BESLUIT
Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandsemededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.
Nummer: 504 / N.V. Bouwfonds Nederlandse Gemeenten - Schilder Bouw B.V.
1. Op 22 april 1998 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit een melding ontvangen waarin is medegedeeld dat de onderneming N.V. Bouwfonds Nederlandse Gemeenten en de
onderneming Schilder Bouw B.V. het voornemen hebben een concentratie als bedoeld in artikel 27 van de Mededingingswet aan te gaan. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 77 van 23 april 1998. Naar aanleiding van de mededeling in de Staatscourant zijn geen zienswijzen van derden naar voren gebracht. Ambtshalve zijn vragen gesteld aan verschillende marktpartijen.
I. DE PARTIJEN
2. N.V. Bouwfonds Nederlandse Gemeenten (hierna: "Bouwfonds") is een naamloze vennootschap, opgericht naar Nederlands recht. Zij is de
houdster van Bouwfonds Financieringen B.V., Bouwfonds Vastgoed B.V. en Bouwfonds Vastgoed-management B.V., die elk weer een aantal
dochterondernemingen hebben. Bouwfonds houdt zich bezig met de ontwikkeling, de financiering en het management (beheer) van vastgoed. 3. Schilder Bouw B.V. (hierna: "Schilder") is een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, opgericht naar Nederlands recht. Zij is de houdster van aandelen in B.V. Bouw- en aannemingsbedrijf Hein Schilder en HSB Vastgoed Holding B.V. Deze laatste vennootschappen zijn elk eigenaar van een aantal besloten vennootschappen respectievelijk nemen deel in het kapitaal van die vennootschappen.
Schilder is actief op het gebied van de projectontwikkeling en de bouwproductie.
II. DE GEMELDE OPERATIE
4. De gemelde operatie betreft het voornemen tot de verkrijging van de uitsluitende zeggenschap van Bouwfonds over Schilder door middel van verwerving van alle aandelen.
III. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT
5. De gemelde operatie is een concentratie in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet. De hierboven, onder punt 4, omschreven
transactie leidt er toe dat Bouwfonds de uitsluitende zeggenschap verwerft over een voorheen van die onderneming onafhankelijke onderneming.
pagina 1 van 4
bcm0504-9805
6. Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens blijkt dat de gemelde concentratie binnen het toepassingsbereik van de
Mededingingswet valt.
IV. BEOORDELING A. Relevante markten
Relevante productmarkt
7. Partijen hebben medegedeeld dat de door de concentratie beïnvloede markt de vastgoedmarkt op het gebied van projectontwikkeling ten aanzien van koopwoningen is. Partijen hebben voorts aangegeven dat de
projectontwikkeling van commercieel vastgoed (kantoorruimte en dergelijke) een zodanig summier onderdeel van de totale overname betreft dat dit deel buiten beschouwing is gelaten.
8. Er is geen reden om aan te nemen dat de activiteiten ten aanzien van de projectontwikkeling van commercieel vastgoed in het onderhavige geval nader onderzocht dienen te worden, gelet op het hetgeen door partijen hierover naar voren is gebracht. Omdat projectontwikkeling naar haar aard verschilt van andere activiteiten in de bouwsector, kan met partijen
aangenomen worden dat de markt waartoe projectontwikkeling ten behoeve van koopwoningen behoort in ieder geval de beïnvloede markt vormt. Partijen hebben opgemerkt dat projectontwikkelaars van grote locaties (de zogenaamde VINEX- en BON-gebieden) naast het ontwikkelen en
realiseren van de opstallen, zich ook vaak bezighouden met de ontwikkeling en de uitvoering van grondexploitatie (locatie-ontwikkeling). Deze
ontwikkelaars zijn in tegenstelling tot projectontwikkelaars van kleine locaties vooral landelijk actief en zullen, naar het oordeel van partijen, in het algemeen over meer "know-how" en financiële middelen moeten
beschikken. Van belang is de vraag of projectontwikkeling ten aanzien van grote locaties zodanig verschilt van projectontwikkeling ten aanzien van kleine locaties, dat hier sprake is van afzonderlijke markten. Deze vraag kan in het onderhavige geval echter onbeantwoord blijven, omdat de materiële beoordeling van de voorgenomen concentratie hierdoor in het onderhavige geval niet wordt beïnvloed. Zie punt 11 van het onderhavige besluit.
