• No results found

college van burgemeester en schepenen Zitting van 2 juni 2017

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "college van burgemeester en schepenen Zitting van 2 juni 2017"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

beraadslaging/proces verbaal Kopie

college van burgemeester en schepenen

Zitting van 2 juni 2017

Besluit GOEDGEKEURD

A-punt Stadsontwikkeling / Vergunningen

Samenstelling

de heer Bart De Wever, burgemeester

de heer Koen Kennis, schepen; mevrouw Caroline Bastiaens, schepen; de heer Ludo Van Campenhout, schepen; de heer Claude Marinower, schepen; de heer Marc Van Peel, schepen; de heer Rob Van de Velde, schepen; mevrouw Nabilla Ait Daoud, schepen; de heer Fons Duchateau, schepen

de heer Roel Verhaert, stadssecretaris Iedereen aanwezig, behalve:

de heer Marc Van Peel, schepen

71 2017_CBS_04901

Milieuvergunningen Vlarem klasse 2 - Fun Belgium nv, Bredabaan 964, 2170 Merksem-Antwerpen.

Dossiernummer MV2017/098/NR - Weigering Motivering

Gekoppelde besluiten

 2017_CBS_00425 - Vergunning springstoffen klasse 1 - Fun Belgium nv, Bredabaan 964, 2170 Merksem- Antwerpen. Dossiernummer EXP2016/001/AV. Ongunstig advies - Goedkeuring

Aanleiding en context

Aanvrager: Fun Belgium nv - Koning Albert I-laan 244 - 8200 Sint-Andries. De aanvraag omvat de opslag van feestvuurwerk.

Juridische grond

Het milieuvergunningendecreet van 28 juni 1985, meermaals gewijzigd, en haar uitvoeringsbesluiten (Vlarem I en II) bepalen dat niemand zonder vergunning of melding een hinderlijke inrichting mag exploiteren.

Regelgeving: bevoegdheid

Artikel 36,4° van Vlarem I bepaalt dat het college een uitspraak dient te doen over een milieuvergunningsaanvraag klasse 2.

Argumentatie

Het college beslist op basis van het verslag van de dienst milieuvergunningen, dat als bijlage bij dit besluit is gevoegd en sluit zich aan bij deze motivatie.

(2)

Grote Markt 1 - 2000 Antwerpen info@stad.antwerpen.be

Nee

Besluit

Artikel 1

Het college beslist een milieuvergunning, zoals geformuleerd in de argumentatie, te weigeren voor rubrieken 17.3.2.1 en 38.3.2 aan Fun Belgium nv, Koning Albert I-laan, 8200 Sint-Andries om op het perceel gelegen te 2170 Merksem-Antwerpen, Bredabaan 964, feestvuurwerk op te slaan.

Artikel 2

Het college beslist, zoals geformuleerd in de argumentatie, akte te nemen van rubriek 31.1.1.a.

Artikel 3

Het college wijst erop dat de exploitant de algemene en sectorale voorwaarden dient na te leven.

Artikel 4

het college wijst erop dat de exploitant de voorwaarden zoals opgelegd door de brandweer in advies met referentienummer BW/TVB/2017/G.00374.ME.0005 dient na te leven

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.

Bijlagen

1. MV2017_098_NR_bijlage_ebesluit_kl2.pdf 2. Advies_brandweer.pdf

(3)

Verslag van de dienst milieuvergunningen

De aanvraag

Aanvragers: Fun Belgium nv

Ligging: Bredabaan 964, 2170 Merksem-Antwerpen

Kadastrale gegevens: Antwerpen afdeling 41 sectie B nummer 115 W2 Onderwerp: de opslag van feestvuurwerk

Dossiernummer: MV2017/098/NR

Omschrijving aanvraag

Inhoud van de aanvraag

De aanvraag omvat de opslag van feestvuurwerk.

Rubrieken

Volgende rubrieken worden aangevraagd:

Rubriek Omschrijving Gevraagd voor

17.3.1.2 opslagplaatsen voor ontploffingsgevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS01) met een gezamelijke opslagcapaciteit meer dan 100 kg tot en met 1 ton;

150 kg

31.1.1.a stationaire motoren en gasturbines met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 10 kW tot 300 kW als de inrichting volledig in een industriegebied ligt;

104 kW

38.3.2 opslagplaatsen voor meer dan 4 kg pyrotechnisch sas vervat in feest- en seinvuurwerk.

