• No results found

Bijlage A1 Vragenlijst eisen en wensen m.b.t. samenwerking

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Bijlage A1 Vragenlijst eisen en wensen m.b.t. samenwerking"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

Bijlage A1

Vragenlijst eisen en wensen m.b.t. samenwerking

Voor dhr. Chu en dhr. Ronkes

Strategie

1.

Beschrijf uw huidige strategie.

2.

U wilt een samenwerkingsverband opzetten. Hoe past deze samenwerking in deze

strategie?

3.

Als u zich deze samenwerking in uw gedachten voorstelt, hoe ziet hij er dan uit?

Uitvoerig uitleggen.

4.

Wat verwacht u concreet van deze samenwerking?

5.

Welke eisen stelt u sowieso aan de samenwerking? Geef deze aan in volgorde van

belang.

6.

Welke, minder belangrijke, zaken (wensen) zou u daarnaast graag vervuld zien?

7.

Welke voor- en nadelen ziet u in de samenwerking?

8.

Welke termijn zou u verbinden aan de samenwerking?

9.

Wat wilt u uiteindelijk (dus op de lange termijn) met deze samenwerking bereiken?

Contact

10.

Op welke wijze(n) moet de nieuwe organisatie sowieso voor klanten bereikbaar zijn?

11.

Welke eventuele extra contactmogelijkheden zou u er zelf graag bij zien? Waarom?

Anders

12.

Heeft u behoefte aan een apart kantoor/bedrijfspand voor deze samenwerking?

(2)

2

Bijlage A2

Antwoorden vragenlijst eisen en wensen

Strategie

1. Beschrijf uw huidige strategie.

Dhr. Chu: Strategie moet zo eenvoudig mogelijk zijn. Dit houdt voor mij in, in zo weinig

mogelijk stappen mijn doelen bereiken. De doelen zelf zie ik niet als onderdeel van mijn

strategie. Ik heb op dit moment een aantal doelen die ik wil bereiken.

Allereerst wil ik een unieke plek in de business-to-business reismarkt veroveren als creative

partner, specialist, groothandel en creative support, zodat ook de kleine touroperators kunnen

profiteren van goede aanbiedingen uit een geselecteerd aantal landen.

Op dit moment wil ik een organisatie worden die op het gebied ‘handling’ (het behandelen

van de klanten op de plaats van bestemming) kwalitatief hoogstaand is. Dit wil bereiken met

eigen handling-kantoren om optimale service en zorg te kunnen bieden aan klanten.

Daarnaast wil ik een incentive-specialist zijn voor touroperators, incentive-huizen en/of

nationale en internationale bedrijven.

Marketing en media wil ik daarbij aanbieden als onderdeel om klanten nog meer van dienst te

kunnen zijn. Door middel van contacten en participaties in mediabedrijven kan ik kortingen

op deze diensten bedingen. Dit onderdeel kan aanvullend gaan werken op de bovenstaande

doelen.

Uiteindelijk wil ik een samenwerking met een aanvullend bedrijf creëren om mijn afzetmarkt

te verbreden of verdiepen. Het aantal specialismes (bestemmingen) kunnen op deze manier

worden uitgebreid. Hierbij denk ik bijvoorbeeld aan Brazilië en Panama.

Dhr. Ronkes: Ik wil nog 5 jaar doorgaan met werken, en dan wil ik stoppen en het bedrijf

verkopen. Het is op het moment niet mogelijk om door te groeien, omdat ik het veel te druk

heb. Ik wil kwaliteit blijven leveren, als ik zou gaan groeien, is dat niet meer mogelijk

vanwege de drukte.

2. U wilt een samenwerkingsverband opzetten. Hoe past deze samenwerking in deze

strategie?

Dhr. Chu: Deze samenwerking past bij mijn doel om mijn afzetmarkt te verbreden of te

verdiepen. Als ik in een mij onbekende markt actief wil worden kan dat makkelijker als ik

samenwerk met iemand die al bekend is op die markt.

Dhr. Ronkes: Deze samenwerking kan een beetje gezien worden als “opa’s laatste kunstje”.

De samenwerking zal regelmatig geëvolueerd worden, en zeker na 5 jaar. Op dat moment zal

ik beslissen of ik hier mee door wil gaan. Als ik stop zal ik in ieder geval zoeken naar een

koper die de samenwerking met dhr. Chu zal continueren. Als het tenminste goed gaat met de

samenwerking natuurlijk.

(3)

3

3. Als u zich deze samenwerking in uw gedachten voorstelt, hoe ziet hij er dan uit? Uitvoerig

uitleggen.

Dhr. Chu: Een aparte onderneming waarin beide partners hun eigen identiteit kunnen

behouden en waarbij ikzelf op de achtergrond blijf. De klant wordt benaderd via internet en

met brochures. Over eventuele alternatieven denk ik nog na.

Dhr. Ronkes: Een samenwerking waarbij we allebei zelfstandig blijven en waarbij alleen

gebruik wordt gemaakt van communicatielijnen naar elkaar om zaken te bespreken over de

landarrangementen of de tickets.

4. Wat verwacht u concreet van deze samenwerking?

Dhr. Chu: resultaat in de zin van winst, door het bedienen van een nieuwe markt (de

consument, en daarmee dus synergie.

