• No results found

college van burgemeester en schepenen Zitting van 10 juni 2016

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "college van burgemeester en schepenen Zitting van 10 juni 2016"

Copied!
13
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

beraadslaging/proces verbaal Kopie

college van burgemeester en schepenen

Zitting van 10 juni 2016

Besluit GOEDGEKEURD

A-punt Strategische Coördinatie

Samenstelling

de heer Bart De Wever, burgemeester

de heer Koen Kennis, schepen; de heer Philip Heylen, schepen; de heer Ludo Van Campenhout, schepen; de heer Claude Marinower, schepen; de heer Marc Van Peel, schepen; de heer Rob Van de Velde, schepen;

mevrouw Nabilla Ait Daoud, schepen; de heer Fons Duchateau, schepen de heer Roel Verhaert, stadssecretaris

Iedereen aanwezig, behalve:

de heer Ludo Van Campenhout, schepen; de heer Marc Van Peel, schepen

106 2016_CBS_05091

Fondsen. Eurodesk - Deelname Interreg Europe-project SPEED UP. Ondertekening partnerschapsovereenkomst - Goedkeuring

Motivering

Gekoppelde besluiten

 2015_CBS_05896 - Fondsen. Eurodesk - Deelname Interreg Europe-projectvoorstel SPEED UP - Goedkeuring

Aanleiding en context

Op 10 juli 2015 (jaarnummer 5896) keurde het college de deelname aan het projectvoorstel SPEED UP goed, dat werd ingediend binnen het Europese subsidieprogramma Interreg Europe.

In februari 2016 werd hoofdpartner Firenze (Italië) door het Interreg Europe-programmasecretariaat ingelicht dat het projectvoorstel werd goedgekeurd. Vervolgens werd de onderhandeling van een subsidieovereenkomst tussen Firenze en het programmasecretariaat in gang gezet.

Naast hoofdpartner Firenze en stad Antwerpen nemen volgende partners deel aan het subsidieproject: stad Lissabon (Portugal), STIC Economic Promotion for East Brandenburg (Duitsland), Reims Métropole

(Frankrijk), Kamers van Koophandel van stad Sevilla (Spanje), stad Warschau (Polen), Association of Tuscan Municipalities (Italië), en Tallinn Science Park Technopol (Estland). Deze partners kwamen voor een eerste keer bijeen op het kickoff-event van 10-11 mei 2016 in Firenze. Namens stad Antwerpen werd de kickoff bijgewoond vanuit Ondernemen en Stadsmarketing/Business & Innovatie.

De doelstelling van SPEED UP is om de implementatie van stedelijke beleidsinstrumenten voor

ondernemerschap en incubatie te versterken. Kennisdeling tussen de deelnemende regio's en steden over de manier waarop zij incubatoren ondersteunen, staat centraal. Het project wordt opgedeeld in twee fasen. In een eerste fase (duurtijd van 36 maanden) moet de kennisdeling uitmonden in de voorbereiding van actieplannen ter versterking van het incubatiebeleid. In een tweede fase (duurtijd van 24 maanden) ligt de focus op de

monitoring van de implementatie van deze actieplannen.

(2)

Het projectbudget voor stad Antwerpen bedraagt 240.000,00 euro, waarvan 85% (oftewel 204.000,00 euro) subsidie. In het projectbudget worden kosten voor personeel, overhead, dienstreizen en externe expertise (voor eerstelijnscontrole, projectbeheer, organisatie van meetings, communicatie en disseminatie, en externe

ondersteuning bij de opmaak van de actieplannen) opgenomen.

Argumentatie

Om de deelname van de stad aan het SPEED UP-project te officialiseren, dienen twee documenten ondertekend te worden.

Ten eerst wordt het college gevraagd om een delegatiebrief te ondertekenen, waarin de stedelijke projectleider Startup City van Ondernemen en Stadsmarketing/Business & Innovatie gemandateerd wordt om namens de stad in de stuurgroep van het SPEED UP-project te zetelen. Deze delegatiebrief (zowel originele Engelstalige versie als vrije vertaling naar het Nederlands) gaat als bijlage bij dit besluit.

Ten tweede wordt de gemeenteraad gevraagd om een partnerschapsovereenkomst te ondertekenen, waarin de rechten en plichten van de deelnemende partners, de besluitvormingsprocedures binnen het project en de subsidiabiliteitsregels worden uiteengezet. Deze overeenkomst (zowel originele Engelstalige versie als vrije en beknopte vertaling naar het Nederlands) gaat als bijlage bij dit besluit.