150 kg

Advies aan college

Conclusie

De aanvraag wordt ongunstig geadviseerd voor rubrieken 17.3.1.2 en 38.3.2.

Geadviseerde rubrieken

Volgende rubrieken worden geweigerd:

Van volgende rubriek wordt akte genomen:

Rubriek Omschrijving Geweigerd voor

17.3.1.2 opslagplaatsen voor ontploffingsgevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS01) met een gezamelijke opslagcapaciteit meer dan 100 kg tot en met 1 ton;

150 kg

38.3.2 opslagplaatsen voor meer dan 4 kg pyrotechnisch sas vervat in feest- en seinvuurwerk.

150 kg

Rubriek Omschrijving Aktename van

31.1.1.a stationaire motoren en gasturbines met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 10 kW tot 300 kW als de inrichting volledig in een industriegebied ligt.

104 kW

(4)

Procedureverloop

Procedurestap Datum

Ontvangst aanvraag 6 februari 2017

Ontvankelijk- en volledigheid 8 maart 2017 Opening openbaar onderzoek 18 maart 2017 Afsluiten openbaar onderzoek 17 april 2017 Uiterste datum van beslissing college 21 juni 2017

Adviezen

Volgend extern advies werd gevraagd:

Adviesinstantie Datum

advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Ref. nummer Conclusie

brandweer/ risicobeheer/ preventie 10 maart 2017 12 april 2017

BW/TVB/2017/G.

00374.ME.0005

gunstig

Volgend intern advies werd gevraagd:

Adviesinstantie Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Ref. nummer Conclusie

stadsontwikkeling/ vergunningen/

stedenbouwkundige vergunningen

10 maart 2017 7 april 2017 2017186 ongunstig

Openbaar onderzoek

De aanvraag werd openbaar gemaakt van 18 maart 2017 tot 17 april 2017. Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

Omgevingstoets

Toetsing aan de leefomgeving

De verenigbaarheid met de omgeving van de inrichting waarvoor een vergunning wordt gevraagd, wordt door de dienst milieuvergunningen als volgt beoordeeld:

In zitting van 20 januari 2017 besliste het college een adviesvraag van het provinciebestuur over een aanvraag springstoffenvergunning klasse 1 (over de opslag en verkoop van vuurwerk) ingediend door Fun Belgium nv, Bredabaan 964, 2170 Merksem, ongunstig te adviseren (referentie

2017_CBS_00425).

De opslag van vuurwerk is eveneens een vergunningsplichtige activiteit in het kader van de milieuvergunning (rubriek 38 van de Vlarem-indelingslijst).

Grote Markt 1 - 2000 Antwerpen info@stad.antwerpen.be

(5)

Op basis van de aangeleverde informatie blijkt dat de aanvrager op technisch vlak qua opslag aan de veiligheidseisen kan voldoen, vandaar ook het gunstig verslag van de brandweer.

Dit neemt niet weg dat het vergunnen van de opslag van bijna 1 ton vuurwerk voor de verkoop aan particulieren haaks staat op het stedelijk beleid inzake het afsteken van vuurwerk.

Zoals reeds in het advies over de springstoffenvergunning aangehaald, heeft de ervaring geleerd dat het particulier afsteken van vuurwerk aanleiding geeft tot overlast en erger nog tot mogelijke verwondingen veelal met blijvend letsel tot gevolg. Uit analyses van veiligheid.nl (cijfers van de Belgische overheid zijn niet beschikbaar) blijkt dat bijna de helft van de slachtoffers omstaanders zijn en jonger dan 20 jaar. De verwondingen gaan van brandwonden, oogletsels, gehoorschade, tot

verminking van ledematen. De cijfers lopen wat uiteen, maar jaarlijks gaat het rond de eindejaarsperiode om honderden slachtoffers. Bovendien bestaat de kans op woningbrand of

bedrijfsbrand. Huisdieren raken in paniek bij het horen van knallende geluiden, ze brengen zichzelf in gevaar, lopen weg en kunnen daardoor ongevallen veroorzaken.

