische kenmerken (geslacht, herkomst en gezinssituatie).

4. Vergelijking van de jongeren die wel in de horeca werken met de jongeren die niet in de horeca werken:

- naar opleiding;

- naar socio-demografische kenmerken (geslacht, herkomst en gezinssituatie).

5. Vergelijking van de arbeidskenmerken van de groep jongeren die wel in de horeca werkt met die van de groep jongeren die niet in de horeca werkt.

6. Vergelijking van de jongeren die laat instromen in de horeca (pas in het 3de of 5de jaar na schoolverlaten) met de jongeren die vroeg instroomden (hooguit 1 jaar na schoolverlaten).

1.3 Onderzoeksopzet

1.3.1 Afbakening van de onderzoeksgroep

Voor dit onderzoek brengen we de arbeidsmarktintrede in kaart van jongeren die een horeca-opleiding volgden op het niveau van het secundair onderwijs. Over deze jongeren zijn gegevens beschikbaar in een databank van schoolverlaters.1 Het gaat meer bepaald om jongeren die de school

verlieten in het schooljaar 2007-2008.2

Uit al deze schoolverlaters selecteerden we de jongeren die een horeca-opleiding volgden op het niveau van het secundair onderwijs en hiervoor een kwalificatie behaalden. Wie een vervolgopleiding gevolgd heeft binnen het hoger onderwijs werd niet meegenomen. We hebben de horeca-opleidingen geselecteerd op basis van het ISCED-studiegebied,3 terug te vinden in de leer- en

ervaringsbewijzendatabank (LED). De jongeren die een ‘leerbewijs’ hebben behaald binnen het studiegebied hotelonthaal, restaurant en catering (ISCED-studiegebied 811) werden behouden voor de analyses. Een deel van de jongeren behaalde een kwalificatie van een horeca-opleiding in de derde graad van het secundair onderwijs, een deel van de jongeren behaalde een kwalificatie van een horeca-opleiding in de tweede graad van het secundair onderwijs (met andere woorden een getuigschrift van de tweede graad). De horeca-opleiding hoeft niet de laatst gevolgde opleiding binnen het secundair onderwijs te zijn. Het is mogelijk dat jongeren na de tweede graad een andere studierichting kiezen, het is ook mogelijk dat jongeren na het verwerven van hun eindkwalificatie nog een opleiding op het niveau van het secundair onderwijs aanvatten. Daarenboven nemen we alle schoolverlaters mee die een kwalificatiegetuigschrift behaalden in een horeca-opleiding binnen het deeltijds

1 Deze databank werd geconstrueerd voor het Steunpunt Studie- en Schoolloopbanen en het Steunpunt Werk en Sociale Economie in de loop van 2014-2015.

2 Deze jongeren werden geselecteerd door het Agentschap voor Onderwijsdiensten (Agodi). 3 ISCED is een internationale onderwijsindeling van UNESCO.

(19)

19 HOOFDSTUK 1 | DOEL EN OPZET VAN HET ONDERZOEK beroepsonderwijs. We hebben geen gegevens om na te gaan of de jongeren binnen het DBSO tijdens hun opleiding tewerkgesteld waren onder een ILW-contract (industrieel leerwezen).

We kozen er voor om de analyse toe te spitsen op de schoolverlaters die een leerbewijs behaald hebben in een horeca-gerelateerde opleiding in het schooljaar 2005-2006, 2006-2007 of 2007-2008. We nemen dus iedereen mee die in het schooljaar 2007-2008 de school verlaat én in één van de drie laatste jaren voor schoolverlaten een horeca-opleiding gevolgd heeft. Zo vermijden we dat het behalen van een leerbewijs van de horeca-opleiding te ver afligt van het moment van schoolverlaten. Schoolverlaters die op het moment van schoolverlaten jonger dan 17 of ouder dan 22 waren, lieten we weg, in navolging van verschillende onderzoeken binnen het Steunpunt Studie- en Schoolloopbanen. Door deze restrictie werden 16 jongeren verwijderd.

Er is een groep van jongeren waarvoor we de intrede op de arbeidsmarkt niet kunnen bestuderen, met name de jongeren die een horeca-opleiding volgden bij Syntra. We beschikken namelijk niet over voldoende data om deze groep te kunnen onderzoeken. In de LED is er immers geen garantie op volledigheid van gegevens over de leerbewijzen die bij Syntra behaald werden voor 2011.4

Het databestand met schoolverlaters met een kwalificatie van een horeca-opleiding op het niveau van het secundair onderwijs bestond uiteindelijk uit 963 jongeren. Voor al deze jongeren geldt dus dat ze in één van de drie laatste jaren voor schoolverlaten een horeca-gerelateerde opleiding van de 2de of 3de graad binnen het TSO of BSO, of binnen het DBSO succesvol beëindigd hebben5.

We hebben ons dus beperkt tot de schoolverlaters uit het secundair onderwijs en gaan niet in op schoolverlaters uit horeca-opleidingen binnen het hoger onderwijs.

1.3.2 Gegevens

1.3.2.1 Variabelen

De databank bevat drie groepen van variabelen:

- variabelen met informatie over de opleiding in het secundair onderwijs; - variabelen over de positie op de arbeidsmarkt tot vijf jaar na schoolverlaten; - socio-demografische variabelen.

1.3.2.2 Definiëring van kwalificaties in een horeca-opleiding

Zoals eerder gezegd zijn sommige schoolverlaters volledig gekwalificeerd in een horeca-opleiding en anderen gedeeltelijk gekwalificeerd.

Als volledig gekwalificeerd beschouwen we de personen die minimum één van volgende bewijzen behaald hebben in een horeca-gerelateerde studierichting:

- een diploma van het technisch secundair onderwijs (TSO) of het voltijds gewoon beroepsonderwijs (BSO);

- een studiegetuigschrift van een Se-n-Se opleiding (TSO);

- een studiegetuigschrift van het tweede jaar van de derde graad van het voltijds gewoon beroepsonderwijs (BSO);

- een studiegetuigschrift van het derde jaar van de derde graad van het voltijds gewoon beroepsonderwijs (BSO);

4 http://www.ond.vlaanderen.be/led/index.htm.

5 We richten onze analyses in de eerste plaats op de schoolverlaters uit het gewoon onderwijs. Als uitbreiding worden in hoofdstuk 5 de belangrijkste cijfers weergegeven voor de schoolverlaters uit het Buitengewoon Secundair Onderwijs die de school verlaten na het volgen van een horeca-opleiding.

(20)

20 HOOFDSTUK 1 | DOEL EN OPZET VAN HET ONDERZOEK

- een kwalificatiegetuigschrift van het deeltijds beroepsonderwijs (DBSO).

Als gedeeltelijk gekwalificeerden beschouwen we de leerlingen die hun horeca-opleiding niet volledig afgerond hebben. Op basis van onze beschikbare data kunnen we dit enkel benaderen met een proxy. We nemen hiervoor iedereen mee die geen hogere kwalificatie behaald heeft van een horeca-opleiding dan de kwalificatie van de tweede graad van het secundair onderwijs (een kwalificatie van de tweede graad kan behaald worden in de studierichtingen hospitality en hotelbeheer (TSO) of restaurant en keuken (BSO)).