Het project wordt opgevolgd vanuit Ondernemen en Stadsmarketing/Business & Innovatie. De stedelijke Eurodesk zorgt voor de nodige ondersteuning bij het verwerven van de subsidie.

Financiële gevolgen

Nee

Algemene financiële opmerkingen

De ontvangsten en uitgaven die gepaard gaan met de deelname aan het Interreg Europe-project SPEED UP, werden met behulp van subsidiefiche INTERREG_SPEED_UP bij budgetwijziging 2016 in het

meerjarenbudget ingeschreven.

Strategisch kader

Dit besluit past in de realisatie van volgende doelstellingen/projecten:

 7 - Sterk bestuurde stad

 1TSB07 - Een rechtszeker, efficiënt en toegankelijk bestuur handhaaft de democratische waarden

 1TSB0703 - De stad zet in op de goede relaties met externe partners

 1TSB070303 - Optimale benutting van opportuniteiten naar subsidies en kennisuitwisseling, aanwezigheid op relevante fora en contacten met relevante steden, partnerorganisaties en bovenlokale overheden maken Antwerpen zichtbaar aanwezig in Europa

 7 - Sterk bestuurde stad

 1HSB01 - Het strikt budgettair en financieel beleid is realistisch en risicobewust

 1HSB0101 - Het invorderen en innen van ontvangsten gaat nauwgezet verder

 1HSB010105 - Bijkomende subsidies worden maximaal verworven door vakkundige ondersteuning op maat bij het opstellen, indienen en opvolgen van subsidieaanvragen. De verschillende entiteiten van de groep stad Antwerpen werken hier actief aan mee.

 4 - Lerende en werkende stad

 1SLW05 - Antwerpen is een welvarende innovatieve business stad

(3)

 1SLW0501 - Antwerpen is een hotspot voor innovatief ondernemen

 1SLW050103 - Innovatieve startups, spinoffs en pilootbedrijven krijgen alle kansen om door te groeien

Besluit

Artikel 1

Het college keurt de delegatiebrief voor het Interreg Europe-project SPEED UP goed.

Artikel 2

Het college legt de goedkeuring van de partnerschapsovereenkomst voor het Interreg Europe-project SPEED UP voor aan de gemeenteraad.

Artikel 3

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.

Bijlagen

1. 20160531_SPEED_UP_Partnership_Agreement_EN.pdf

2. 20160531_SPEED_UP_Partnerschapsovereenkomst_NL.pdf

3. 20160531_SPEED UP_SG_letter_of_delegation_EN.pdf

4. 20160531_SPEED UP_SG_letter_of_delegation_NL.pdf

(4)

Partnerschapsovereenkomst

Beknopte en vrije vertaling naar het Nederlands

Definities en afkortingen

Binnen deze overeenkomst hebben de volgende woorden en afkortingen de vermelde betekenissen:

Overeenkomst betekent de overeenkomst voor projectpartnerschap.

Goedkeuringsbeslissing betekent de goedkeuringsbeslissing door het toezichtcomité zoals bepaald in de subsidieovereenkomst.

Aanvraagformulier betekent het aanvraagformulier zoals aanwezig in bijlage 1 van deze

overeenkomst, gecombineerd met aanpassingen aan dit formulier die werden goedgekeurd door de programmaleiding.

Hoofdpartner betekent de hoofdbegunstigde zoals besproken in artikel 13 van EU-richtlijn 1299/2013.

Programma betekent het Interreg Europe-programma.

Programmaleiding betekent het beheerorgaan, het gemeenschappelijk secretariaat, het certificerende orgaan en/of het auditorgaan.

Programmahandboek betekent de meest recent gepubliceerde versie van het programmahandboek.

Projectpartners betekent de projectpartners genoemd in het aanvraagformulier, inclusief de hoofdpartner.

Project betekent PG I00141 SPEED UP – Ondersteunen van praktijken ter bevordering van ecosystemen voor ondernemerschap in de ontwikkeling van stedelijk beleid.

Subsidie betekent de maximale co-financiering door het ERDF (European Regional Development Fund) toegekend aan het project in overeenstemming met het aanvraagformulier.

PGI00141 SPEED UP – Ondersteunen van praktijken ter bevordering van ecosystemen in de ontwikkeling van stedelijk beleid

Met betrekking tot:

 artikel 13(2) van EU-richtlijn 1299/2013 van het Europese Parlement en de Europese Raad van 17 december 2013, aangaande de Europese doelstelling voor Territoriale Samenwerking;

 sectie ‘overeenkomst projectpartnerschap’ van het programmahandboek, op basis waarvan partners binnen een project gefinancierd onder Interreg Europe een overeenkomst moeten sluiten met betrekking tot hun wederzijdse financiële en juridische verplichtingen, met inbegrip van de functies en verantwoordelijkheden van de hoofdpartner;

 de subsidieovereenkomst tussen het beheerorgaan en de hoofdpartner, artikel 10.

