• No results found

“Geen wonder, hij heeft jou toch?”

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "“Geen wonder, hij heeft jou toch?”"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

engagement met autisme

10

“Geen wonder, hij heeft jou toch?”

In 2007 kreeg mijn man de diagnose ‘stoornis in het autismespectrum’ en met name de stoornis van Asperger.

Daaraan vooraf ging mijn zoektocht van vele jaren om een verklaring te vinden voor de problemen waarmee ik in mijn huwelijk werd geconfronteerd. We zijn inmiddels 47 jaar getrouwd.

Door Liesbeth van Dijk

Mijn man, die ik hier Henk zal noemen, en ik leerden elkaar kennen in 1955 via een van mijn vriendinnen. Hij studeerde medicijnen, ik werkte als laborante op een universiteitslaboratorium. Henk trok me aan vanwege zijn beschaafde voorko- men en zijn intelligentie. Hij was boven- dien niet zo’n macho-type als de andere studenten met wie ik in aanraking kwam en dat vond ik heel prettig.

Na de eerste verliefdheid ontstonden er al snel problemen doordat Henk zo moei- lijk communiceerde. Hij woonde nog bij zijn ouders thuis en had het daar niet naar zijn zin, maar er was geen geld om zelfstandig te gaan wonen, zei hij. Ook vlotte zijn studie niet erg. Deze twee om- standigheden waren volgens hem goed voor zo veel spanning dat hij ‘dichtklap- te’. Als we maar eenmaal getrouwd waren en hij klaar was met zijn studie werd alles beter. Ik geloofde hem, zo naïef was ik toen nog. Nu weet ik dat het één van de vele beloften was die hij me in mijn leven deed, maar die zelden of nooit werden ingelost.

Gezeur en conflicten

We trouwden in 1960. Ik bleef werken, hij studeerde nog. Ons huwelijk bracht uiteraard voor ons beiden grote verande- ringen met zich mee. Hij kon daar, be- grijp ik nu, niet goed mee omgaan en zat

de eerste drie maanden hele dagen werk- loos voor zich uit te staren.

Na zijn artsexamen ging Henk zich speci- aliseren als patholoog-anatoom. Hij had tijdens zijn co-schappen ervaren dat ‘het gezeur van patiënten’ zoals hij dat noem- de, hem niet lag.

We kregen twee dochters en verhuisden naar een middelgrote stad in het westen des lands waar Henk als patholoog in dienst kwam van de ziekenhuizen.

De problemen met communicatie werden eerder erger dan minder. Nu was de ver- klaring dat hij het te druk had met zijn werk. Wat me ook steeds meer stoorde was zijn gebrek aan invoelingsvermogen.

Hij deed wat hij wilde, vaak zonder te overleggen en zonder rekening te houden met mijn wensen, behoeften en gevoe- lens.

Drukte van de kinderen kon hij niet ver- dragen. Hij snauwde ze af met korte be- velen: ‘stil!’, ‘laat dat’. Mijn protesten hierover hadden tot resultaat dat hij zich niet meer met de kinderen bemoeide en hun hele opvoeding aan mij overliet. Dat ging redelijk goed totdat ze in de puber- teit kwamen, onze oudste dochter ernstig in de knoop zat met zichzelf en Henk daar niets mee te maken wilde hebben.

Conflicten tussen man en dochter, con- flicten tussen man en mij.

Niet ik maar mijn man!

Ik raakte overspannen en werd naar een psycholoog doorverwezen die, na mijn verhaal te hebben aangehoord, consta-

teerde dat niet ik maar mijn man behan- deld moest worden. Dit vond plaats in 1980. Henk legde de verantwoording voor onze conflicten bij mij, als ik ner- gens over zeurde was er immers niets aan de hand! Ik voelde me door de psy- choloog van mijn schuldgevoel daarover bevrijd maar verder werd er noch door mijn huisarts, noch door mijn man actie ondernomen. Er veranderde dus niets.

Opnieuw overspannen

De dochters werden volwassen en gingen uit huis. In 1990, na twee verhuizingen kort na elkaar waarbij ik weer alles alleen had moeten doen plus de nodige proble- men eromheen, raakte ik weer overspan- nen. Toen heb ik Henk gedwongen zichzelf eens te laten onderzoeken, wat hij ten slotte ook deed. De psycholoog constateerde een contactstoornis en een dwangmatig karakter. Henk moest maar haptotherapie en kunstzinnige therapie gaan doen en ik moest mijn eigen leven opbouwen en weglopen uit de ‘krankzin- nige communicatie’ zoals hij het noemde.

Dat was alles.