Gedeeltelijk gekwalificeerd in een horeca-opleiding is in dit rapport dus geen definitie van laaggeschoold. Het is immers mogelijk dat iemand zich heroriënteert naar een andere studierichting buiten de horeca na het behalen van de 2de graad in een horeca-opleiding en slaagt in deze andere opleiding. Gedeeltelijk gekwalificeerden in een horeca-opleiding kunnen een diploma of studiegetuigschrift van de derde graad behaald hebben in een opleiding buiten het studiegebied horeca.

Voor de leerlingen in het DBSO weten we enkel of ze het kwalificatiegetuigschrift behaalden of niet. Binnen deze groep kunnen we geen gedeeltelijk gekwalificeerden onderscheiden.

Een deel van de jongeren behaalt de kwalificatie in het jaar van schoolverlaten (ongeacht of het een volledige of gedeeltelijke kwalificatie was), een deel van de jongeren behaalt die kwalificatie voor het jaar van schoolverlaten en zet de opleiding verder (al dan niet in hetzelfde studiedomein/studierichting; al dan niet met op het einde een kwalificatie).

(21)

21 HOOFDSTUK 1 | DOEL EN OPZET VAN HET ONDERZOEK

1.3.2.3 Definiëring van intredejob

Onze data laten toe om voor ieder kwartaal na schoolverlaten na te gaan of een schoolverlater aan het werk is. Met deze werkwijze kan nagegaan worden hoeveel kwartalen het duurt voor een schoolverlater op de arbeidsmarkt treedt.

De eerste job die uitgevoerd wordt na schoolverlaten definiëren we als de intredejob. Als ‘job’ nemen we alle soorten jobs mee: uitzendcontracten, deeltijds werk, werk bij de overheid, werk als zelfstandige, ... Werk als studentenarbeid en werk dat voor of tijdens de studies werd uitgevoerd, wordt echter niet meegenomen. Wanneer een persoon meerdere jobs uitvoert tijdens eenzelfde kwartaal, beschikken we niet over de benodigde data om na te gaan welke job eerst uitgevoerd werd. Om dit te omzeilen hebben we gekozen voor een dubbele werkwijze:

- indien er een job wordt uitgevoerd onder het paritair comité van de horecasector, wordt deze job geselecteerd;

- wanneer dit zich niet stelt, selecteren we de belangrijkste job. Dit definiëren we als de job waarin het regime het hoogst ligt. Als het regime niet verschilt, wordt de job met het hoogste loon genomen.6

1.3.3 Statistische analyses

De statistische analyses werden uitgevoerd met het statistisch programma SAS (Statistical Analyses System). Wat betreft de analyses worden zowel descriptieve als verklarende methoden toegepast zoals de logistische regressieanalyse.

6 Indien er meer dan één job wordt uitgevoerd onder het paritair comité van de horeca, wordt deze werkwijze gehanteerd om de belangrijkste job te selecteren.

(22)
(23)

23 HOOFDSTUK 2 | BESCHRIJVING VAN DE SCHOOLVERLATERS

2 | Beschrijving van de schoolverlaters

2.1 Omvang van de groep gekwalificeerde schoolverlaters uit een horeca-opleiding Uit de volledige populatie van schoolverlaters van het schooljaar 2007-2008 haalden we uiteindelijk 963 jongeren met een kwalificatie van een horeca-opleiding op het niveau van het secundair onderwijs. Dat is 3,1% van alle schoolverlaters uit het secundair onderwijs van de bestudeerde cohorte.

Deze groep bestaat voornamelijk uit schoolverlaters die een volledige kwalificatie behaalden in de horeca-opleiding. Het aandeel gedeeltelijk gekwalificeerden is echter niet beperkt: 131 schoolverlaters behaalden slechts een gedeeltelijke kwalificatie. Dit is een aandeel van meer dan één schoolverlater op acht.

2.2 Verdeling over studiedomeinen, -niveaus en studierichtingen

We onderscheiden achttien studierichtingen waarin onze groep van schoolverlaters een (volledige of gedeeltelijke) kwalificatie behaalden. Drie van deze studierichtingen bevinden zich in het technisch secundair onderwijs (TSO), acht binnen het beroepssecundair onderwijs (BSO) en zeven binnen het deeltijds beroepssecundair onderwijs (DBSO). Deze studierichtingen vallen volgens de ISCED-indeling onder de domeinen restaurant, grootkeuken, horeca-zaal en hotelonthaal. Voor de analyses groeperen we de schoolverlaters op basis van volledige of gedeeltelijke kwalificatie, domein, opleidingsvorm en –niveau. Een indeling van de schoolverlaters in een kleiner aantal groepen bevordert de analysemogelijkheden en de interpretatie van de onderzoeksresultaten. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de indeling in groepen.

De tabel laat zien dat de grootste groep schoolverlaters (657 jongeren of 68%) een opleiding volgden binnen het BSO. Binnen deze groep behaalde de grote meerderheid een eindkwalificatie; net geen 16% behaalde enkel de tweede graad.

Verder vinden we voor 146 of 15% van de schoolverlaters terug dat ze een kwalificatie behaalden van een horeca-opleiding binnen het TSO. Van deze groep vinden we voor bijna 18% terug dat ze enkel een getuigschrift van de tweede graad van het TSO behaalden in de studierichting hotelonthaal. Zij zijn dus gedeeltelijk gekwalificeerd.

Ten slotte is er nog een groep van bijna 17% van de schoolverlaters die een DBSO-studierichting volgden.

(24)

24 HOOFDSTUK 2 | BESCHRIJVING VAN DE SCHOOLVERLATERS

Tabel 2.1 Indeling populatie schoolverlaters naar kwalificatie, studiedomein, niveau en richting; n=963 Kwalificatie Studiedomein7 Niveau N Studierichting Aantal

Volledig

gekwalificeerd Hotel TSO-niveau 101 Hotel 101

Restaurant en

grootkeuken BSO-niveau 6

de

jaar 212 Restaurant en keuken 176

Grootkeuken 36 Restaurant en grootkeuken BSO-niveau 7 de jaar 302 Specialiteitenrestaurant 115 Banketaannemer-traiteur 84 Wereldgastronomie 19 Restaurantbedrijf en drankenkennis 28 Gemeenschaps-restauratie 56 Restaurant en

horeca-zaal DBSO-niveau 160 Zaal- en keukenhulp 42

Keukenhulp 37

Hulpkok 30

Kok 7

Horecamedewerker: snackbar en tearoom 41

Zaalbediener 2 Zaalhulp 1 Hospitality en hotelbeheer TSO-niveau 19 Hospitality 6 Hotelbeheer 13 Hotelonthaal BSO-niveau 7de jaar 38 Hotelonthaal 38 Gedeeltelijk gekwalificeerd 2

de graad TSO 131 Hotel 26

2de graad BSO Restaurant en keuken 105

Zoals we hierboven aangaven, nemen we in deze studie iedereen mee die in het schooljaar 2007-2008 de school verlaat én in één van de drie laatste jaren voor schoolverlaten een horeca-opleiding gevolgd heeft. Het is dus mogelijk dat de horeca-opleiding niet de laatst gevolgde opleiding is en men binnen het secundair onderwijs nog geslaagd is in een opleiding buiten het studiegebied horeca. Voor de lezer die interesse heeft in een beschrijving van de schoolverlaters die een andere opleiding binnen het secundair onderwijs bijvolgden, kunnen dit lezen in punt 2.3. De andere lezers kunnen onmiddellijk overgaan naar punt 2.4 waar een overzicht gegeven wordt van de socio-demografische kenmerken van de groep schoolverlaters.