Ter uitvoering van het Interreg Europe-project PG I00141 SPEED UP zoals goedgekeurd door het toezichtcomité, sluiten de projectpartners op 9 februari 2016 de volgende overeenkomst.

(5)

Artikel 1

Partijen

De bij deze overeenkomst betrokken partijen zijn de hoofdpartner en de projectpartners, zoals vermeld in de meest recente goedgekeurde versie van het aanvraagformulier.

Artikel 2

Voorwerp van de overeenkomst

1. Voorwerp van deze overeenkomst is de organisatie van een partnerschap ter uitvoering van het project PG I00141 SPEED UP zoals vermeld in de bijlagen. De bijlagen omvatten:

 de meest recente versie van het aanvraagformulier goedgekeurd door het programma (bijlage I)

 het subsidiecontract tussen het beheerorgaan en de hoofdpartner (bijlage II),

De bijlagen, met inbegrip van alle provisies waarop zij gebaseerd zijn en waaraan zij verwijzen, worden beschouwd als integraal onderdeel van de overeenkomst.

Artikel 3

Verplichtingen van de partijen

Verplichtingen voor de hoofdpartner

1. De hoofdpartner zal voldoen aan alle verplichtingen voortvloeiend uit artikel 13 (2) van EU- richtlijn1299/2013, het subsidiecontract en het programmahandboek, en zal onder meer instaan voor het zo snel mogelijk en integraal doorstorten van de subsidie naar de projectpartners.

2. De hoofdpartner zal de partners op regelmatige basis informeren over relevante communicatie tussen de hoofdpartner en het gemeenschappelijk secretariaat.

3. Alvorens een aanpassingsvoorstel over te maken aan het gemeenschappelijk secretariaat zal de hoofdpartner de voorgestelde veranderingen laten goedkeuren door de partners. De hoofdpartner mag daarbij een deadline vastleggen voor de partners, waarbij na het verstrijken van deze deadline de voorgestelde veranderingen worden beschouwd als goedgekeurd door de partners.

Verplichtingen voor de partners

4. Om te kwalificeren als projectpartner onder Interreg Europe, moet de partner een rechtspersoon zijn.

5. De partners doen al het mogelijke om het project te implementeren zoals bepaald in onderhavige overeenkomst en in overeenstemming met de meest recente goedgekeurde versie van het aanvraagformulier.

6. De partners zullen voldoen aan de bepalingen van het subsidiecontract, het programmahandboek, het Samenwerkingsprogramma en de meest recente goedgekeurde versie van het

aanvraagformulier.

7. De partners zullen voldoen aan de statutaire regels onder de Europese wetgeving, nationale statutaire regelgeving, ordonnanties, decreten en bepalingen, vergunningen en vrijwaringen die van toepassing zijn op de uitvoering van de onderhavige overeenkomst, meer bepaald met betrekking tot hun respectieve aandeel in het project.

Daarnaast zullen zij ook voldoen aan volgende verplichtingen:

8. Een projectmanager en een financieel manager aanstellen voor de delen van het project waarvoor de partner verantwoordelijk is, en de hoofdpartner machtigen om de partner te vertegenwoordigen binnen het project.

9. De hoofdpartner alle informatie bezorgen, in de voorgeschreven vorm, die nodig is om de verplichte rapporten op te stellen voor het project evenals alle andere activiteitenrapporten, betalingsverzoeken en andere documenten of gegevens opgevraagd door het gemeenschappelijk secretariaat. De aldus opgevraagde informatie zal tijdig en volledig worden overgemaakt aan de hoofdpartner.

10. Alle informatie-uitwisselingen met de programmaleiding zullen verlopen in overeenstemming met de programmavereisten.

(6)

11. De partnerbijdragen beschikbaar stellen zoals bepaald in de meest recente goedgekeurde versie van het aanvraagformulier en deze partnerschapsovereenkomst.

12. Actief aanmoedigen van regionale stakeholdergroepen voor wat betreft betrokkenheid, participatie in het project en medewerking bij het wereldkundig maken van de projectresultaten.

13. Snel reageren op verzoeken van de hoofdpartner, de programmaleiding en entiteiten betrokken bij de implementatie van het programma, met name aangaande de coördinatie, implementatie en evaluatie van het project.