De verkoop en de daarmee gepaard gaande promotie van vuurwerk zal drempelverlagend werken waardoor particulieren zullen gestimuleerd worden vuurwerk te kopen. Wie vuurwerk koopt zal dit uiteraard ook afsteken, waardoor de veiligheidsrisico’s, vooral rond de eindejaarsperiode, met betrekking tot het afsteken van vuurwerk in de stad, zullen toenemen.

Door een milieuvergunning voor de opslag van springstoffen toe te laten wordt een fout signaal gegeven en wordt de handhaving van de stedelijke beleidslijn bemoeilijkt en gehypothekeerd en wordt een kwalijk precedent geschapen.

Bovendien blijkt uit de beoordeling van de stedenbouwkundig ambtenaar dat de aanvraag niet in overeenstemming is met de bestemmings- en inrichtingsvoorschriften van het geldende en meest gedetailleerde bestemmingsplan, zijnde het gewestplan, de retailzaak is deels gelegen in parkgebied en in een zone voor ambachtelijke bedrijven en KMO’s. Een handelsgebouw hoort niet thuis in

parkgebied. De aanvraag is tevens niet conform de afgeleverde stedenbouwkundige vergunning (20107135). De opdeling van de winkels, de toegangen (en gevel) zijn anders uitgevoerd dan in de vergunningsaanvraag. Ook werd de stedenbouwkundige vergunning toegestaan voor een beperkte periode van 5 jaar (besluit deputatie 5 mei 2011), deze termijn is ruimschoots overschreden.

Gezien de conflictsituatie met de aansluiting op de Bredabaan nog steeds ongewijzigd aanwezig is, en de wens het parkeren te groeperen, is de aanvraag tevens niet in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening.

Om deze redenen wordt de aanvraag ongunstig geadviseerd.

(6)

Slotbepaling

1. Onderhavige vergunning doet geen afbreuk aan de rechten van derden;

2. Voor elke verandering van de vergunde inrichting gelden de bepalingen van hoofdstuk IIIbis van titel I van het Vlarem;

3. Elke overname van de inrichting door een andere exploitant dient voor de datum van inwerkingtreding van de overname gemeld aan de vergunning verlenende overheid overeenkomstig de bepalingen van artikel 42 van het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning;

4. Een hernieuwing van de vergunning moet worden aangevraagd uiterlijk tussen de 18de en de 12de maand/ vóór het verstrijken van de vergunningstermijn van de lopende vergunning;

5. Ingevolge de koppeling van de stedenbouwkundige - aan de milieuvergunning vervalt krachtens de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en stedenbouw verleende stedenbouwkundige vergunning in geval onderhavige milieuvergunning in beroep zou worden geweigerd, op de dag van de definitieve weigering van de milieuvergunning;

6. Tevens wordt onderhavige milieuvergunning geschorst zolang de stedenbouwkundige vergunning niet verleend is voor de inrichting die voorwerp uitmaakt van de voorliggende beslissing;

7. In afwijking van het besluit wordt de aanvangsdatum van de milieuvergunning in dat geval verdaagd tot de dag dat de stedenbouwkundige vergunning definitief bekomen is;

8. Wordt de hierboven bedoelde stedenbouwkundige vergunning geweigerd dan vervalt de voorliggende milieuvergunning van rechtswege op de dag van de weigering van de stedenbouwkundige vergunning in laatste aanleg;

9. U kunt beroep aantekenen tegen de beslissing van ons bestuur over deze milieuvergunning bij de deputatie van de provincie Antwerpen volgens de bepalingen van het Vlaams reglement over de milieuvergunningen. Dit beroep moet ingediend worden binnen de 30 dagen na de bekendmaking van de beslissing, en moet vergezeld zijn van een betalingsbewijs van de dossiertaks. Voor meer informatie kunt u terecht bij de dienst milieuvergunningen, Koningin Elisabethlei 22,

2018 Antwerpen, tel. 03 240 57 45 of milieuadvies@provincieantwerpen.be. Kijk ook op www.provincieantwerpen.be;

10. Tot staving van de ontvankelijkheid dient bij het beroepsschrift het hierbij gevoegde attest van betekening evenals het bewijs van de betaling van de dossiertaks gevoegd te worden.