2.3 Gevolgde opleidingen binnen het secundair onderwijs na de horeca-studie

Hoewel alle hier bestudeerde jongeren de school verlaten hebben in het schooljaar 2007-2008, behaalden ze niet allemaal in dit studiejaar de kwalificatie van hun horeca-opleiding. Uit onderstaande tabel blijkt dat van de schoolverlaters die een gedeeltelijke kwalificatie behaalden in de horeca-opleiding, net geen 85% deze kwalificatie behaalde voor het laatste schooljaar. Opvallend is dat ook

7 De benamingen van de studiedomeinen komen niet altijd overeen met de ISCED-classificatie. Zo heeft het studiedomein ‘hotel’ in de ISCED-classificatie de benaming ‘restaurant’ en ‘hospitality en hotelbeheer’ stemmen overeen met de benamingen ‘hotel en eventmanagement’.

(25)

25 HOOFDSTUK 2 | BESCHRIJVING VAN DE SCHOOLVERLATERS van de jongeren die wel een volledige kwalificatie behaalden in een horeca-opleiding 20% deze kwalificatie behaalde voor het schooljaar 2007-2008.

Tabel 2.2 Schooljaar waarin het laatste studiebewijs van de horeca-opleiding behaald werd, n=963 Volledig gekwalificeerd Gedeeltelijk gekwalificeerd Totaal

N % N % N

2007-2008 674 80,9 20 15,3 694

2006-2007 141 16,9 52 39,7 193

2005-2006 18 2,2 59 45,0 77

Van deze 270 jongeren (159 volledig gekwalifceerden en 111 gedeeltelijk gekwalifceerden8) voor wie

geldt dat ze het studiebewijs van de horeca-opleiding vóór het jaar van schoolverlaten behaalden, is het interessant om te weten met welke opleiding de jongeren dan nog bezig waren tijdens hun laatste opleidingsjaar (of jaren). Het kan immers zijn dat deze jongeren naar een andere richting overstapten. Indien de jongeren die overstapten naar een andere opleiding hierin ook een kwalificatie (een volledige of een gedeeltelijke) behaalden, kunnen we met de gegevens uit de databank nagaan welke opleiding het dan precies was. We weten ook om hoeveel jongeren het gaat. We bekijken dit zowel voor de groep jongeren met een gedeeltelijke kwalificatie van een horeca-opleiding als voor de jongeren met een volledige kwalificatie van een horeca-opleiding9.

8 Cijfers voor de schooljaren 2006-2007 en 2005-2006 opgeteld

9 Indien de jongeren overstapten naar een andere opleiding, maar daar geen kwalificatie behaalden, dan kunnen we niet achterhalen welke opleiding ze volgden, aangezien de studierichting pas geregistreerd wordt als er een kwalificatie werd behaald. De omvang van deze groep kunnen we ook niet bepalen omdat deze tweede groep niet te onderscheiden valt van een derde, namelijk de jongeren die nog altijd een horeca-opleiding volgden maar evenmin een kwalificatie behaalden. Voor die laatste groep is evenmin de opleiding geregistreerd. Wat we wel weten is de omvang van deze twee laatste groepen samen.

(26)

26 HOOFDSTUK 2 | BESCHRIJVING VAN DE SCHOOLVERLATERS

Figuur 2.1 Schooljaar waarin het laatste studiebewijs van de horeca-opleiding behaald werd, n=963

Om dit na te gaan wordt in volgende tabel weergegeven hoe hoog het aandeel schoolverlaters is dat na de horeca-opleiding nog een bewijs binnen een andere opleiding heeft behaald. Dit wordt weergegeven voor de 159 personen die hun eindkwalificatie in een horeca-opleiding behaalden in een jaar dat voorafgaat aan het jaar van schoolverlaten alsook voor de 111 schoolverlaters die een 2de graad horeca-opleiding behaalden vóór schoolverlaten (cf. Supra tabel 2.2)10.

In het totaal hebben 76 schoolverlaters na de horeca-opleiding nog een bewijs in een andere secundaire studierichting behaald. Van deze groep zijn 62 personen volledig gekwalificeerd in hun horeca-opleiding en 14 personen slechts gedeeltelijke gekwalificeerd. Het aandeel gedeeltelijk gekwalificeerde schoolverlaters dat na de horecastudie nog een bewijs behaalde in een niet horeca-gerelateerde opleiding, ligt dus laag. Net geen 10% van de personen die voor het schooljaar 2007-2008 een horecabewijs van de tweede graad secundair onderwijs behaalden, behoort tot deze groep. Wat betreft de volledig gekwalificeerde schoolverlaters in een horeca-opleiding die daarna een andere opleiding binnen het secundair onderwijs volgden, vinden we voor 39% terug dat ze een opleiding (buiten het studiegebied horeca) succesvol beëindigd hebben.

10 Schoolverlaters die in het schooljaar 2007-2008 slaagden in een horeca-opleidingen laten we achterwege omdat zij de school verlaten hebben na het schooljaar 2007-2008 (cf. Supra hoofdstuk 1).

(27)

27 HOOFDSTUK 2 | BESCHRIJVING VAN DE SCHOOLVERLATERS

Tabel 2.3 Behalen van een leerbewijs na de horecastudie in een opleiding van een ander studiegebied (binnen het secundair onderwijs)

Nadien nog geslaagd in een opleiding binnen het SO

Geen opleiding binnen het SO meer behaald Totaal N % N % N Volledig gekwalificeerd 62 39,0 97 61,0 159 Gedeeltelijk gekwalificeerd 14 9,9 97 90,1 111

Bijna de helft van de volledig gekwalificeerden (29 van de 62) behaalden een bijkomende opleiding in de studierichting banketbakkerij-chocoladebewerking (BSO 3de graad, 7de jaar). De andere helft is terug te vinden in 17 verschillende andere

studierichtingen. Bij de gedeeltelijk gekwalificeerden is de spreiding tussen opleidingen hoger11.

11 Omdat we werken met populatiegegevens kunnen we niet dieper ingaan op deze verdeling naar studierichtingen omdat de n-waarden steeds te klein zijn om de privacy van de leerlingen te kunnen waarborgen.

(28)

28 HOOFDSTUK 2 | BESCHRIJVING VAN DE SCHOOLVERLATERS

2.4 Socio-demografische kenmerken op het moment van schoolverlaten

In deze paragraaf geven we een overzicht van de socio-demografische kenmerken van de groep schoolverlaters. Meer bepaald bekijken we het geslacht van de schoolverlaters, de herkomst, de provincie waar ze wonen en de gezinspositie. We bestuderen deze kenmerken op het moment van schoolverlaten, met name in 2008. Hieronder staat het overzicht. Daarna bespreken we kort de bevindingen.