14. De hoofdpartner onmiddellijk op de hoogte brengen van om het even welke gebeurtenis die zou kunnen leiden tot de tijdelijke of definitieve beëindiging of een andere afwijking van het project, evenals iedere wijziging in de naam van de organisatie, haar contactgegevens, haar juridisch statuut, of om het even welke andere wijziging met betrekking tot de rechtspersoonlijkheid van de partner die een impact zou kunnen hebben op het project of de kwalificatie van de partner voor het programma.

15. In overeenstemming blijven met het voorziene budget via budgetlijn, uitgaveplan per partner, verdeling van taken en doelstellingen, output en resultaten per partner zoals bepaald in bijlage III van de overeenkomst, en de hoofdpartner zo snel mogelijk op de hoogte brengen van om het even welke gebeurtenis die zou kunnen leiden tot een afwijking dienaangaande.

Artikel 4

Rechtvaardiging van uitgaven

1. Projectpartners kunnen enkel gerechtvaardigde uitgaven inbrengen. Om gerechtvaardigd te zijn dienen de ingebrachte uitgaven van iedere projectpartner:

a) betrekking te hebben tot activiteiten en kosten die worden uitgevoerd, opgelopen en betaald vanaf de datum van de Goedkeuringsbeslissing tot de einddatum van het project, zoals vermeld in het aanvraagformulier;

b) betrekking te hebben tot activiteiten bepaald in het aanvraagformulier die nodig zijn voor de uitvoering van het project en het behalen van de doelstellingen, outputs en resultaten van het project en die opgenomen werden in het budget van het aanvraagformulier;

c) redelijk en gestaafd zijn, en in overeenstemming zijn met de toepasselijke EU- en

programmaregels. In afwezigheid van regels op EU- of programmaniveau of in gebieden die niet nauwkeurig gereguleerd worden, zijn nationale of internationale regels in

overeenstemming met de principes van degelijk financieel beheer van toepassing.

d) geïnd en uitbetaald te worden door de projectpartner en gestaafd te worden met bewijsmateriaal dat identificatie en controle mogelijk maakt;

e) identificeerbaar, verifieerbaar en plausibel te zijn, evenals bepaald in overeenstemming met de relevante boekhoudkundige principes en bijgehouden in een apart boekhoudsysteem of met een geschikte boekhoudkundige code;

f) geverifieerd te zijn door een eerstelijnscontroleur, in overeenstemming met EU-regel 1303/2013, artikel 125(4).

2. Bij derogatie van artikel 4.1 (a) tot (e) kunnen vereenvoudigde kostenopties worden opgenomen in het programmahandboek. Deze dienen desgevallend correct te worden toegepast door iedere projectpartner.

3. Indien een projectpartner de rechtvaardigingsvoorschriften niet naleeft, kan de hoofdpartner of de programmaleiding corrigerende maatregelen opleggen die dan dienen te worden uitgevoerd door de betrokken partner. Deze corrigerende maatregelen kunnen leiden tot de uitsluiting van om het even welke ongerechtvaardigde uitgave en tot de vraag om terugbetaling van het geheel of een deel van de betrokken subsidie.

Artikel 5

Besluitvorming binnen de overeenkomst

1. De Stuurgroep neemt alle beslissingen met betrekking tot:

 algemene projectactiviteiten

 individuele activiteiten van projectpartners

 algemeen projectbudget

(7)

 individueel projectbudget

 vragen tot het uitsluiten of toevoegen van partners

2. Beslissingen door de Stuurgroep worden in regel genomen met consensus (unanieme stemming) onder de leden die de Stuurgroepvergadering bijwonen. Wanneer geen beslissing met consensus mogelijk blijkt, wordt beslist met een eenvoudige meerderheid (50% +1) van de aanwezige Stuurgroepleden. Consensus wordt nagestreefd voor elke beslissing die een significante wijziging van de projectactiviteiten of –financiën impliceert. Beslissingen kunnen enkel worden genomen in aanwezigheid en met instemming van de hoofdpartner.

Artikel 6

Financiering van gezamenlijke activiteiten en voorbereidingskosten

1. Bij financiering van gezamenlijke activiteiten staat de partner die het contract aangaat als enige in voor het budgetteren, betalen, verifiëren en rapporteren van de volledige kostprijs en ontvangt hij als enige de gerelateerde ERDF-subsidie. Het delen van kosten tussen partners gebeurt in onderlinge overeenkomst: [indien van toepassing kunnen hier concrete details over de procedures en individuele delen van gedeelde kosten worden vermeld.]

2. De voorbereidingskosten worden terugbetaald door middel van een eenmalige som van € 15.000 per project en de corresponderende ERDF-bijdrage (€ 12,750) of Noorse financiering (€ 7500) worden uitbetaald aan de hoofdpartner.