Grote Markt 1 - 2000 Antwerpen info@stad.antwerpen.be

(7)

Externe adviezen

(8)

Brandpreventieverslag

Referentie: BWrrVB/2017/G.00374.ME.0005

Dossierbehandelaar: kpt ing. Tom Vanden Boer

bza.preventie@brandweerzone.antwerpen.be I 03 338 89 50

Datum: 12/04/2017

A Aanvrager STAD ANTWERPEN

. c:..\N/V/M_V __ ...,

---._;~_.

_

___..

Stad Antwerpen - SWN/MV Francis Wellesplein 1 2018 Antwerpen 7

milieuvergunningen@stad.antwerpen.be 03/3386766

1 9. 04. Z01ï

INKOMENDE STUKKE-N

B Geografische situering

FUN BELGIUM BREDABAAN 964 2170 Merksem C Doel en kader

Milieuaanvraag Aanvraagdatum Omschrijving

MV2017/098/NR 10/03/2017

Vergunningsaanvraag klasse 2 voor de opslag van feestvuurwerk.

D Eindconclusie

GUNSTIG brandpreventieverslag

mits naleving van de bijgevoegde opmerkingen en voorwaarden in hoofdstukken Fen G.

E Beschrijving gebouw/project

Type inrichting:

Vlarem rubrieknummers:

Speelgoedwinkel FUN (verkoop feestvuurwerk) 17.3.1.2; 31.1.1.a; 38.3.2

F Motivatie

F.1 Regelgeving. normen en richtlijnen

Er dient bij de bouwen/of exploitatie onder andere rekening gehouden met volgende inzake brandbeveiliging van toepassing zijnde regelgeving, normen en richtlijnen:

F .1.1 ARAB art.52 en KB betreffende brandpreventie op arbeidsplaatsen

ARAB art.52 en KB 28 maart 2014 betreffende de brandpreventie op de arbeidsplaatsen zijn bepalingen ten gevolge van het tewerkstellen van personeel. Brandweer merkt op dat de werkgever de verplichtingen moet nakomen en dat de controle berust bij de daartoe bevoegde ambtenaren.

Brandweer Zone Antwerpen I Noorderlaan 69 - 2030 Antwerpen 0333888 11 I www.brandweerzoneantwerpen.be

Grote Markt 1 - 2000 Antwerpen info@stad.antwerpen.be

(9)

Brandpreventieverslag (2/3) BWfTVB/2017/G.00374.ME.0005

F .1.2 VLAREM

VLAREM zijn bepalingen inzake milieuhygiëne bij bepaalde uitbatingen. Brandweer merkt op dat de controle berust bij de daartoe bevoegde ambtenaren.

Onafhankelijk van de verplichtingen aan de houder van de milieuvergunning opgelegd via de vigerende mili- eureglementering alsmede via het milieuvergunningsbesluit, en onverminderd de maatregelen ter voorko- ming en bestrijding van brand, door de houder van de milieuvergunning te treffen in uitvoering van de alge- mene en sectorale milieuvoorwaarden, dient de houder van de milieuvergunning reeds te voorzien in de hiernavermelde blusmiddelen voor eerste tussenkomst:

Op grond van art 4.1.3.2. van dit reglement adviseert de brandweer de brandbestrijdingsmiddelen vermeld in hoofdstuk G.

G Specifieke brandvoorzorgsmaatregelen

Onderstaande maatregelen dienen getroffen door de exploitant/eigenaar. De exploitant/eigenaar is verant- woordelijke voor de goede werking, voor het onderhoud en indien toepasselijk voor de bereikbaarheid bij brand van de onderstaande brandvoorzorgsmaatregelen.

Snelblustoestellen van minstens één bluseenheid conform NBN EN 3-7 - bij voorkeur 6 kg poeder type ABC - dienen goed verdeeld aangebracht à rato van 1 toestel per 150 m2 (binnenruimte). Voor brandcomparti- menten kleiner dan 300 m2 dienen er in elk geval minstens twee toestellen aanwezig te zijn.

Snelblustoestellen van minstens één bluseenheid conform NBN EN 3-7 - bij voorkeur 6 kg poeder type ABC - dienen aangebracht bij elk punt of lokaal met verhoogd risico, zoals ondermeer pompen, compressoren, lasposten, belangrijke elektriciteitsborden, enz.

In de inrichting dienen minstens twee toestellen aanwezig te zijn.