Tabel 2.4 Socio-demografische kenmerken van de schoolverlaters, op 31/12

N % Geslacht (n=938) Man 575 61,3 Vrouw 363 38,7 Herkomst (n=925) België 751 81,2 EU 84 9,1 Niet-EU 15 1,6 Maghreb en Turkije 44 4,8 Andere 31 3,4 Woonplaats (provincie) (n=921) Antwerpen 296 32,1 Limburg 99 10,7 Oost-Vlaanderen 229 24,9 Vlaams-Brabant 79 8,6 West-Vlaanderen 199 21,6 Brussel 11 1,2 Wallonië 8 0,9 Gezinspositie (n=935) Alleenstaand 42 4,5

Inwonend bij ouders (of kerngezin) 805 86,1

Samenwonend 59 6,3

Andere 29 3,1

2.4.1 Geslacht

De groep schoolverlaters bestaat uit een grotere groep mannen dan vrouwen. Dit geldt in het bijzonder voor de groep die geen volledige kwalificatie behaalde in een horeca-opleiding. Meer dan zeven op tien is er van het mannelijke geslacht. Dit is opvallend omdat de horecasector in dit jaar meer vrouwelijke dan mannelijke werknemers telde: het aandeel vrouwelijke werknemers bedroeg 56% (op 30 juni 2008; Guidea, 2014).

Met de beperkingen van onze dataset in acht genomen, kan berekend worden ( 𝑔𝑒𝑑𝑒𝑒𝑙𝑡𝑒𝑙𝑖𝑗𝑘 𝑔𝑒𝑘𝑤𝑎𝑙𝑖𝑓𝑖𝑐𝑒𝑒𝑟𝑑

(𝑔𝑒𝑑𝑒𝑒𝑙𝑡𝑒𝑙𝑖𝑗𝑘 𝑔𝑒𝑘𝑤𝑎𝑙𝑖𝑓𝑖𝑐𝑒𝑒𝑟𝑑+𝑣𝑜𝑙𝑙𝑒𝑑𝑖𝑔 𝑔𝑒𝑘𝑤𝑎𝑙𝑖𝑓𝑖𝑐𝑒𝑒𝑟𝑑))dat het aandeel schoolverlaters dat een horeca-opleiding volgde

maar geen volledige kwalificatie behaalde, hoger ligt bij mannen (15,7%12) dan bij vrouwen (9,6%13).

12 Berekend als: (90/(90+485)). 13 Berekend als: (35/(35+328)).

(29)

29 HOOFDSTUK 2 | BESCHRIJVING VAN DE SCHOOLVERLATERS Dit komt overeen met de resultaten die gevonden werden in andere studies (o.m. in de studie Van Landeghem e.a., 2014).

2.4.2 Herkomst

Om de herkomst van een persoon te bepalen worden vier criteria in rekening gebracht: - de huidige herkomst van de persoon,

- de geboorteherkomst van de persoon, - de geboorteherkomst van de vader en - de geboorteherkomst van de moeder.

Is één van deze vier criteria een niet-Belgische herkomst, dan wordt de persoon beschouwd als een persoon van buitenlandse herkomst. Om de personen van buitenlandse herkomst op te delen naar herkomstgroep wordt gewerkt met een cascadesysteem. Er wordt eerst gekeken naar de geboorteherkomst van de vader. Is dat een vreemde herkomst, dan wordt de persoon ingedeeld in de herkomstgroep die met die vreemde herkomst overeenkomt. Is de geboorteherkomst van de vader onbekend of Belgisch dan wordt gekeken naar de geboorteherkomst van de moeder. Is die onbekend of Belgisch dan wordt gekeken naar de geboorteherkomst van de persoon zelf. Is die onbekend of Belgisch wordt gekeken naar de huidige herkomst van de persoon.

In de tabel zien we dat meer dan 80% van de schoolverlaters een Belgische herkomst heeft. Een aandeel van 9% heeft een herkomst van een land dat behoort tot de Europese Unie. Slechts 15 personen hebben een herkomst van een ander Europees land dat niet tot de EU behoort (excl. Turkije). Het aandeel personen met een herkomst uit een Maghreb-land of Turkije bedraagt net geen 5%. Zo’n drie procent van de schoolverlaters heeft dan weer een herkomst van een land dat niet tot één van voorgaande categorieën behoort.

Als we deze verdeling afzetten tegenover de verdeling bij de werkenden in de horecasector, krijgen we opvallende verschillen. In hetzelfde jaar had slechts 71% van de Vlaamse werknemers die in de horeca werken een Belgische herkomst. Een verschil van tien procentpunten dus. Het verschil is vooral terug te vinden in de categorie van ‘andere’: zo’n 9% van de tewerkgestelden binnen de horeca heeft een herkomst die tot de categorie ‘andere’ behoort tegenover slechts 3,4% bij de schoolverlaters (Guidea, 2016).

In tabel 2.5 wordt de verdeling van herkomst uitgesplitst naar het type kwalificatie (volledige versus gedeeltelijke kwalificatie). Uit de tabel blijkt dat de gedeeltelijk gekwalificeerden in een horeca-opleiding vaker een buitenlandse herkomst hebben. Dit geldt voor elk van de drie onderscheiden herkomstcategorieën. Het aandeel gedeeltelijk gekwalificeerden ligt relatief14 het hoogst bij de

personen met een Europese herkomst en de personen met een ‘andere’ herkomst. Het laagste relatieve aandeel gedeeltelijk gekwalificeerden vinden we terug bij de schoolverlaters met een Belgische herkomst.

14 Berekend voor iedere herkomstcategorie afzonderlijk a.d.h.v. de formule (

𝑔𝑒𝑑𝑒𝑒𝑙𝑡𝑒𝑙𝑖𝑗𝑘𝑔𝑒𝑘𝑤𝑎𝑙𝑖𝑓𝑖𝑐𝑒𝑒𝑟𝑑

(𝑔𝑒𝑑𝑒𝑒𝑙𝑡𝑒𝑙𝑖𝑗𝑘𝑔𝑒𝑘𝑤𝑎𝑙𝑖𝑓𝑖𝑐𝑒𝑒𝑟𝑑+𝑣𝑜𝑙𝑙𝑒𝑑𝑖𝑔𝑔𝑒𝑘𝑤𝑎𝑙𝑖𝑓𝑖𝑐𝑒𝑒𝑟𝑑)

(30)

30 HOOFDSTUK 2 | BESCHRIJVING VAN DE SCHOOLVERLATERS

Tabel 2.5 Verdeling herkomst naar kwalificatie, n = 925, in kolom% Volledig gekwalificeerden (n = 802) Gedeeltelijk gekwalificeerden (n = 123) Totaal N % N % N België 660 82,3 91 74,0 751 Europa15 82 10,3 17 13,9 99 Maghreb en Turkije 37 4,6 7 5,7 44 Andere 23 2,9 8 6,5 31 2.4.3 Woonplaats

Net geen derde van de schoolverlaters woont in de provincie Antwerpen. Daarnaast vinden we ook voor veel schoolverlaters terug dat ze wonen in de provincies Oost- of West-Vlaanderen. We merken op dat deze drie provincies tevens het hoogste aantal hotel- en grootkeukenscholen tellen (11 in Antwerpen, 8 in Oost-Vlaanderen en 9 in West-Vlaanderen (Fan van Horeca, s.d.16)).

2.4.4 Gezinspositie

Niet verwonderlijk woont meer dan 85% van de schoolverlaters op het moment van schoolverlaten nog bij de ouders of een ander lid van het kerngezin. Schoolverlaters die niet meer bij hun ouders wonen, vinden we het vaakst terug in de gezinsposities ‘samenwonend’ en ‘alleenstaand’.