Artikel 7

Project- en programmaperformantie

1. Indien een projectpartner een of meerdere doelstellingen, outputs of resultaten niet behaalt zoals die werden vooropgesteld in het aanvraagformulier, is de betrokken partner verantwoordelijk voor het uitvoeren van de door de programmaleiding gevraagde correctiemaatregelen.

2. Als een of meerdere projectpartners de contractuele bepalingen niet naleven met betrekking tot tijdige oplevering, oplevering binnen budget of oplevering van resultaten zoals bepaald in de bijlagen van deze overeenkomst, kan de programmaleiding de aan het project toegekende subsidie verminderen en, indien nodig, het project stopzetten door middel van beëindiging van de subsidieovereenkomst. In dergelijk geval zal of zullen de betrokken projectpartner(s) aansprakelijk worden gesteld conform artikel 8 van deze overeenkomst.

3. Subsidiebetalingen die niet tijdig of volledig worden aangevraagd door de betrokken

projectpartner(s) conform de bepalingen in het uitgaveplan in bijlage III, kunnen voor de betrokken projectpartner(s) als verloren worden beschouwd.

Artikel 8

Aansprakelijkheid

Als een projectpartner niet voldoet aan zijn verplichtingen voortvloeiend uit deze overeenkomst en haar bijlagen, zal deze partner als enige aansprakelijk zijn voor hieruit voortvloeiende schade en kosten. Enkel indien sprake is van overmacht zal de partner desgevallend niet aansprakelijk worden gesteld. In dit laatste geval dient de betrokken partner onmiddellijk en schriftelijk de andere

projectpartners in kennis te stellen.

Artikel 9

Auditrechten, projectevaluatie en archivering van documenten

1. De Europese Commissie, het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF), het Europees Hof van Auditeurs en, binnen hun verantwoordelijkheidsgebied, de relevante organen van de

organiserende EU-lidstaten (en het koninkrijk Noorwegen) evenals andere programmaleiders hebben het recht door middel van audits toe te zien op het correct gebruik van fondsen door de projectpartners of dergelijke audits te laten uitvoeren door gemachtigde personen.

(8)

2. De projectpartners zullen desgevallend alle documenten voorleggen die vereist zijn voor de audit, de nodige informatie verschaffen en toegang verlenen tot hun kantoren.

3. In overeenstemming met EU-richtlijn 1303/2013, artikels 56 en 57 zal iedere projectpartner bij een projectevaluatie al het mogelijke doen om de uitvoerende onafhankelijke experts of organen alle documenten en informatie te verschaffen die de evaluatie kunnen ondersteunen.

4. De projectpartners archiveren alle documenten gerelateerd aan de projectimplementatie

gedurende de termijn vereist door en in overeenstemming met EU-richtlijn 1303/2013, artikel 140.

De hoofdpartner zal de projectpartners tijdig inlichten over de aanvangsdatum van de termijn vermeld in paragraaf 1 van artikel 140 van EU-richtlijn 1303/2013. Deze termijn kan in gerechtvaardigde gevallen worden onderbroken en zal hernemen na dergelijke onderbreking.

Andere, mogelijk langere vastgelegde bewaartermijnen, zoals mogelijk opgelegd door nationale wetgeving, blijven van kracht.

5. In overeenstemming met EU-richtlijn 1303/2013, artikel 140 (het archiveren van documenten) draagt iedere projectpartner er zorg voor dat alle documenten bewaard worden ofwel:

a) in hun originele vorm;

b) als gecertifieerde kopieën van de originelen;

c) op algemeen aanvaarde datadragers, inclusief als elektronische versies van originele documenten;

d) als documenten die enkel in elektronische vorm bestaan.

Ongeacht het bovenstaande dienen de gebruikte opslagmedia te voldoen aan de nationale wettelijke vereisten.

6. De vereisten vermeld in punten 4 en 5 gelden eveneens voor iedere projectpartner die zijn partnerschap beëindigt voor de afloop van het project.

Artikel 10

Communicatie en publiciteit

1. Elke projectpartner zal een communicatie- en verspreidingsplan implementeren dat borg staat voor toereikende promotie van het project en zijn resultaten bij potentiële doelgroepen,

projectstakeholders en het brede publiek, in overeenstemming met bijlage XII (2.2) van EU-richtlijn 1303/2013, de subsidieovereenkomst (artikel 12) en het programmahandboek.

2. Tenzij anders bepaald door het beheerorgaan moet iedere kennisgeving of publicatie met betrekking tot het project, in welke vorm of via welk medium dan ook, inclusief het internet, vermelden dat deze enkel de mening van de auteur vertolkt en dat de programmaleiding niet aansprakelijk kan worden gesteld voor welke vorm van gebruik dan ook van de informatie vermeld in de kennisgeving of publicatie.