Er mogen nochtans gedeeltelijk mobiele bluseenheden of snelblustoestellen van een ander type aangewend worden op de plaatsen waar zij meer aangewezen zijn, voor zover de aangebrachte blusmiddelen minstens eenzelfde bluseenheid conform NBN EN 3-7 bezitten en evenwaardig zijn aan de bovenvermelde.

Muurhaspels met axiale voeding (conform NBN EN 671-1) + muurhydrant (volgens de norm NBN 571 en voorzien van vaste koppelstukken doormeter 45 mm volgens KB van 30 januari 1975) met gemeenschappe- lijke watertoevoer met een binnendiameter van tenminste 70 mm dienen op oordeelkundig gekozen plaatsen opgesteld zodanig dat elk punt van de inrichting kan bespoten worden.

Hun aantal wordt zodanig bepaald dat de af te leggen afstand vanaf om het even welk punt tot het dichtst bijgelegen toestel niet meer bedraagt dan de lengte van de gebruikte haspels.

De haspels dienen gevoed met een leiding onder druk zodanig dat het debiet bij de minst bedeelde haspel gelijk is aan of groter dan 24 liter per minuut.

De leidingen voor bluswater dienen vervaardigd in staal of in een metaal dat minstens dezelfde waarborgen biedt.

De geplaatste muurhaspels dienen voorzien van een vergrendeling derwijze dat men het afsluitmondstuk niet kan verwijderen zonder het openen van een handbediende afsluiter op de watertoevoer.

(10)

"

Brandpreventieverslag (3/3) BW/TVB/2017/G.00374.ME.0005

G.3: Maatregelen uit de bouwvergunningen en voorbesprekingen

De brandvoorzorgsmaatregel opgelegd in voorgaande vergunningen en voorbesprekingen blijven van kracht.

De in het advies vermeldde brandbestrijdingsmiddelen dienen verder aangevuld te worden aan de in het ge- bouw of constructie ondergebrachte risico's zoals onder meer de aard van de opgeslagen goederen en de wijze van stapeling ervan.

H Opmerkingen

In het kader van de brandweerhervorming werd op 1 januari 2015 hulpverleningszone Brandweer Zone Ant- werpen opgericht.

De zoneraad keurde het retributiereglement goed dat van toepassing is op brandpreventieopdrachten uitge- voerd door Brandweer Zone Antwerpen.

De aanvrager zal een onkostennota ontvangen a rato van de door de hulpverleningszone gepresteerde tijd voor het behandelen van deze aanvragen.

Dossierbehandelaar

kpt ing. Tom Vanden Boer technicus brandvoorkoming Medeondertekend door:

~_.

~.

majoor Bert Brugghemans zonecom mandant

.~." I

WIINEGEM

Brandweer Zone Antwerpen I Noorderlaan 69 - 2030 Antwerpen 0333888 11 I www.brandweerzoneantwerpen.be Grote Markt 1 - 2000 Antwerpen

info@stad.antwerpen.be

(11)

Niet digitale bijlagen

Het volledige dossier is ter inzage volgens de richtlijnen van de openbaarheid van bestuur.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In de toekomst wil Mobiliteit en Parkeren Antwerpen voluit gaan voor een volledige digitalisering, zowel voor betalingen en registraties als voor controle en handhaving van parkeer-

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening

Dit wil zeggen dat Museum Plantin-Moretus verder blijft investeren in de aspecten van het Historisch Huis, de typografische collectie, het Prentenkabinet, de museale

In gedeeld opdrachthouderschap tussen AG VESPA en Woonhaven Antwerpen en in samenwerking met de stedelijke diensten en het district Deurne werd de projectdefinitie voor

Het Letterenhuis, het Museum aan de Stroom, het Museum aan de Stroom/Collecties Vleeshuis, het Museum aan de Stroom/Etnografische collecties, het Museum Plantin

Het college van burgemeester en schepenen geeft de omgevingsvergunning af voor oprichten van een tuinhuis, gelegen Akkerstraat 3 te 8830 Hooglede, afdeling 1 sectie D nr..

8. Een projectmanager en een financieel manager aanstellen voor de delen van het project waarvoor de partner verantwoordelijk is, en de hoofdpartner machtigen om de partner

Deze overeenkomst heeft als voorwerp de toekenning en de aanwendingsvoorwaarden van een toelage ter realisatie van het project Antwerpen Nieuw Zuid - Smart City District.. Artikel 2