2.5 Conclusies en aanbevelingen

- De groep die geen volledige kwalificatie heeft behaald in een horeca-opleiding is niet klein: het gaat om ruim één op de acht jongeren binnen de groep die een kwalificatie behaalde. Het is belangrijk dat de sector inspanningen doet om jongeren tot aan de eindmeet te brengen zodat het aandeel jongeren met een kwalificatie voor een volledige horeca-opleiding toeneemt. We hebben op dit moment geen zicht op de specifieke redenen voor uitval uit de horeca-opleidingen. Dit zou verder onderzocht kunnen worden. Tot nader orde is het belangrijk om te werken aan de factoren die uitval vermijden.

- We zien dat jongeren die na hun horeca-opleiding nog een opleiding aanvatten en ze met een kwalificatie beëindigen, dit vaak doen in het studiegebied voeding. Aangezien dit een verwant gebied is, hoeft dit niet te betekenen dat dit een keuze is die uitsluit dat men toch in de horeca gaat werken.

- De horeca is een erg diverse sector: in 2008 was de meerderheid van de werknemers van het vrouwelijke geslacht en hadden bijna drie werknemers op tien geen Belgische herkomst. Wat het socio-demografisch profiel van de schoolverlaters betreft, zien we dat er ruim anderhalf keer meer mannelijke als vrouwelijke schoolverlaters zijn en dat minder dan twee schoolverlaters op tien geen Belgische herkomst hebben. De diversiteit binnen de horecasector wordt dus niet weerspiegeld bij de schoolverlaters.

- Andere kenmerken van de schoolverlaters zijn dat negen op de tien nog inwonen bij de ouders en dat de schoolverlaters zijn niet evenredig verdeeld over de provincies. Dit laatste ligt in de lijn met de spreiding van de horecascholen over de provincies.

15 EU en niet-EU zijn in deze tabel samengenomen omwille van lage n-waarden. 16 http://www.fanvanhoreca.be/hotelscholen/grootkeukenscholen.

(31)

31 HOOFDSTUK 3 | HET EERSTE JAAR NA SCHOOLVERLATEN

3 | Het eerste jaar na schoolverlaten

In dit hoofdstuk bekijken we het eerste jaar na schoolverlaten. Dit is de periode vanaf het derde kwartaal van 2008 (3Q 2008) tot en met het tweede kwartaal van 2009 (2Q 2009). We zijn in het bijzonder geïnteresseerd in welke mate de schoolverlaters tijdens het eerste jaar op de arbeidsmarkt een job binnen de horecasector uitoefenen17, omdat ze hiervoor opgeleid zijn.

De gevolgde werkwijze is als volgt: in een eerste fase gaan we na wie er in het eerste jaar na schoolverlaten een job als werknemer in de horeca uitvoert. We maken hierbij een onderscheid tussen vroege en late intreders. Voor de personen die niet als werknemer in de horeca aan het werk zijn, bekijken we of ze op een moment tijdens dit jaar als zelfstandige binnen de horeca actief zijn. In de overige groep maken we een onderscheid tussen personen die tijdens het eerste jaar na schoolverlaten een job vinden (als werknemer of als zelfstandige) maar niet in de horeca en de jongeren die niet aan de slag zijn tijdens het eerste jaar.

Onderstaande figuur geeft een overzicht van de verschillende posities die de schoolverlaters tijdens het eerste jaar op de arbeidsmarkt kunnen innemen, en waar we die positie behandelen in dit hoofdstuk.

Figuur 3.1 Mogelijke arbeidsposities tijdens het eerste jaar op de arbeidsmarkt

17 De jobgegevens worden gebaseerd op de Dimona aangifte die gegevens over het begin en het einde van de arbeidsrelatie met een personeellid bevat.

Eerste jaar na

schoolverlaten

100% (963 SV) Intrede in de horecasector Paragraaf 3.1 Vroege intrede (als werknemer) Paragraaf 3.2 Late intrede (als werknemer) Paragraaf 3.3 Zelfstandige in de horeca Paragraaf 3.4 Geen intrede in de horecasector Paragraaf 3.5

Intrede in job buiten horeca

Paragraaf 3.5.1

Geen intrede op de arbeidsmarkt

(32)

32 HOOFDSTUK 3 | HET EERSTE JAAR NA SCHOOLVERLATEN

3.1 Tewerkstelling in de horecasector

3.1.1 De groep intreders in de horecasector

We bekijken eerst hoeveel schoolverlaters uit het secundair onderwijs, die een (volledige of gedeeltelijke) kwalificatie behaalden in een horeca-opleiding, tijdens het eerste jaar na schoolverlaten een betrekking hebben als werknemer binnen de horecasector. We bekijken tegelijk in welk kwartaal hun (eerste) job in de horeca startte. Veertig procent van de schoolverlaters startte in deze sector tijdens het eerste kwartaal na schoolverlaten (3Q 2008). Dit wordt omschreven als vroege intrede in het vervolg van dit rapport. Daarnaast vinden we voor 18% van de schoolverlaters terug dat ze tijdens het tweede (4Q 2008), derde (1Q 2009) of vierde kwartaal (2Q 2009) na schoolverlaten voor het eerst een betrekking binnen de horecasector uitvoeren. Dit definiëren we als late intrede in de horecasector. Onderstaande figuur geeft dit weer. In totaal heeft dus bijna 60% van de schoolverlaters (of 569 jongeren) in het eerste jaar na schoolverlaten een job in de horecasector als werknemer.

Figuur 3.2 Aandeel schoolverlaters dat intreedt in de horecasector als werknemer, uitgesplitst naar het kwartaal van intrede, n=963

Daarnaast zijn er nog 11 schoolverlaters die als zelfstandige in de horeca aan het werk gaan. Dit brengt het totale aantal werkenden in de horeca op 580 jongeren of 60% van de totale groep schoolverlaters. (De overige groep heeft tijdens het eerste jaar dus geen job in de horecasector. Deze groep bekijken we later in dit rapport.)

Tabel 3.1 Werkenden in de horeca tijdens intredejaar, n = 963 (totale groep schoolverlaters) Intreders in horeca N %

Vroege intreders als werknemer 398 41,3

Late intreders als werknemer 171 17,8

Zelfstandigen in de horeca 11 1,1

Vervolgens splitsen we deze cijfers uit naar de groep volledig gekwalificeerden enerzijds en de gedeeltelijk gekwalificeerden anderzijds. Zoals hierboven werd aangegeven maken de gedeeltelijk gekwalificeerden een aandeel van acht procent uit van de groep schoolverlaters. Zij hebben hun horeca-opleiding niet volledig beëindigd (enkel een getuigschrift van de 2de graad). Dit wordt in tabel 3.2 weergegeven. 3Q 2008 41%

4Q 2008

10%

1Q 2009

5%

2Q 2009

3%

Vroege

(33)

33 HOOFDSTUK 3 | HET EERSTE JAAR NA SCHOOLVERLATEN Uit de tabel blijkt dat in het bijzonder het aandeel vroege intreders hoger ligt bij de schoolverlaters die een volledige kwalificatie behaalden. Het aandeel late intreders verschilt niet tussen beide groepen. In het totaal zijn zo’n 63% van de volledig gekwalificeerden in het intredejaar actief in de horeca tegenover net geen 46% van de gedeeltelijk gekwalificeerden. Bijna de helft van de personen die hun horeca-opleiding niet voltooiden, zijn tijdens het intredejaar dus toch actief in de horeca.