3. Iedere projectpartner stemt ermee in dat de programmaleiding het recht heeft om de volgende informatie te publiceren, in welke vorm en op welke manier dan ook, inclusief via het internet:

a) de naam en contactgegevens van de hoofdpartner en de projectpartners b) de projectnaam

c) een samenvatting van de projectactiviteiten d) de doelstellingen van het project en de subsidie e) de start- en einddata van het project

f) het subsidiebedrag en het totaalbudget van het project g) de geografische locatie van de projectuitvoering h) voortgangsrapporten, inclusief het eindrapport

Artikel 11

Intellectuele eigendomsrechten

1. Alle intellectueel eigendom, publicaties en resultaten (zowel tastbaar als ontastbaar) die voortvloeien uit het project zullen het eigendom zijn van de hoofdpartner en de projectpartners.

2. De voorwaarden vervat in artikel 11.1. niet te na gesproken, moeten de hoofdpartner en de projectpartner de resultaten van het project gratis beschikbaar stellen voor het brede publiek. Het beheerorgaan en andere relevante programmastakeholders (bijvoorbeeld de nationale

aanspreekpunten en de Europese Commissie) kunnen zich het recht voorbehouden om de

(9)

projectresultaten te gebruiken voor informatie- en communicatieacties met betrekking tot het programma. Als bestaande intellectuele en industriële eigendomsrechten ter beschikking worden gesteld binnen het kader van het project zullen deze integraal worden gerespecteerd, op

voorwaarde dat hun bestaan door de hoofdpartner en de projectpartner schriftelijk wordt gemeld aan de programmaleiding.

3. Inkomsten gegenereerd op basis van de intellectuele eigendomsrechten moeten worden beheerd in overeenstemming met de toepasselijke EU-, nationale en programmaregelgeving met

betrekking tot netto-inkomsten en staatssteun.

Artikel 12

Samenwerking met derde partijen,

delegatie bij wettelijke opvolging en uitbesteding

1. In geval van samenwerking met derde partijen, met inbegrip van leveranciers van goederen en diensten, zal de betrokken projectpartner voor zijn verantwoordelijkheden zoals vervat in de projectpartnerschapsovereenkomst eenzijdig verantwoordelijk blijven ten aanzien van de hoofdpartner.

2. Wanneer een contract wordt aangegaan met een derde partij zal de projectpartner de hoofdpartner informeren over het onderwerp ervan en de betrokken partij.

3. Projectpartners mogen hun rechten en verplichtingen voortvloeiend uit de

partnerschapsovereenkomst niet overdragen zonder voorafgaande toestemming door de andere projectdeelnemers en de betrokken partijen verantwoordelijk voor projectimplementatie.

4. In gevallen van wettelijke opvolging is de betrokken hoofdpartner of juridische partner verplicht om al diens verplichtingen voortvloeiend uit de partnerschapsovereenkomst over te dragen aan zijn wettelijke opvolger.

5. Uitbesteding van goederen/diensten aan consulenten of leveranciers zal gebeuren in

overeenstemming met de procedures vastgelegd in de regels voor publieke aanbesteding die gelden voor de uitbestedende projectpartner, met inbegrip van de EU-richtlijnen dienaangaande.

Artikel 13

Looptijd en stopzetting

1. De overeenkomst wordt van kracht op de datum van haar ondertekening. Zij blijft van kracht tot de hoofdpartner en projectpartners hun verplichtingen voortvloeiend uit de

partnerschapsovereenkomst en de subsidieovereenkomst volledig vervuld hebben. Meer bepaald blijven alle relevante bepalingen die nodig zijn voor het vervullen van de verplichtingen met betrekking tot archivering en audits zoals vastgelegd in artikel 5 van deze overeenkomst van kracht tot het einde van de periode bepaald in artikel 140 van EU-richtlijn 1303/2013.

2. De overeenkomst kan vroegtijdig worden stopgezet door middel van een beslissing door de Stuurgroep. Dit orgaan regelt eveneens de gevolgen van vroegtijdige stopzetting.

Artikel 14

Betwistingen en onvoldane verplichtingen

1. Als een projectpartners niet voldoet aan zijn verplichtingen, zal de hoofdpartner de desbetreffende partner opdragen zich binnen een maximumtermijn van [x dagen] in regel te stellen. De

hoofdpartner zal hierbij alle nodige maatregelen nemen om de desbetreffende partner te contacteren om de onregelmatigheden te verhelpen, inclusief door middel van het inroepen van de hulp van het gemeenschappelijk secretariaat of het beheerorgaan.