Dhr. Ronkes: In ieder geval verwacht ik voordeel door de collectieve inkoop van tickets. Door

het grotere volume zal de prijs per ticket lager worden. Daarnaast kan op termijn een splitsing

worden gemaakt tussen de oosterse en de westerse markt. We kunnen dan verschillende

reizen naar elkaar doorschuiven, afhankelijk van wie specialistisch is op de reisbestemming

van de klant. Op die manier kan er synergie worden behaald en hopelijk daardoor uiteindelijk

meer winst.

5. Welke eisen stelt u sowieso aan de samenwerking? Geef deze aan in volgorde van belang.

Dhr. Chu: Zie onder anderen vraag 3. Het is vooral belangrijk dat ik op de achtergrond blijf.

Ook moeten de beide huidige bedrijven zelfstandig blijven. Daarnaast moet de nieuwe

onderneming niet teveel geld kosten.

Dhr. Ronkes:

1.

Vertrouwen en eerlijkheid tussen dhr. Chu en mij.

2.

Een goede uitvoering en communicatie

3.

Op termijn moet de uitvoerder verantwoordelijk worden voor de eindredactie, oftewel,

als de splitsing is gemaakt tussen west en oost kunnen we allebei landarrangementen

uitvoeren. De uitvoerder moet dan verantwoordelijk zijn voor eventuele

klachtafhandeling en dergelijke.

4.

De onderneming moet aangesloten zijn bij de S.G.R. om klantvertrouwen op te

wekken.

6. Welke, minder belangrijke, zaken (wensen) zou u daarnaast graag vervuld zien?

Dhr. Chu: Weet eigenlijk nu niets meer te noemen.

(4)

4

7. Welke voor- en nadelen ziet u in de samenwerking?

Dhr. Chu: Een voordeel is sowieso dat beide partners meer winst kunnen generen door de

extra klandizie die voor beiden gerealiseerd wordt door het betreden van de nieuwe markt.

Nadelen zie ik nog niet direct, als voldaan kan worden aan de genoemde eisen. Het kan

misschien lastig zijn onherkenbaar te blijven.

Dhr. Ronkes: Buiten de voordelen die ik in vraag 4 heb genoemd denk ik dat het uitgebreide

aantal services een voordeel kan zijn. Op termijn kunnen we een zeer groot scala aan reizen

en arrangementen aanbieden. Daarnaast is het een voordeel dat we complementair zijn. We

vullen elkaar goed aan op een aantal gebieden. Nadelen zie ik eigenlijk niet.

8. Welke termijn zou u verbinden aan de samenwerking?

Dhr. Chu: Voor mij hangt het sowieso af van de evaluatie en een aantal andere factoren op de

markt. Het is nog heel onzeker.

Dhr. Ronkes: Wat mij persoonlijk betreft duurt de samenwerking niet langer dan 5 jaar. Maar

natuurlijk kan de volgende eigenaar van mijn bedrijf de samenwerking wel voortzetten.

9. Wat wilt u uiteindelijk (dus op de lange termijn) met deze samenwerking bereiken?

Dhr. Chu: Dat hangt af van hoe het in het begin gaat. Allereerst moet duidelijk zijn of deze

samenwerking op lange termijn interessant kan blijven wat betreft winstgevendheid. Daarna

ga ik pas naar lange termijndoelen kijken.

Dhr. Ronkes: Gewoon doorgaan zoals het nu eigenlijk ook gaat. Er ontstaat vanzelf ergens

een behoefte binnen de markt. Dan kijken we wel of en hoe daar op ingesprongen kan

worden.

Contact

10. Op welke wijze(n) moet de nieuwe organisatie sowieso voor klanten bereikbaar zijn?

Dhr. Chu en dhr. Ronkes: Sowieso moet er een website, telefoon, e-mail en postadres zijn. Al

deze communicatiemiddelen zijn nodig.

11. Welke eventuele extra contactmogelijkheden zou u er zelf graag bij zien? Waarom?

Dhr. Chu: Eventueel kan er gratis reclame gemaakt worden via een TV-zender waar ik

invloed heb. Alle gratis contact met potentiële klanten is in ieder geval goed. Er moeten

verder geen kosten aan extra communicatiemiddelen verbonden zijn.

(5)

5

Dhr. Ronkes: Bij voorkeur verder geen extra communicatiemiddelen. Dat is alleen tijdrovend

en duur. De kosten moeten laag gehouden worden. Free publicity is natuurlijk altijd goed, en

er bestaan volgens dhr. Chu waarschijnlijk mogelijkheden voor gratis TV-reclame via zijn

contacten met een TV-station.

Anders

12. Heeft u behoefte aan een apart kantoor/bedrijfspand voor deze samenwerking? Waarom

wel/niet?

Dhr. Chu: Een pand is naar mijn mening niet nodig. Er zijn voldoende andere, goedkopere,

opties die volstaan voor de samenwerking zoals ik die voor ogen heb. Zo zijn er

mogelijkheden binnen de huidige panden waarin ik en dhr. Ronkes opereren. Daarnaast kan

gedacht worden aan bijvoorbeeld een virtual office.

Dhr. Ronkes: Liever wil ik iets als een virtual office naar de buitenwereld toe. Dan is er in

ieder geval een adres waar ook post naar toe kan. Voor de rest regelen wij alles toch wel

onderling via telefoon en mail van onze huidige bedrijven. Een pand is niet nodig en duur.