Tabel 3.2 Uitsplitsing intreders naar kwalificatie, in kolom%

Intreders in horeca Volledig gekwalificeerd (n = 832)

Gedeeltelijk gekwalificeerd (n = 131)

N % N %

Vroege intreders als werknemer 362 43,5 36 27,5

Late intreders als werknemer 148 17,8 23 17,6

Zelfstandigen in de horeca 10 1,2 1 0,8

Totaal 520 62,5 60 45,8

3.1.2 Aantal kwartalen van tewerkstelling tijdens het eerste jaar

Vervolgens gaan we in op de duur van de tewerkstelling in de horeca tijdens het eerste jaar. Om dit te bestuderen lenen onze data enkel tot het gebruik van een proxy (een benadering). Met deze proxy geven we weer in hoeveel kwartalen na afstuderen we een tewerkstelling in de horeca terugvonden voor de schoolverlaters. Het is hierbij wel mogelijk dat ze niet gedurende het hele kwartaal tewerkgesteld werden of mobiel waren tussen werkgevers. De verdeling van deze proxy wordt in grafiek 3.1 weergegeven.

Zoals we al weten voert 40% van de schoolverlaters tijdens het eerste jaar na schoolverlaten geen job uit binnen de horecasector. Van de groep die wel werkzaam is in de horecasector, is het grootste aandeel in elk van de vier kwartalen aan het werk binnen de horecasector. Tewerkstelling van één, twee of drie kwartalen komt quasi evenveel voor en ligt steeds op een lager niveau.

(34)

34 HOOFDSTUK 3 | HET EERSTE JAAR NA SCHOOLVERLATEN

Grafiek 3.1 Aantal kwartalen waarin de schoolverlaters minstens één job binnen de horecasector uitvoerden (als werknemer of zelfstandige), n=963

40% 9% 10% 13% 28% 0 kwartalen 1 kwartaal 2 kwartalen 3 kwartalen 4 kwartalen

(35)

35 HOOFDSTUK 3 | HET EERSTE JAAR NA SCHOOLVERLATEN

3.2 De vroege intreders

Van de totale groep schoolverlaters is 41% actief in een horeca-job tijdens het eerste kwartaal na schoolverlaten. Er zijn dus 398 vroege intreders. In deze paragraaf gaan we in op deze vroege intreders. We bekijken eerst in welke activiteiten ze ingeschakeld worden en wat het verband is met het studiedomein waarin ze hun kwalificatie behaalden. Vervolgens bekijken we met welk type van contract ze tewerkgesteld zijn.

3.2.1 Activiteiten

We vinden de jobs van de vroege intreders voornamelijk terug binnen de activiteiten van ‘eet- en drinkgelegenheden’: 85% van de vroege intreders werkt in de eet- en drinkgelegenheden. Dit zijn bedrijven als restaurants, catering en cafés. (Onze data laten niet toe om een gedetailleerdere opsplitsing te maken.) Uit de cijfers van Guidea (2015) komt naar voor dat meer dan negen horecaondernemingen op tien zich in 2013 richtten tot de eet-en drinkgelegenheden. Het hoge aandeel werkenden in deze activiteiten is dus niet onverwacht.

Daarnaast werkt bijna 13% van de vroege intreders in een job die zich richt op het ‘verschaffen van accommodatie’. Onder de categorie ‘andere’ groeperen we alle activiteiten die onder het paritair comité van de horecasector vallen, maar niet gericht zijn op de activiteitenafdelingen ‘verschaffen van accommodatie’ en ‘eet- en drinkgelegenheden’. Hierin is 2% van de vroege intreders tewerkgesteld.

Tabel 3.3 Activiteiten van de vroege intreders, n=398

N %

Verschaffen van accommodatie 50 12,6

Eet- en drinkgelegenheden 339 85,2

Andere 9 2,2

3.2.2 Verband tussen de activiteiten en de opleiding

Idealiter is er een verband tussen de job die iemand heeft en de opleiding die de persoon gevolgd heeft. Daarom gaan we hier het verband na tussen de activiteiten en de behaalde kwalificatie. Hierbij komt naar voor dat schoolverlaters uit de studierichtingen die zich in hun opleidingsaanbod richten op de restaurantsector18, ook duidelijk in de activiteiten van eet- en drinkgelegenheden terechtkomen

in hun job. Voor acht à negen op de tien jongeren uit die opleidingen is dit het geval.

Voor de jongeren uit opleidingen die zich op de hotelsector richten, zien we dat ook zij overwegend intreden in jobs in het verlengde van hun studies, met name jobs die zich richten op het verschaffen van accommodatie. Ongeveer zeven op de tien van hen komen in deze activiteiten terecht.

De groep die slechts een gedeeltelijke kwalificatie behaalde, vinden we overwegend terug in een job binnen de activiteiten van eet- en drinkgelegenheden.

(36)

36 HOOFDSTUK 3 | HET EERSTE JAAR NA SCHOOLVERLATEN

3.2.3 Type werknemer en regime

Vervolgens is het interessant om na te gaan als welk type werknemers de vroege intreders actief zijn Hierbij maken we een onderscheid tussen reguliere werknemers en extra’s in de horeca19. De term

extra’s verwijst naar de gelegenheidswerknemers binnen de horeca. Gelegenheidswerk in de horeca is een bijzonder statuut waarbij horecabedrijven een beperkt aantal dagen per kalenderjaar de mogelijkheid krijgen om extra werkkrachten tegen gunstige voorwaarden in te zetten. Sinds juli 2014 werd dit aantal dagen opgetrokken tot 200 dagen i.p.v. 100 dagen (Vlaamse Overheid, s.d.; Sociale zekerheid, s.d.). In het verdere verloop van dit rapport gebruiken we steeds de verkorte term ‘extra’s’ om naar deze vorm van tewerkstelling te verwijzen.

Bijna vier vroege intreders op vijf zijn een reguliere werknemer, de overige zijn extra’s. 74 van de 86 personen die intreden als extra zijn volledig gekwalificeerd in een horeca-opleiding, de overige 12 personen behaalden slechts een gedeeltelijke kwalificatie.

Van de reguliere werknemers weten we ook of ze voltijds of deeltijds tewerkgesteld zijn. Bijna de helft van de vroege intreders werkt voltijds als reguliere werknemer, één op de drie vroege intreders werkt deeltijds als reguliere werknemer. Extra’s zijn per definitie gelegenheidswerknemers.

Tabel 3.4 Type werknemer en regime van de vroege intreders, n=398

N %

Regulier Voltijds 185 46,5

Deeltijds 127 31,9

Extra 86 21,6

Van de 86 vroege intreders voor wie we enkel een job als extra terugvinden in het eerste kwartaal na schoolverlaten, zien we dat 45 personen (52%) van deze groep op een later ogenblik tijdens het intredejaar als reguliere werknemer in de horeca aan het werk gaan. Voor meer dan de helft van de vroege intreders die als extra werken, is deze job een eerste opstap voor een reguliere tewerkstelling in de horeca.

Voor de overige 41 schoolverlaters (46%) vinden we dus terug dat ze tijdens het intredejaar enkel als extra werken binnen de horeca.