2. Wanneer het niet voldoen aan verplichtingen aanhoudt in weerwil van de maatregelen vermeld in artikel 14.1, kunnen de partners beslissen om de betrokken partner uit het project te weren. De hoofdpartner zal meteen het beheerorgaan en het gemeenschappelijk secretariaat op de hoogte brengen wanneer de partners de intentie hebben om een partner uit het project te weren.

3. Waar het niet voldoen van een partner aan zijn verplichtingen financiële gevolgen heeft voor de fondsen van het project als geheel, is de hoofdpartner gemachtigd om van de desbetreffende partner een compensatie te vorderen die de vermelde gevolgen dekt.

(10)

4. In geval van een dispuut (ook indien dit slechts door een der partners als dusdanig wordt beschouwd) dat voortvloeit uit een gevolgovereenkomst of een actie die geheel of gedeeltelijk deel uitmaakt van de projectovereenkomst, zullen de projectpartners een oplossing in der minne nastreven. Als de partners geen oplossing in der mine bereiken, zal het dispuut behandeld worden door de bevoegde rechtbank van het arrondissement waar het hoofdkantoor van de hoofdpartner gevestigd is. Het hoofdkantoor van de hoofdpartner is gevestigd in [adres].

Artikel 15

Eis tot terugbetaling

1. Als de programmaleiding van een of meerdere partners terugbetaling van het geheel of een deel van de reeds uitbetaalde subsidie zou eisen in overeenstemming met de bepalingen van de subsidieovereenkomst, is iedere betrokken partner ertoe verplicht het onterecht ontvangen deel van het subsidiebedrag terug te betalen aan de hoofdpartner.

2. De hoofdpartner zal de betrokken partner(s) zo snel mogelijk op de hoogte brengen wanneer een subsidie door ERDF/Noorwegen onterecht werd uitbetaald, en dit van zodra de hoofdpartner hiervan op de hoogte wordt gesteld door het beheerorgaan / het gemeenschappelijk secretariaat.

De hoofdpartner zal ook zonder oponthoud aan de partner(s) de brief doorsturen waarmee het beheerorgaan de opdracht tot terugvordering heeft gegeven en de partner(s) informeren over het terug te betalen bedrag. Dit bedrag moet worden terugbetaald binnen de termijn gesteld door de hoofdpartner, in overeenstemming met de terugvorderingsprocedure beschreven in de

programmahandleiding. Indien het terug te betalen bedrag onderhevig is aan interesten, zal de interestvoet vastgelegd worden in overeenstemming met de bepalingen van de

subsidieovereenkomst (artikel 14.3) en toegepast worden op iedere betrokken partner.

3. Als de hoofdpartner er niet in slaagt om terugbetaling te bekomen van de betrokken projectpartner(s) of het beheerorgaan er niet in slaagt terugbetaling te bekomen van de hoofdpartner na daartoe alle redelijke middelen te hebben ingezet conform punt 5.4 van het samenwerkingsprogramma en de procedure voor de recuperatie van onregelmatigheden, geldt in overeenstemming met artikel 122.2 van EU-richtlijn 1303/2013 en artikel 27.3 van EU-richtlijn 1299/2013 volgende procedure: de EU-lidstaat of het derde land op wiens grondgebied de ontvanger van het onterecht uitbetaalde bedrag gevestigd is zal het desbetreffende bedrag terugbetalen aan het beheerorgaan. De EU-lidstaat of het derde land (Noorwegen) op wiens grondgebied de vermelde ontvanger gevestigd is, is desgevallend gemachtigd om iedere juridische actie die zij als noodzakelijk beschouwt te ondernemen ten aanzien van de ontvanger om het onterecht uitbetaalde bedrag te recupereren, in overeenstemming met de nationale rechtspraak en enige overeenkomst die de EU-lidstaat of het derde land in kwestie (Noorwegen) heeft aangegaan met de ontvanger. Desgevallend zal de hoofdpartner het recht hebben zijn rechten en verplichtingen die voortvloeien uit de projectovereenkomst over te dragen aan de EU- lidstaat of het derde land (Noorwegen) op wiens grondgebied de ontvanger gevestigd is, op voorwaarde dat de EU-lidstaat of het derde land (Noorwegen) instemmen met deze overdracht.

Artikel 16

Wijziging van de projectpartnerschapsovereenkomst, terugtrekking

1. Deze overeenkomst kan enkel schriftelijk worden gewijzigd, door middel van een amendement ondertekend door alle betrokken partijen.