(6)

6

Bijlage B1

Vragenlijst primaire proces

Voor dhr. Chu en dhr. Ronkes

1.

Hoe ziet, volgens u, het volledige dienstverleningsproces van de nieuwe onderneming

eruit? Leg dit stap voor stap uit.

2.

Leg bij iedere processtap uit waarom u die stap heeft genoemd, en wat de precieze

functie ervan is.

3.

Welke processtappen zullen uw verantwoordelijkheid zijn, en welke van de partner?

Waarom?

4.

In hoeverre is er naar uw mening afstemming nodig tussen uw processtap(pen) en die

van de partner?

5.

Hoe ziet u dit voor zich?

6.

Is er al nagedacht over het betalingssysteem? Zo ja, wat is daar dan uitgekomen? Zo

(7)

7

Bijlage B2

Antwoorden vragenlijst bedrijfsprocessen

1. Hoe ziet, volgens u, het volledige dienstverleningsproces van de nieuwe onderneming

eruit? Leg dit stap voor stap uit.

Dhr. Ronkes:

Alles begint bij de wens van de klant. Die belt of mailt met een reiswens. Na dit eerste contact

volgt sowieso nog een interview om de details van de reiswens helder te krijgen, waarbij de

klant een specifieke reis uitkiest. Als dit duidelijk is, moeten we een offerte naar de klant

sturen. Hierin staat de totale prijs van de reis, uitgesplitst naar de vliegtickets, het

landarrangement en de toeslagen.

Eerst moet dhr. Chu uitzoeken of de prijzen van het landprogramma al duidelijk zijn. Zo niet

dan neemt hij contact op met zijn agenten ter plaatse, die de benodigde informatie dan zullen

opsturen. Ikzelf check de prijs van de vliegtickets bij de vliegtuigmaatschappijen. Als die

prijzen bekend zijn worden ze verwerkt in een offerte. Hierin wordt ook al rekening gehouden

met allerlei toeslagen, voor zover zij bekend zijn, zoals bijvoorbeeld de luchthavenbelasting.

Als er aan een reisbureau of touroperator wordt verkocht worden andere prijzen gehanteerd

dan bij directe verkoop aan de consument, omdat zowel de reisbureaus als de touroperators

een percentage van de reissom berekenen voor hun diensten. Daar moet van tevoren rekening

mee worden gehouden. Daar komt nog bij dat touroperators reizen weer aanbieden aan

reisbureaus, dus tussen die twee onderling verschilt de prijs ook. Er moet dus rekening

worden gehouden met drie verschillende prijszettingen.

Als de klant de offerte heeft ontvangen en hij accepteert hem, dan kunnen wij de vliegtickets

bestellen. Ook wordt bij de agenten op de plaats van bestemming gecontroleerd of de

boekingen gedaan zijn.

(Vraag: Welke boekingen precies?) Dhr. Ronkes:

Dat zijn de boekingen van de hotels, eventuele activiteiten als een cruise enzo. Als alles in

orde is wordt er een definitieve factuur naar de klant gestuurd.

(Vraag: Waarom wordt hier gesproken over definitieve factuur?) Dhr. Chu:

Dat is, omdat als een klant niet last-minute boekt, dat wil zeggen tot een maand voordat de

reis zal beginnen, er een voorschot van 10% in rekening wordt gebracht. Dit zijn

reserveringskosten. De definitieve factuur krijgen de klanten op het moment dat alles geregeld

is en alle prijzen volledig bekend zijn. Het voorschot is gebaseerd op een inschatting. In de

definitieve factuur wordt dit voorschot verrekend met het werkelijke bedrag. Als er binnen

een maand voor de reis wordt geboekt wordt er geen voorschot berekend, en is de definitieve

factuur ook de enige factuur.

(8)

8

Dhr. Ronkes

Als de klant de factuur heeft betaald sturen we tenslotte alle benodigde papieren op, zoals de

tickets en de vouchers voor de hotels en verschillende activiteiten.

Als dit alles goed gaat, willen we de activiteiten van de nieuwe onderneming waarschijnlijk

gaan uitbreiden. De landen die ik zelf nu bedien kan ik ook binnen de nieuwe onderneming

plaatsen, en dan kunnen we een verdeling binnen de nieuwe onderneming maken voor de

landarrangementen, bijvoorbeeld tussen oost en west, waarbij dhr. Chu verantwoordelijk is

voor het westen en ik voor het oosten. In dat geval moet er na het eerste interview wel eerst

nog bepaald worden wie verantwoordelijk wordt voor het landarrangement. Diegene zal dan

waarschijnlijk ook het contact met de desbetreffende klanten onderhouden.

Met al deze informatie is vraag 2, “Leg bij iedere processtap uit waarom u die stap heeft

genoemd, en wat de precieze functie ervan is”, ook beantwoord.

3. Welke processtappen zullen uw verantwoordelijkheid zijn, en welke van de partner?

Waarom?