3.3 De late intreders

Naast deze groep van vroege intreders in de horecasector, zijn er 171 schoolverlaters die pas tijdens het tweede, derde of vierde kwartaal na schoolverlaten voor het eerst een job uitvoeren in de horecasector. Zij hebben een aandeel van 18% in de groep van de schoolverlaters.

3.3.1 Kenmerken van de tewerkstelling binnen de horeca

3.3.1.1 Activiteiten

Wat de activiteiten van de horecajobs betreft, komt opnieuw naar voor dat de jobs in de eerste plaats terug te vinden zijn in de ‘eet- en drinkgelegenheden’. Het aandeel late intreders dat in hun job activiteiten uitvoert gericht op het ‘verschaffen van accommodatie’, ligt wat lager dan het aandeel dat we hierboven terugvonden bij de vroege intreders (tabel 3.3).

19 Wanneer iemand tijdens eenzelfde kwartaal een job als extra én een job als reguliere werknemer in de horeca uitvoert, hebben we enkel de job als reguliere werknemer behouden. De extra’s zijn dus de personen voor wie geldt dat de job als extra de enige tewerkstelling is binnen de horeca.

(37)

37 HOOFDSTUK 3 | HET EERSTE JAAR NA SCHOOLVERLATEN

Tabel 3.5 Activiteiten van de late intreders, n=171

N %

Verschaffen van accommodatie 15 8,8

Eet- en drinkgelegenheden 144 84,2

Andere 12 7,0

3.3.1.2 Verband tussen de activiteiten en de opleiding

Indien we kijken naar het verband tussen de opleiding die de late instromers gevolgd hebben en de activiteiten waarin ze terechtkomen, dan zien we opnieuw dat de schoolverlaters uit de opleidingen die zich richten op de restaurantsector ook daadwerkelijk in jobs terechtkomen die zich richten op eet- en drinkgelegenheden. Ook de gedeeltelijk gekwalificeerden komen het vaakst in die activiteiten terecht. Er zijn weinig late intreders die een hotelopleiding20 gevolgd hebben. De schoolverlaters uit

het studiedomein ‘hospitality en hotelbeheer (TSO)’ hebben allemaal een job in het verschaffen van accommodatie.

3.3.1.3 Type werknemer en regime

Net als bij de bespreking van de vroege intreders gaan we na als welk type werknemer de schoolverlaters tewerkgesteld worden in hun eerste horeca-job. Dit wordt in tabel 3.6 weergegeven. Voor 38 late intreders vinden we terug dat ze hun eerste horeca-job als extra uitvoerden. Binnen deze groep zijn 35 personen volledig gekwalificeerd in een horeca-opleiding en 3 personen gedeeltelijk gekwalificeerd.

Net zoals bij de vroege intreders is meer dan drie vierde actief als reguliere werknemer. In de groep van late intreders zijn ongeveer evenveel jongeren voltijds aan het werk als reguliere werknemer en ongeveer even vaak aan het werk als deeltijdse werknemer, in vergelijking met de groep vroege intreders.21

Tabel 3.6 Contractvorm (regime) van de late intreders, n=171

N %

Regulier Voltijds 69 40,4

Deeltijds 64 37,4

Extra 38 22,2

Van de 38 late intreders die als extra in de horeca intreden, gaan slechts 3 personen later tijdens het intredejaar als reguliere werknemer binnen de horeca aan de slag. De overige 35 personen zijn tijdens het intredejaar enkel als extra aan het werk binnen de horeca.

3.3.2 Werkervaring buiten de horeca

De intredejob in de horeca is niet voor iedereen de eerste job na schoolverlaten. Late intreders hebben al tijd gehad om buiten de horecasector aan de slag geweest te zijn. In deze paragraaf gaan we in op de werkervaring buiten de horeca van late intreders.

3.3.2.1 Omvang van de groep late intreders met werkervaring

Het is interessant om te weten hoeveel van de late intreders de horecasector binnenkomen met werkervaring en hoeveel zonder.

20 Als hotelopleiding klassificeren we de opleidingen ‘hospitality en hotelbeheer’ en ‘hotelonthaal’. 21 Chi2 = 2,1128 (p = 0,3477).

(38)

38 HOOFDSTUK 3 | HET EERSTE JAAR NA SCHOOLVERLATEN

We bekijken eerst voor de volledige groep van schoolverlaters uit een horeca-opleiding in welk kwartaal ze hun eerste job hadden en in welk kwartaal ze voor het eerst een job uitoefenen binnen de horecasector. De cijfers in vet duiden op de personen die een job in de horeca hebben na een eerste werkervaring elders. (De cijfers die niet in vet staan betreffen dus jongeren voor wie de eerste job een job in de horecasector was.)

Tabel 3.7 Verdeling van de intreders in de horecasector naar het kwartaal van intrede op de arbeidsmarkt, n=569 (totale groep intreders in de horecasector), in absolute aantallen

Kwartaal van de eerste job in de horeca

3Q 2008 4Q 2008 1Q 2009 2Q 2009

Kwartaal van de eerste

job 3Q 2008 (n=450) 398 29 15 8

4Q 2008 (n=82) - 69 5 8

1Q 2009 (n=26) - - 24 2

2Q 2009 (n=11) - - - 11

Totaal 398 98 44 29

In totaal zijn er 67 late intreders (40% van de late intreders) die een eerste job hadden buiten de horecasector in een kwartaal dat voorafgaat op hun intrede in de horecasector.

Tabel 3.8 Werkervaring buiten de horecasector bij de late instromers in de horecasector, n=171 Met werkervaring buiten horeca Zonder werkervaring buiten horeca

N % N %

Late intreders 67 39,2 104 60,8

In wat volgt gaan we voor de intredejobs van deze 67 late intreders die voorheen reeds buiten de horecasector actief waren, dieper in op de sectorgroep van tewerkstelling alsook op de contractvorm.

3.3.2.2 Sectorgroep van de eerste job buiten de horecasector

Deze 67 schoolverlaters die voor hun intrede in de horecasector reeds werkervaring buiten de horecasector hebben opgedaan, werden voornamelijk binnen de privésector tewerkgesteld. Meer in het bijzonder de sectorgroep ‘diensten aan ondernemingen en personen’komt sterk naar voor: 60% van de eerste jobs van de late intreders valt hieronder. Deze groep bestaat bijna uitsluitend uit jobs die behoren tot de uitzendsector: 36 van de 40 personen binnen deze sectorgroep zijn werkzaam in het paritair comité van de uitzendsector. Voor deze groep is het echter niet bekend welke activiteiten ze uitvoerden onder een uitzendcontract; waardoor het mogelijk is dat de jongeren die een job hebben die tot deze groep behoort reeds actief waren in de horecasector als uitzendkracht.

Daarnaast vinden we voor bijna acht procent van de late intreders met werkervaring terug dat ze actief waren in de social profit en eenzelfde aandeel in de distributie. Kortom, drie intredejobs op de vier kunnen we terugbrengen tot deze drie genoemde sectorgroepen.

Verder vinden we de jobs terug in het stelsel van zelfstandige, en overheidsdiensten.