2. Aanpassingen aan het project (bijvoorbeeld met betrekking tot activiteiten, planning of budget) die werden goedgekeurd door de programmaleiding in overeenstemming met de procedure

beschreven in het programmahandboek, kunnen worden uitgevoerd zonder de overeenkomst te wijzigen.

3. Als een van de projectpartners zich terugtrekt uit het project, zullen de hoofdpartner en de overige projectpartners ernaar streven om de projectbijdrage toegewezen aan de zich terugtrekkende partner te dekken. Zij zullen daartoe voorstellen aan de programmaleiding om ofwel de taken van de zich terugtrekkende partner te spreiden over de resterende partners en/of om de zich

terugtrekkende partner te vervangen door een of meerdere nieuwe projectpartners.

(11)

Artikel 17

Werktaal

1. De werktaal binnen het project is het Engels.

2. Enkel de Engelstalige versie van de partnerschapsovereenkomst is bindend.

Artikel 18

Finale bepalingen

1. Deze overeenkomst valt onder het Italiaans recht.

2. Als een bepaling in deze overeenkomst geheel of gedeeltelijk onuitvoerbaar zou zijn, zullen de afsluitende partijen zich engageren om de ongeldige bepaling te vervangen door een geldige bepaling die zo nauw mogelijk aansluit bij het doel van de ongeldige bepaling.

(12)

Handtekeningen

De hoofdpartner

Titel van het instituut: Firenze (IT)

Plaats en datum: ………

Naam en functie van de ondertekenaar: ………

Handtekening/stempel: ………

Partner Stad Antwerpen

Voor stad Antwerpen, namens de gemeenteraad,

Stadssecretaris Voorzitter van de gemeenteraad

Roel Verhaert Bart De Wever

Plaats en datum:

Stempel:

De overige projectpartners […]

Titel van het instituut:

Plaats en datum: ………

Naam en functie van de ondertekenaar: ………

Handtekening/stempel: ………

(13)

Sharing solutions for better regional policies

European Union | European Regional Development Fund

Vrije vertaling naar het Nederlands SPEED UP

Ondersteunen van praktijken ter bevordering van ecosystemen voor ondernemerschap in de ontwikkeling van stedelijk beleid

Wij ondergetekenden, Roel Verhaert (stadssecretaris) en Bart De Wever (burgemeester), voor stad Antwerpen, officiële contactpersonen voor het INTERREG EUROPE project SPEED UP (Ondersteunen van praktijken ter bevordering van ecosystemen voor ondernemerschap in de ontwikkeling van stedelijk beleid), benoemen hierbij Joris Moorthamers (projectmanager Startup City, Business & Innovation, stad Antwerpen) om in onze naam deel te nemen aan de vergaderingen van de stuurgroep die tijdens de looptijd van het project zullen plaatsvinden en geven hem hierbij het volledige recht om zijn mening en stem uit te drukken in onze naam.

Hierbij verklaren we alle beslissingen van de stuurgroep in voorkomend geval te aanvaarden.

Voor stad Antwerpen, namens het college van burgemeester en schepenen,

Stadssecretaris Burgemeester

Roel Verhaert Bart De Wever

(Plaats en datum) (Stempel)

________________________ ___________________

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Grote Markt 1 - 2000 Antwerpen info@stad.antwerpen.be.. 2° Ze mag niet voor gevelopeningen geplaatst worden of gevelornamenten bedekken. Indien ze geplakt of gespoten wordt op

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening

Het college van burgemeester en schepenen geeft de omgevingsvergunning af voor oprichten van een tuinhuis, gelegen Akkerstraat 3 te 8830 Hooglede, afdeling 1 sectie D nr..

Indien een stedenbouwkundige vergunning wordt aangevraagd voor enkel een volume- uitbreiding en/of functiewijziging naar een andere functie dan wonen dient enkel de oppervlakte

Bij beslissing van 22 mei 2006 (jaarnummer 1149) keurde de gemeenteraad de tekst goed van het charter sportevenementen, dat bij de organisatie van elk evenement zowel door de

Samen met het verplaatsen van de openbare parkeerplaats voor personen met een handicap zal het onderbord van het verkeersbord E1 (verboden te parkeren) worden aangepast zodat

Gelet op de hierboven aangetoonde specificiteit van de ruimtelijke doelstellingen en de ontwikkelingsvisie van de stad Antwerpen en gelet op het feit dat de gemeenteraad van de

Bijkomend wordt vastgesteld dat de aanvraag afwijkt van de verordening voor toegankelijkheid, er worden er geen vrije draaicirkels voorzien in de bergingen, het. meterlokaal en het