Ondanks het gebrek aan steun, warmte en intimiteit is het toen een aantal jaren redelijk goed gegaan. Totdat Henk in 2000 stopte met werken. In zijn ogen was hij door zijn collega’s buitenspel gezet en hij was daar zo verbolgen over dat hij

Ik geloofde hem, zo naïef was ik toen nog

Hij snauwde ze af met korte bevelen:

‘stil!’, ‘laat dat’

(2)

nummer 1 • februari/maart 2008

11

“Geen wonder, hij heeft jou toch?”

ervaringsverhaal ●●●

vier jaar lang snauwend en mokkend op de bank hing zonder ook maar iets te on- dernemen om zijn leven opnieuw vorm te geven.

Van stoornis naar stoornis

Er gebeurden in die tijd nog een paar an- dere dingen die mij diep raakten en waar ik met Henk niet over kon praten. Het ge- volg was dat ik een complete burn-out kreeg met allerlei psychosomatische klachten. Onder druk van mij en onze dochters ging Henk ten slotte naar de huisarts die hem naar een psycholoog doorverwees. Deze constateerde na ge- sprekken met hem en met mij een schi- zoïde persoonlijkheidstoornis. Hij voelde veel compassie met ons beiden maar kon verder weinig voor ons doen.

Terug naar de huisarts die hem vervol- gens naar een neuroloog stuurde. Deze vond geen neurologische afwijkingen maar verwees hem door naar een psychi- ater. Van de psychiater kreeg hij de diag- nose dysthyme stoornis. Zij schreef hem antidepressiva voor die inderdaad zijn stemming verbeterden maar daarmee waren de andere problemen niet opge- lost.

En toen viel het kwartje

In die periode viel mijn oog in de biblio- theek ‘toevallig’ op het boek “Dag vreem- de man” van Veerle Beel. Hierin vond ik zoveel herkenning dat ik vervolgens alles las wat ik over autisme kon vinden. Met name “Brein bedriegt” van Peter Ver- meulen heeft voor veel duidelijkheid ge- zorgd. Ook bij Henk die het op mijn verzoek las.

Ik heb daarna contact gezocht met de NVA en maakte kennis met een erva- ringsdeskundige op het gebied van au- tisme. Mijn gesprekken met haar namen mijn laatste twijfels weg. Ten slotte had ik een gesprek met Henk’s psychiater die hem uiteindelijk doorverwees naar het Centrum voor Autisme in Leiden, waar kort na alle gesprekken en onderzoeken

‘zonder enige twijfel’ de diagnose syn- droom van Asperger werd gesteld.

Henk krijgt nu psycho-educatie en sa- men hebben we partnergesprekken.

Henk heeft zelf weinig last van zijn stoor- nis. “Geen wonder”, zei laatst iemand,

“hij heeft jou toch?” En dat is precies waar het omgaat. Ik zie het als mijn taak partners van mensen met autisme vanuit mijn ervaring informatie te verstrekken over de stoornis en hen erkenning te ge- ven voor hun gevoelens van twijfel, ver- driet, boosheid en eenzaamheid. Omdat ik dat zelf al die jaren zo heb gemist. ■

‘zonder enige twijfel’

de diagnose

syndroom van Asperger

> Wilt u reageren op dit artikel?

Stuur dan een e-mail naar

dolien.buijs@autisme-nva.nl of een brief naar het landelijk bureau van de NVA, t.a.v. Dolien Buijs.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ze gingen de woning in door de open voorgalerij naar het woonvertrek, waar zij zich bij de andere huisgenooten, moeder, schoondochter, kinderen en kleinkinderen op

iets weigeren en daarom werd er helaas wel eens misbruik van zijne welwillendheid gemaakt. Hoewel hij als troepenofficier zeer bruikbaar was, vooral daar allen

De sultan zwijgt een oogenblik. Hij weet dat Europeesche geneesmiddelen niet helpen tegen het vergift dat hij Sariti deed toedienen. Het meisje moet dus

Want ontoegankelijk zijn de moerassen Waar geen den doodelijken misstap waagt, Natuur in haren sluimer te verrassen En enkel een verlaten vogel klaagt .••... Maar

Doch als de trein eindelijk die hooggeroemde groene weiden achter zich laat, wanneer het coup I raam langs zandheuvels en bosschen vliegt, bekruipt de angst

De hooghartige moeder zag wel, dat het jonge echtpaar zeer gelukkig was, maar zij kon toch haar woede niet verkroppen , dat de heer en mevrouw V an Waarde

't Was veilig! Nog nooit was er een ongeluk mee gebeurd en al zou 't kunnen gebeuren, John wist dat zijn Moeder ver- trouwen had in 't werk van haar man en dat stelde hem gerust.

karweitjes op te knappen. Zoo goed hij kon, ruimde hij op, wat er op te ruimen viel. En dat was héél wat. Zoo af en toe kwam er wel eens een van de bemanning naar beneden en zette