Dhr. Chu:

Het is op het moment nog niet duidelijk hoe de precieze verdeling zal worden, maar een

aantal dingen zijn zeker. Met het oog op de start, waarbij ik verantwoordelijk zal zijn voor de

landarrangementen, zal het contact in ieder geval op de locatie A.B.C. liggen. Ik kan dat

natuurlijk niet zelf doen, omdat ik dan niet meer onherkenbaar ben, maar dan kan ik wel

iemand voor inhuren. Alle informatie voor die landarrangementen ligt bij mij, dus dit is wel

de meest praktische oplossing. Alles wat met de vliegtickets te maken heeft zal zeker worden

gedaan door dhr. Ronkes. Waarschijnlijk zal het overige directe contact met de klanten ook op

de locatie A.B.C. moeten zijn, omdat de klanten meestal vragen hebben over het

landarrangement, en die informatie ligt bij mij. Het versturen van offertes en brieven enzo kan

door allebei worden gedaan. Daar moeten we nog naar kijken. Later, als er eventueel meer

bestemmingen worden toegevoegd en een verdeling wordt gemaakt tussen oost en west, zal

de verantwoordelijkheid voor het klantcontact afhangen van de reis die de klant heeft

gekozen.

4. In hoeverre is er naar uw mening afstemming nodig tussen uw processtap(pen) en die van

de partner?

Dhr. Ronkes:

Er is wel wat afstemming nodig, maar dat kan allemaal via telefoon en mail plaatsvinden.

Uitgebreid face-to-face contact hoeft niet.

5. Hoe ziet u dit voor zich?

(9)

9

6. Is er al nagedacht over het betalingssysteem? Zo ja, wat is daar dan uitgekomen? Zo nee,

hoe denkt u daar op het moment over?

Dhr. Chu:

Waarschijnlijk worden de betalingen op een aparte rekening gestort. Hiervan worden de

kosten die gemaakt zijn voor de vliegtickets en het landarrangement betaald. De winst blijft in

de onderneming zitten. Uiteindelijk zal de winst die de nieuwe onderneming maakt moeten

worden verdeeld tussen ons beiden. De exact verdeelsleutel is nog niet bekend, daar wordt

nog over nagedacht. Deze verdeling kan eventueel aan het einde van het boekjaar worden

uitgevoerd.

(10)

10

Bijlage C

Deelnemersreglement SGR

DEELNEMERSREGLEMENT

VERKRIJGING VAN HET DEELNEMERSCHAP Artikel 1

Op de verkrijging van het deelnemerschap zijn van toepassing de leden 1, 2 en 4 van artikel 12 van de statuten. Artikel 2

1. Diegene die het deelnemerschap aan de stichting wenst te verkrijgen, richt zijn aanvrage tot het bestuur op een hem desgevraagd door of vanwege de stichting ter beschikking gesteld en door hem behoorlijk ingevuld en ondertekend aanvraagformulier, vergezeld van de in dat formulier vermelde stukken.

De aanvrage wordt eerst in behandeling genomen na betaling door de aanvrager van een door het bestuur vast te stellen bedrag ter vergoeding van de kosten verbonden aan de behandeling van de aanvrage.

2. De aanvrager dient voorts de vragen hem door of vanwege het bestuur gesteld naar aanleiding van de ingediende aanvraag, behoorlijk en tijdig te beantwoorden.

3. De beoordeling van de aanvrage door het bestuur geschiedt aan de hand van de bepalingen van dit reglement, in het bijzonder artikel 3.

4. Het bestuur besluit de aanvrage voor het deelnemerschap in te willigen, indien de aanvrager naar het oordeel van het bestuur aan de in dit reglement vervatte vereisten voldoet, dan wel naar zijn oordeel de verwachting gegrond is, dat de aanvrager daaraan binnen betrekkelijk korte tijd na het bestuursbesluit, zal gaan voldoen.

VEREISTEN VOOR DEELNEMERSCHAP Artikel 3

Voor deelnemerschap komen slechts die ondernemingen in aanmerking die reisovereenkomsten (hierna “reisorganisatoren”), overeenkomsten van vervoer (hierna “vervoerders”) of overeenkomsten van verblijf (hierna “verstrekkers van verblijf”) sluiten alsmede reisagenten. Bovendien kan het deelnemerschap slechts worden verkregen door rechtspersonen en perso-nenvennootschappen naar Nederlands recht met de hoofdvestiging in Nederland alsmede door natuurlijke personen met een woonplaats in Nederland danwel de belangrijkste bedrijfsactiviteiten uitoefenend in Nederland.

Artikel 4

1. De onderneming van de aanvrager of deelnemer dient te allen tijde te voldoen aan de navolgende ter verwezenlijking van de doelstelling der stichting gestelde eisen betreffende haar solvabiliteit en liquiditeit.

2. De in het vorige lid bedoelde eisen zijn: a. met betrekking tot de solvabiliteit:

(i) het eigen vermogen mag in geen geval minder dan € 18.000,00 (achttienduizend euro) bedragen;

(ii) het eigen vermogen moet tenminste 20% (twintig procent) van het totale vermogen bedragen;

(iii) bij de berekening van het bedrag van het eigen vermogen wordt geen rekening gehouden met immateriële activa.

(11)

11

b. met betrekking tot de liquiditeit:

(i) de liquiditeit moet steeds voldoende zijn om de vaste kosten gedurende tenminste 1 (één) maand te dekken; (ii) bij de berekening van het bedrag van de liquiditeit wordt de beschikbare kredietruimte tot de liquiditeit

gerekend, tenzij de continuïteit van de aanvrager of deelnemer in gevaar is.

3. Het bestuur is bevoegd ten gunste van een aanvrager of deelnemer van de in dit artikel vermelde eisen af te wijken, mits zulks het verwezenlijken van het doel der stichting niet in de weg staat.