Relevante geografische markt
9. Van partijen is Bouwfonds in geheel Nederland (en in beperkte mate in Duitsland) actief, terwijl Schilder zijn activiteiten voornamelijk in de regio Noord-Holland verricht. Een marktafbakening waarbij uitgegaan wordt van een markt die groter is dan Nederland, ligt in het onderhavige geval niet voor de hand, gelet op het feit dat van partijen alleen Bouwfonds - in beperkte mate - buiten Nederland actief is. In het onderhavige geval hoeft voorts niet vastgesteld te worden of de markt regionaal, dan wel nationaal is, aangezien de materiële beoordeling hierdoor niet wordt beïnvloed. Zie punt 1o en 11 van het onderhavige besluit.
B. Gevolgen van de concentratie
10. Volgens cijfermateriaal van het EIB zijn in 1997 in Nederland ongeveer 66.500 koopwoningen gerealiseerd. Partijen hebben aangegeven dat
pagina 2 van 4
bcm0504-9805
Bouwfonds en Schilder in 1997 gezamenlijk betrokken waren bij de
ontwikkeling van ruim 6.000 koopwoningen in Nederland. Op basis hiervan zouden partijen een gecombineerd marktaandeel van ongeveer 9% behalen op de nationale markt. Als zou worden uitgegaan van het aantal door partijen gerealiseerde woningen in 1997, dan ligt het marktaandeel lager dan dit percentage. Indien wordt uitgegaan van een regionale markt (Noord-Holland), dan ligt het gecombineerd marktaandeel bij een gerealiseerd totaal aantal koopwoningen in Noord-Holland van 8.700 rond de 15% (Bouwfonds behaalde in 1997 een marktaandeel van ongeveer 13% en Schilder een marktaandeel van ongeveer 2%).
11. Blijkens door partijen overgelegde gegevens ligt het gecombineerde marktaandeel van partijen op de nationale markt ruim onder de 15%, of nu wordt uitgegaan van een afzonderlijke markt voor grote locaties, dan wel van een afzonderlijke markt voor kleine locaties. Op de markt voor grote locaties in Noord-Holland ligt het gecombineerde marktaandeel van partijen rond de 10%. Op de markt voor kleine locaties in Noord-Holland bedraagt het gecombineerde marktaandeel van partijen ongeveer 18%. Partijen hebben voorts aannemelijk gemaakt dat zij voor de komende periode (tot 2004) op de markt voor grote locaties in termen van aantallen te bouwen woningen in Nederland weliswaar een substantiële positie zullen innemen, maar dat het te verwachten aandeel van partijen onder de 10% ligt.
12. Hoewel Bouwfonds wel de grootste projectontwikkelaar voor koopwoningen in Nederland genoemd wordt, is het gecombineerd marktaandeel van partijen op zichzelf bescheiden. Uit gegevens die door concurrenten van partijen zijn overgelegd blijkt bovendien dat de
marktaandelen van de belangrijkste concurrenten in het algemeen in dezelfde orde van grootte liggen als die van partijen of lager zijn. Dit gegeven, in combinatie met het grote aantal qua omvang relatief kleine ondernemingen dat actief is op de markt voor projectontwikkeling van koopwoningen, duidt op een "versnipperde" marktstructuur. Het feit dat er een groot aantal (kleinere) spelers op de markt voor projectontwikkeling actief is, alsmede de bescheiden positie van Schilder op de markt voor projectontwikkeling - en de daarmee samenhangende geringe toename van het marktaandeel van Bouwfonds ten gevolge van de voorgenomen
concentratie - leiden tot de conclusie dat in het onderhavige geval niet gevreesd behoeft te worden voor het ontstaan dan wel de versterking van een economische machtspositie die de daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze belemmert.
V. CONCLUSIE
13. Na onderzoek van deze melding, is de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot de slotsom gekomen dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt. Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd.
(w.g.) A.W. Kist
directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit
Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de arrondissementsrechtbank te Rotterdam, sector bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM, Rotterdam.
terug
Aan de inhoud van deze pagina's kunt u geen rechten ontlenen.