3.3.2.3 Type werknemers en regime in de eerste job

Voor deze groep late intreders voor wie de eerste job buiten de horecasector teruggevonden kan worden, geven we in een volgende tabel weer onder welk regime ze in deze jobs aan de slag waren. We nemen in deze berekeningen de zelfstandigen niet mee (twee personen). We maken voor het regime een indeling naar het voltijds regime, het deeltijds regime en het speciale regime. Het speciale

(39)

39 HOOFDSTUK 3 | HET EERSTE JAAR NA SCHOOLVERLATEN regime wordt gebruikt voor werknemers met zeer korte/onregelmatige contracten (interim, seizoenarbeid, gelegenheidsarbeid in land- en tuinbouw en gelegenheidsarbeid in horeca).

Uit de tabel komt naar voor dat bijna één vierde van de intredejobs onder het voltijdse regime als reguliere werknemer valt. Het aandeel deeltijdse reguliere werknemers ligt vijf procentpunten lager. De personen die vallen onder het speciale regime bestaan uit 36 personen die werken als interim (cf. Supra), 1 persoon die werkzaam is onder het paritair comité van de voedingsnijverheid en 1 persoon die werkzaam is onder een onbekend paritair comité.

Tabel 3.9 Type en regime van de eerste job van de late intreders met een eerste werkervaring buiten de horeca, n=65

N %

Voltijds 15 23,1

Deeltijds 12 18,5

Speciaal (vnl. uitzendarbeid) 38 58,4

3.3.2.4 Vergelijking van de kenmerken van de eerste job en de job in de horeca

Vervolgens gaan we na onder welk regime deze groep tewerkgesteld wordt bij intrede in de horecasector. Terwijl we voor de intrede in de horecasector slechts 27 personen terugvonden als reguliere werknemer, ligt dit aantal op 51 personen na intrede in de horecasector. Deze groep werd voor intrede immers in sterke mate in de uitzendsector tewerkgesteld. Na intrede vinden we net geen kwart terug als extra.

Van de 27 werknemers die voor intrede onder een regulier contract werkzaam waren, vinden we meer dan de helft terug als werkend onder het voltijdse regime. Na intrede in de horecasector ligt het aandeel voltijds tewerkgestelden binnen de (toegenomen) groep reguliere werknemers op minder dan de helft.

Tabel 3.10 Vergelijking van de contractvorm (regime) van de intredejob buiten de horecasector en de intredejob in de horecasector nNH = 65; nH = 67

Intredejob niet-horeca Intredejob horeca N % N % Voltijds 15 23,1 21 31,3 Deeltijds 12 18,5 30 44,8 Speciaal (vnl. uitzendarbeid) 38 58,4 - - Extra - - 16 23,9 3.4 Zelfstandige in de horeca

Voor de schoolverlaters die tijdens het intredejaar geen horecajob hebben uitgeoefend als werknemer, zijn we nagegaan of ze als zelfstandige in de horeca hebben gewerkt. We vinden voor elf schoolverlaters terug dat ze een job als zelfstandige binnen de horeca hebben uitgeoefend. Van deze elf personen trad één persoon tijdens het eerste kwartaal na schoolverlaten in dit zelfstandige statuut in, drie personen tijdens het tweede kwartaal na schoolverlaten en zeven personen tijdens het derde kwartaal na schoolverlaten.

(40)

40 HOOFDSTUK 3 | HET EERSTE JAAR NA SCHOOLVERLATEN

3.5 De niet-intreders

We zagen bij het begin van dit hoofdstuk dat 60% van de schoolverlaters met een horeca-opleiding tijdens het eerste jaar na schoolverlaten intraden in de horeca, al dan niet als eerste tewerkstelling. Een aandeel van 40% van de schoolverlaters gaat dus tijdens het eerste jaar na schoolverlaten niet aan het werk binnen de horecasector. Het is mogelijk dat deze schoolverlaters werken buiten de horecasector of dat ze helemaal niet werken.

Volgende grafiek geeft de verdeling van de schoolverlaters naar deze categorieën weer. Uit de grafiek komt naar voor dat we net geen 30% van de totale groep schoolverlaters kunnen categoriseren als werkend buiten de horecasector tijdens het eerste jaar op de arbeidsmarkt en 11% als niet werkend.

Grafiek 3.2 Verdeling van de schoolverlaters naar intreders in de horecasector en niet- intreders in de horecasector, n=963

In wat volgt gaan we van start met een beschrijving van de intredejobs voor de schoolverlaters die tijdens het intredejaar enkel in een job buiten de horecasector actief zijn. Daarna bekijken we de groep die tijdens het eerste jaar na schoolverlaten niet gewerkt heeft.

3.5.1 Niet-intreders met werkervaring

3.5.1.1 Waar werken de niet-intreders in de horecasector in hun eerste job?

Van de 274 personen die tijdens het eerste jaar na schoolverlaten enkel buiten de horecasector werkten, vinden we voor bijna 88% terug dat hun eerste werk een job binnen de privésector was. In tabel 3.11 geven we de drie meest voorkomende sectorgroepen waar het paritaire comité van de intredejob onder valt.

Net als bij de eerste job van de late intreders in de horecasector, komt de sectorgroep van ‘diensten aan ondernemingen & personen’ opnieuw het sterkst naar voor. Bijna de helft (46%) van de schoolverlaters die tijdens het eerste jaar na schoolverlaten geen job uitoefenen in de horecasector, behoort tot deze groep. Deze groep wordt opnieuw bijna uitsluitend ingevuld door werknemers die werken binnen de uitzendsector: 113 van de 126 personen die tot deze sectorgroep behoren, zijn

29% 11% 60%

0% 50% 100%

Afbeelding

Tabel 2.1  Indeling populatie schoolverlaters naar kwalificatie, studiedomein, niveau en richting; n=963
Figuur 2.1  Schooljaar waarin het laatste studiebewijs van de horeca-opleiding behaald werd, n=963
Tabel 2.4  Socio-demografische kenmerken van de schoolverlaters, op 31/12
Figuur 3.1  Mogelijke arbeidsposities tijdens het eerste jaar op de arbeidsmarkt
+7

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Deze middelen worden ingezet voor het integreren van de sociale pijler (onder andere wonen – welzijn – zorg) in het beleid voor stedelijke vernieuwing en voor

Uit het onderhavige onderzoek blijkt dat veel organisaties in de quartaire sector brieven registreren (van 51% in het onderwijs tot 100% of bijna 100% in iedere sector in het

Daarnaast is het percentage HBO-afgestudeerden dat op zoek is naar een andere functie in de sector cultuur en overige dienstverlening hoger dan bij de overheid als geheel, en

Een nadere analyse waarin naast de in de vorige regressieanalyse genoemde controlevariabelen ook alle individuele campagne-elementen zijn meegenomen, laat zien dat

Dergelijke inbedding (a) onderstreept de relevantie van integriteit in het dagelijkse werk, (b) draagt bij aan verdere normalisering van het gesprek over integriteit, (c) kan

De waardering voor de samenwerking tussen deze organisaties is ten opzichte van vorig jaar niet significant veranderd, maar over de langere termijn zien we een positieve

Dankzij een overzichtelijke structuur met front- offices onder één overkoepelend merk kan duidelijk worden welke diensten onontbeerlijk zijn voor de verbetering van

Van de reis is de gemeente bovendien niet de eindbestemming, want voor veel taken geldt dat de verantwoordelijkheid weliswaar overgaat naar gemeen- ten, maar dat van daaruit voor