4. Het bestuur is bevoegd met het oog op de in dit artikel vermelde eisen, voorwaarden te verbinden aan de verkrijging van het deelnemerschap.

ZEKERHEIDSTELLINGEN Artikel 5

1.1. De deelnemer is tegenover de stichting verplicht tot het ten genoegen van het bestuur stellen van zekerheden en wel, (i) het stellen van een bankgarantie van een in Nederland toegelaten kredietinstelling gelijk aan 1,5% (anderhalf

procent) van de risicodragende omzet, zoals die door het bestuur is vastgesteld, zullende het voormelde percen-tage telkenjare door het bestuur na goedkeuring van de raad van toezicht verhoogd of verlaagd kunnen worden,- (ii) het stellen van zodanige bankgaranties, boven die onder (i) omschreven of het bovendien afgeven van zodanige

verklaringen, als het bestuur nodig zal oordelen, met het oog op de in artikel 4 lid 2 vermelde eisen. Onder verklaringen als hierboven bedoeld zijn onder meer te verstaan de zogenaamde moeder/dochter-verklaringen en daarmede te vergelijken moeder/dochter-verklaringen, één en ander ten genoegen van het bestuur.

1.2. Het bestuur kan te zijner beoordeling in een gegeven geval in de plaats van een bankgarantie als bedoeld in lid 1.1 (i) en (ii) genoegen nemen met een andere vorm van garantie, die naar het oordeel van het bestuur tenminste dezelfde dekking geeft als een bankgarantie, bijvoorbeeld een garantie van een verzekeringsmaatschappij.

2.1. Aan de deelnemer kan op zijn verzoek door het bestuur ontheffing worden verleend van het bepaalde in lid 1.1 (i), indien hij een besloten of naamloze vennootschap is, waarvan de aandelen in meerderheid direct of indirect worden gehouden door een naamloze vennootschap of een daarmede gelijk te stellen buitenlandse vennootschap (verder "de vennootschap" te noemen), die op haar beurt beantwoordt aan de hierna sub a tot en met d vermelde maatstaven en voorts ten behoeve van de deelnemer ten genoegen en ter beoordeling van het bestuur één of meer verklaringen als bedoeld in lid 1.1 (ii) heeft afgegeven:

a. de aandelen van de vennootschap zijn in het land van vestiging ter beurze genoteerd,-

b. het eigen vermogen van de vennootschap beloopt tenminste 30% (dertig procent) van het totale vermogen (eigen en vreemd vermogen) met een minimum van € 20.000.000,00 (twintig miljoen euro); indien 1/3 (eenderde) gedeelte van de risicodragende omzet van de deelnemer een groter bedrag is dan € 20.000.000,00 (twintig miljoen euro), geldt, voor wat betreft het vereiste van een eigen vermogen van de vennootschap, een bedrag gelijk aan 1/3 (eenderde) gedeelte van die risicodragende omzet,-

c. het geconsolideerd resultaat van de vennootschap en haar dochtermaatschappijen mag niet negatief zijn, tenzij gedurende ten hoogste 2 (twee) jaar voorafgaand aan de (hernieuwde) aanvraag om ontheffing jaarlijks een verlies is geleden dat 5% (vijf procent) van het eigen vermogen van de vennootschap niet te boven gaat,- d. het bedrijf van de vennootschap bestaat niet in hoofdzaak in het beleggen in aandelen in vennootschappen die

sterk ongelijksoortig zijn voor wat betreft de bedrijfsuitoefening, zoals participatie- of daarmede gelijk te stellen beleggingsmaatschappijen.

(12)

12

2.2. Het bestuur is bevoegd, indien aan de onder 2.1 sub a en/of b vermelde maatstaven niet of niet geheel wordt voldaan, maar naar zijn oordeel de vennootschap wel aan de strekking daarvan voldoet, de ontheffing uit

billijkheidsoverweging te verlenen.

2.3. Voorts zullen voor de aanvrage tot verlening van de ontheffing de volgende regels gelden:

a. de aanvrage dient gedaan te worden binnen 6 (zes) maanden na het laatstverstreken boekjaar van de deelnemer,- b. daarbij gevoegd dienen te worden, voor zover niet eerder aan de stichting toegezonden, de jaarrekening met

betrekking tot het laatstverstreken boekjaar van de onder 2.1 bedoelde vennootschap, alsmede, bij de eerste aanvrage om ontheffing, de jaarrekening van de laatste 2 (twee) jaren,-

c. de ontheffing geldt van de datum af waarop zij verleend is, tot de datum van de eerstvolgende tijdige indiening van de sub b bedoelde stukken, of bij gebreke daarvan tot het eind van de termijn van 6 (zes) maanden binnen welke de deelnemer zijn jaarrekening krachtens de deelnemersovereenkomst had moeten inzenden.

3. Onder risicodragende omzet wordt verstaan de omzet van de deelnemer inclusief BTW, welke de deelnemer maakt door het aanbieden en afsluiten van reisovereenkomsten of overeenkomsten van vervoer met uitzondering van luchtvervoer per lijndienstticket, of overeenkomsten van verblijf hetzij voor zichzelf, hetzij voor niet aan de stichting deelnemende reisorganisatoren, vervoerders of verstrekkers van verblijf, welke omzet verminderd wordt met de omzet uit wederverkoop van produkten van niet aan de stichting deelnemende, buiten Nederland en binnen de EU gevestigde reisorganisatoren, waarvoor, op grond van de in die landen bestaande wetgeving, een met de garantie van de stichting vergelijkbare garantie is afgegeven.

4. Van het bepaalde in lid 1.1 (i) en (ii) kan door het bestuur worden afgeweken in deelnemersovereenkomsten met deelnemers wier bedrijf onder toezicht staat van De Nederlandsche Bank NV krachtens de Wet toezicht kredietwezen, alsmede deelnemers in wier bedrijf onmiddellijk of middellijk wordt deelgenomen door een rechtspersoon, waarin één of meer publiekrechtelijke lichamen overwegende invloed (kunnen) uitoefenen, zodat in wezen van risico voor de stichting en de consument niet kan worden gesproken.

GARANTIE-AANDUIDING Artikel 6

Deelnemende reisagenten zijn verplicht bij elke door hun bemiddeling afgesloten reisovereenkomst, overeenkomst van vervoer met uitzondering van luchtvervoer per lijndienstticket en/of overeenkomst van verblijf op het boekingsformulier en/of de factuur op een door het bestuur nader te bepalen wijze aan te geven dat de SGR-garantie van toepassing is. Deelnemende reisorganisatoren, deelnemende vervoerders en deelnemende verstrekkers van verblijf zijn verplicht bij elke door hen rechtstreeks, zonder bemiddeling van een reisagent, met de consument afgesloten reisovereenkomst, overeenkomst van vervoer met uitzondering van luchtvervoer per lijndienstticket en/of overeenkomst van verblijf op de

boekingsbevestiging en/of de factuur op een door het bestuur nader te bepalen wijze aan te geven dat de SGR-garantie van toepassing is.

AANSPRAKELIJKHEID MET BETREKKING TOT NIET-DEELNEMERS Artikel 7

1. De deelnemer staat jegens de stichting en de bij hem geboekt hebbende consument garant voor de nakoming jegens die consument van de verplichtingen waarop die consument jegens SGR aanspraak zou hebben kunnen maken, indien de niet aan de stichting deelnemende reisorganisatoren, vervoerders en/of verstrekkers van verblijf die wegens financieel onvermogen hun verplichtingen jegens bovenbedoelde consument niet nakomen, wel deelnemer aan de stichting zouden zijn geweest.

(13)

13

2. De deelnemer verplicht zich aan de stichting op eerste verzoek de bedragen te vergoeden welke de stichting overeenkomstig de garantieregeling heeft uitgekeerd aan of voor de in het vorige lid bedoelde consument die schade

heeft geleden in gevallen dat de betrokken reisorganisator, vervoerder en/of verstrekker van verblijf in gebreke is (zijn) gebleven met de nakoming uit hoofde van financieel onvermogen van zijn (hun) verplichtingen jegens die consument.

3. Indien een deelnemer naar het oordeel van het bestuur relatief veel zaken doet met niet-deelnemende ondernemingen als in lid 1 bedoeld, is het bestuur bevoegd ter afdekking van dit hogere risico voor de stichting aanvullende zekerheden van die deelnemer te verlangen, boven die welke krachtens artikel 5 van dit reglement gevraagd kunnen worden.

SUBROGATIE Artikel 7A

In het geval SGR aan of ten behoeve van de consument betalingen verricht, wordt SGR gesubrogeerd in de rechten van de consument jegens de betrokken deelnemer.

AFWIKKELING VAN DE VERPLICHTINGEN VAN DE STICHTING DOOR EEN DEELNEMER

Artikel 8

Indien een deelnemer met medewerking of toestemming van het bestuur aan consumenten uitkeringen doet, zal die

deelnemer van de stichting restitutie van deze uitkeringen ontvangen tot een maximum van wat de stichting bij rechtstreekse afwikkeling aan deze consumenten zou hebben uitgekeerd, mits de deelnemer aan de stichting overlegt:

a. één of meer door deze consumenten ondertekende akte(n) van cessie of subrogatie volgens door het bestuur vastgesteld model;

b. stukken waaruit blijkt dat deze consumenten recht zouden hebben gehad op een uitkering van de stichting; c. stukken die aantonen dat de deelnemer bedoelde uitkeringen aan deze consumenten heeft betaald c.q. met hen heeft

verrekend.

OVERIGE RECHTEN EN VERPLICHTINGEN Artikel 9

1. Ingeval van beëindiging van het deelnemerschap, ongeacht door welke oorzaak, blijven de verplichtingen van de deelnemer jegens de stichting en de consumenten, voortvloeiend uit de statuten of dit reglement, voor zover ontstaan tijdens het deelnemerschap en nog niet of niet volledig nagekomen, onverkort gelden.

2. De deelnemer is verplicht alle door de stichting of de door de stichting ingeschakelde deskundigen verlangde medewerking en informatie, voor zover nodig voor de uitoefening van de taak van het bestuur van de stichting, te verschaffen.

3. De stichting is gerechtigd onderzoeken in te (doen) stellen naar de solvabiliteit en liquiditeit van de deelnemer en daartoe een registeraccountant opdracht te geven de administratie van de deelnemer te onderzoeken.

4. De deelnemer is meer in het bijzonder verplicht:

a. tot het voeren van een ten genoegen van het bestuur van de stichting voldoende administratie;

b. tot het verschaffen op eerste verzoek van het bestuur van de stichting, één van zijn leden dan wel de directeur van de stichting, van alle inlichtingen en bescheiden, die het bestuur nodig heeft voor de uitoefening van zijn bestuurstaak;

c. tot het toezenden van liquiditeits- en solvabiliteitsoverzichten zo dikwijls het bestuur zulks zal verlangen. Deze liquiditeits- en solvabiliteitsoverzichten dienen te zijn opgemaakt conform de door het bestuur vast te stellen voorschriften;

(14)

14

d. tot het opvolgen van de door het bestuur te geven aanwijzingen met betrekking tot de door hem te voeren administratie, zijn liquiditeit en solvabiliteit;

e. binnen 6 (zes) maanden na afloop van ieder boekjaar zijn jaarrekening over dat boekjaar, bestaande uit een balans en winst- en verliesrekening met toelichting, één en ander opgemaakt met inachtneming van de

wettelijke voorschriften zoals deze voor rechtspersonen als bedoeld in artikel 2.360 van het Burgerlijk Wetboek gelden, vergezeld van een verklaring van een registeraccountant, respectievelijk van een rapport van een accountant-administratieconsulent, en bovendien vergezeld van een volledig ingevulde vragenlijst als door de stichting verstrekt bij de stichting in te dienen. Voor deelnemers, wier deelnemerschap gehandhaafd is op grond van een moeder/dochter-verklaring geldt deze verplichting tevens voor de geconsolideerde jaarrekening van de onderneming, die deze moeder/dochter-verklaring verstrekt heeft. Voor persoonsgebonden

ondernemingsvormen sluit deze verplichting een opgave in van alle aansprakelijke vermogensbestanddelen inclusief de privé vermogensbestanddelen van eigenaar(s) en/of beherende vennoten;

f. onverwijld in schriftelijke vorm nauwkeurig en gespecificeerd al zijn activiteiten te melden, zodra zich een wijziging voordoet in de opgegeven activiteiten, met name indien wijziging, uitbreiding of beperking van activiteiten mede brengt, dat hij in redelijkheid geacht moet worden te vallen of mede te vallen in een andere categorie dan die onder welke hij bij de stichting bekend is;

g. zich te onthouden van aanmelding bij de stichting van rechtspersonen, personenvennoot-schappen en/of natuurlijke personen die een zelfstandige onderneming drijven, als onderdeel van zijn eigen bedrijfsvoering of bedrijfsactiviteit.

5. De deelnemer is verplicht ieder bestuurslid van de stichting, de directeur van de stichting alsmede een door het bestuur aan te wijzen registeraccountant op eerste verzoek toe te laten tot alle kantoren en kantoorruimten welke bij de deelnemer in gebruik zijn, alsmede het bestuurslid en/of de directeur en/of de aangewezen registeraccountant inzage te geven van al zijn boeken en bescheiden.

De deelnemer verleent door ondertekening van de deelnemersovereenkomst daardoor machtiging aan ieder bestuurslid en de bestuursleden gezamenlijk, alsmede aan de in de vorige alinea bedoelde directeur en

registeraccountant, voor de toegang tot de kantoren en de kantoorruimten, respectievelijk inzage van boeken en bescheiden.

6. De stichting kan, indien de financiële positie van de deelnemer daartoe naar het oordeel van het bestuur aanleiding geeft, verlangen dat de deelnemer de door deze te ontvangen reis-, vervoer- en/of verblijfsgelden door de consument laat betalen op een door het bestuur aan te geven wijze, zoals storting op een geblokkeerde bank- of girorekening; deze wijze van betaling zal een interne maatregel blijven, waaraan het bestuur van de stichting tegenover de consumenten geen ruchtbaarheid zal geven.

7. De deelnemer is verplicht de door het bestuur van de stichting onder goedkeuring van de raad van toezicht vastgestelde en vast te stellen bijdrage in de kosten van de stichting te voldoen; voor het boekjaar waarin de deelnemer wordt toegelaten, een proportioneel gedeelte van voormeld bedrag per maand waarbij een deel van een maand als een gehele maand geldt.

MARKERINGSMATERIAAL Artikel 10

1. De stichting verstrekt aan de deelnemer ten blijke van zijn deelnemerschap markeringsmateriaal dat de deelnemer duidelijk zichtbaar op of in zijn voor de consument toegankelijke locaties dient aan te brengen en behoorlijk dient te onderhouden.

2. De stichting verstrekt bovendien aan de deelnemer voor het publiek bestemd voorlichtingsmateriaal en de garantieregeling van de stichting.

Deelnemers die voor het publiek toegankelijke verkoopruimtes hebben zijn gehouden het door de stichting verstrekte voorlichtingsmateriaal op een voor het publiek zichtbare en toegankelijke plaats neer te leggen en gratis beschikbaar te stellen.

Deelnemers zijn voorts gehouden de voor het publiek bestemde garantieregeling bij gelegenheid van de boeking aan de consument te (laten) verstrekken.

(15)

15

3. Nadat het deelnemerschap op welke grond dan ook is geëindigd, is de deelnemer gehouden al het in zijn bezit zijnde markerings- en voorlichtingsmateriaal onverwijld aan de stichting te retourneren.

4. De deelnemer is na het einde van zijn deelnemerschap niet meer gerechtigd tot het gebruik van het beeld/woordmerk van de stichting.

BOETE Artikel 11

1. Deelnemers dienen zich te houden aan het bepaalde in de statuten, het deelnemersreglement, zoals deze telkens luiden, alsmede de deelnemersovereenkomst, op straffe van verbeurte van een boete van ten hoogste € 10.000,00 (tienduizend euro) per overtreding/niet nakoming van enige bepaling, onverminderd de bevoegdheid van het bestuur om bovendien de deelnemersovereenkomst met de deelnemer al dan niet voorwaardelijk (als hieronder te regelen) met dadelijke ingang te beëindigen.

2. Het opleggen van een boete geschiedt door het bestuur bij aangetekende brief, is met redenen omkleed en wordt steeds geacht gedaan te zijn onder voorbehoud van het recht om van de deelnemer schadevergoeding te vorderen. 3. Tegen het opleggen van een boete staat beroep open op de commissie van beroep, met dien verstande dat, indien de

boete is opgelegd ter zake van het niet of niet stipt op tijd voldoen aan de verplichting bedoeld in artikel 9 lid 4 sub e het beroep alleen ontvankelijk is, indien alsnog binnen de beroepstermijn aan die verplichting is voldaan.

EINDE OVEREENKOMST Artikel 12

1. De overeenkomst waarbij het deelnemerschap is overeengekomen wordt aangegaan voor onbepaalde tijd en kan door de deelnemer bij aangetekend schrijven worden opgezegd.

2. Opzegging kan slechts geschieden met een termijn van tenminste 6 (zes) maanden tegen de laatste dag van het boekjaar van de deelnemer.

3. Het bestuur is bevoegd, indien de deelnemer dit schriftelijk verzoekt, afwijking van het bepaalde in lid 2 toe te staan. Artikel 13

1. Het bestuur is bevoegd, de overeenkomst van deelnemerschap met dadelijke ingang te beëindigen indien de deelnemer

- niet of niet langer voldoet aan één of meer vereisten van het deelnemerschap als belichaamd in de artikelen 4 en/of 5 van dit reglement en geen zekerheid van een derde stelt die het geconstateerde tekort dekt.

- onjuiste informatie verstrekt nadat het bestuur hem heeft verzocht, voor de stichting van belang zijnde informatie te verstrekken.

- aan enige andere verplichting die dit reglement op hem legt of die voor hem uit de deelnemersovereenkomst voortvloeit niet, niet tijdig of niet behoorlijk voldoet.

2. De bevoegdheid bedoeld in lid 1 respectievelijk lid 5 laat onverlet de bevoegdheid tot het opleggen van een boete als hierboven geregeld.

3. Het bestuur zal het besluit tot beëindiging met dadelijke ingang met redenen omkleden en vervolgens per aangetekende brief met bericht van ontvangst aan de deelnemer doen toekomen.

4. Het besluit tot beëindiging met dadelijke ingang doet de overeenkomst eindigen op de dag volgend op die van ter post bezorging in het vorige lid bedoeld.

5. Het bestuur is bevoegd, in een geval als in lid 1 bedoeld, te besluiten tot voorwaardelijke beëindiging van de overeenkomst, op welk besluit lid 3 eveneens van toepassing is.

(16)

16

In dat geval eindigt de overeenkomst eerst op de in het besluit vermelde datum, doch alleen dan, indien de deelnemer op die datum niet voldaan heeft aan één of meer in het besluit te zijnen aanzien gestelde voorwaarden.

GESCHILLEN Artikel 14

1. Van een bestuursbesluit als bedoeld in artikel 12 lid 4 van de statuten en in artikel 11 van dit reglement, staat voor de betrokkene beroep open op de commissie van beroep, op welk beroep, behalve de bepalingen van dit reglement, het beroepsreglement van toepassing is.

2. Geschillen niet vallende onder artikel 12 lid 4 van de statuten en niet betreffende een opgelegde boete, zullen uitsluitend worden berecht door de Arrondissementsrechtbank te Rotterdam (behoudens hoger beroep en cassatie), indien het een geschil betreft waarvan een Rechtbank kennis neemt, en voor het overige door de kantonrechter van de woonplaats van gedaagde.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Hebben andere mensen invloed op jouw keuze om na het verblijf in De Marwei te willen werken?. Zo ja,

VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER 40A0Elektriciteitsproduktiebedrijven (electrisch vermogen >= 50 MWe) 40A1- kolengestookt (incl.. SBI-CODEOMSCHRIJVING AFSTANDEN

bij archeologische waardevolle gebieden als bedoeld in lid 6.1 vooraf door aanvrager van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk

Het Besluit openbaarmaking toezicht- en uitvoeringsgegevens Gezondheidswet en Jeugdwet is niet van toepassing op de uitkomsten van controle en onderzoek die zijn vastgesteld

Bruto Marge groei Neemt de lading over van opbrengst groei en bruto marge Bruto Marge per hl Neemt de lading over van Netto opbrengst per hl Handels marge Hierbij moet de

O Nee, ik had nog voldoende producten thuis staan O Nee, ik koop niet elke keer Kérastase producten O Nee, ik gebruik geen Kérastase producten meer.. O Ja, ik koop

Zowel klanten als prospects beoordelen het gebruikersgemak van de producten van het merk Sikkens met een relatief lage score ten opzichte van het gemiddelde.. 69,7% van de

We zien deze lijst niet als een lijst van "vormeisen voor goede reclame", maar als een lijst met condities waarbuiten reclame ook kan, mits het aan eisen van